Vragen van het lid Weekers aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, over bovenregionaal vervoer voor gehandicapten.

De heer Weekers (VVD):

Voorzitter! De reden waarom de VVD-fractie minister Vermeend vandaag naar de Kamer heeft geroepen is het gegeven dat het vervoer van gehandicapten per 1 maart a.s. drastisch dreigt te verschralen en daar wil mijn fractie een stokje voor steken. Wat is het geval? Connexxion, de ondernemer die onder de naam TraXX voor het kabinet het bovenregionaal vervoer van gehandicapten uitvoert, heeft kennelijk besloten om per 1 maart a.s. te stoppen met een stukje dienstverlening dat in de ogen van mijn fractie essentieel is om gehandicapten voorwaardelijk te laten participeren in onze samenleving. Overigens hebben wij op de dienstverlening tot dat moment ook al aanmerkingen, maar die zullen wij nu niet naar voren brengen.

Per 1 maart zullen gehandicapten in bepaalde gebieden niet meer worden vervoerd, is het de vraag of gehandicapten met een medische indicatie nog wel in aanmerking komen voor direct vervoer of zullen bepaalde reizen via een onacceptabele omweg plaatsvinden, aldus Connexxion. En de zwaksten in onze samenleving dreigen daardoor per 1 maart a.s. – volgende week dus – tussen wal en schip te vallen.

Dat is niet acceptabel voor de VVD en strookt ook niet met de directe verantwoordelijkheid van de minister als het gaat om het bovenregionaal vervoer. Ik vraag de minister dit met alle middelen te voorkomen. Ik heb vervolgens nog vier concrete vragen.

1. Is de minister op de hoogte van het besluit van Connexxion om per 1 maart a.s. te stoppen met die extra service waardoor de dienstverlening in het kader van het bovenregionaal vervoer van gehandicapten drastisch zal verschralen?

2. Wat is de reden waarom u met TraXX, ondanks uitvoerige communicatie en correspondentie niet tot een voor beide partijen bevredigende oplossing bent gekomen?

3. Deelt u de opvatting van de VVD dat het niet aanvaardbaar is, de gehandicapten de dupe te laten worden van miscalculatie en inschattingsfouten bij de uitvoering van het bovenregionaal vervoer?

4. Bent u bereid ervoor te zorgen dat voor 1 maart a.s. alsnog een adequate oplossing wordt gevonden, waarbij de gehandicapten een acceptabel vervoer op maat kan worden geboden? Met andere woorden: de huidige dienstverlening moet op zijn minst worden gecontinueerd. Op welke wijze gaat u dat doen?

Minister Vermeend:

Voorzitter! In reactie op de eerste vraag meld ik dat ik verbaasd was over het besluit van Connexxion, maar dank zij de Tweede Kamer was ik daarvan op de hoogte. Ik heb vanochtend een brief gekregen van de Kamer om hier te verschijnen op basis van een brief die Connexxion aan mevrouw Terpstra heeft gezonden. Inderdaad ben ik dus inmiddels op de hoogte van deze brief.

De voorzitter:

Voor alle duidelijkheid: de brief is aan de voorzitter van de vaste Kamercommissie gericht en dat is mevrouw Terpstra.

Minister Vermeend:

Dat is mij duidelijk, ik heb regelmatig het genoegen met haar te vergaderen. Ik was er dus verbaasd over dat ik deze brief kreeg, omdat ik namelijk in overleg met Connexxion ben over deze kwestie. Ik heb hier bij mij een brief van 16 februari 2001 die ik aan Connexxion gericht heb, waarin ik Connexxion uitnodig, de besprekingen voort te zetten. Ook uit een oogpunt van goed overleg kan ik weinig waardering opbrengen voor deze wijze van communicatie. Het gaat om een privaatrechtelijk contract waarbij de Staat der Nederlanden afspraken heeft gemaakt met een bedrijf. Er vinden thans besprekingen plaats en het is zeer te betreuren dat tijdens dat proces allerlei standpunten worden ingenomen en dat gesteld wordt dat per 1 maart met de serviceverlening aan gehandicapten bij het bovenregionaal vervoer gestopt wordt.

