Aan de orde is het afleggen van de regeringsverklaring.

Minister Balkenende:

Mijnheer de voorzitter. Vandaag stelt dit kabinet zich aan uw Kamer voor, een kabinet dat tot de verkiezingen van 22 november aanstaande missionair wil functioneren, een kabinet dat zich bewust is van zijn begrenzing, maar ook een kabinet dat gemotiveerd is om, binnen de grenzen die uw Kamer trekt, voort te bouwen op het stevige fundament dat door het vorige kabinet is gelegd. Het heeft hervormingen doorgevoerd die noodzakelijk waren. Burgers, bedrijven en overheid hebben samen een bijdrage geleverd. Wij hebben een stevige economische groei, een verbeterde concurrentiepositie, een gezondere financiële huishouding, een hoog consumentenvertrouwen en een lage inflatie. Het aantal mensen met een baan neemt toe. Het aantal mensen dat afhankelijk is van een uitkering neemt af. Er is al een belangrijke bijdrage geleverd aan het verminderen van de lasten van de vergrijzing en het, ongeacht leeftijd en gezondheid, toegankelijk houden van de zorg. Er zijn nieuwe kansen. De wereld om ons heen is in beweging. Nederland mag en kan nu niet stilstaan. Mede daarom wilden CDA en VVD, hoe kort ook, een missionair kabinet.

Mijnheer de voorzitter. De heer Lubbers heeft als informateur de opdracht gekregen, een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheden voor dat missionaire kabinet van CDA en VVD, dat ook tot taak heeft vervroegde verkiezingen voor te bereiden. Op basis van de adviezen van de fracties en groepen in uw Kamer heeft hij geconcludeerd dat dit mogelijk is. Het missionaire kabinet is er gekomen en het is er snel gekomen. Daarvoor wil ik vanaf deze plaats veel dank uitspreken aan de heer Lubbers. Hij is zeer voortvarend en zorgvuldig te werk gegaan.

Zorgvuldigheid is ook voor deze regeringsverklaring een kernwoord. Daadkracht kan niet los worden gezien van draagvlak. Het kabinet dat zich hier vandaag presenteert, is zich zeer bewust van zijn positie. Wij kennen in onze parlementaire geschiedenis immers maar enkele voorbeelden van minderheidskabinetten. Daarom passen terughoudendheid en zorgvuldigheid. Maar dit kabinet wil er wel voor zorgen dat Nederland de kansen die er zijn kan grijpen en dat 2007 geen verloren jaar wordt. Een volwaardige en degelijke begroting voor 2007 is daartoe essentieel, zodat ook in 2007 meer mensen een baan hebben, zodat meer mensen hun koopkracht zien verbeteren, zodat bedrijven en burgers minder te maken hebben met hinderlijke regels, zodat een begrotingsevenwicht of -overschot binnen bereik komt. Ook in 2007 moeten jongeren de opleiding krijgen die hun en Nederland perspectief biedt voor de toekomst. Ook in 2007 moet er voor iedereen goede en betaalbare zorg beschikbaar zijn. Ook in 2007 moeten nog meer mensen zich veiliger voelen, thuis en op straat. Ons staat een samenleving voor ogen waarin mensen alle ruimte krijgen om zich te ontplooien: mensen toerusten om mee te doen, een samenleving waar vertrouwen in en tussen mensen bestaat.

Dit kabinet is gevormd nadat D66 de politieke steun aan het kabinet van het CDA, de VVD en D66 introk. Daaraan lag geen conflict binnen dat kabinet ten grondslag. Ook was er geen geschil tussen de Kamer en het kabinet over de hoofdlijnen van het beleid. De reden lag in een verschil van inzicht met de D66-fractie over het beleid van een van de ministers. De bewindslieden van D66-huize hebben hun ontslag ingediend. De overige bewindslieden hebben hun portefeuille ter beschikking gesteld. Op deze plaats past het mij om de voormalige bewindslieden – de heer Brinkhorst, de heer Pechtold en mevrouw Van der Laan, mevrouw Medy van der Laan – dank te zeggen voor hun werk in het kabinet. Gezien zijn lange en uitzonderlijke staat van dienst verdient de heer Brinkhorst een bijzondere vermelding.

