95ste vergadering

Dinsdag 7 september 2004

14.00 uur

Voorzitter: Weisglas

Tegenwoordig zijn 142 leden, te weten:

Van Aartsen, Adelmund, Albayrak, Algra, Aptroot, Arib, Van As, Atsma, Azough, Van Baalen, Bakker, Balemans, Van Beek, Blok, Van Bochove, Boelhouwer, Van Bommel, Bos, Van den Brink, Brinkel, Bruls, Buijs, Bussemaker, Van de Camp, Cornielje, Çörüz, Crone, Van Dam, Depla, Dezentjé Hamming, Jonker, Van Dijk, Dijksma, Dijsselbloem, Dittrich, Douma, Dubbelboer, Duivesteijn, Duyvendak, Eerdmans, Van Egerschot, Eijsink, Eski, Ferrier, Van Fessem, Fierens, Geluk, Van Gent, Giskes, Griffith, De Haan, Van Haersma Buma, Halsema, Van der Ham, Hamer, Haverkamp, Heemskerk, Van Heemst, Herben, Hermans, Hessels, Van Heteren, Van Hijum, Hirsi Ali, Hofstra, Ten Hoopen, Huizinga-Heringa, Jager, Joldersma, Kalsbeek, Kant, Karimi, Koenders, Koomen, Koopmans, Kortenhorst, Kraneveldt, De Krom, Kruijsen, Van der Laan, Lambrechts, Lazrak, Leerdam, Van Lith, Luchtenveld, Marijnissen, Mastwijk, Van Miltenburg, Mosterd, Nawijn, De Nerée tot Babberich, Van Nieuwenhoven, Noorman-den Uyl, Van Oerle-van der Horst, Omtzigt, Oplaat, Örgü, Ormel, De Pater-van der Meer, Rambocus, Rijpstra, Rouvoet, Samsom, Schreijer-Pierik, Smeets, Smilde, Smits, Snijder-Hazelhoff, Spies, Van der Staaij, Sterk, Straub, Stuurman, Szabó, Tichelaar, Timmermans, Tjon-A-Ten, Tonkens, Varela, Veenendaal, Van Velzen, Vendrik, Verbeet, Verburg, Verdaas, Vergeer, Verhagen, Vietsch, Visser, Van der Vlies, Vos, Bibi de Vries, Jan de Vries, Klaas de Vries, Van Vroonhoven-Kok, Waalkens, Weekers, Weisglas, Wilders, Van Winsen, De Wit en Wolfsen,

en de heren Remkes, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Donner, minister van Justitie, Zalm, vice-minister-president, minister van Financiën, Brinkhorst, minister van Economische Zaken, De Geus, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, mevrouw Verdonk, minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, en de heer Van der Knaap, staatssecretaris van Defensie.

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede dat zijn ingekomen berichten van verhindering van de leden:

Timmermans, Aasted Madsen-van Stiphout en Slob, wegens bezigheden elders;

Blom, wegens verblijf buitenslands, ook morgen;

Ten Hoopen, wegens verblijf buitenslands, bijna de gehele week;

Van Dijk en Gerkens, wegens ziekte.

Deze berichten worden voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

Er is de volgende brief binnengekomen van onze collega Francine Giskes.

"Geachte voorzitter,

De derde dinsdag in september vorig jaar tooide ik mij met Ingekomen stukkeneen hoedje van papier. Begin oktober ging ik met mijn middelste dochter Maite die hoed naar Drachten brengen voor een tentoonstelling. In het openingswoordje dat ik daar sprak vroeg ik mij publiekelijk af of dat dan ook maar meteen mijn laatste Prinsjesdag-hoedje moest zijn, gezien de enigszins doorgeslagen ontwikkelingen op dat front. Hoe weinig kon ik toen bevroeden dat het zelfs mijn laatste Prinsjesdag als Tweede-Kamerlid zou blijken te zijn geweest. Want dat is de mededeling die ik u met deze brief moet doen: ik zie mij genoodzaakt de Tweede Kamer met ingang van 8 september te verlaten. De plotselinge dood november vorig jaar van Maite, onder omstandigheden die nog altijd niet helder zijn, bracht en brengt zo veel teweeg voor mij en mijn gezin dat ik de taak als volksvertegenwoordiger niet kan uitoefenen zoals ik dat verantwoord vind. Lid zijn van de Tweede Kamer is topsport beoefenen, zeker in een kleine fractie. Het vereist goede conditie en grote concentratie – lichamelijk, maar vooral geestelijk. Dat is al niet niks als er niets bijzonders aan de hand is en onder deze omstandigheden is het voor mij niet doenlijk.

