Vragen van het lid Crone aan de minister van Financiën, mede namens de ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van Defensie, van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en voor Vreemdelingenzaken en Integratie, over informatie die zou zijn verstrekt aan VVD-Kamerleden tijdens hun fractieweekend inzake de plannen voor het nieuwe begrotingsjaar.

De heer Crone (PvdA):

Voorzitter. Ik dank minister Zalm voor zijn aanwezigheid, want ik denk dat die op dit moment van buitengewone betekenis is. Wat lezen wij in de Volkskrant? Naast veel andere dingen staat er dat ook de VVD-bewindslieden aanwezig waren op het fractieweekend van de VVD. Ook zij kregen uitgebreid de kans om na te praten over de affaire-Wilders. Zij presenteerden tevens hun plannen voor het nieuwe begrotingsjaar aan de eigen fractie. Er is gelukkig ook veel ruimte voor inhoudelijk debat geweest op dit fractieweekend, maar op basis van informatie waarvan ik benieuwd ben welke dat was. Ik heb daarom alle ministers van VVD-huize gevraagd te komen, maar ik accepteer dat de minister van Financiën als meest deskundige in begrotingszaken de honneurs voor allen waarneemt.

De voorzitter:

Ik heb de vrijheid genomen om alleen de minister van Financiën uit te nodigen. Ik dacht dat dit ook uw bedoeling was. Er is geen sprake van dat ministers zijn uitgenodigd voor deze vragen en niet zijn gekomen. Anders ontstaat er een misverstand.

De heer Crone (PvdA):

Ik begrijp waarom de VVD-ministers niet op ons fractieweekend zijn geweest. Dat was een week eerder en toen waren de kabinetsbesluiten nog niet klaar. Maar het lijkt mij nu wel logisch en een kwestie van gelijke behandeling van alle Kamerleden dat ook mijn fractie deze voorlichting krijgt van VVD-bewindslieden en uiteraard ook van CDA- en D66-bewindslieden, want wij behandelen elkaar gelijk. Het lijkt mij ook goed dat dit in het openbaar gebeurt, want Kamerleden hebben een openbare functie. Misschien is het zelfs goed als de minister dat op dit moment doet. Ik zal dan graag de ruimte aan de voorzitter vragen om het vanavond of op een ander moment te doen. Het kernbegrip van democratie is dat je met elkaar informatie deelt en op grond daarvan tot besluiten komt. Is de minister bereid dat aan alle fracties en in het bijzonder aan de Kamer als geheel te vertellen?

Hier zit een bredere vraag achter. Ik lees steeds vaker, bijvoorbeeld in PM Den Haag: Prinsjesdag 2004, de verrassing is er al af. Zij hebben met fotootjes erbij laten zien hoeveel bewindslieden, overigens niet alleen van de VVD, tegenwoordig lekken. Dat is van alle tijden. Er lekte altijd wat uit, maar vervolgens bevestigde of ontkende een bewindspersoon dat. Succes verzekerd! Tegenwoordig lopen bewindslieden al op de camera af voordat het besluit is genomen: dat gaan wij morgen waarschijnlijk besluiten. Dan vertellen zij natuurlijk alleen de goede kant van het verhaal, bijvoorbeeld wat er aan lastenverlichtingen komt of dat er minder bezuinigingen op de sport komen, maar niet hoe het wordt gefinancierd.

De voorzitter:

Let u in de gloed van uw betoog op de tijd?

De heer Crone (PvdA):

Zo kan ik geen tegenbegroting maken. Laten wij van deze gewoonte, die het kabinet zelf heeft geïntroduceerd, een regel maken: als het kabinet besluiten neemt, brengt het die op dat moment integraal naar buiten. Dat zal veel persconferenties opleveren en ook open en transparante informatie met niet alleen de mooie dingen, maar ook de andere aspecten daarvan.

Minister Zalm:

Voorzitter. Bewindslieden en fracties gaan in de zomermaanden op vakantie en denken dan na over het nieuwe politieke seizoen. Het is sinds jaar en dag gebruik, naar ik meen ook bij de PvdA, dat fractieleden en bewindslieden dan bij elkaar komen om te komen tot een politieke gedachtewisseling. Wij hebben vooral over de politieke agenda gesproken. Ik was in staat noch bereid begrotingsgeheimen te onthullen, ook omdat er al vrij veel in de krant had gestaan. Het is onjuist dat bewindslieden hun begroting zouden hebben toegelicht. Bewindslieden hebben gesproken over de politieke agenda die zij voor de komende tijd voor ogen hebben. Ik vraag mij af hoe dat vroeger bij de PvdA ging. Misschien dat toen de PvdA-bewindslieden zwijgend bij een fractieweekend zaten. Bij ons is dat niet te doen gebruikelijk. Op Prinsjesdag zal de Kamer integraal worden geïnformeerd over de begrotingsvoornemens van het kabinet.

De heer Crone (PvdA):

Ik zou mijn vragen bijna willen herhalen, want ik constateer dat de minister niet de bereidheid heeft om de informatie die hij tijdens het weekend heeft gemeld, in welke mate van compleetheid dan ook, hier naar voren te brengen. Ik veronderstel niet dat hij daar begrotingsstaten heeft voorgelezen, maar ik hoor graag welke beslissingen hij wél bekendgemaakt heeft.