Deze informatie en formatie konden spoedig worden afgerond. Er was snel helderheid over de vervroegde verkiezingsdatum. Verder bestond er een breed gedragen besef dat dit kabinet met terughoudendheid dient op te treden. Die terughoudendheid vloeit voor uit de beperkte tijd die ons tot de verkiezingen resteert en die voortvloeit uit het feit dat er voor ieder in uw Kamer in te dienen voorstel een meerderheid zal moeten worden gevonden.

Ook ten aanzien van de invulling van de ontstane vacatures binnen het kabinet hebben de fracties van het CDA en de VVD terughoudendheid betracht. De vacatures zijn opgevuld vanuit het kabinet zelf, door de heren Wijn en Nicolaï. De taken van de staatssecretarissen van Financiën, Europese Zaken en Media en Cultuur zijn overgenomen door respectievelijk de minister van Financiën, de minister van Buitenlandse Zaken en de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De heer Bruins was reeds benoemd in de eerder ontstane vacature van de heer Rutte en is nu beëdigd als staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Met het geven van prioriteit aan de begroting van 2007 is de programmatische opdracht van dit kabinet duidelijk. Die begroting is, zoals te doen gebruikelijk, al in hoge mate voorbereid gedurende het afgelopen voorjaar. Binnen dit kader kon de informateur vaststellen dat een missionair kabinet van het CDA en de VVD zakelijk zou worden beoordeeld in en door uw Kamer. De bewindspersonen zullen zich ervan vergewissen of voor hun voorstellen voldoende steun bestaat in beide Kamers. Vanzelfsprekend zal het kabinet nadrukkelijk acht slaan op de adviezen van de Raad van State. Voor het indienen van een volwaardige begroting voor 2007 en het Belastingplan en voor de verdere behandeling van het wetsvoorstel "Werken aan winst" is in ieder geval voldoende steun aanwezig. Tegen deze achtergrond heb ik de formatieopdracht aanvaard en heb ik hedenochtend aan Hare Majesteit de Koningin eindverslag uitgebracht.

Ik hecht eraan om in dit debat enkele woorden te wijden aan de militaire missie in Afghanistan. Voor die missie was brede steun in uw Kamer. Dit kabinet zal zich tot het uiterste inzetten om deze missie zo goed mogelijk uit te voeren. Onze militairen gaan op 1 augustus in Uruzgan een zware en moeilijke taak vervullen. Zij hebben recht op onze onverkorte steun.Balkenende

Het kabinet ziet uit naar goede samenwerking en goed overleg met uw Kamer. Wij realiseren ons daarbij de begrenzing die er is. Daarnaast zijn er uiteraard ook kansen. Dit kabinet wil vooral krachtig verder bouwen aan de financieel-sociaal-economische positie van Nederland voor nu en voor de toekomst. Nederland werkt weer na een moeilijke periode. Dit moeten wij vasthouden. Daarom is dit kabinet dankbaar dat het in de komende paar maanden alle mogelijkheden heeft om daar samen met uw Kamer vorm aan te geven.

De voorzitter:

Ik dank de minister-president voor het afleggen van de regeringsverklaring, waarover de Kamer in de volgende fase van dit debat uiteraard zal discussiëren.

Voordat wij beginnen met de eerste termijn van de Kamer stel ik u de spreektijden voor die u gisteren al zijn voorgelegd, te weten voor de fracties van het CDA, de PvdA en de VVD maximaal 15 minuten, voor de fracties van de SP, GroenLinks, de LPF en D66 maximaal 10 minuten, voor de fracties van de SGP en de ChristenUnie maximaal 7 minuten en voor de Groep Nawijn en de Groep Wilders maximaal 5 minuten. De Groep Lazrak is afwezig.

