Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend in het overleg over de nota Ruimte, te weten:

- de gewijzigde motie-Verdaas/Van Bochove over de effecten van het nieuwe ruimtelijk beleid (29435, nr. 113);

- de motie-Verdaas over driedimensionaal ruimtelijk inrichtingsplan (29435, nr. 18);

- de gewijzigde motie-Verdaas over de SER-ladder als leidend principe (29435, nr. 114);

- de motie-Verdaas over een planologisch "nee, tenzij"-regime (29435, nr. 20);

- de motie-Verdaas over een gebiedsgericht landschappelijk ontwerp (29435, nr. 21);

- de motie-Verdaas over de totstandkoming van een ontwikkelingsplan (29435, nr. 22);

- de gewijzigde motie-Verdaas/Van Bochove over een Europees proefproject (29435, nr. 115);

- de motie-Verdaas over de status van de Hoekse Waard (29435, nr. 28);

- de motie-Verdaas over samenhangende regionale woonvisies (29435, nr. 32);

- de gewijzigde motie-Verdaas/Van Bochove over ruimte voor sport en recreatie (29435, nr. 116);

- de gewijzigde motie-Verdaas c.s. over een schaalsprong van Almere (29435, nr. 117);

- de motie-Van Bochove/Van As over het hoofddoel van het ruimtelijk beleid (29435, nr. 36);

- de gewijzigde motie-Van Bochove c.s. over regionale afstemming inzake woningbouw en bedrijfsterreinen (29435, nr. 118);

- de motie-Van Bochove c.s. over vrijwaringsgebieden (29435, nr. 41);

- de gewijzigde motie-Van Bochove/Verdaas over financiële steun aan stedelijke samenwerkingsverbanden (29435, nr. 119);

- de gewijzigde motie-Van Bochove/Van As over de ontsluiting van nieuwe woon- en werklocaties (29435, nr. 120);

- de gewijzigde motie-Van Bochove c.s. over het nieuwe locatiebeleid voor bedrijven (29435, nr. 121);

- de motie-Van Bochove c.s. over havengerelateerde bedrijvigheid (29435, nr. 45);

- de motie-Van Bochove/Schreijer-Pierik over de voor natuur relevante beïnvloedingsgebieden (29435, nr. 47);

- de gewijzigde motie-Van Bochove/Schreijer-Pierik over clustering van bedrijven binnen landbouwontwikkelingsgebieden (29435, nr. 122);

- de gewijzigde motie-Van Bochove/Schreijer-Pierik over borging van natuur- en landschappelijke waarden (29435, nr. 123);

- de gewijzigde motie-Van Bochove/Van As over transformatie van voormalige rijksbufferzones (29435, nr. 124);

- de gewijzigde motie-Van Bochove c.s. over robuuste ecologische verbindingen (29435, nr. 125);

- de motie-Van Bochove/Van As over verstedelijking op de locatie Rijnenburg (29435, nr. 53);

- de gewijzigde motie-Van Bochove c.s. over direct aan de 20 Ke-contour gelegen gebieden (29435, nr. 126);

- de gewijzigde motie-Van Bochove/Van As over verstedelijking van vliegkamp Valkenburg (29435, nr. 127);

- de motie-Van Bochove over financiële compensatie voor een ingreep in een natuurgebied (29435, nr. 57);

- de gewijzigde motie-Van Bochove/Van As over de EHS-saldobenadering (29435, nr. 128);

- de gewijzigde motie-Van Bochove/Van Lith over de beleidslijn Ruimte voor de rivier (29435, nr. 129);

- de motie-Van Bochove c.s. over belemmering van grensoverschrijdende samenwerking (29435, nr. 61);

- de motie-Van Velzen over de Moerdijkse Hoek als projectvestigingslocatie (29435, nr. 62);

- de motie-Van Velzen over de Oostvlietpolder als recreatiegebied (29435, nr. 63);

- de motie-Van Velzen over kwaliteitseisen inzake duurzaam grondgebruik (29435, nr. 64);

- de motie-Van Velzen over dubbel grondgebruik voor parkeren (29435, nr. 65);

- de motie-Van Velzen over de bereikbaarheid van perifere gebieden met het OV (29435, nr. 66);

- de gewijzigde motie-Van Velzen over bestaande en nieuwe volkstuincomplexen (29435, nr. 130);

- de motie-Geluk c.s. over een extra stimulans voor de medewerking aan gebiedsplannen (29435, nr. 68);

- de gewijzigde motie-Geluk c.s. over een zeewaartse kustverbreding in Zuid-Holland (29435, nr. 131);

- de gewijzigde motie-Geluk over overname van de beleidsuitspraken van de nota Ruimte in (ruimtelijke) plannen (29435, nr. 132);

- de motie-Geluk over het ontlenen van rechten als gevolg van geluidsbelasting door vliegverkeer (29435, nr. 71);

- de motie-Van As over herijking van de integrale beleidsvisie IJsselmeergebied (29435, nr. 72);

- de motie-Van As over de reservering voor grootschalige buitendijkse ontwikkelingen (29435, nr. 73);

- de motie-Van As over de vraag waar de meerwaarde van bestemmingsverandering terechtkomt (29435, nr. 74);

- de motie-Van As over de vervanging van ophoogzand door oppervlaktedelfstoffen (29435, nr. 75);

- de motie-Van As over extra regels met betrekking tot bouwgrondstoffen (29435, nr. 76);

