Vragen van het lid Algra aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de traceerbaarheid van politie via C2000-portofoons.

De heer Algra (CDA):

Voorzitter. De politie, de brandweer en andere hulpdiensten krijgen een nieuw digitaal communicatiesysteem in de vorm van onder meer nieuwe portofoons en mobilofoons. Dat zal vooruitgang moeten betekenen. Alleen, als wij dan de kranten van afgelopen donderdag en vrijdag lezen, met name de Telegraaf, moet geconstateerd worden dat er weer onduidelijkheid is over het C2000-systeem. Onder andere werd ons duidelijk dat het systeem heel gemakkelijk uit te peilen zou zijn. Ofwel: de boeven weten precies waar de politie is. Als ik het goed uit de krant begrijp, is de reactie vanuit het ministerie van BZK er één in de trant van: dan kan de politie de mobilofoon of de portofoon maar beter gewoon uitzetten. Voorzitter. Ik vind dat geen antwoord van niveau. Is dat nu de oplossing voor de Nederlandse politie? De portofoon uitzetten, zodat boeven je niet meer kunnen traceren?

Afgelopen vrijdag werd ons duidelijk gemaakt dat het nieuwe communicatiesysteem C2000 heel gemakkelijk af te luisteren zou zijn, terwijl ons de afgelopen tien jaar is voorgehouden dat een van de grote voordelen van dit systeem zou zijn dat het niet afluisterbaar is. Ik hoor graag de reactie van de minister hierop.

Het CDA is van mening dat de politie haar werk moet kunnen doen. Wij twijfelen evenwel aan de effecten als politiemensen met een nieuw communicatiesysteem de straat op worden opgestuurd dat niet deugdelijk en in ieder geval niet effectief werkt. Wat denkt de minister hieraan te gaan doen? Dit geldt te meer omdat het hierbij een dossier betreft waar de minister vanaf het prille begin zelf verantwoordelijk voor geweest is. Waar deze minister graag minister van de nationale politie wil worden, mag toch verwacht worden dat hij ten aanzien van de beheerdossiers ter zake de goede dingen doet?

Minister Remkes:

Voorzitter. Het is voor mij nieuw te moeten vernemen dat ik al sinds halverwege de jaren negentig minister van BZK ben, want daar lag het prille begin. Ik kan in de richting van de heer Algra aangeven dat ik de desbetreffende berichten met stijgende verbazing en met zeer gemengde gevoelens heb gelezen. Zij bevatten een mengeling van juiste en onjuiste feiten. Er wordt gesproken over een vertraging van twee jaar, terwijl er feitelijk op de totale planning van acht, negen of tien jaar sprake is van een half jaar vertraging met betrekking tot de realisering van het netwerk. Er zou verder sprake zijn van een overschrijding van enkele miljarden. Het is de Kamer bekend dat de realisering van het netwerk zich ten opzichte van de financiële planning uit 1996 binnen de bandbreedte beweegt en dat er in de loop van de afgelopen jaren zelfs sprake is geweest van een verbetering van het product. Ook zou er in woningen geen binnenhuisdekking zijn. Ik kan hier aangeven dat de binnenhuisdekking in woningen niet altijd – dat was bekend – maar meestal wel aanwezig is.

Voorzitter. De heer Algra raakt specifiek aan twee kwesties. Zijn eerste vraag is of bij het gebruik van C2000 de politie te traceren is. Dat klopt op zichzelf. De portofoons zijn uit te peilen. Ook dat is geen nieuws, want alle zendapparatuur is uit te peilen. De vraag is of het interessante informatie oplevert om C2000-verkeer uit te peilen en of dat vervolgens ernstige gevolgen kan hebben. De huidige analoge apparatuur is buiten uitpeilbaar en ook zeer eenvoudig af te luisteren, waardoor bepaalde eenheden bij speciale acties overgingen tot versleutelde, verhaspelde communicatie. Daarnaast is van de analoge netwerken ruim bekend welke frequentie een bepaalde organisatie gebruikt. Iedere regio heeft haar eigen frequenties. Daardoor is een versleuteld analoog signaal zo eenvoudig te peilen dat speciale eenheden weer gebruikmaken van gsm-telefoons om op te gaan in de massa.

C2000 heeft als groot voordeel dat het een landelijk digitaal netwerk is, waarop alle gesprekken van de gebruikers worden versleuteld. Daarmee gaan speciale eenheden op in een grote hoeveelheid gebruikers. Het netwerk wordt gebruikt door circa 70.000 gebruikers van de politie, de brandweer, de ambulance, de marechaussee en een groot aantal gelieerde organisaties. De frequenties van C2000 zijn niet disciplinespecifiek en niet apparaatgebonden. Een frequentie kan op het ene moment gebruikt worden door de politie en op het andere door de brandweer. Een ontvanger kan geen onderscheid maken tussen een mobilofoon en een portofoon. Daardoor is het voor iemand met een ontvanger wel mogelijk om activiteiten op het netwerk uit te peilen, maar niet om na te gaan wie verantwoordelijk is voor deze activiteit en waartoe deze dient. De randapparatuur waar de heer Algra met name op doelt, is bovendien uitgerust met een speciale functionaliteit. Deze zorgt ervoor dat een portofoon absoluut niet zendt. Deze is daardoor ook niet uit te peilen, terwijl alle berichten wel ontvangen worden. Deze technische functionaliteit biedt uitkomst aan medewerkers van bepaalde eenheden die tijdens een operatie absoluut niet gepeild willen worden, al heb ik zojuist aangegeven dat de kans daarop gering is. Kortom, de kans dat het uitpeilen van C2000-apparatuur ernstige gevolgen zal hebben, is in de praktijk nihil.

