Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor om toe te voegen aan de stemmingslijst van heden het wetsvoorstel Bepalingen verband houdende met de detentie en berechting in Nederland, in overeenstemming met Resolutie 1688 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties van 16 juni 2006, van Charles Taylor door het Speciaal Hof voor Sierra Leone (Wet Speciaal Hof voor Sierra Leone) (30610).

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik stel voor om toe te voegen aan de stemmingslijst van donderdag 29 juni 2005:

  • - benoeming substituut-ombudsman; brief van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over benoeming substituut-ombudsman (30612);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet ruimtelijke ordening inzake de grondexploitatie (30218);

  • - het wetsvoorstel Regels inzake geurhinder vanwege tot veehouderijen behorende dierenverblijven (Wet geurhinder en veehouderij) (30453).

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Duyvendak.

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Voorzitter. Ik wil twee VAO's aanvragen. Het eerste betreft het AO van verleden week over statiegeld en verpakkingen en het tweede betreft het AO over CO2-emissiehandel en klimaat.

De voorzitter:

Ik stel voor om aan beide verzoeken te voldoen en om beide punten toe te voegen aan de agenda van deze week.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de heer Dittrich, die ook twee verzoeken heeft.

De heer Dittrich (D66):

Voorzitter. Allereerst zou ik een VAO willen vragen over het internationaal cultuurbeleid waarover wij verleden week een algemeen overleg hebben gehad. Omdat wij vanavond toch al enkele debatten met de staatssecretaris hebben, lijkt het mij goed om dat op de agenda voor vanavond te plaatsen. Het kan namelijk heel kort duren, want ik wil namens enkele collega's een motie indienen.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan dit verzoek te voldoen en dit punt toe te voegen aan de agenda van vanavond.

Daartoe wordt besloten.

De heer Dittrich (D66):

Mijn tweede verzoek betreft iets heel anders. Verleden week heb ik een spoeddebat bepleit met minister Remkes van Binnenlandse Zaken over het afluisteren van journalisten. Wij hebben er toen voor gekozen om de minister een brief te vragen. Die brief hebben wij gekregen, maar op basis daarvan heeft de vaste commissie nog enkele feitelijke vragen aan de minister voorgelegd. Ik zou de antwoorden van de minister op die vragen voor aanstaande donderdag 12.00 uur willen krijgen, omdat wij dan nog kunnen bezien of wij alsnog een spoeddebat moeten aanvragen of dat de beantwoording afdoende is.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Verbeet.

Mevrouw Verbeet (PvdA):

Voorzitter. Ik verzoek u om het verslag van het algemeen overleg Besluit eigen bijdrage WMO op de agenda te plaatsen.

De voorzitter:

Ik stel voor, dit punt toe te voegen aan de agenda van deze week, waarschijnlijk donderdag.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van der Sande.

De heer Van der Sande (VVD):

Voorzitter. Ik verzoek u om het verslag van het algemeen overleg over sport op de plenaire agenda te zetten.

De voorzitter:

Ik stel voor, dit punt toe te voegen aan de agenda van aanstaande donderdag.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van Bommel.

De heer Van Bommel (SP):

Voorzitter. Ik verzoek u, het verslag van het algemeen overleg van verleden week over de JBZ-Raad op de agenda te zetten.

De voorzitter:

Ik stel voor, dit punt toe te voegen aan Voorzitterde agenda van aanstaande donderdag.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van der Ham.

De heer Van der Ham (D66):

Voorzitter. Ik verzoek om uitstel van de stemmingen over de moties die zijn ingediend bij het VAO Drugs.

De voorzitter:

Ik stel voor om aan dit verzoek te voldoen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Hofstra.

De heer Hofstra (VVD):

Voorzitter. Wij hebben vorige week met de minister en de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat een algemeen overleg gevoerd over een aantal onderwerpen met betrekking tot het openbaar vervoer. Wij zouden het op prijs stellen als dit overleg aanstaande donderdag kan worden vervolgd met een kort VAO.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan dit verzoek te voldoen en dit punt toe te voegen aan de agenda van aanstaande donderdag.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Voor alle zekerheid merk ik nog eens op dat deze week voor alle VAO's het systeem geldt dat er alleen moties kunnen worden ingediend zonder verdere toelichting, opdat ieder VAO in maximaal 15 minuten kan worden afgedaan. Anders wordt het geen nachtwerk donderdag, maar ochtendwerk vrijdag.

Het woord is aan mevrouw Halsema.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Voorzitter. Het kabinet heeft ten langen leste een beslissing genomen over het Nederlanderschap van Ayaan Hirsi Ali. De informatie ter zake is zojuist bij de Kamer gearriveerd. Ik heb die kort bestudeerd.

De fractie van GroenLinks is opgelucht over en blij met de late erkenning door de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie dat mevrouw Hirsi Ali Nederlander was en is. De brief van het kabinet aan de Kamer is voor mijn fractie echter wel degelijk aanleiding om het al eerder gevraagde spoeddebat door te zetten. Wij denken aan een debat in de aanwezigheid van de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie en de minister-president.