Ik ben het eens met de heer Weekers dat dit niet kan en ik ben dan ook voornemens om het bedrijf in ieder geval aan zijn contract te houden. Waarom lopen de besprekingen zo moeizaam? Het is niet gebruikelijk om hierop uitvoerig in te gaan, maar ik kan u wel melden dat uit de brief blijkt dat men met terugwerkende kracht per 1 juli 2000 een nieuw vergoedingenstelsel wil. Met andere woorden: er is een contract gesloten, men leidt volgens eigen zeggen daar verlies op en men heeft de minister gevraagd om even met terugwerkende kracht bij te plussen. Ik heb kenbaar gemaakt dat dit niet aan de orde is. Men heeft een contract gesloten. Men kende de risico's. Op blz. 1 van de brief aan de Kamer staat overigens dat men het risico had ingecalculeerd. Vervolgens zegt men dat Connexxion niet had verwacht dat het werkelijke aantal zo ver zou achterblijven. Kortom, men heeft een contract gesloten met een zeker risico en wil nu dus in feite het verlies afwentelen op de overheid. Ik heb kenbaar gemaakt dat dit niet aan de orde is. Verder heb ik gezegd dat ik bereid ben om te praten over de periode vanaf nu tot het eind van de contractduur en vervolgens te kijken of er aanvullende mogelijkheden zijn om te komen tot adequate oplossingen. Een ding is zeker en ben ik met de heer Weekers eens: het kan niet zo zijn dat gehandicapten het slachtoffer worden van het contract.

De heer Weekers (VVD):

Voorzitter! Ik heb er begrip voor dat de minister zegt dat hij in gesprek is en dat hij niet de essenties naar buiten kan brengen, omdat het een privaatrechtelijke aangelegenheid is. Met andere woorden, hij wil zijn positie niet ondermijnen.

Ik ben blij met de toezegging dat hij Connexxion in elk geval aan het contract zal houden. Hij is het ook met mij eens dat er geen sprake kan zijn van verschraling van de dienstverlening.

Als ik echter de brief van Connexxion zie en die vergelijk met de uitleg van de minister, is er kennelijk verschil van inzicht hoe bepaalde contractbepalingen moeten worden uitgelegd. Hoe het ook zij, het regeringsbeleid is erop gericht om het openbaar vervoer structureel voor mensen met een mobiliteitsbeperking toegankelijk te maken. Omdat het volgens de minister van Verkeer en Waterstaat wel tot 2030 kan duren voordat het zo ver is, heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de verantwoordelijkheid op zich genomen om een tijdelijke voorziening te treffen. Hij heeft dat gedaan door inschakeling van TraXX. Dat dient dan ook fatsoenlijk te functioneren, zonder afstemmingsproblemen en zonder dat gepingpongd wordt met verantwoordelijkheden over de rug van gehandicapten.

Ik wil mij niet mengen in de schuldvraag of de vraag voor wiens rekening en risico de gevolgen komen van het feit dat de werkelijke ontwikkelingen afwijken van de prognoses, als er maar een oplossing komt waarbij tenminste de huidige dienstverlening wordt gecontinueerd en de gehandicapten niet van het kastje naar de muur worden gestuurd of tussen wal en schip terecht dreigen te komen. Ik vraag de minister om de Kamer voor 1 maart te informeren wat er gaat gebeuren op 1 maart en om in elk geval alles uit de kast halen om te zorgen dat een fatsoenlijke dienstverlening gecontinueerd wordt.

Minister Vermeend:

Voorzitter! Ik zal de Kamer voor 1 maart informeren en verder is mijn inzet bekend.

De heer De Wit (SP):

Van de voorziening wordt niet het gebruik van gemaakt dat werd verwacht. In de brief wordt voorgesteld een verhoging van de tarieven waar de gehandicapten de dupe van zijn. Wil de minister bevestigen dat dit een punt is waar hij absoluut niet op wil ingaan of is dit punt toch voor hem bespreekbaar?

Minister Vermeend:

Voor de minister is alleen maar bespreekbaar het contract dat is afgesloten. Het gaat om een privaatrechtelijk contract, waarin een aantal afspraken zijn gemaakt. Het bedrijf moet zich aan de afspraken houden.

Naar boven