Ik heb telkenmale het woord "maximaal" benadrukt, omdat mij van vele kanten het verzoek heeft bereikt om deze keer niet tot zeer laat te hoeven vergaderen. Zoals u weet, heb ik dat niet alleen in de hand. Ik doe dan ook een klemmend beroep op u allen om dat mogelijk te maken, uiteraard binnen de marges van een volwaardig substantieel debat, maar dat spreekt vanzelf.

Voordat ik de vergadering schors, geef ik het woord aan mevrouw Halsema voor een punt van orde.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Dank, voorzitter, dat u mij nog even het woord gunt. Ik heb een verzoek. Naar verluidt, heeft de informateur, de heer Lubbers, bij het afronden van zijn taak een lijst opgesteld met controversiële kwesties; onderwerpen die wel of niet zouden moeten worden behandeld de komende tijd. Die lijst schijnt in ieder geval ter beschikking te zijn gesteld van de fractievoorzitters van het CDA en de VVD en mogelijk ook van het kabinet. Ik doe het verzoek, deze lijst openbaar te maken, zodat ook de rest van de Kamer daartoe toegang heeft en de lijst kan betrekken bij de voorbereiding van het debat.

De voorzitter:

Ik begrijp dat de heer Verhagen iets wil zeggen naar aanleiding van het verzoek van mevrouw Halsema. Ik geef hem daartoe het woord.

De heer Verhagen (CDA):

Bij mijn weten heeft de informateur geen lijst gemaakt van controversiële onderwerpen. Ik ben wel in kennis gesteld van het feit dat sommige fracties in deze Kamer, waaronder de uwe, aan de informateur kenbaar hebben gemaakt welke onderwerpen naar hun mening niet voor behandeling in aanmerking kunnen komen.

Als u die lijstjes openbaar wilt hebben, zou ik zeggen: voeg de daad bij het woord. Er is een lijstje van u, een lijstje van de heer Bos, een lijstje van mevrouw Van der Laan en zo kan ik nog wel een tijdje doorgaan. Ik kan u verzekeren dat ik geen lijstje heb ingediend.

De voorzitter:

Ik stel voor, de minister-president te verzoeken om indien er sprake is van zo'n lijst die nu des kabinets is, de vraag te beantwoorden of het mogelijk is, deze aan de Kamer ter beschikking te stellen. Indien er, zoals de heer Verhagen heeft gezegd, lijsten zijn waarover fracties gaan, dan stel ik voor om het verzoek van mevrouw Halsema zo op te vatten dat zij aan collega-fractievoorzitters vraagt om die lijsten ter beschikking te stellen.

Kunt u daarmee akkoord gaan?

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Met één toevoeging, u sprak over een lijst des kabinets, maar ik wil ook graag alle briefjes et cetera van de formateur openbaar hebben.

De voorzitter:

Wil de minister-president nu reageren of ons in de loop van de schorsing zijn antwoord laten weten? Wij moeten alles doen wat snel gaat en praktisch is. Als hij het nu kan afhandelen, graag.

Minister Balkenende:

Voorzitter. Ik begrijp de vraag van mevrouw Halsema, zeker toen zij zei dat alle gegevens van de formateur en informateur openbaar zouden moeten worden. Dat zou evenwel een precedent zijn in de Nederlandse parlementaire geschiedenis. Wij kennen de goede regel dat de gesprekken bij de informateur vertrouwelijk zijn en blijven. Wij hebben bij de vorige kabinetsformatie, die van 2003, gezien dat er ook sprake was van informatie die berustte bij de informateur. Toen is gezegd dat het aan de fracties zelf is om hun informatie naar buiten te brengen. Als wij het verzoek van mevrouw Halsema honoreren, wordt de vertrouwelijkheid die moet gelden tijdens de informatieperiode niet gewaarborgd. Het staat fracties vrij om hun informatie vrij te geven, maar het lijkt mij niet dat de vertrouwelijkheid die geldt voor een informatieperiode op deze manier moet worden doorbroken.