- de motie-Van As over de realisatiereden voor windenergie op zee en op land (29435, nr. 77);

- de motie-Van As over ondergrondse leidingen die waterkeringen doorsnijden (29435, nr. 78);

- de motie-Van der Ham/Huizinga-Heringa over omzetting c.q. toevoeging van een geel gearceerde PKB-tekst in de nota Ruimte (29435, nr. 79);

- de motie-Van der Ham/Huizinga-Heringa over wijziging van een bestaande geel gearceerde PKB-tekst uit de nota Ruimte (29435, nr. 80);

- de motie-Van der Ham over een wijziging in de PKB-tekst inzake het beleid voor nationale landschappen (29435, nr. 82);

- de gewijzigde motie-Van der Ham/Huizinga-Heringa over een wijziging in de PKB-tekst inzake kwaliteitsborging van nationale landschappen (29435, nr. 133);

- de motie-Van der Ham/Huizinga-Heringa over toevoeging van een nieuwe geel gearceerde PKB-tekst inzake bouwen buiten de bebouwde kom (29435, nr. 84);

- de gewijzigde motie-Duyvendak/Van Velzen over heroverweging van de nota Ruimte (29435, nr. 134);

- de motie-Duyvendak over gemotiveerd afwijken van het streefgetal voor verdichting (29435, nr. 88);

- de motie-Duyvendak over het bedrijventerrein op de locatie Moerdijkse Hoek (29435, nr. 90);

- de motie-Duyvendak over de migratie nul-benadering voor gemeenten (29435, nr. 92);

- de motie-Duyvendak over de migratie nul-benadering voor nationale landschappen (29435, nr. 93);

- de gewijzigde motie-Duyvendak over de uitwerking van kernkwaliteiten per Nationaal Landschap (29435, nr. 135);

- de motie-Duyvendak over kwantiteit en kwaliteit in de EHS-saldobenadering (29435, nr. 95);

- de motie-Huizinga-Heringa over een ruimtelijke reservering voor een randmeer (29435, nr. 97);

- de motie-Van der Staaij c.s. over de aanmerking van de Hoekse Waard als Nationaal Landschap (29435, nr. 98);

- de motie-Van der Staaij over water als integraal onderdeel van de ruimtelijke planning (29435, nr. 99);

- de motie-Van der Staaij over landbouw in de veenweidegebieden (29435, nr. 100);

- de motie-Van Bochove/Huizinga-Heringa over ruimtelijke ordening op de Noordzee (29435, nr. 106);

- de motie-Geluk c.s. over jurisprudentie inzake de Habitatrichtlijn (29435, nr. 107);

- de motie-Van Velzen/Van der Ham over begrenzing van het Groene Hart in de Bloemendaalpolder (29435, nr. 108);

- de motie-Verdaas over de 20 Ke-contour met betrekking tot het Schipholbeleid (29435, nr. 109);

- de motie-Verdaas/Van der Ham over een analyse van het gewijzigde deel 3 van de PKB nota Ruimte (29435, nr. 110);

- de motie-Duyvendak over nieuwe uitleglocaties voor woningbouw aan de 20 Ke-contour (29435, nr. 111);

- de motie-Duyvendak over voorlichting inzake Vogel- en Habitatrichtlijngebieden (29435, nr. 112).

(Zie notaoverleg van 21 februari 2005.)

De voorzitter:

De motie-Van Bochove (29435, nr. 57) is in die zin gewijzigd dat het dictum thans luidt:

verzoekt de regering, in de PKB, blz. 123, paragraaf 3.3.5.3 (Compensatie: VHR, NB-wet en EHS):

  • - aan het tweede bolletje de volgende als beslissing van wezenlijk belang te markeren zin toe te voegen: "Bij fysieke compensatie kan onteigening aan de orde zijn.";

  • - in de tekst achter het vierde bolletje, de laatste zin ("Van een dergelijke situatie is niet eerder sprake dan nadat alle andere mogelijkheden, waaronder onteigening, maximaal zijn benut;") te schrappen.

Naar mij blijkt, wordt deze gewijzigde motie voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 143 (29435).

De motie-Van Bochove/Schreijer-Pierik (29435, nr. 123) is in die zin nader gewijzigd dat het dictum thans luidt:

verzoekt de regering, in de PKB:

  • - in paragraaf 3.3.2 (Natuur: bescherming van natuurgebieden), blz. 115, in de tweede als beslissing van wezenlijk belang gemarkeerde alinea, in de eerste zin, in het tussen haakjes geplaatste tekstgedeelte, de zinsnede "de 1 op 1 begrensde beheersgebieden en de "ruime jas"-beheersgebieden" te vervangen door: "de beheersgebieden voorzover deze binnen de EHS-taakstelling van 90.000 ha. beheersgebied vallen";

  • - in paragraaf 3.3.4 (Planologische verankering), blz. 119, aan het einde van de eerste als beslissing van wezenlijk belang gemarkeerde alinea, de volgende als beslissing van wezenlijk belang gemarkeerde zinnen toe te voegen: "De gebieden waarvoor in het kader van het voldoen aan de EHS-taakstelling van 90.000 ha beheersgebied met agrariërs overeenkomsten in het kader van agrarisch natuurbeheer worden afgesloten en die binnen de in een bepaalde verhouding begrensde beheersgebieden dan wel binnen "ruime jas"-gebieden vallen worden tot de EHS gerekend;

De zoekruimte binnen de in een bepaalde verhouding begrensde beheersgebieden dan wel de "ruime jas"-gebieden waarvoor uiteindelijk geen beheersovereenkomsten worden afgesloten vallen buiten de EHS, evenals de ganzenfoerageergebieden.

