Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Regels inzake inburgering in de Nederlandse samenleving (Wet inburgering) (30308), en over:

- de motie-Vergeer over een inspanningsverplichting (30308, nr. 52);

- de motie-Lambrechts c.s. over het volgen van een mbo 1 of 2-opleiding (30308, nr. 90);

- de motie-Lambrechts c.s. over uitvoeringsrisico's van de Wet inburgering (30308, nr. 91);

- de motie-Van der Staaij c.s. over de handhavingsbeschikking (30308, nr. 92)

- de motie-Dijsselbloem c.s. over een door een erkende onderwijsinstelling verleende Verklaring educatie (30308, nr. 93);

- de motie-Dijsselbloem/Azough over aanpassing van het budget aan de ambitie en niet andersom (30308, nr. 94);

- de motie-Varela/Visser over het rangschikken van opleidingsinstituten op basis van resultaten (30308, nr. 95).

(Zie vergadering van 27 juni 2006.)

De voorzitter:

De heer Dijsselbloem heeft het woord gevraagd.

De heer Dijsselbloem (PvdA):

Voorzitter. Nu wij op dit moment worden gedwongen om hierover te stemmen, ben ik gedwongen om mijn amendementen op de stukken nrs. 79 tot en met 82 in te trekken, want ook deze liggen voor advies bij de Raad van State. Het zou niet zorgvuldig zijn om daarover te stemmen nu wij dat advies hebben gevraagd.

De voorzitter:

De amendementen-Dijsselbloem (stukken nrs. 79 tot en met 82) zijn ingetrokken.

Mevrouw Vergeer (SP):

Voorzitter. Er ligt op dit moment ook een amendement van mijn hand bij de Raad van State. Net als de heer Dijsselbloem trek ik mijn amendementen op stuk nr. 77 in.

De voorzitter:

De amendementen-Vergeer (stuk nr. 77, I tot en met IX) zijn ingetrokken.

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.

Mevrouw Lambrechts (D66):

Voorzitter. Net als de WMO een tijd geleden heeft ook deze Wet inburgering de laatste vier weken een extreme make-over ondergaan. Met ongekende flexibiliteit heeft de minister een groot aantal verbetervoorstellen van de Kamer omarmd en daarmee op de valreep het draagvlak voor deze wet aanzienlijk weten te vergroten. Een behoorlijk aantal van de voorstellen van D66 is nu dan ook in deze wet verankerd. Ik noem de extra ruimte voor maatwerk door gemeenten, de mogelijkheid om ook andere groepen zoals vluchtelingen en niet-sollicitatieplichtigen, bijvoorbeeld thuiszittende moeders met kinderen, een aanbod te doen en de positieve financiële prikkels om niveauverhoging te bewerkstelligen. Het meest nijpende punt, de houdbaarheid van de juridische grondslag voor de verplichte inburgering van genaturaliseerde Nederlanders, is inmiddels geparkeerd, zodat de Raad van State daarop zijn visie heeft kunnen geven.

Wij hopen dat onze moties op nr. 90 over het doorleren en werken tot en met een startkwalificatie en de motie op nr. 91 over het op tijd geïnformeerd worden over de stand van zaken betreffende een behoorlijk aantal uitvoeringsaspecten die nog onduidelijk zijn en waarover op dit moment geen duidelijkheid kan worden gegeven de steun van de Kamer zullen krijgen en zullen onze steun aan dit wetsvoorstel niet onthouden.

De voorzitter:

De amendementen-Huizinga-Heringa (stukken nrs. 18 en 21), de amendementen-Azough (stukken nrs. 28 en 59) en het amendement-Lambrechts (stuk nr. 47) zijn ingetrokken.

In stemming komt het nader gewijzigde amendement-Dijsselbloem (stuk nr. 78, II).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA en de ChristenUnie voor dit nader gewijzigde amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit nader gewijzigde amendement de overige op stuk nr. 78 voorkomende nader gewijzigde amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

De artikelen 1, 1a en 2 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Azough (stuk nr. 72, I).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA en de ChristenUnie voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit amendement het andere op stuk nr. 72 voorkomende amendement als verworpen kan worden beschouwd.

Artikel 3 wordt zonder stemming aangenomen.

De voorzitter:

De aanwezige leden van de fractie van de PvdA wordt aantekening verleend dat zij geacht wensen te worden tegen dit artikel te hebben gestemd.

De artikelen 4 en 5 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Vergeer (stuk nr. 57).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP en GroenLinks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Azough (stuk nr. 103, I).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP en GroenLinks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit amendement de overige op stuk nr. 103 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

Artikel 6 wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Van der Staaij (stuk nr. 50) tot het invoegen van een artikel 6a.