Het besluit te vertrekken heb ik in alle vrijheid kunnen nemen. Graag wil ik via u iedereen laten weten hoezeer mijn fractiegenoten en de medewerkers van D66 mij de afgelopen tijd hebben gesteund, uit de wind hebben gehouden en hebben laten begaan. In alle extra drukte voor hen is er nooit één onvertogen woord gevallen. Ook Voorzitterde collega's van andere fracties en het Kamerpersoneel zijn ongelofelijk welwillend en behulpzaam geweest. Dat geldt ook uzelf, in uw rol als voorzitter en als degene die ik al zoveel jaren ken, onder meer dankzij ons gezamenlijk Presidiumverleden. Ik heb dat alles ervaren als een warm bad, waarvoor ik altijd dankbaar zal blijven.

Onlangs nog, bij de behandeling van de nota Ruimte, heb ik eraan herinnerd dat ik de Kamer inging met de belofte niet te zullen juichen voor de nieuwe kleren van de keizer. Terugkijkend op de ruim 10 jaar die ik in het parlement doorbracht, geloof ik dat ik voldoende trouw ben gebleven aan die belofte. Het feit dat de leden van D66 mij tot vier keer toe hoog genoeg op de kandidatenlijst zetten (ja, bij D66 gaat dat sinds 1966 al zo!) steunt mij daarin. Hen, en ook degenen die mij door de jaren heen hun voorkeursstem gaven, ben ik zeer erkentelijk. Het spijt mij het door hen gegeven mandaat voor deze periode niet vol te maken.

Het is niet altijd even gemakkelijk aan buitenstaanders uit te leggen wat wij al die tijd hier in dit gebouw met elkaar uitspoken. Door mijn verblijf aan het Binnenhof ben ik een ware zendeling geworden om er begrip voor te kweken dat wat 'de politiek' doet niet wezenlijk verschilt van wat overal gebeurt waar mensen met elkaar te maken hebben en tot iets gezamenlijks moeten komen. Of het nu gaat om een fusie van twee bedrijven of een discussie in een huishouden over de invulling van een vakantie, de processen zijn in essentie hetzelfde: bedenken wat je zelf wilt, horen wat de ander wil en kijken hoe je de verschillen kunt overbruggen en tot een afspraak komen. Voor de algemene maatschappelijke vraagstukken wordt dat noodzakelijke en ingewikkelde overleg uitbesteed aan daartoe gekozen en vrijgestelde politici. Ook die komen uiteindelijk tot afspraken, maar dan heet het een compromis en roept het afgrijzen op. Dan is het ook niet meer 'we', maar 'ze' die proberen een probleem op te lossen. Ik kan niet ontkennen dat ik dat beeld regelmatig knap frustrerend heb gevonden. Op de vraag hoe het anders, beter, sneller, zou kunnen, hoe de knopen dan wel doorgehakt moeten worden, heb ik nog altijd geen bevredigend antwoord – ook niet van de mopperaars. Beslissingen uitbesteden aan enigerlei vorm van 'autoriteit', zoals de laatste tijd nogal eens wordt gesuggereerd, gaat er te lichtvaardig aan voorbij dat over de opdracht aan zo'n autoriteit toch ook weer eerst overeenstemming zal moeten worden bereikt. Ik blijf erover nadenken. Het zou in elk geval helpen als iedereen die over het politieke bedrijf bericht, dat doet tegen deze achtergrond. Met andere woorden, als kan worden voorkomen dat de volksvertegenwoordiging verwordt tot verwaarloosbaar volksvermaak.