Voor zowel de in een bepaalde verhouding begrensde beheersgebieden als de "ruime jas"-gebieden geldt dat de primaire functie landbouw blijft; op deze gebieden is niet het "nee, tenzij"-regime van toepassing. In goed overleg met de betrokken provincies en belangenorganisaties (zowel natuur- als landbouworganisaties) zal worden bepaald welke verhouding voor de begrensde beheersgebieden maximaal gehanteerd mag worden en hoe ruim de "ruime jas" als zoekgebied mag zijn.".

Naar mij blijkt, wordt deze nader gewijzigde motie voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 140 (29435).

De motie-Van Bochove/Van As (29435, nr. 124) is in die zin nader gewijzigd dat het laatste dictum thans luidt:

verzoekt de regering voorts, in de PKB een nieuwe kaart op te nemen, waarop de begrenzing van de rijksbufferzones wordt aangegeven, conform de huidige begrenzing in de Vinac, met uitzondering van:

  • - de te schrappen rijksbufferzone Blaricum-Huizen, die onderdeel vormt van de EHS;

  • - de begrenzing van de rijksbufferzone Den Haag-Leiden-Zoetermeer, die zal worden aangepast aan mogelijke verstedelijking op het marinevliegkamp Valkenburg en aan de aanleg van een bedrijventerrein in de Oostvlietpolder bij Leiden;

  • - de begrenzing van de rijksbufferzone Haarlem-Amsterdam, die zal worden aangepast aan het beoogde bedrijventerrein tussen A4, A5 en A9;

  • - de "Zuiderscheg" tussen de A9 en de A22, ten zuiden van het Noordzeekanaal.

Naar mij blijkt, wordt deze nader gewijzigde motie voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 141 (29435).

De motie-Van Bochove c.s. (29435, nr. 125) is in die zin nader gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in de nota Ruimte de realisering van een aantal robuuste ecologische verbindingen is opgenomen met een totale oppervlakte van ca. 27.000 ha, om zodoende meer samenhang aan te brengen in de huidige versnipperde netto EHS;

overwegende dat de realisering van dergelijke verbindingen weliswaar bij kan dragen aan de instandhouding van dier- en plantensoorten, maar dat hier bij de betrokken medeoverheden en de betrokken agrariërs voldoende draagvlak voor moet zijn;

voorts overwegende dat het realiseren van de reeds eerder afgesproken EHS een aanzienlijke inspanning vergt, en dat het derhalve niet realistisch lijkt om hier de komende jaren nog een omvangrijke extra taakstelling aan toe te voegen;

verzoekt de regering, in de PKB, paragraaf 3.3.3. (Robuuste ecologische verbindingen), blz. 118 en 119:

  • - de tweede en derde alinea samen te voegen en als volgt te wijzigen:

  • "Om de ruimtelijke samenhang van de EHS op nationaal en internationaal niveau te verbeteren, onder zoekt het Rijk samen met de betrokken medeoverheden en belangenorganisaties (zowel landbouw- als natuur- en landschapsorganisaties) welke robuuste verbindingen noodzakelijk en haalbaar zijn. Daarbij wordt uitgegaan van de bestaande EHS-taakstelling van 728.500 ha. Deze verbindingen hebben als primaire functie natuur, met uitzondering van de delen die door middel van agrarisch natuurbeheer worden gerealiseerd en delen van de Nieuwe Hollandse Waterlinie en de Stelling van Amsterdam. Naast de natuurfunctie dienen de robuuste verbindingen waar mogelijk tevens bij te dragen aan het versterken van de landschappelijke kwaliteit en de cultuur-historische identiteit, meer natuur bij de stad, duurzaam waterbeheer en betere toeristisch-recreatieve mogelijkheden. Het definitief aanwijzen van een robuuste ecologische verbinding kan alleen geschieden met instemming van de betrokken provincie(s). Het realiseren van een robuuste ecologische verbinding geschiedt bij voorkeur door herbegrenzing van de huidige, netto EHS. Daarbij kan het gaan om vervanging van één of meer eerder aangewezen en begrensde ecologische verbindingen door één of meer robuuste verbindingen. In plaats van het aanleggen van een nieuwe robuuste ecologische verbinding kunnen provincies er ook voor kiezen om reeds bestaande ecologische verbindingen te versterken, indien dit een vergelijkbare bijdrage levert aan een betere instandhouding van de soortenrijkdom in Nederland en het realiseren van doelstellingen op het terrein van recreatie, landschap, cultuurhistorie en waterbeheer".