De voorzitter:

Ik constateer dat dit amendement met algemene stemmen is aangenomen.

De artikelen 7 tot en met 13 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Azough (stuk nr. 96, I).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, D66 en de ChristenUnie voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit gewijzigde amendement het andere op stuk nr. 96 voorkomende gewijzigde amendement als verworpen kan worden beschouwd.

Artikel 14 wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 15 wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Huizinga-Heringa (stuk nr. 32).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de ChristenUnie en de SGP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Huizinga-Heringa (stuk nr. 20).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, de ChristenUnie en de SGP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Artikel 16 wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Azough (stuk nr. 97) tot het invoegen van een artikel 16a.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, de LPF en de Groep Van Oudenallen voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Vergeer (stuk nr. 74) tot het invoegen van een artikel 16a.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks en de PvdA voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Dijsselbloem (stuk nr. 88, IA).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, de ChristenUnie en de SGP voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit gewijzigde amendement de overige op stuk nr. 88 voorkomende gewijzigde amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Lambrechts (stuk nr. 87, I).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, D66, de ChristenUnie, de SGP, de LPF en de Groep Van Oudenallen voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Ik stel vast dat door de aanneming van dit gewijzigde amendement het andere op stuk nr. 87 voorkomende gewijzigde amendement als aangenomen kan worden beschouwd.

Het eerste lid van artikel 17, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde amendement-Lambrechts (stuk nr. 87, I), wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Sterk c.s. (stuk nr. 85).

De voorzitter:

Ik constateer dat dit gewijzigde amendement met algemene stemmen is aangenomen.

Het tweede lid van artikel 17, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde amendement-Sterk c.s. (stuk nr. 85), wordt zonder stemming aangenomen.

Het derde tot en met vijfde lid van artikel 17 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Dijsselbloem c.s. (stuk nr. 89) tot het toevoegen van een artikellid.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, D66, het CDA, de ChristenUnie, de SGP, de LPF, de Groep Nawijn en de Groep Van Oudenallen voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

In stemming komt het amendement-Dijsselbloem c.s. (stuk nr. 76) tot het toevoegen van een artikellid.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, D66, de ChristenUnie en de SGP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Het gewijzigde artikel 17 wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 18, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde amendement-Lambrechts (stuk nr. 87, II), wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 19 en 20 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Lambrechts/Huizinga-Heringa (stuk nr.86, I).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, D66, de ChristenUnie, de SGP, de LPF, de Groep Nawijn en de Groep Van Oudenallen voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Ik stel vast dat door de aanneming van dit gewijzigde amendement het andere op stuk nr. 86 voorkomende gewijzigde amendement als aangenomen kan worden beschouwd.

Artikel 21, zoals het is gewijzigd door de aanneming van de amendementen-Lambrechts/Huizinga-Heringa (stuk nrs. 86, I en II), wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 22 wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Dijsselbloem (stuk nr. 41) tot het invoegen van een nieuw artikel 23.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, D66, de LPF, de Groep Nawijn en de Groep Van Oudenallen voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

De artikelen 24 tot en met 30 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Huizinga-Heringa (stuk nr. 22).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, D66 en de ChristenUnie voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Artikel 31 wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 32 tot en met 44 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Azough (stuk nr. 99, I).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks en de ChristenUnie voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit amendement de overige op stuk nr. 99 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

Artikel 45 wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 46 tot en met 51 en de aanhef en onderdeel A van artikel 52 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Vergeer (stuk nr. 75).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA en de ChristenUnie voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

De onderdelen B en C van artikel 52 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Azough (stuk nr. 30) tot het doen vervallen van onderdeel D.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks en de ChristenUnie voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Azough (stuk nr. 31).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA en de ChristenUnie voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Onderdeel D van artikel 52 wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 52 wordt zonder stemming aangenomen.

De voorzitter:

De aanwezige leden van de fractie van GroenLinks wordt aantekening verleend dat zij geacht wensen te worden tegen dit artikel te hebben gestemd.

Artikel 53 wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Azough (stuk nr. 98).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA en de ChristenUnie voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Artikel 54 wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 55 tot en met 55d worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Sterk c.s. (stuk nr. 84).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, D66, het CDA, de ChristenUnie, de SGP, de LPF en de Groep Nawijn voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Artikel 56, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Sterk c.s. (stuk nr. 84), wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 57 tot en met 60b worden zonder stemming aangenomen.

De voorzitter:

De aanwezige leden van de fractie van GroenLinks wordt aantekening verleend dat zij geacht wensen te worden tegen artikel 60b te hebben gestemd.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Huizinga-Heringa/Lambrechts (stuk nr. 70) tot het doen vervallen van artikel 60c.

