Vragen van het lid Vos aan de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie over de inzet van gedwongen vervoer naar het vertrekcentrum Ter Apel.

Mevrouw Vos (GroenLinks):

Voorzitter. Gisteravond meldde het programma NOVA dat minister Verdonk van plan is, grote aantallen uitgeprocedeerde asielzoekers onder dwang in busjes van justitie naar het vertrekcentrum Ter Apel te brengen. Ook meldde dit programma dat uit een nota van haar eigen ambtenaren blijkt dat de rechter dit wel eens als onrechtmatig zou kunnen afwijzen. Hoogleraar Van Kalmthout en oud-directeur Mulder van Ter Apel noemen dit onrechtmatig.

Deze minister laat weer eens zien hoe recht haar rug is en hoe ijzer haar wil. Zij moet en zal vertrekcentrum Ter Apel vol krijgen, ook al moet zij daarvoor tegen de wet handelen. Ik heb daarover een aantal vragen.

1. Bent u inderdaad van plan, grote aantallen uitgeprocedeerde asielzoekers onder dwang naar vertrekcentrum Ter Apel te brengen?

2. Acht u dit rechtmatig en zo ja, kunt u toelichten waarom?

3. Hoe beoordeelt u de kritiek van uw ambtenaren hierop en die van voormalig directeur de heer Mulder en hoogleraar Van Kalmthout?

4. Heeft u uw standpunt voorgelegd aan de landsadvocaat?

Minister Verdonk:

Voorzitter. In de uitzending van NOVA van gisteravond is gesuggereerd dat het de overheid aan een juridische basis ontbreekt om uitgeprocedeerde asielzoekers die behoren tot de groep van 26.000 gedwongen naar het vertrekcentrum te vervoeren. Ik kan u verzekeren dat daarvan geen sprake is.

Bij het plaatsen van vreemdelingen in het vertrekcentrum hebben wij het over uitgeprocedeerde asielzoekers die in de meeste gevallen meer dan een keer zijn uitgeprocedeerd. Heel vaak hebben zij al heel lang geen recht meer op verblijf in Nederland. Deze mensen moeten terugkeren naar hun land van herkomst. Bij het realiseren van die terugkeer worden zij door de overheid heel intensief begeleid. In eerste instantie gebeurt dat vanuit de huidige verblijfslocatie gedurende acht weken. Wij zetten alles in op zelfstandige terugkeer. Wij maken heel duidelijke afspraken dat mensen die zelfstandig terugkeren extra geld mee kunnen krijgen en hun spullen mee kunnen nemen. Dat geldt gedurende de eerste acht weken als onderdeel van een gefaciliteerd terugkeerproces.

Van alle stappen in dat terugkeerproces is de vreemdeling op de hoogte. Het vervoer naar het vertrekcentrum wordt aangeboden door de overheid. De vreemdeling weet dit dus ook. Mevrouw Vos heeft het over grote aantallen mensen die ik gedwongen naar het vertrekcentrum vervoer. Ik ga ervan uit dat grote aantallen mensen, het merendeel van de vreemdelingen, op vrijwillige basis gebruik zal maken van de door mij geboden vervoersmogelijkheid.

Gedwongen vervoer is niet de regel. Indien de vreemdeling hiervan om welke reden dan ook geen gebruik wenst te maken, dus op het moment dat de acht weken om zijn, de bus komt voorrijden en hij maakt er geen gebruik van, dan ontstaat er een vermoeden dat de vreemdeling zich aan het toezicht zal onttrekken. De vreemdeling zal dan illegaal op straat terechtkomen. Uw Kamer weet dat ik er alles aan wil doen om illegaal verblijf tegen te gaan en in het bijzonder te voorkomen dat uitgeprocedeerde asielzoekers op straat komen.

In het geval het vermoeden bestaat dat de vreemdeling zich aan het toezicht dreigt te onttrekken, heb ik op grond van artikel 50 van de Vreemdelingenwet 2000 de bevoegdheid de vreemdeling over te brengen naar een locatie bestemd voor verhoor. Dat is natuurlijk in dit geval het vertrekcentrum in Vlagtwedde. Dit verhoor is erop gericht, te onderzoeken of er gronden zijn om de vreemdeling ter fine van verwijdering in bewaring te stellen op grond van artikel 59 van de Vreemdelingenwet.

Indien op grond van het verhoor het vermoeden dat de vreemdeling zich zal onttrekken aan het toezicht wordt bevestigd, zal hij ter fine van uitzetting in bewaring worden gesteld op grond van genoemd artikel 59. Indien blijkt dat er geen enkele indicatie is dat de vreemdeling zich onttrekt aan het toezicht dient hij zich op grond van artikel 57 in het vertrekcentrum beschikbaar te houden teneinde zelfstandig verder te werken aan zijn terugkeer.

Naar mijn mening zijn er dus voldoende juridische mogelijkheden. Ik zie dan ook geen aanleiding om voor het gedwongen overbrengen van uitgeprocedeerde asielzoekers naar het vertrekcentrum de wet of de regelgeving aan te passen.