Voorzitter. Ik kom vervolgens bij de tweede vraag, namelijk of C2000 af te luisteren is.

De voorzitter:

Ik moet u vragen om deze vraag kort te beantwoorden.

Minister Remkes:

De heer Algra weet dat dit niet het geval is, zoals ik zojuist heb aangegeven. Die berichten zijn onjuist. Nergens is tot dusverre het bewijs geleverd en er is ook op geen enkele manier door iemand aangetoond dat C2000 kan worden afgeluisterd.

Ten slotte meld ik dat het complete antwoord al sinds het verschijnen van de krantenberichten is te bezien op de website C2000. Zo doen wij dat tegenwoordig. Als er berichten verschijnen die onrust in de achterban kunnen veroorzaken, wordt daarop onmiddellijk op die manier gereageerd. Kamerleden die daarin geïnteresseerd zijn, beveel ik deze site aan.

De voorzitter:

Ik beveel ministers aan om met de Kamer rechtstreeks te communiceren en niet via websites.

De heer Algra (CDA):

Voorzitter. Het antwoord van de minister dat C2000 niet of in ieder geval niet verstaanbaar is af te luisteren, heeft mij enigszins gerustgesteld. Ik hoop dat dit bericht overeind blijft.

Het signaal dat in de krant werd gegeven, hield duidelijk verband met het ministerie van Binnenlandse Zaken. Het ministerie zou een signaal uitzenden in de zin van "zet de apparatuur maar uit". De minister zegt hier dat de apparatuur niet uitgepeild kan worden als niet wordt uitgezonden. Is dat correct en waarom horen wij dan eerst via de media het andere antwoord?

Minister Remkes:

Ik ben niet verantwoordelijk voor de volledigheid van krantenberichten. Ik heb net in mijn antwoord gezegd wat er aan de hand is en wat de consequenties daarvan kunnen zijn. De constatering is dus op zichzelf juist, maar het is ook juist dat de risico's daarvan, die ik net heb aangegeven, nagenoeg nihil zijn.

Mevrouw Van Heteren (PvdA):

Deze zaak demonstreert opnieuw dat C2000 een heel groot probleem heeft: de verwachtingspatronen van en de communicatie met de gebruikers. Ons hebben ook signalen van gebruikers bereikt. Zij hopen dat door het C2000 systeem de mobiele telefoon in de zak kan worden gehouden en met de portofoon kan worden gewerkt. Het advies van het ministerie is nu om gelet op de traceerbaarheid de portofoon uit te zetten en de mobiele telefoon te gebruiken. Wij snappen ook wel dat nul traceerbaarheid niet mogelijk is, maar het project zit nu weer in dezelfde klem. Door dit dure project zijn ongelooflijk veel verwachtingen geschapen, maar in de praktijk heeft men straks toch weer twee apparaten. Op het cruciale moment moet men de portofoon uitschakelen en met de mobieltjes gaan knullen, zoals men dat nu ook doet.

Minister Remkes:

Ik heb net de voordelen van het systeem genoemd. Wij hebben daarover uitvoerig met de Kamercommissie gecommuniceerd. Een van de problemen in de communicatie is dat de looptijd van dit project zodanig lang is en de technologische ontwikkelingen in die periode zo snel zijn gegaan, dat een gat is ontstaan. Daar heeft mevrouw Van Heteren wel een punt. Dat maakt het af en toe lastig communiceren. Er is echter geen sprake van dat bij de start van het project is achtergebleven bij toen gerechtvaardigde verwachtingen. Daarom heb ik net aangegeven dat ieder systeem is uit te peilen.

Mevrouw Van der Laan (D66):

De les die wij momenteel leren van de commissie-Duivesteijn is dat ten halve gekeerd beter is dan ten hele gedwaald. De minister kent de technologische nadelen. Hij weet dat de technologie vooruitgang heeft geboekt. Wil hij met het project doorgaan omdat dit het beste is wat er op dit moment te vinden is en omdat wij er al zoveel geld aan hebben uitgegeven, of wil hij er nog eens naar kijken, omdat nu alle nadelen bekend zijn?

Minister Remkes:

Het is het beste wat er op dit ogenblik te vinden is, en niet voor niks. De Kamer weet dat ook. Zweden heeft bijvoorbeeld zeer recentelijk nog voor de Tetratechnologie gekozen. Het netwerk is gereed en zal aanstonds worden opgeleverd. Dat heeft 600 mln euro gekost. Ik ben niet van plan om voor te stellen, die investering maar direct af te schrijven terwijl iedereen is het erover eens dat de bestaande analoge technologie zwaar is verouderd en ervan overtuigd is dat het nieuwe systeem een aantal verbeteringen met zich brengt.

Naar boven