De voorzitter:

Ik constateer dat dit gewijzigde amendement met algemene stemmen is aangenomen.

De artikelen 61 tot en met 64 en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.

Mevrouw Azough (GroenLinks):

Voorzitter. Vandaag kunnen wij concluderen dat niet alleen de minister een recente make-over heeft ondergaan, ook de voorliggende Wet inburgering heeft een make-over gekregen, en is onherkenbaar, vergeleken met de wet die minister Verdonk ooit heeft ingediend, een wet waar GroenLinks in ieder geval spontaan zadelpijn van kreeg. Mijn fractie is uitermate kritisch geweest, wat zich heeft uitbetaald. Artikel 3, waarin de minister onderscheid maakt tussen geboren en genaturaliseerde Nederlanders, is weggeparkeerd. Gemeenten krijgen veel meer vrijheid voor eigen beleid, en kunnen ontheffen en vrijstellen als dat nodig is. Veel meer groepen inburgeraars die te lang aan hun lot zijn overgelaten, kunnen een aanbod van de gemeente verwachten, en tot slot is er nu veel meer ruimte voor ambitie bij inburgeraars, omdat zij nu ook voor een hoger niveau kunnen gaan.

Dat betekent nog niet dat dit onze wet is. Zo is onduidelijk hoe het te billijken is dat oudere gastarbeiders die gewoon een baan hebben, verplicht kunnen worden om duizenden euro's te lenen voor een cursus. Ik verwacht echter dat gemeenten hier verstandig mee omgaan, en prioriteit geven aan de inburgeraars met een uitkering. Ook als het gaat om slaagplicht willen wij onderscheid maken tussen nieuwkomers en oudkomers. Voor de oudkomers zien wij er weinig heil in. Er blijft één onderdeel van de wet over, waar GroenLinks zich absoluut niet in kan vinden. Dat is de koppeling van het behalen van het inburgeringsexamen aan een permanente verblijfsvergunning. Daarom heeft GroenLinks tegen de desbetreffende artikelen gestemd.

Tot slot mag duidelijk zijn dat er veel meer middelen nodig zullen zijn om deze ambitie, om onze ambitie te bewerkstelligen. Voor veel mensen is een goede inburgeringscursus immers ook een herkansing van het recht op onderwijs, onderwijs dat ze in eigen land niet hebben kunnen krijgen. Iets is beter dan niets. Jaren heeft de Kamer, hebben de gemeenten, hebben de inburgeraars moeten wachten op een wet. Daarom zullen wij, alles afwegende, voor deze wet stemmen.

De heer Dijsselbloem (PvdA):

Voorzitter. Wij staan voor de eindstemming over een belangrijk wetsvoorstel, wat ons betreft een vroegtijdige eindstemming. Wij hebben al voldoende kenbaar gemaakt bezwaar te hebben tegen het open einde op het belangrijke punt van de afbakening van de doelgroep. De adviezen van de Raad van State die wij na de zomer verwachten, zullen wat ons betreft bepalend zijn voor de uiteindelijke reikwijdte van de wet.

Er zijn de afgelopen kabinetsperiode heel veel kansen blijven liggen om inburgering te versnellen en te verbeteren. Wij zijn drie jaar met de wet bezig geweest. Het enige voordeel daarvan is dat de Kamer een zeer zwaar stempel heeft kunnen drukken op het gehele traject en op het eindproduct. Zo heeft de Kamer vijf zware, inhoudelijke nota's van wijzigingen afgedwongen. De wet is op essentiële onderdelen verbeterd. Ze zijn ook wel door anderen genoemd. De doelgroep is in ieder geval in die zin beperkt dat de discriminatie uit de wet is gegooid. Gemeenten zijn weer centraal gesteld en zij kunnen maatwerk bieden aan de individuele inburgeraar, inclusief mogelijkheden tot vrijstelling en ontheffing. Er zijn positieve prikkels ingebouwd, het draagkrachtprincipe is leidend geworden.

Het is niet onze wet geworden. Op iedereen die voor deze wet gaat stemmen, drukt een grote verantwoordelijkheid om te zorgen dat in de komende jaren het budget zal passen bij de ambitie die wij in deze wet hebben gelegd. Niet het budget zal leidend zijn voor de ambitie, maar de ambitie zal leidend zijn voor het budget. Dat is een plicht waaraan wij bij de eerstvolgende begrotingsbehandelingen al moeten voldoen.

Gegeven de door de Kamer bereikte verbeteringen slaat de balans uiteindelijk positief uit. Voor de nu resterende belangrijke doelgroep van deze wet draagt de wet bij aan de centrale doelstelling van de PvdA: een snellere en betere inburgering. Daarom zullen wij voor de wet stemmen.