  • - de hierboven voorgestelde nieuwe alinea te markeren als beslissing van wezenlijk belang;

  • - de kop van de vierde alinea te wijzigen in "Het onderzoek richt zich op de volgende verbindingen (met een totale oppervlakte van ca. 27.000 ha):";

  • - aan de in de vierde alinea genoemde verbindingen de westelijke Natte As (Centrale Poort en Nieuwkoop-Breukelen) en de Poort bij Elst (Utrecht) toe te voegen;

  • - de eerste zin van de vijfde, als beslissing van wezenlijk belang gemarkeerde alinea ("Bovengenoemde twaalf robuuste ecologische verbindingen t/m voor 2008 aan te passen") te schrappen;

  • - de zesde alinea ("Een aantal verbindingen t/m over de bruto begrenzing overeenstemming is bereikt.") en de zevende, als beslissing van wezenlijk belang gemarkeerde alinea ("De robuuste verbinding dient een samenhangend t/m een internationaal ecologisch netwerk kan ontstaan.") van paragraaf 3.3.3 geheel te schrappen;

verzoekt de regering tot slot, in de nota Ruimte, de overige opmerkingen met betrekking tot de robuuste ecologische verbindingen in hoofdstuk 3.3 in overeenstemming te brengen met de hierboven voorgestelde wijzigingen in de PKB;

roept de regering op om in lijn met de motie-Snijder-Hazelhoff/Van den Brink de bestaande juridische en zwaarwegende bestuurlijke verplichtingen ten aanzien van de ecologische verbindingszones na te komen, om voor de zomer van 2005 gezamenlijk met de provincies tot een besluit te komen over de uitfinanciering van de ecologische verbindingszones en om de Tweede Kamer over dit besluit te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt deze nader gewijzigde motie voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 142 (29435).

De motie-Geluk (29435, nr. 132) is in die zin nader gewijzigd dat het dictum thans luidt:

verzoekt de regering om in paragraaf 5.2 op blz. 40 van de Uitvoeringsagenda van de nota Ruimte alinea vijf te vervangen door:

"Het Rijk maakt binnen een halfjaar na vaststelling van de nota Ruimte door de Tweede Kamer afspraken met provincies, de gemeenten en de waterschappen omtrent de wijze waarop en de periode waarbinnen de beleidsuitspraken van de nota Ruimte in hun (ruimtelijke) plannen worden overgenomen.

  • Het bestuurlijk afsprakenkader voor de uitvoering van de nota Ruimte, dat de basis vormt voor deze uitvoeringscontracten tussen Rijk, provincie(s) en gemeenten, wordt in onderlinge samenwerking door het Rijk, IPO en VNG voorbereid en bestuurlijk bekrachtigd.

  • De voortgang in de uitvoering van het ruimtelijk beleid wordt periodiek door de overheden besproken in een bestuurlijk overleg tussen Rijk, IPO en VNG.

  • Het Rijk zal hierbij afspraken uit de meerjarenprogramma's van de betrokken departementen meenemen.".

Naar mij blijkt, wordt deze nader gewijzigde motie voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 146 (29435).

Aangezien de motie-Van Bochove c.s. (29435, nr. 45) en de motie-Van Bochove/Van As (29435, nr. 53) zijn ingetrokken, maken zij geen onderwerp van behandeling meer uit.

Aangezien de motie-Verdaas (29435, nr. 109) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van behandeling meer uit.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in de nota Ruimte verstedelijking mogelijk wordt gemaakt op de locatie Rijnenburg in de provincie Utrecht;

overwegende dat:

  • - de parlementaire werkgroep Vijfde nota op de bladzijden 177 en 178 van haar rapport ten aanzien van de Vinex concludeert dat er de afgelopen jaren sprake is geweest van de aanleg van grote woningbouwlocaties zonder voldoende aansluiting op de bestaande stad, met als gevolg dat er vaak losse entiteiten met een gebrekkige bereikbaarheid zijn ontstaan;

  • - een dergelijke aanpak in de toekomst vermeden moet worden;

  • - bij de realisatie van grootschalige woningbouw op de locatie Rijnenburg, met een geïsoleerde ligging ten opzichte van de bestaande stad, dezelfde fout toch opnieuw dreigt te worden gemaakt;

voorts overwegende dat de locatie Rijnenburg wat betreft de groene en blauwe kenmerken van het gebied geen optimale woningbouwlocatie is en dat er zowel binnen de provincie Utrecht zelf als in zuidelijk Flevoland voldoende verstedelijkingsalternatieven beschikbaar zijn;

verzoekt de regering, in de PKB, blz. 163, paragraaf 4.2.5.4. (Verstedelijking in Utrecht/Gooi- en Vechtstreek), de alinea met betrekking tot verstedelijking op de locatie Rijnenburg te schrappen;

verzoekt de regering voorts, de grens van het Groene Hart bij Rijnenburg niet te wijzigen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Velzen. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 148(29435).

De motie-Van As (29435, nr. 77) is in die zin gewijzigd dat het dictum thans luidt:

verzoekt de regering, de zinsnede "realisatie tot en met van groot openbaar belang" te verwijderen bij de realisatiereden voor windenergie op zee, paragraaf 4.8.3.1 alinea 5 en bij de realisatiereden van windenergie op land, paragraaf 4.8.3.1 alinea 9 de gehele eerste zin te laten vervallen.

Naar mij blijkt, wordt deze gewijzigde motie voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 144 (29435).

