Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 22 juni 2006 over internationaal cultuurbeleid.

De heer Dittrich (D66):

Voorzitter. Wij hebben vorige week een heel interessant overleg gehad met staatssecretaris Van der Laan en staatssecretaris Nicolaï over het internationaal cultuurbeleid, waar ik één aspect uit wil lichten, namelijk de muziekauteursrechten. Ik vind het van belang dat wij een signaal geven aan Europa dat Nederland staat voor het behoud van culturele diversiteit. Ik heb in dat overleg aangekondigd dat ik dat graag wil vastleggen in een motie, mede namens een aantal collega's.

De DittrichKamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het collectieve beheer van muziekauteursrechten belangrijk is voor de inkomensvorming van componisten, tekstschrijvers en muziekuitgevers;

overwegende dat in Nederland Buma/Stemra als beheersorganisatie uitgebreid steun geeft aan activiteiten en evenementen die de Nederlandse muziekcultuur bevorderen en dat zodoende wordt bijgedragen aan de Europese culturele diversiteit op muziekgebied;

constaterende dat als gevolg van een aanbeveling van de Europese Commissie in oktober 2005 over liberalisatie van het collectieve beheer van muziekrechten in de online-omgeving er een ontwikkeling gaande is, waarbij sprake is van concentratie van muziekrechten bij slechts een paar van de allergrootste collectieve beheersorganisaties, hetgeen funest is voor de inkomensvorming van minder populaire componisten, tekstdichters en kleinere uitgeverijen in middelgrote en kleine lidstaten van de Europese Unie;

overwegende dat veranderingen in het beleid ten aanzien van collectief beheer van auteursrechten het beste door middel van een juridisch bindend instrument als een richtlijn tot stand kunnen worden gebracht;

verzoekt de regering, in de diverse vergaderingen die in Europa over dit thema worden gehouden, het belang van behoud van culturele diversiteit onder de aandacht te brengen;

nodigt de regering uit, de ontwikkelingen met betrekking tot de toepassing van de aanbeveling nauwlettend te volgen en de Kamer over harmonisatie-initiatieven op dit gebied tijdig te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Dittrich, Van Vroonhoven-Kok, Leerdam en Nijs. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 37(28989).

Staatssecretaris Van der Laan:

Voorzitter. Er ligt een aanbeveling van de Europese Commissie, zoals vorige week in het debat is besproken. Die aanbeveling is zo geformuleerd dat er sprake is van een begin van een debat over de wijze waarop de Europese samenhang van de collectieve beheerorganisaties zo goed mogelijk geregeld kan worden. Dan kan er zodanige concurrentie ontstaan dat er een meer open markt voor dat type werk is. Het debat gaat erover of de monopoliepositie moet worden opgeheven en de vraag is hoe dit gebeurt en wat er daarna gebeurt.

Ik zie het dictum van de motie als een ondersteuning van het beleid, omdat ik zeker bereid ben om dit nauwlettend te volgen en ook actief te participeren. Ik ben wel zeer terughoudend over een stukje van de overweging, namelijk dat dit het beste door een juridisch bindend instrument zoals een richtlijn tot stand kan worden gebracht. Wij zijn er in dit stadium nog niet van overtuigd dat dit de beste weg is. Wie weet kan het door ons gezamenlijk beoogde resultaat van bescherming van het kwetsbare product in de muziekmarkt en de positie van de nationale collectieve beheersorganisatie langs andere weg bereikt worden. Aan het beantwoorden van de vraag of het juridische bindende instrument van een richtlijn het beste instrument is in Europees verband zijn wij nog niet toe. Het nemen van een voorschot op de uitkomst van de discussie over de vorm is niet aan de orde. Wij zijn daarover zeer terughoudend. Het spreekt vanzelf dat wij volop en actief zullen participeren in de Europese discussie.

De heer Dittrich (D66):

Over het dictum wil ik kwijt dat het niet de bedoeling is dat de staatssecretaris in Brussel in haar eentje de kar trekt. Het heeft betrekking op leden van de regering in alle Europese vergaderingen waar dit thema aan de orde is. Ik denk aan mededinging en Economische Zaken en dergelijke. Het geldt dus ook voor andere kabinetsleden. Ik neem aan dat de staatssecretaris namens het kabinet toezegt dat iedereen zich daarvoor sterk maakt in de diverse vergaderingen.

De overweging is geen dragende overweging. Op dit moment denken wij dat niet een aanbeveling, maar een richtlijn het beste is. Het is echter ook goed als hetzelfde resultaat op een andere wijze bereikt kan worden. Het gaat ons om behoud van de culturele diversiteit en met name om de Nederlandse muziekbelangen.

Staatssecretaris Van der Laan:

Het spreekt vanzelf dat het kabinet ook in Europa met één mond spreekt. Ik zal dit punt ook met de collega van EZ opnemen. Hij is er volledig van op de hoogte. Hij zal er ook in zijn overleggen op Europees niveau de aandacht voor vragen. Het is op zich geruststellend dat zolang wij niets regelen in Europa de huidige monopoliepositie van de Buma/Stemra's van Europa blijft bestaan. Die kan niet worden doorbroken. Zolang wij juridisch niets ondernemen, blijft die positie bestaan. Niettemin is het debat in Europa in volle gang. Ik begrijp dat de heer Dittrich het met mij eens is dat het geen dwingend punt is van de motie, maar slechts een overweging.

De heer Dittrich (D66):

Dat klopt. Ik hoor de staatssecretaris zeggen dat er eigenlijk niets gebeurt zolang wij niets doen. Wij constateren nu al dat er een ontwikkeling gaande is van verregaande centralisatie die mensen in de muziekwereld te kort kan doen. Er moet dus nu al gesproken worden. Er moet nu al op gewezen worden dat de culturele diversiteit in Europa teloor kan gaan door deze reeds gaande ontwikkeling. Het is dus niet zo dat de regering achterover kan leunen totdat er een discussie ontstaat over een richtlijn of iets dergelijks. De regering moet nu al in vergaderingen het woord vragen om erop te wijzen dat het anders moet.

Staatssecretaris Van der Laan:

Dat klopt. Ik heb begrepen dat de ruimte om het op nationaal niveau te blijven regelen zoals wij het nu doen volledig overeind is gebleven. Wij moeten ervoor oppassen dat wij in het Europese denken niet doorschieten, zodat de huidige nationale positie niet goed meer gehandhaafd kan worden. Ik denk dat de Kamer en ik het eens zijn. Wij moeten beide volop in het debat gaan staan. De regering doet dat op Europees niveau.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Over de ingediende motie zal overmorgen, donderdag dus, worden gestemd.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven