Vragen van het lid Vendrik aan de minister van Financiën, over het begrotingsbeleid.

De voorzitter:

De heer Vendrik is door ziekte verhinderd, maar wordt natuurlijk vervangen door de heer Rosenmöller.

De heer Rosenmöller (GroenLinks):

Voorzitter! Als de paarse partijen zelf grote vraagtekens gaan zetten bij het voortbestaan van de coalitie, dan is er natuurlijk iets meer aan de hand dan de gewone jaarlijkse schermutselingen rond de voorbereiding van de begroting, zo dunkt mij. De paarse partijen en fracties spraken een halfjaar geleden nog over een droombegroting voor 2001, maar de maatschappelijke waardering stak daar schril bij af. Wij hebben de afgelopen periode protesten gezien in de zorgsector; ik noem de verloskundigen en de huisartsen. Wij weten dat wij nu aan de vooravond staan van aangekondigde massale protesten in de onderwijssector. De welvaart is wat de fractie van GroenLinks betreft onvoldoende omgezet in investeren en te veel in consumeren. De Zalmnorm, het financiële kader van dit kabinet, houdt datzelfde kabinet gevangen in dat beleid. Daarom heeft GroenLinks twee jaar geleden al alternatieven voor dat financiële kader gepresenteerd. Ik heb over dat Zalmkader een aantal vragen aan minister Zalm van Financiën.

Gisteravond is hij voor het eerst wat nadrukkelijker gaan praten over mogelijke oplossingsrichtingen. Politiek is kiezen, zo zegt hij. Als wij iets extra willen uitgeven aan onderwijs, zorg en veiligheid, dan zullen wij bijvoorbeeld moeten bezuinigen. Zit daar nou niet heel direct de systeemfout in het financieel kader? Is die niet zichtbaar geworden door die opmerking van de minister van Financiën? Aan de inkomstenkant is er om en nabij 10 mld. gulden aan meevallers die niet mogen worden gebruikt voor investeren. Moet je bezuinigen om vervolgens die investeringen te realiseren?

Minister Zalm:

Voorzitter! Het is goed gebruik dat wij in de hele cyclus ergens in april/mei/juni met de Voorjaarsnota komen en dat wij op de derde dinsdag in september met de Miljoenennota komen. Dan zal blijken hoe de bijstellingen van de begroting 2001 er uitzien en hoe wij de begroting 2002 denken te maken. In de afgelopen zeven jaar hebben wij binnen het door de regering gehanteerde begrotingssysteem elk jaar geld kunnen vinden voor nieuwe prioriteiten. Dit is mogelijk geweest door bezuinigingen of meevallers. Zo kunnen bijvoorbeeld de rente-uitgaven lager uitvallen of kunnen bepaalde uitgaven minder nodig zijn dan eerst werd gedacht. Bij het opstellen van de begroting passeren dit soort zaken de revue. Er is dus geen sprake van systeemfouten, zoals de heer Rosenmöller stelt. Daarvan is de regering de laatste zeven jaar niets gebleken. Het zou mij verbazen als dat het achtste jaar wel het geval was.

De heer Rosenmöller (GroenLinks):

Er is dus geen sprake van een systeemfout als je om en nabij 10 mld. gulden aan inkomstenmeevallers niet mag gebruiken voor investeringen in maatschappelijke noden – waar tegenwoordig veel over gesproken wordt – terwijl aan de uitgavenkant van de begroting bezuinigd moet worden om deze investeringen te financieren? Dat vindt u politiek wenselijk?

Minister Zalm:

Dankzij de inkomstenmeevallers van de afgelopen jaren, waardoor wij inmiddels met overschotten in plaats van tekorten werken, hebben wij 3 à 4 mld. gulden aan rentebetalingen niet hoeven doen. De ontstane ruimte hebben wij aangewend voor zorg, onderwijs, veiligheid, etc. Wij hebben zo kunnen profiteren van de structurele rentebesparing, waarvoor interessantere uitgaven in de plaats zijn gesteld.

De heer Rosenmöller (GroenLinks):

Voorzitter! Het is duidelijk dat de minister van Financiën in ieder geval niet van zins is om inkomstenmeevallers in te zetten voor uitgaven. Hij heeft wel de optie opengehouden om na te gaan of er eventueel via bezuinigingen iets extra gedaan kan worden. Ziet hij ook een mogelijkheid in het fiscaliseren van uitgaven, zodat ruimte wordt geschapen voor investeringen?

Minister Zalm:

Voorzitter! Het zal de heer Rosenmöller niet verbazen dat ik niet de behoefte heb om inkomsten en uitgaven te vermengen. Ik ben blij dat ook hij inziet dat er door aflossing van de staatsschuld en de rentebesparingen die daarvan het gevolg zijn, ruimte ontstaat. Ik heb geen behoefte aan het verzinnen van pure kunstjes om zaken die nu aan de uitgavenkant staan met materieel dezelfde inhoud naar de lastenkant over te hevelen. Dat lijkt mij geen goede oplossing.

De heer Rosenmöller (GroenLinks):

Voorzitter! Ik kan het niet nalaten, te zeggen dat de minister van Financiën een karikatuur maakt van wat ik zeg. Er zijn drie mogelijkheden: lastenverlichting, staatsschuld en investeren. Wij zijn van mening dat de tijd van lastenverlichting voorbij is. Daaraan is al veel te veel gedaan. Er ontstaat daardoor gebrek aan middelen voor investeringen. De minister heeft dus geen behoefte aan de door mij genoemde way out.

Er wordt reikhalzend uitgekeken naar de definitieve cijfers van het Centraal planbureau, die al eerder zijn uitgelekt. Kan de minister bevestigen dat het CPB vandaag cijfers aan het kabinet heeft doen toekomen en dat er wordt uitgegaan van 3% groei in 2001 en 2,75% in 2002? Wat betekent dit zowel voor de inkomstenkant als de uitgavenkant van de begroting, gerelateerd aan de verwachte meevallers voor beide jaren? Wil de minister ons die gegevens doen toekomen?

Minister Zalm:

Voorzitter! Op weg hiernaartoe werd mij meegedeeld dat ik kon bevestigen dat die cijfers binnen zijn gekomen. Ik kan ook bevestigen – het CPB heeft dat inmiddels via een persbericht ook al gedaan – dat de groeiraming voor dit jaar door het CPB is gesteld op 3% en voor het komend jaar op 2,75%. Wij gaan na wat dit allemaal precies betekent. Ik roep wel in herinnering dat de groeiraming die ten grondslag lag aan de begroting die in september is gepresenteerd voor 2001, 4% was en geen 3%. Verwacht mag worden dat er op basis van die prognose sprake zal zijn van een beperktere meevaller in de belastingopbrengsten en de premieontvangsten.

De heer Rosenmöller (GroenLinks):

Voorzitter! Mag ik afronden met het stellen van een vraag aan twee collega's?

De voorzitter:

Aan één.

De heer Rosenmöller (GroenLinks):

Wie het eerst komt, het eerst maalt.

Op het moment dat de heer Dijkstal de Zalmnorm gaat vervangen door de Kok/Bolkestein-norm is er natuurlijk echt iets aan de hand met de Zalmnorm. Hij wil niet tornen aan de Kok/Bolkestein-norm. Die politieke norm is in zijn ogen belangrijker dan de maatschappelijke norm van het oplossen van knelpunten in onderwijs, zorg en veiligheid. Kan hij bevestigen dat degene die af wil van de afspraak die in het regeerakkoord is neergelegd ook van dit kabinet af wil?

De voorzitter:

Wil de heer Dijkstal die vraag beantwoorden?

De heer Dijkstal (VVD):

Voorzitter! Ik ben wat slordig geweest. Ik had het over de Bolkestein/Kok-norm, maar volgens mij traden in 1994 Bolkestein en Wallage op als onderhandelaars en waren het in 1998 Bolkestein en Melkert. Ik geloof wel dat de heer Kok de financiële afspraken die in het regeerakkoord staan voor zijn rekening heeft genomen. Die normen zijn niet belangrijker dan andere normen. Ook in het kader van de maatschappelijke ontwikkelingen liggen er knelpunten die aandacht behoeven. Ik ben er wel van overtuigd dat de financiële afspraken uit het regeerakkoord zeer dienstig zijn geweest voor het oplossen van knelpunten volgens de sociale normen die wij aanleggen. Mede dankzij die financiële discipline zijn wij erin geslaagd om de werkloosheid, die in 1994 zeer hoog was, te bestrijden. Ik ben niet bereid om die normen los te laten en later de prijs daarvoor te betalen, te weten een groot sociaal onrecht, bijvoorbeeld uitgedrukt in termen van werkloosheid. Daarom is het van het grootste belang dat wij vasthouden aan die discipline.

De heer Balkenende (CDA):

Gisteravond hebben de minister van Financiën en de fractieleider van de VVD heldere woorden gesproken over het financiële kader. Er valt niet te tornen aan een strikt schot tussen inkomsten en uitgaven. Mijn vraag sluit aan bij wat de heer Rosenmöller net heeft gezegd. Wij krijgen nog het debat over de bevindingen van de commissie-Van Rijn. Er wordt gesproken over de arbeidsvoorwaarden in de collectieve sector. Nu heeft de minister vorig jaar vriend en vijand een beetje verrast door te zeggen dat niemand tot het onmogelijke gehouden is. Hij heeft toen gezegd dat het uitgavenkader in het geval van loonkostenproblematiek overschreden zou kunnen worden en dat de inkomstenmeevallers daarvoor als dekking gebruikt kunnen worden. Daar zat een zekere ruimte in. Houdt de minister onverkort vast aan de scheiding tussen inkomsten en uitgaven? Houdt hij ook vast aan het vaste uitgavenkader? Bij soliditeit gaat het ook om dat vaste uitgavenkader.

Minister Zalm:

Ik heb er de vorige keer juist voor gepleit dat er geen verandering van spelregels moet komen. Als je geen doelpunt kunt maken, ga je niet de palen verzetten. Dan moet je gewoon constateren dat je geen doelpunten kunt maken. Dat brengt mij op de opmerking dat je tot het onmogelijke niet gehouden bent. De keeper die in het doel staat, laat soms een bal door. Ik ben niet van plan om doelpunten te laten maken. Ik ben van plan om alle ballen eruit te houden, maar tot het onmogelijke is niemand gehouden en dat geldt voor iedere keeper. Ik zie echter geen noodsituatie ontstaan, waardoor onmogelijke toestanden optreden. Ik denk dat wij met de bestaande spelregels heel goed uit de voeten kunnen en dat het van belang is om de spelregels ook in het laatste jaar van Paars II te hanteren.

De heer Balkenende (CDA):

De minister heeft gezegd dat hij vasthoudt aan het vaste uitgavenkader. Misschien mag ik daaraan een vraag aan de heer Melkert koppelen. Hij heeft regelmatig buiten de Kamer gezegd dat het Zalmkader niet onaantastbaar is. Ik zou graag ook binnen deze Kamer van de heer Melkert horen of hij onverkort vasthoudt aan dat standpunt.

De voorzitter:

Het was eigenlijk geen vraag aan de minister, maar ik geef de minister nog wel het woord.

Minister Zalm:

Een vast uitgavenkader staat op meer dan één plek in het regeerakkoord vermeld en ik houd daaraan vast.

De voorzitter:

Wil de heer Melkert ingaan op de vraag van de heer Balkenende?

De heer Melkert (PvdA):

Ik ben even standvastig als de minister van Financiën.

Naar boven