De voorzitter:

Hiermee is de vraag van mevrouw Halsema om informatie van het kabinet beantwoord. Blijft over haar vraag aan de fractievoorzitters – dus ook aan zichzelf – of er wellicht lijstjes zijn die door fracties ter beschikking kunnen worden gesteld.

De heer Bos geeft het signaal dat hij een uur schorsing wil. Onder excuses aan de kijkers thuis, schors ik de vergadering.

De vergadering wordt van 14.17 uur tot 15.15 uur geschorst.

De voorzitter:

Ingekomen is een bericht van het overlijden op 2 juli jongstleden van de oud-griffier van de Kamer, de heer W. Koops. De heer Koops heeft de Tweede Kamer bijna 32 jaar gediend, van 6 april 1954 tot 1 februari 1973 als commissiegriffier en van 1 februari 1973 tot 1 februari 1986 als Griffier. In die functie was hij de rechterhand van mijn voorgangers Vondeling en Dolman en uiteraard van alle leden. Een heel klein aantal van ons heeft de heer Koops nog persoonlijk meegemaakt en bewaart daar goede herinneringen aan. Namens allen heb ik een bericht van deelneming gezonden.

Voorts is ingekomen een brief van mevrouw M. Kraneveldt houdende de mededeling dat zij ontslag neemt als lid van de Kamer met ingang van 4 juli jongstleden. Mevrouw Kraneveldt is wegens heuglijke redenen – zij is op huwelijksreis – niet aanwezig in het gebouw van de Tweede Kamer. Ik dank haar voor haar dank aan alle medewerkers van de Kamer en voor haar inzet als lid van de Kamer. Van deze mededeling is bericht gezonden aan de voorzitter van het Centraal Stembureau en aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

De overige ingekomen stukken staan op een lijst die op de tafel van de griffier ter inzage ligt. Op die lijst heb ik voorstellen gedaan over de wijze van behandeling. Als aan het einde van de vergadering daartegen geen bezwaren zijn ingekomen, neem ik aan dat de Kamer zich met de voorstellen heeft verenigd.

Ik geef het woord aan mevrouw Kalsbeek tot het uitbrengen van het verslag namens de Commissie voor het Onderzoek van de Geloofsbrieven.

Mevrouw Kalsbeek:

voorzitter der commissie

Voorzitter. De Commissie voor het Onderzoek van de Geloofsbrieven heeft de stukken onderzocht die betrekking hebben op mevrouw H.F.M. van Oudenallen te Amsterdam. De commissie is eenparig tot de conclusie gekomen dat mevrouw H.F.M. van Oudenallen te Amsterdam terecht benoemd is verklaard tot lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. De commissie stelt u daarom voor om haar toe te laten als lid van de Kamer. Daartoe dient zij wel eerst de verklaring en belofte af te leggen zoals die zijn voorgeschreven bij de wet van 27 februari 1992, Staatsblad nr. 120.

De commissie verzoekt u tot slot, de Kamer voor te stellen het volledige rapport in de Handelingen op te nemen.

De voorzitter:

Ik dank namens de Kamer de commissie voor haar verslag en stel voor, dienovereenkomstig te besluiten.

Daartoe wordt besloten.

(Het rapport is opgenomen aan het eind van deze editie.)1

De voorzitter:

Mevrouw Van Oudenallen is in het gebouw der Kamer aanwezig.

Ik verzoek de griffier, haar binnen te leiden.

Nadat mevrouw Van Oudenallen door de griffier is binnengeleid, legt zij in handen van de voorzitter de bij de wet voorgeschreven verklaringen en beloften af.

De voorzitter:

Het is mij een genoegen u als eerste te mogen feliciteren met uw benoeming. Ik verzoek u, de presentielijst tekenen en in ons midden plaats te nemen. Ik teken hierbij aan dat de fractie van de LPF en mevrouw Van Oudenallen mij hebben laten weten dat mevrouw Van Oudenallen geen deel zal uitmaken van de fractie van de LPF, maar de Groep Van Oudenallen zal vormen.

Naar boven