De motie-Huizinga-Heringa (29435, nr. 97) is in die zin gewijzigd dat het dictum thans luidt:

spreekt uit dat:

  • - in de nota Ruimte een ruimtelijke reservering wordt opgenomen op grond waarvan de realisering van een randmeer tussen de Noordoostpolder en Overijssel en Friesland mogelijk blijft en de mogelijkheden daartoe niet worden verkleind;

  • daarbij wordt bepaald dat nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen zoals woonwijken en bedrijventerreinen in het gebied waar het randmeer zou kunnen worden gerealiseerd dienen te worden voorkomen, terwijl de huidige agrarische bedrijfsvoering niet onnodig wordt belemmerd;

  • - woonbebouwing in het gebied waar het randmeer zou kunnen worden gerealiseerd slechts wordt toegestaan voorzover die noodzakelijk is om de haalbaarheid van het randmeer te vergroten;

  • - die ruimtelijke reservering voor een randmeer op het bij de nota Ruimte behorende kaartbeeld dient te worden aangegeven;

  • - deze ruimtelijke reservering 5 jaar na vaststelling van deze nota komt te vervallen wanneer gedurende die periode geen initiatieven zijn ontplooid die realisering van het randmeer haalbaar maken.

Naar mij blijkt, wordt deze gewijzigde motie voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 147 (29435).

Op verzoek van mevrouw Van Velzen stel ik voor, haar motie (29435, nr. 108) van de agenda af te voeren, omdat zij nog nadere informatie wenst te ontvangen. Ik stel voor, over die motie volgende week te stemmen.

De heer Geluk (VVD):

Ik stel voor, toch te stemmen over de motie op stuk nr. 108, omdat door het aanhouden van de motie de vaststelling van de PKB met een week wordt uitgesteld. Dat zou ik niet terecht vinden.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Ik heb, samen met collega Verdaas van de PvdA-fractie, uitleg gevraagd aan de minister, omdat zij naar mijn idee niet de juiste informatie heeft aangeleverd over de reden waarom zij het aannemen van de motie ontraadt. Inmiddels heeft zij de vragen beantwoord, maar het mag amper de naam beantwoording dragen. In de procedurevergadering hebben wij voorgesteld om namens de commissie hierover opheldering te vragen. Ik neem aan dat dit snel kan gebeuren, zodat de Kamer snel de nota Ruimte kan afhandelen en de PKB kan vaststellen. Het ligt niet aan mij, maar aan de minister.

De heer Geluk (VVD):

Wij hebben vorige week een duidelijke afspraak gemaakt over de wijze waarop wij zouden stemmen. Wij hebben een uitvoerige brief van de minister ontvangen over de motie op stuk nr. 108. Deze betreft meer de bodemsanering dan de nota Ruimte. Ik stel daarom voor om toch over deze motie te stemmen.

De heer Van As (LPF):

Mijn fractie steunt het voorstel van de heer Geluk: gewoon stemmen!

De heer Verdaas (PvdA):

De Kamer wordt gevraagd een uitspraak te doen over een besluit in de nota Ruimte. Wij beschikken op dit moment niet over voldoende informatie. Als wij die informatie hebben, kunnen wij over de motie stemmen. Ik sluit mij dus aan bij het verzoek van mevrouw Van Velzen.

De heer Van Bochove (CDA):

Wij kunnen over de motie stemmen.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Het is mijn motie!

De voorzitter:

Ik herhaal even wat mevrouw Van Velzen zegt: het is mijn motie. Uiteindelijk is het echter zo dat de Kamer beslist.

De heer Van der Ham (D66):

Mijn naam staat ook onder de motie en ook ik heb behoefte aan meer informatie. Het is toch geen enkel probleem om volgende week over de motie te stemmen, als wij meer informatie hebben?

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Wij beschikken niet over adequate informatie, dus naar mijn idee kunnen wij niet stemmen. Het is ook niet zo dat wij vorige week hebben afgesproken dat wij zouden stemmen; wij hadden wel die ambitie, maar helaas heeft het kabinet niet geleverd wat wij hadden gevraagd.

De voorzitter:

Mijn voorstel blijft om volgende week te stemmen over de motie op stuk nr. 108. Over de andere moties stemmen wij vandaag. Als een aanzienlijk deel van de Kamer, waaronder de indiener, daar bezwaar tegen heeft, kan het niet op die manier. Ik zie dat wij er niet uitkomen; wij stemmen volgende week over alles.

De heer Van Bochove (CDA):

Voorzitter. U hebt hier vorige week een helder signaal afgegeven. U zei dat u het nog één keer uitstelde en wij daarna zouden stemmen. Zojuist hebt u begrepen dat een meerderheid van de Kamer over alle moties wil stemmen. Wat mij betreft, gaan wij dus gewoon stemmen.

De voorzitter:

Het wordt een herhaling van zetten. Het voorstel dat ik zojuist deed, deed ik voor het uitzonderlijke geval dat de Kamer wil stemmen, terwijl de indiener van de motie dat niet wil. De Kamer heeft daar het recht toe. Dat wil ik graag vaststellen. Wil de Kamer inderdaad over alle moties, inclusief de motie op stuk nr. 108, stemmen?

De heer Van Bochove (CDA):

Voorzitter. Voor alle helderheid: de motie op stuk nr. 108 kan best in dit traject worden betrokken. De procedure staat niet in de weg dat u de motie op stuk nr. 108 volgende week aan de Kamer voorlegt, zo u wilt. Een Kamermeerderheid heeft zojuist echter iets anders gezegd. Dat betekent niet dat u alle andere moties moet overslaan.

De voorzitter:

De procedure moet wel worden gevolgd. Toen ik constateerde dat een meerderheid de motie op stuk nr. 108 niet wilde aanhouden, maar wel wilde stemmen overeenkomstig het voorstel van de heer Geluk, heb ik voorgesteld om over alle moties te stemmen. Nu zie ik dat de Kamer hiertegen bezwaar heeft. Dat is haar volste recht. Daarom leg ik aan de Kamer voor om ook over de motie op stuk nr. 108 te stemmen en om vandaag dus wel over alle moties te stemmen. Zo simpel ligt het.

Omdat het een uitzonderlijke procedure is dat degene die niet over zijn of haar motie wil stemmen, als het ware door een meerderheid wordt overruled, wil ik het gewoon vaststellen. Ik verzoek de leden derhalve om hun plaatsen in te nemen.

De heer Van der Staaij (SGP):

Ik heb het idee dat de zaak onnodig op de spits wordt gedreven. Als wij over alle moties behalve die op stuk nr. 108 stemmen, kan de regering nagaan wat zij met al die aangenomen moties gaat doen. Daar heeft zij heus wel meer dan een week voor nodig. Dan kunnen wij volgende week over de motie op stuk nr. 108 stemmen.

De voorzitter:

Dat was mijn eerste voorstel. Een meerderheid van de Kamer accepteerde dat alleen niet. Zo simpel is het!

Kan de Kamer er bij nader inzien mee akkoord gaan dat wij niet stemmen over de motie op stuk nr. 108, maar wel over alle andere moties? Dan is zij het dus niet eens met wat de heer Geluk heeft voorgesteld. Laten wij de zaak niet omdraaien.

Ik geef de gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.

Het woord is aan de heer Boelhouwer.

De heer Boelhouwer (PvdA):

Voorzitter, dat is niet correct. Ik heb u meegedeeld dat ik mij zou aansluiten bij de stemverklaring die de heer Geluk zou afleggen. De heer Geluk heeft geen stemverklaring afgelegd.

De voorzitter:

Dan geef ik nu het woord aan de heer Geluk.

De heer Geluk (VVD):

Voorzitter. Ik ben een Zeeuw, dus ik worstel en kom boven. Met de motie-Van Bochove/Van Lith op stuk nr. 129 wordt beoogd om een wijziging in de PKB op te nemen over het salderen van activiteiten in de rivier de Maas met daartegenover een verruiming. Wij hebben hier eerder in de Kamer uitgebreid over gesproken. De staatssecretaris heeft daarvoor de evaluatie van de beleidslijn voor de rivier voor Limburg al naar voren gehaald. Ons is gebleken dat zij hoog op de agenda van de staatssecretaris staat. Minder star beleid is reeds toegezegd en voorstellen hierover zullen ons zeer binnenkort bereiken. Feitelijk is deze motie overbodig; zij zorgt zelfs voor problemen. Door de voorgestelde motie wordt een belangrijke alinea uit de Nota Ruimte geschrapt, terwijl die nu juist meer mogelijkheden voor bijvoorbeeld recreatie en dergelijke schept. Schrappen vindt de VVD-fractie onverstandig. Zij heeft het beste met Limburg voor en wil werkgelegenheid behouden en vergroten. In het belang van Limburg is het verstandiger om de evaluatie over de beleidslijn voor de rivier af te wachten. Deze komt binnenkort naar de Kamer, zoals ik zei. De Kamer kan de staatssecretaris dan aan haar woord houden. De Kamer heeft dan ook, indien noodzakelijk, alle ruimte om bijstellingen te plegen. Door tegen te stemmen – dat zullen wij doen – dienen wij juist de werkgelegenheid. Bovendien houden wij droge voeten. Dat is niet onbelangrijk.

De heer Verdaas (PvdA):

Voorzitter. Zolang ik nog een stem heb, wil ik die gebruiken om een aantal verklaringen af te leggen. De fractie van de PvdA sluit zich aan bij de vorige stemverklaring van de heer Geluk. Zij geeft een nadere toelichting over haar stemgedrag ten aanzien van drie moties.

De PvdA-fractie heeft eerder ingestemd met de verdere verkenning van het kustuitbreidingsproject in Zuid-Holland waarover de heer Geluk c.s. de motie op stuk nr. 131 hebben ingediend. De PvdA-fractie staat daar nog steeds achter. In deze motie wordt reeds gevraagd om een positieve bestemming in de PKB van de Nota Ruimte. Voor de fractie van de PvdA gaat dat voor dit moment te ver. Daarom stemt zij tegen deze motie. Een andere reden om tegen te stemmen is dat het risico gering is dat die plek in zee ondertussen een andere bestemming krijgt.

De motie op stuk nr. 137 van de heer Geluk c.s. gaat over de interpretatie van de Vogel- en Habitatrichtlijnen. De fractie van de PvdA is ook benieuwd naar de analyse van de manier waarop de Europese lidstaten in hun jurisprudentie omgaan met de Vogel- en Habitatrichtlijnen. Minister Veerman heeft gezegd dat die motie al wordt uitgevoerd. Om die reden stemt de fractie van PvdA er niet voor. Zij wacht de door de minister toegezegde rapportage af.

De motie-Geluk op stuk nr. 86 gaat over het kunnen maken van vrijwillige afspraken over kostenverhaal en -verevening tussen gemeenten, provincies en marktpartijen. Parallel aan dit debat over de Nota Ruimte loopt de discussie over het grondbeleid en de Grondexploitatiewet. In dit debat over het grondbeleid gaat het over veel meer dan kostenverhaal en -verevening alleen. Hier ligt onder andere de principiële vraag op tafel of het ontwikkelrecht niet moet worden losgekoppeld van het eigendomsrecht. Naar onze overtuiging is het daarom niet verstandig als de Kamer nu een uitspraak doet over slechts een element van het grondbeleid in de Nota Ruimte. Om die reden stemt de PvdA-fractie ook tegen deze motie.