Dit debat zou zich moeten toespitsen op twee hoofdonderwerpen. In de eerste plaats is het een verantwoordingsdebat over de gang van zaken in de afgelopen zes weken. In de tweede plaats wil mijn fractie meer helderheid verkrijgen over de gevolgen van deze beslissing voor mensen in vergelijkbare omstandigheden.

De heer Nawijn (Groep Nawijn):

Wij zijn niet blij met de beslissing, maar wij steunen de vraag om een spoeddebat opdat de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie verantwoording aan de Kamer kan afleggen.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan het verzoek van mevrouw Halsema te voldoen en het debat morgenavond te houden, naar het zich nu laat aanzien om 20.30 uur. Tot slot stel ik voor, de spreektijden te beperken tot vier minuten per fractie.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Voorzitter. Laat ik een poging wagen, want ik weet hoe krap de agenda is. Zou het mogelijk zijn om er één minuut bij te doen?

De voorzitter:

Akkoord. Ik stel voor, de spreektijden vast te stellen op vijf minuten per fractie.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Noorman-den Uyl.

Mevrouw Noorman-den Uyl (PvdA):

Voorzitter. Ik verzoek u om nog deze week een spoeddebat te agenderen naar aanleiding van een bericht over een besluit van de ministerraad. Dit besluit heeft betrekking op de bevoegdheid van gemeenten om aan oudere werklozen in de bijstand waarvan is vastgesteld dat zij een sollicitatieplicht hebben, een verblijf in het buitenland van 13 weken toe te staan. Met ouderen wordt in dit geval gedoeld op mensen die ouder zijn dan 57,5 jaar.

Ik vraag om een spoeddebat om twee redenen. De betrokken bevoegdheid van de gemeenten vloeit voort uit een amendement dat de fracties van de Partij van de Arbeid en het CDA nog geen twee jaar geleden hebben ingediend. Bovendien heeft de minister op verzoek van de Tweede Kamer aan de Commissie Gelijke Behandeling gevraagd om een advies uit te brengen over de leeftijdsgrens oudere werknemers en bijzondere regelingen. De commissie heeft in januari jongstleden geantwoord. Zij is na onderzoek, ook van internationale jurisprudentie, tot de conclusie gekomen dat regering en Kamer bevoegd zijn om onderscheid te maken.

De voorzitter:

Ik zou me kunnen voorstellen dat op korte termijn een algemeen overleg over dit onderwerp wordt gehouden en dat de Kamer het desgewenst afrondt met een motie. Ik zeg dit uiteraard met het oog op de huidige agenda, ook zoals deze is geworden na het verzoek van mevrouw Halsema, en mijn streven om op uw aller gezondheid te letten.

De heer Van der Sande (VVD):

Voorzitter. Ik ondersteun uw voorstel. Het is een belangrijk onderwerp om over te spreken, maar ik zie ook mogelijkheden om dat deze week nog in een algemeen overleg te doen en dit eventueel af te ronden met een VAO.

De heer Mosterd (CDA):

Ik steun dit.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Ik ook, zeker als er nog een mogelijkheid is om in een VAO een motie in te dienen. Het is een belangrijk onderwerp en er moet deze week duidelijkheid over komen.

De voorzitter:

Nu doe ik op mevrouw Noorman een dringend beroep en ik kijk haar indringend in de ogen...

Mevrouw Noorman-den Uyl (PvdA):

Zo'n beroep kan ik niet langs mijn koude kleren laten afglijden. Zo heet dat, geloof ik. Ik zal vragen om een spoed-algemeen overleg, uiterlijk morgen, opdat donderdag het nu al aan te melden VAO en de stemming kunnen plaatsvinden.

De voorzitter:

Heel veel dank voor uw medewerking.

Het woord is aan de heer De Wit.

De heer De Wit (SP):

Voorzitter. Na de Schipholbrand heeft de Kamer ettelijke malen gedebatteerd over de overlevenden en met name over de vraag wat er met hen zou gebeuren, of zij wel of niet zouden worden behandeld voor de trauma's die ze hebben opgelopen. Er is op dit punt nog steeds onduidelijkheid en wij vernemen dat er nog steeds geen behandeling plaatsvindt. Ggz Groningen heeft de Kamer een brief gestuurd, een afschrift van een brief aan de minister, waarin wordt gewaarschuwd voor de ernstige gevolgen van het ontbreken van behandeling.

De vaste commissie heeft de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie gevraagd om een antwoord op deze brandbrief of waarschuwende brief, hoe je die ook wilt noemen. Het antwoord is evenwel nog niet binnen. Ik vraag u om de minister te vragen uiterlijk morgen om 12.00 uur een antwoord naar de Kamer te sturen, zodat wij kunnen bezien of een spoeddebat over deze brief dient plaats te vinden.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie en om na de ontvangst van die brief morgen nader te bezien of er een procedure moet volgen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van Schijndel, met twee verzoeken achter elkaar.

De heer Van Schijndel (VVD):

Voorzitter. Het eerste verzoek is om de eindstemming over het wetsvoorstel aangaande de dwangsomregeling bij niet tijdig beslissen uit te stellen tot donderdag. Mijn fractie zal zich nader willen beraden naar aanleiding van de uitslag van de stemmingen over de amendementen vandaag.