Wat bij buitenstaanders ook altijd tot verbazing leidt, zijn verhalen over de collegialiteit en vriendschap tussen mensen van verschillende fracties. Wie voor zijn informatie afhankelijk is van de flitsen op de televisie, krijgt natuurlijk al gauw de indruk dat wij hier 24 uur per dag bekvechtend door de gangen lopen. Ik bewaar evenwel de beste herinneringen aan de vele goede contacten met anderen, door alle partijen heen, zakelijk en persoonlijk. U, voorzitter, heeft namens mij al eerder alle collega's bedankt voor hun overweldigende hoeveelheid reacties op de gebeurtenissen in mijn privé-leven. Het illustreert de menselijke component die ook in deze arena gelukkig wel degelijk aanwezig is.

Bepaald niet als verplicht nummer wil ik via u mijn waardering uitspreken voor de wijze waarop het parlementaire bedrijf in de lucht wordt gehouden door het Kamerpersoneel, van griffie tot schoonmakers. Zonder groentjes zijn Kamerleden nergens. Zonder geleegde prullenbakken ook niet. En daar zit nog heel veel tussen, zoals in elke organisatie is het geklaag soms niet van de lucht, over de kwaliteit van de broodjes, de telefoons, de automatisering. Ik hoop dat al diegenen die het minder zichtbare werk voor het parlement verrichten, desondanks durven geloven dat dat wel degelijk in elk geval door mij, maar ik denk ook door vele collega's, altijd zeer op waarde is geschat.

Voorzitter, collega's, vastomlijnde toekomstplannen heb ik op dit moment nog niet. Ik hoop uiteindelijk nuttig gebruik te kunnen maken van mijn ervaring in het parlementaire werk, alsook van alles wat ik daarvoor en daarnaast deed. Ik sluit niet uit dat onze wegen elkaar nog wel eens kruisen. Ik hoop van ganser harte dat het u allen goed blijft gaan!

Francine Giskes"

(Applaus)

De voorzitter:

Geachte mevrouw Giskes, beste Francine. Na ruim tien jaar Kamerlidmaatschap heb jij besloten jouw leven verder vorm te geven buiten de Tweede Kamer. Ik ben ervan overtuigd dat dit een weloverwogen beslissing van jou is geweest. Ik ben er ook van overtuigd dat de beslissing om de Kamer te verlaten zelden zo moeilijk voor iemand is geweest als nu voor jou. Sinds de tragische dood van jouw dochter Maite op 15 november vorig jaar, moet jouw leven een draaikolk zijn. In je indrukwekkende Elsevier-interview van vorige week zeg je: het stormt in mijn hoofd. Ik zoek rust. Daarom ga je nu bij ons weg. Zelden heb ik iets wat ik heel goed begrijp zo betreurd.

In 1994 deed je hier je intrede, deel uitmakend van een grote fractie van D66 van 24 leden. Alle publicaties over jouw persoon in kranten en tijdschriften deden toen al vermoeden dat de fractie en daarmee ook de Kamer een zelfbewust, hardwerkend lid binnenhaalde. Je bleek niet verbaasd te zijn dat je op een verkiesbare plaats was terechtgekomen. Je had niets te verliezen, zo liet je de lezer weten. Binnen de fractie maakte je mee hoe het eerste paarse kabinet werd gesmeed. Je bleek in staat al heel snel een belangrijke portefeuille te verkrijgen. Je was een van de eersten die na de beëdiging van de nieuwe Kamer de maidenspeech hield. Zoals je ongetwijfeld nog zult weten, ging het in jouw eerste debat in juni 1994 over de Wet waardering onroerende zaken. Zelfverzekerd, jawel, want jij durfde het aan om jouw allereerste zin in de Kamer al te beginnen met een grapje over de "wizards of WOZ". De humor die je in je bijdrage naar voren bracht, was steeds onderkoeld, gebracht door iemand die een grap kan brengen zonder zelf uiterlijk te lachen.

Veel meer dan dat zal je blijvend te boek staan als een zeer gedegen kenner van je onderwerpen. De jaarlijkse debatten over het belastingplan waren niet alleen hoogtepunten voor de belastingbetaler en/of de Belastingdienst, ook jij ging er steeds vol tegenaan. Ook de algehele herziening van de Wet op de inkomstenbelasting kent jouw sporen. Zelf zeg je in De Democraat van deze week hoezeer je voldoening putte uit het introduceren van nieuwe dingen zoals de combinatiekorting in de inkomstenbelasting en de tegemoetkoming voor ouders met gehandicapte kinderen. In alle debatten die jij voerde, toonde je je coöperatief, mee- en invoelend met andermans standpunten, maar ook vasthoudend en principieel. Je hield vast aan waar je voor staat, ook indien dat soms gepaard ging met het anders stemmen binnen de eigen fractie. Maar vooral was je uit op het overbruggen van verschillen, zoals je zelf ook schrijft in je brief.

Naast het inhoudelijke politieke werk heb je je ingespannen om de procedures binnen de Kamer te verbeteren. In de Commissie voor de Werkwijze was je actief, met altijd een gedegen visie op die werkwijze, op onvolkomenheden daarin en op mogelijke verbeteringen daarvan. Je was een aantal jaren een zeer gewaardeerd lid van het Presidium en daarmee ondervoorzitter van de Kamer. Het waarnemen van het voorzitterschap in deze stoel deed je met plezier en met verve, rustig, weloverwogen en vriendelijk. Aan onze gezamenlijke periode in het Presidium bewaar ik ook zeer goede herinneringen. Wij trokken er vaak samen op, soms tot enige wanhoop van de toenmalige voorzitter. De afgelopen periode was je de eerste voorzitter van de nieuwe Themacommissie Technologiebeleid. Ook daar toonde je je enthousiasme om de werkwijze van onze Kamer te vernieuwen.

Voor al je inspanningen ten behoeve van de gehele Kamer zeg ik je zeer veel dank. In je ruim tien jaar Kamerlidmaatschap was je een echte volksvertegenwoordiger, aanspreekbaar en benaderbaar voor eenieder, vriendelijk en voorkomend in de omgang met de collega's, bewindslieden en medewerkers. Politiek bedrijven is mensenwerk en jij was steeds in staat om mensen echt als mens te benaderen. Ook daarom zien wij allen jou node vertrekken, hoezeer wij ook begrip hebben voor jouw beslissing.

Na vandaag zullen je fractiegenoten en vele anderen nog vaak denken: "alles bleef, zoals het niet was", al heeft die titel van het boekje dat jullie maakten van Maite's schrijfsels voor jou natuurlijk een onvergelijkbare betekenis. Beste Francine, het was voor ons allen een voorrecht om jou als collega te hebben gehad, dank je wel.

(Applaus)

De voorzitter:

Van dit ontslag is mededeling gedaan aan de voorzitter van het Centraal Stembureau en aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Op verzoek van mevrouw Giskes deel ik nog mede dat zij allen, uiteraard ook de niet-leden, na de stemmingen in het Ledenrestaurant graag de hand zal drukken.

Deze brief wordt voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

Geachte medeleden. Afgelopen vrijdag is op bloedige wijze een einde gekomen aan het gijzeldrama in Beslan in Rusland. Een drama in een school waarbij zeer veel kinderen om het leven zijn gekomen of ernstig getraumatiseerd zijn geraakt. De leden van de Tweede Kamer veroordelen deze actie, wie hiervoor ook verantwoordelijk is en wat de motieven ook mogen zijn. Onze deelneming gaat uit naar de familieleden. Wij wensen het Russische volk, de Russische Doema en de Russische regering kracht en wijsheid toe om deze verschrikkelijke beproeving te doorstaan. Als blijk van medeleven heb ik gisteren namens u het condoleanceregister in de Russische ambassade getekend.

Ingekomen is een brief van het lid Wilders met de volgende inhoud:

"Geachte Voorzitter,

  • Hierbij deel ik u mede dat ik vanaf donderdag 2 september 2004 uit de VVD-fractie treed en vanaf die datum een éénmansfractie wens te beginnen.

Met vriendelijke groet en hoogachting,

Geert Wilders"

Ik deel u mee dat deze éénmansgroep zal worden aangeduid als de Groep Wilders. Het Presidium zal de noodzakelijke praktische maatregelen nemen die het gevolg zijn van deze afsplitsing en die uiteraard aan de Kamer bekend maken.

De overige ingekomen stukken staan op een lijst die op de tafel van de griffier ter inzage ligt. Op die lijst heb ik voorstellen gedaan over de wijze van behandeling. Als aan het einde van de vergadering daartegen geen bezwaren zijn ingekomen, neem ik aan dat de Kamer zich met de voorstellen heeft verenigd.

Naar boven