In stemming komt de gewijzigde motie-Verdaas/Van Bochove (29435, nr. 113).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van de LPF tegen deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Verdaas (29435, nr. 18).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de PvdA en de Groep Lazrak voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Verdaas (29435, nr. 114).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, D66, de ChristenUnie, de SGP en de Groep Lazrak voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Verdaas (29435, nr. 20).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, D66, de ChristenUnie en de Groep Lazrak voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Verdaas (29435, nr. 21).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, D66, de ChristenUnie, de SGP en de Groep Lazrak voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Verdaas (29435, nr. 22).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA en de Groep Lazrak voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Verdaas/Van Bochove (29435, nr. 115).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de PvdA, D66, de VVD, het CDA, de ChristenUnie, de SGP, de LPF en de Groep Lazrak voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Verdaas (29435, nr. 28).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, D66, de ChristenUnie, de SGP en de Groep Lazrak voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Verdaas (29435, nr. 32).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA en de LPF voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Verdaas/Van Bochove (29435, nr. 116).

De voorzitter:

Ik constateer dat deze gewijzigde motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Verdaas c.s. (29435, nr. 117).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van GroenLinks tegen deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van Bochove/Van As (29435, nr. 36).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, het CDA, de SGP, de LPF, de Groep Lazrak en de Groep Wilders voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Van Bochove c.s. (29435, nr. 118).

De voorzitter:

Ik constateer dat deze gewijzigde motie met algemene stemmen is aangenomen.

De motie Van Bochove c.s. (29435, nr. 41) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er bij deskundigen ernstige twijfels bestaan over de effectiviteit van noodoverloopgebieden, en dat het aanwijzen van dergelijke gebieden ernstige beperkingen voor burgers en bedrijven zou opleveren;

voorts constaterende dat in het regioadvies "Ruimte voor de rivier" van de betrokken provincies aanwijzing en inrichting van noodoverloopgebieden voor het terugdringen van overstromingsrisico's wordt afgewezen;

overwegende, dat door het in de nota Ruimte voorgestelde vrijwaringsbeleid in het kader van "Ruimte voor de rivier" ruimte beschikbaar blijft voor veiligheidsmaatregelen, en dat het extra reserveren van noodoverloopgebieden daardoor niet noodzakelijk is;

voorts overwegende dat bij de behandeling van de begroting van Verkeer en Waterstaat voor het jaar 2005 de Tweede Kamer bij motie unaniem heeft uitgesproken dat bij voorkeur structurele, duurzame maatregelen voor het terugdringen van overstromingsrisico's moeten worden genomen;

verzoekt de regering, in de nota Ruimte, paragraaf 3.2.2.2 (Rampenbeheersingsstrategie overstromingen Rijn en Maas) geheel te schrappen en op de PKB-kaart 4 ("Water") de "voorlopige voorkeursgebieden noodoverloop" geheel te schrappen;

verzoekt de regering voorts, in de PKB, paragraaf 3.2.2.1 (Doelen en uitgangspunten), blz. 107, aan het einde van de tweede alinea, de volgende als beslissing van wezenlijk belang gemarkeerde zin toe te voegen: "Door gebruik te maken van creatieve oplossingen of door toepassing van de saldobenadering blijft in de vrijwaringsgebieden dan wel de zoekruimte voor deze gebieden ruimte voor nieuwe activiteiten, zonder dat daarbij de hoofddoelstelling van het vrijwaringsbeleid wordt ondermijnd.";

verzoekt de regering tot slot, af te zien van het aanwijzen en inrichten van noodoverloopgebieden,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze gewijzigde motie is voorgesteld door de leden Van Bochove en Van Lith. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 145 (29435).

In stemming komt de gewijzigde motie-Van Bochove/Van Lith (29435, nr. 145).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van D66, het CDA, de ChristenUnie, de SGP en de LPF voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Van Bochove/Verdaas (29435, nr. 119).

De voorzitter:

Ik constateer dat deze gewijzigde motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Van Bochove/Van As (29435, nr. 120).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van de ChristenUnie tegen deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Van Bochove c.s. (29435, nr. 121).

De voorzitter:

Ik constateer dat deze gewijzigde motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van Bochove/Schreijer-Pierik (29435, nr. 47).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de Groep Wilders, de VVD, het CDA, de ChristenUnie, de SGP en de LPF voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Van Bochove/Schreijer-Pierik (29435, nr. 122).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de Groep Wilders, de VVD, het CDA, de ChristenUnie, de SGP en de LPF voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de nader gewijzigde motie-Van Bochove/Schreijer-Pierik (29435, nr. 140).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de Groep Wilders, de VVD, het CDA, de SGP en de LPF voor deze nader gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de nader gewijzigde motie-Van Bochove/Van As (29435, nr. 141).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van D66 tegen deze nader gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de nader gewijzigde motie-Van Bochove c.s. (29435, nr. 142).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de Groep Wilders, de VVD, het CDA, de SGP en de LPF voor deze nader gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

De fractie van GroenLinks heeft verzocht om eerst te stemmen over de motie op stuk nr. 111 en vervolgens door te gaan met de motie op stuk nr. 126. Ik stel voor om aan dat verzoek gehoor te geven.