De voorzitter:

Ik stel voor, aanstaande donderdag te stemmen over stuk nr. 29934, aangaande de Wet dwangsom bij niet tijdig beslissen.

Daartoe wordt besloten.

De heer Van Schijndel (VVD):

Mijn tweede verzoek is om de stemming over het advies subsidiariteitstoets uit te stellen. In de vorige regeling van werkzaamheden is besloten dat de beraadslaging hierover zal plaatsvinden in de vaste commissie voor Justitie. Daar is het echter nog niet toe gekomen. Morgen is er een procedurevergadering en is het mogelijk om aansluitend inhoudelijk hierover te beraadslagen.

Mevrouw De Pater-van der Meer (CDA):

Voorzitter. Als voorzitter van de commissie wijs ik u erop dat het verzoek vorige week ook is gedaan. Vorige week hadden wij een procedurevergadering en daarin is dit punt niet ingebracht. Dat vind ik spijtig, want ik heb het zelf aan het eind van de vergadering aan de orde gesteld en niemand van de leden wist waar dit over zou moeten gaan.

Het is verder inderdaad zo dat wij morgen een extra procedurevergadering hebben ingelast om alle ingekomen brieven en voorstellen af te doen. Het zou daar wellicht aan toegevoegd kunnen worden, maar ik kan op dit moment niet beoordelen of hierover ook inhoudelijk kan worden gesproken.

De voorzitter:

Ik stel met het oog op de opmerking van mevrouw De Pater voor om aan het verzoek van de heer Van Schijndel te voldoen en de stemmingen tot donderdag uit te stellen. Verder uitstel lijkt mij ongewenst, want dan wordt het echt mosterd na de maaltijd. Het is uiteraard niet aan mij of aan de plenaire vergadering om te beslissen over hetgeen morgen in de vaste commissie voor Justitie wordt besproken.

De heer Van Schijndel (VVD):

Mede namens de fracties van de PvdA en de LPF kan ik u zeggen dat wij een uiterste inspanning zullen leveren om deze zaak voor het reces af te handelen. Het is goed mogelijk dat dat lukt, maar dat neemt niet weg dat wij erop tegen zijn om ons vast te leggen op aanstaande donderdag.

De voorzitter:

Alles op zijn tijd. Ik stel nu voor om de stemmingen uit te stellen en af te wachten wat er morgen in de procedurevergadering wordt besloten. Ik ben als voorzitter van de Kamer belast met de taak om de brief aan de Europese Commissie te ondertekenen. Ik ben niet van plan om dat na het reces te doen, want dat zou mosterd na de maaltijd zijn.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Lambrechts.

Mevrouw Lambrechts (D66):

Voorzitter. Ongeveer vier maanden geleden heb ik schriftelijke vragen gesteld over kinderen in de vreemdelingenbewaring. Morgen zal daarover een overleg plaatsvinden. Ik wil via u de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie vragen om die vragen voor dit overleg te beantwoorden. Ik denk dan vooral aan de vragen over het aantal kinderen en de duur die zij individueel in de vreemdelingenbewaring zitten. Die antwoorden zijn van wezenlijk belang voor het debat dat wij morgen gaan voeren.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Koenders.

De heer Koenders (PvdA):

Voorzitter. Afgelopen zaterdag werd bekend dat de CIA alle internationale financiële transacties, die geregistreerd staan bij het bedrijf Swift, kan inzien en gebruiken. Dat heeft in de Verenigde Staten tot enorm veel ophef geleid. Deze kwestie gaat Nederland echter ook aan, want enerzijds willen wij effectief terrorismebeleid en anderzijds willen wij dat internationale afspraken over privacy en het bankgeheim worden nagekomen. Verder roept het ook vragen op over de extraterritoriale werking van Amerikaanse onderzoeken.

Ik verzoek de ministers van Financiën, van Buitenlandse Zaken en van Justitie om de Kamer een brief hierover te doen toekomen. Meer in het bijzonder ben ik geïnteresseerd in de vraag of De Nederlandsche Bank als toezichthoudend orgaan hiervan op de hoogte was, of de minister van Financiën betrokken was bij deze werkwijze, of door België een onderzoek wordt ingesteld naar het bedrijf Swift en wat daarvan eventueel de resultaten zijn. Verder is het van belang om te weten hoe het zich verhoudt tot de privacywetgeving, het bankgeheim en de belangen van Nederlandse cliënten bij banken. Ten slotte wil ik ook graag weten hoe het zich verhoudt tot nationale en internationale wetgeving en of Nederland actie zal ondernemen in de richting van de Verenigde Staten.

Ik heb begrepen dat collega's van de SP hierover inmiddels vragen hebben gesteld. Ik kan mij voorstellen dat deze vragen ook in deze brief worden beantwoord.

De voorzitter:

Dat zijn de vragen van de heren De Wit en Van Bommel.

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de minister van Financiën, de minister van Buitenlandse Zaken en de minister van Justitie.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven