Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het Voorstel van wet van de leden Dittrich en Van Haersma Buma tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met het vervallen van de verjaringstermijn voor de vervolging van moord en enkele andere misdrijven alsmede enige aanpassingen van de regeling van de verjaring en de stuiting van de verjaring en de regeling van de strafverjaringstermijn (opheffing verjaringstermijn bij zeer ernstige delicten) (28495).

(Zie vergadering van 2 februari 2005.)

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.

De heer Eerdmans (LPF):

Voorzitter. Met dit wetsvoorstel zullen moord en de allerergste misdrijven in ons land nooit meer verjaren. Mijn fractie heeft in het debat voorgesteld om hieraan toe te voegen de zeer zware delicten doodslag, verkrachting, zware mishandeling en deelname aan terroristische organisaties. Die misdadigers mogen in onze ogen hun gerechte straf nooit ontlopen als gevolg van een verjaringstermijn. Onze amendementen zijn daarop gericht. De serieverkrachter uit Utrecht is nu tien jaar spoorloos en zal met dit wetsvoorstel in 2015 opgelucht kunnen ademhalen, omdat zijn misdaden dan zijn verjaard. Wij snappen niet dat verkrachting ...

De voorzitter:

U gaat het debat in andere woorden herhalen. U mag nu echter alleen een stemverklaring afleggen en aangeven waarom u voor of tegen gaat stemmen.

De heer Eerdmans (LPF):

Wij snappen niet dat mensen voor verjaring van verkrachting zijn. Dat laat onverlet dat wij met de kleine stapjes van de indieners en het kabinet wel iets beter af zijn dan nu. Wij zullen daarom voor het wetsvoorstel stemmen.

De heer De Wit (SP):

Voorzitter. De SP-fractie zal tegen het amendement van de heer Eerdmans op stuk nr. 12 stemmen, omdat dit te ver gaat. Er zijn te veel misdrijven in vervat.

Mijn fractie zal ook tegen het amendement van de heer Eerdmans op stuk nr. 10 stemmen, omdat opheffing van de verjaringstermijn ten aanzien van het lidmaatschap van een terroristische organisatie niet nodig is nu de verjaringstermijn is opgehoogd en ook het leiding geven in de toekomst niet zal verjaren.

Mijn fractie zal voor het amendement van de heer Eerdmans op stuk nr. 11 stemmen, omdat verkrachting een buitengewoon ernstig is, gelet op de gevolgen voor het slachtoffer. Bovendien zal DNA-onderzoek onopgeloste misdrijven van deze aard in de toekomst tot een oplossing kunnen brengen.

Mijn fractie zal voor het wetsvoorstel stemmen.

Artikel I, aanhef, wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Eerdmans (stuk nr. 12, II).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de LPF en de Groep Wilders voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit amendement de overige op stuk nr. 12 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Eerdmans (stuk nr. 10, I).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de LPF, de Groep Wilders en de SGP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit amendement het andere op stuk nr. 10 voorkomende amendement als verworpen kan worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Eerdmans (stuk nr. 11, I).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de Groep Wilders, de LPF en de SGP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit amendement het andere op stuk nr. 11 voorkomende amendement als verworpen kan worden beschouwd.

Artikel I, onderdeel A, wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel I, onderdeel B en onderdeel C, wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel I wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen II t/m IV en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer dat dit wetsvoorstel met algemene stemmen is aangenomen.

Zijn de indieners bereid om het aangenomen wetsvoorstel in de Eerste Kamer te verdedigen?

De heer Dittrich (D66):

Heel graag, voorzitter.

Naar boven