De minister stelt mij een vraag. Natuurlijk heb ik geen boter op mijn hoofd. Wij hebben ook in een kabinet geparticipeerd. Natuurlijk hoorde je individueel wel eens wat van bewindslieden. Ik kan zelfs onthullen dat ik zelfs in de oppositie nog wel eens wat hoor van bewindslieden. Ik heb echter de indruk gekregen dat er een collectieve presentatie is geweest van de kabinetsplannen en hoe daarover gedacht moet worden. In een PvdA-fractieweekend is dat nimmer aan de orde geweest.

Ik stel mijn laatste vraag ook aan de coalitiefracties. Wat is er nog dualistisch als de kennisvoorsprong zo collectief georganiseerd wordt? Moeten wij niet uitgaan van een level playing field, waarop iedereen dezelfde informatie krijgt?

Minister Zalm:

Voorzitter. Er is geen collectieve presentatie van begrotingsplannen geweest. De ministers hebben wel iets gezegd over hun politieke ideeën. Dat zal bij de PvdA vroeger ook wel eens gebeurd zijn. Ik zou het met de heer Crone als voorzitter erbij ook niet gedurfd hebben om een soort alternatieve begrotingspresentatie te houden tijdens een VVD-weekend. Daar was ook geen enkele noodzaak toe; er waren andere dingen die wij moesten bespreken. Die hebben de nodige tijd genomen. De kennisachterstand van de heer Crone is miniem, zo niet nihil.

Mevrouw Bibi de Vries (VVD):

Voorzitter. De VVD-fractie blijft gewoon dualistisch. Er is tijdens het VVD-weekend helemaal geen collectieve begrotingspresentatie geweest. Ik kan mij aansluiten bij de vice-minister-president.

De heer Crone (PvdA):

Moeten in het vervolg besluiten dan maar gewoon bij persconferentie openbaar worden gemaakt? Kan ook het Presidium daar niet eens naar kijken? Het hele land heeft het erover.

De voorzitter:

Nu stelt u in tweede ronde een andere vraag. Mevrouw De Vries, ja of nee.

Mevrouw Bibi de Vries (VVD):

Nee, het lijkt mij vrij onzinnig.

De heer Herben (LPF):

Voorzitter. De gedachtewisseling tussen VVD en PvdA is interessant, maar ik hecht eraan te zeggen dat wij in de tien maanden dat wij bewindslieden hadden, nimmer op onbevoegde momenten begrotingsstukken hebben gezien. Ik sluit mij aan bij datgene wat de voorzitter van de Tweede Kamer vorige week heeft gezegd. In het zomerreces dient niet te worden gelekt. Aan de voorzitter vraag ik of hij dit hiertoe rekent. Ook als het niet gebeurd is, moet het een waarschuwing zijn dat het in de toekomst niet zal gebeuren.

De voorzitter:

Ik heb vorige week eerst in de media, later ook in de Kamer gezegd dat het mijn mening is dat het geen goede gang van zaken is dat door ministers en staatssecretarissen vóór Prinsjesdag onderdelen van de besluitvorming, die in zijn totaliteit op Prinsjesdag naar buiten moet komen, naar buiten worden gebracht. Dat heb ik toen gezegd en dat vind ik nu. Omdat ik toevallig in mijn vrije tijd aanwezig was bij de gelegenheid waarop de vragen gericht zijn, kan ik van mijn kant onderstrepen datgene wat door de minister van Financiën naar voren is gebracht. Over de gang van zaken heb ik dan ook niet geschreven in het Weekboek van de Voorzitter op www.tweedekamer.nl.

Mevrouw Van der Laan (D66):

Voorzitter. Ik kan de heer Crone verzekeren dat ons als D66 geen begrotingsstaten zijn gepresenteerd. Het is wel zo dat wij zo vaak en zo veel mogelijk proberen onze positie in het kabinet te maximaliseren. Als wij iets lezen in de krant – en er wordt ontzettend veel gelekt – gaan wij natuurlijk proberen al onze contacten – soms zijn dat onze eigen bewindslieden, soms anderen – in te zetten om te kijken of wij iets kunnen veranderen. Zo zijn bijvoorbeeld met veel succes de bezuinigingen op onderwijs gedeeltelijk teruggedraaid. Daar zijn wij voor gekozen en dat moeten wij ook blijven doen.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Dit klinkt mij zeer dualistisch in de oren.

Aan de minister van Financiën zou ik nog willen vragen of hij mij het verschil kan uitleggen tussen een politieke agenda van zijn hand waarover hij de VVD-fractie heeft geïnformeerd, en de begroting. Verder ben ik het met u eens, voorzitter, dat het onwenselijk is dat ministers en staatssecretarissen – wij hebben er velen gezien de afgelopen weken – ruim voor Prinsjesdag een eigen podium creëren om van alles en nog wat naar buiten te brengen en om actief en bewust letterlijk een beeldvormend idee neer te zetten. Kan de minister van Financiën aangeven hoe het kabinet daarmee omgaat? Is dat na deze terechte oprisping van de voorzitter bij dezen afgelopen?

Minister Zalm:

Voorzitter. Het verschil tussen een politieke agenda en een uiteenzetting over de begroting is erin gelegen dat ik een politieke agenda uiteen kan zetten zonder dat ik de begrotingsstukken bij mij heb.

Het probleem van de vroegtijdige publiciteit is onderwerp van kabinetsberaad met de inzet die zoveel mogelijk in te perken. Uitroeien is weer wat anders, maar inperken ligt wel degelijk in het voornemen.

Naar boven