Daartoe wordt besloten.

In stemming komt de motie-Duyvendak (29435, nr. 111).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, de Groep Lazrak, de ChristenUnie en de SGP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Van Bochove c.s. (29435, nr. 126).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de Groep Wilders, de VVD, het CDA, de SGP en de LPF voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Van Bochove/Van As (29435, nr. 127).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van de VVD tegen deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Van Bochove (29435, nr. 143).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de VVD, de SGP, het CDA en de Groep Wilders voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Van Bochove/Van As (29435, nr. 128).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de VVD, het CDA, de LPF, de SGP en de Groep Wilders voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Van Bochove/Van Lith (29435, nr. 129).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van D66, het CDA en de Groep Wilders voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van Bochove c.s. (29435, nr. 61).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, D66, de VVD, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, de LPF, de Groep Wilders en de Groep Lazrak voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van Velzen (29435, nr. 62).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, D66, de ChristenUnie en de Groep Lazrak voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van Velzen (29435, nr. 63).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, D66 en de Groep Lazrak voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van Velzen (29435, nr. 64).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, D66, de ChristenUnie en de Groep Lazrak voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van Velzen (29435, nr. 65).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, D66, de ChristenUnie en de Groep Lazrak voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van Velzen (29435, nr. 66).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, de ChristenUnie, de SGP en de Groep Lazrak voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Van Velzen (29435, nr. 130).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van de LPF tegen deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Geluk c.s. (29435, nr. 68).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, D66, de VVD, het CDA, de ChristenUnie, de SGP en de Groep Wilders voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Geluk c.s. (29435, nr. 131).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van D66, de VVD, het CDA, de ChristenUnie, de SGP, de LPF en de Groep Wilders voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de nader gewijzigde motie-Geluk (29435, nr. 146).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, D66, de VVD, het CDA, de ChristenUnie, de SGP en de Groep Wilders voor deze nader gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Geluk (29435, nr. 71).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de Groep Wilders, de VVD en de LPF voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van As (29435, nr. 72).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, de Groep Lazrak, de Groep Wilders, de VVD, het CDA, de ChristenUnie, de SGP en de LPF voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van As (29435, nr. 73).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, de Groep Lazrak en de LPF voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van As (29435, nr. 74).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de PvdA, de Groep Lazrak, de ChristenUnie, de SGP en de LPF voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van As (29435, nr. 75).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van de LPF voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van As (29435, nr. 76).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de Groep Wilders en de LPF voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Van As (29435, nr. 144).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de Groep Wilders, de VVD en de LPF voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van As (29435, nr. 78).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de PvdA, de Groep Lazrak, D66, de Groep Wilders, de VVD, het CDA en de LPF voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van der Ham/Huizinga-Heringa (29435, nr. 79).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, de Groep Lazrak, D66, de Groep Wilders, de VVD, de ChristenUnie en de SGP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van der Ham/Huizinga-Heringa (29435, nr. 80).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, de Groep Lazrak, D66, de Groep Wilders, de VVD, de ChristenUnie en de SGP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van der Ham (29435, nr. 82).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, D66 en de ChristenUnie voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Van der Ham/Huizinga-Heringa (29435, nr. 133).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van de LPF tegen deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van der Ham/Huizinga-Heringa (29435, nr. 84).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, D66 en de ChristenUnie voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Duyvendak/Van Velzen (29435, nr. 134).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA en de Groep Lazrak voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Duyvendak (29435, nr. 88).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, de Groep Lazrak en D66 voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Duyvendak (29435, nr. 90).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, de Groep Lazrak, D66 en de ChristenUnie voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Duyvendak (29435, nr. 92).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP en GroenLinks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Duyvendak (29435, nr. 93).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks en D66 voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Duyvendak (29435, nr. 135).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, de Groep Lazrak en de ChristenUnie voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Duyvendak (29435, nr. 95).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, de Groep Lazrak, D66 en de ChristenUnie voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Huizinga-Heringa (29435, nr. 147).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de PvdA, de Groep Lazrak, de ChristenUnie, de SGP en D66 voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van der Staaij c.s. (29435, nr. 98).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, de Groep Lazrak, D66, de ChristenUnie en de SGP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van der Staaij (29435, nr. 99).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van de LPF tegen deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van der Staaij (29435, nr. 100).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de ChristenUnie, de SGP en de LPF voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van Bochove/Huizinga-Heringa (29435, nr. 106).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, de Groep Lazrak, de Groep Wilders, de VVD, het CDA, de ChristenUnie en de SGP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Geluk c.s. (29435, nr. 107).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de Groep Wilders, de VVD, de ChristenUnie, de SGP, het CDA en de LPF voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Verdaas/Van der Ham (29435, nr. 110).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, de Groep Lazrak en D66 voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Duyvendak (29435, nr. 112).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, de Groep Lazrak, D66, de VVD, de ChristenUnie en de SGP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van Velzen (29435, nr. 148).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, D66, de ChristenUnie en de SGP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

De heer Van As (LPF):

Voorzitter. De LPF-fractie wordt geacht tegen de gewijzigde motie op stuk nr. 41 te hebben gestemd. Het maakt voor de uitslag niets uit, maar ik wil het even vermeld hebben.

Naar boven