Mevrouw Vergeer (SP):

Voorzitter. Wat de SP-fractie betreft had het feit dat wij nu met een minderheidskabinet te maken hebben, moeten leiden tot uitstel van de stemmingen, omdat nog een aantal onderdelen bij de Raad van State ter advisering voorliggen. Nu dat uitstel niet doorgaat, wil ik een stemverklaring afleggen over de wet die nu in stemming komt.

Het heeft veel te lang geduurd voordat het besef tot achtereenvolgende kabinetten doordrong dat grote groepen nieuwe Nederlanders in een isolement leven. Veel allochtonen hebben zich inmiddels op eigen kracht en met behulp van buren en vrijwilligers in de wijk een verdiende plaats in Nederland verworven, maar velen leven ook nog steeds geïsoleerd door gebrek aan kennis van de Nederlandse taal en gewoonten. Velen wonen ook nog eens in concentratiewijken en gaan nauwelijks met Nederlanders om. Dat is de droevige erfenis van onverschillige kabinetten.

Verplichte inburgering kan op steun van de SP rekenen, maar de pijn zit hem in het wapengekletter dat minister Verdonk rondom deze wet heeft laten horen. En dat is volkomen misplaatst en haar spierballentaal dekt ook niet de lading van de wet. Het wetsartikel 3 dat discrimineert tussen soorten Nederlanders is namelijk uit de wet gehaald en er komt na de zomer een nieuw voorstel, nadat de Raad van State zich heeft kunnen uitspreken en ook de Kamer opnieuw heeft kunnen spreken. Voor de SP-fractie weegt zwaar dat de minister de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken heeft gevolgd, namelijk dat zakken voor een examen in de praktijk niet beboet mag worden als de cursist niets te verwijten valt. Mijn voorstel om die slaagplicht in de wet te vervangen door een inspanningsplicht is op dit moment aan de Raad van State voorgelegd ter advisering.

Voorzitter. Inmiddels heeft de minister zo veel concessies aan de Tweede Kamer gedaan, dat de SP-fractie voor de inburgeringswet zal stemmen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer dat het lid Koşer Kaya van de fractie van D66 tegen dit wetsvoorstel heeft gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ervoor, zodat het is aangenomen.

Aangezien de motie-Vergeer (30308, nr. 52) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van behandeling meer uit.

De motie-Dijsselbloem c.s. (30308, nr. 93) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat hoewel onder de oude Wet inburgering nieuwkomers een nieuwkomer slechts verplicht was aan de cursus deel te nemen, er veel nieuwkomers zijn geweest die het in de nieuwe Wet inburgering van hen vereiste niveau wél hebben gehaald;

constaterende dat sommige inburgeringsplichtigen dit niveau alsnog hebben bereikt na afloop van de verplichte inburgeringscursus, veelal op eigen kracht en met eigen middelen;

van oordeel dat wanneer deze inburgeringsplichtigen door middel van een door een erkende onderwijsinstelling verleende Verklaring educatie kan aantonen dat het in de nieuwe Wet inburgering vereiste niveau is gehaald, dit recht op vrijstelling van het taalonderdeel van het inburgeringsexamen zou moeten geven;

verzoekt de regering, een lichte verificatieprocedure van deze "Verklaring educatie" vorm te geven, waarbij de erkende onderwijsinstellingen moeten bevestigen dat zij inderdaad de verklaring aan betrokkene hebben afgegeven;

verzoekt de regering, in het Besluit Inburgering een vrijstellingsgrond op te nemen voor een geverifieerd "Verklaring educatie" waaruit blijkt dat aan het vereiste taalniveau is voldaan,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt wordt deze gewijzigde motie voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 104 (30308).

De gewijzigde motie is rondgedeeld. Ik neem aan dat wij daar nu over kunnen stemmen.

In stemming komt de motie-Lambrechts c.s. (30308, nr. 90).

De voorzitter:

Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt motie-Lambrechts c.s. (30308, nr. 91).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, D66, de ChristenUnie, de SGP, de LPF, de Groep Nawijn en de Groep Van Oudenallen voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van der Staaij c.s. (30308, nr.92).

De voorzitter:

Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Dijsselbloem c.s. (30308, nr. 104).

De voorzitter:

Ik constateer dat deze gewijzigde motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Dijsselbloem/Azough (30308, nr. 94).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, D66, de ChristenUnie, de SGP, de LPF, de Groep Nawijn en de Groep Van Oudenallen voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt motie-Varela/Visser (30308, nr. 95).

De voorzitter:

Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

Naar boven