U vraagt wat ik doe met kritiek van mijn ambtenaren. Als je zo'n nieuwe beleidslijn uitzet zoals wij hebben gedaan met het terugkeerproces waarin wij echt op alle mogelijke manieren faciliteren dat vreemdelingen teruggaan naar het land van herkomst, dan praat je daar natuurlijk over met je ambtenaren. Dan schrijven die ambtenaren een notitie. Daarin stellen zij heel open wat de keuzen en de risico's zijn. Ik ben vervolgens degene die daarover een besluit neemt.

In antwoord op de laatste vraag: ik heb geen advies van de landsadvocaat ingewonnen.

Mevrouw Vos (GroenLinks):

Dat laatste verbaast mij.

De vraag blijft op grond waarvan de minister meent rechtmatig te handelen. De minister heeft het over artikel 50 van de Vreemdelingenwet. Dat artikel is bedoeld voor illegale vreemdelingen. Het gaat hier echter over uitgeprocedeerde asielzoekers. Dat is een andere groep. Daar is dit artikel niet voor bedoeld. Het gaat bij dat artikel ook om verhoor. Het lijkt mij dat er bij uitgeprocedeerde asielzoekers geen verhoor nodig is. Dat artikel is wat mij betreft dan ook niet van toepassing. Ook artikel 57 geldt alleen voor groepen waar echt sprake is van uitzetting als laatste middel. De vraag is of de minister inderdaad van plan is om uitgeprocedeerde asielzoekers die niet in het busje willen stappen onder dwang naar het vertrekcentrum te brengen. Zo ja, is zij van mening daarmee rechtmatig te handelen? Wat doet de minister als de rechter daarover anders denkt en tegen de minister zegt: u kunt dit niet doen?

Minister Verdonk:

Ik wijs er graag op dat een aantal jaren terug is gepoogd vorm te geven aan een vertrekcentrum, ook in Ter Apel. Wat is er toen gebeurd? Aan vreemdelingen zijn treinkaartjes verstrekt met de mededeling: alstublieft, dit is uw treinkaartje en zoekt u uw eigen weg maar naar Ter Apel. Dat is de reden dat wij op dit moment ongeveer 26.000 mensen in gemeenten hebben wonen en in de opvang hebben zitten. Deze mensen horen daar niet. Zij zijn immers allang uitgeprocedeerd. Die situatie wil ik voorkomen. Ik wijs mevrouw Vos tevens op het volgende. Zij spreekt van uitgeprocedeerde asielzoekers. Een ander woord daarvoor is illegalen.

Natuurlijk ben ik ervan overtuigd rechtmatig te handelen. Toch is mij gevraagd wat ik denk dat de rechter gaat doen. Ik heb hier jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 26 augustus van dit jaar. Ik citeer: Nu ten tijde van de uitreiking van de voormelde besluiten identiteit, nationaliteit en verblijfsrechtelijke positie van appelanten waren vastgesteld, heeft de rechtbank terecht geen grond gevonden voor het oordeel dat de omstandigheid dat appelanten niet zijn staande gehouden tot gevolg heeft dat hun ophouding onrechtmatig was. Ook wordt door de Afdeling rechtspraak vermeld dat het feit dat appelanten voorafgaande aan de ophouding, naar zij stellen, niet van hun vrijheid waren beroofd, daaraan niet afdoet.

De heer Nawijn (LPF):

Er blijkt weer een ambtelijke notitie uit het ministerie van Justitie bij het programma NOVA terecht te zijn gekomen. Dat is niet de eerste keer. Dat is meerdere keren gebeurd in de afgelopen jaren. Dat is een heel erg bedenkelijke zaak. Wat doet de minister hier aan?

Minister Verdonk:

Ik vind het ook een bedenkelijke zaak. Ik heb geen enkele twijfel aan de integriteit van mijn ambtenaren. Ik zie ook dat er dit soort dingen gebeuren. Ik ben dan ook van plan om een rijksrechercheonderzoek in te stellen.

De heer De Wit (SP):

De minister spreekt van artikel 57. Prof. Van Kalmthout heeft mij vanmorgen verteld dat artikel 57 juist niet kan worden gebruikt omdat het in dat artikel alleen gaat om een aanzegging. Daaraan kan men geen dwangmaatregelen ontlenen. Ik hoor graag het commentaar van de minister hierop.

Minister Verdonk:

In artikel 57, lid 2, staat dat op aanvraag van de vreemdeling een andere ruimte of plaats kan worden aangewezen. Ik citeer lid 1 van artikel 57: Onze minister kan de vreemdeling wiens aanvraag om een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 28 is afgewezen, de aanwijzing geven zich op te houden in een bepaalde ruimte of op een bepaalde plaats en aldaar de aanwijzingen van de bevoegde autoriteit in acht te nemen. Dat is de basis voor het gedwongen vervoer.

Naar boven