Vragen van het lid De Haan aan de minister van Financiën, over gerezen complicaties inzake de introductie van de euro.

De heer De Haan (CDA):

Voorzitter! De Nederlandse verzekeraars hebben geweigerd de kasvoorraden van winkeliers die zich buiten de kluizen bevinden te verzekeren. In de weken voorafgaande en direct na 1 januari a.s. zijn met name door de voorraden muntgeld de kluizen van winkelbedrijven te klein. Afhankelijk van het type handel kunnen de kasvoorraden immers vijf- tot twintigmaal zo hoog zijn als normaal. Ik wil de minister dan ook de volgende vragen stellen.

Is de minister het met de Raad voor de detailhandel eens dat hierdoor de financiële maar ook de persoonlijke veiligheid van ondernemers en werknemers in gevaar kunnen komen? Zo ja, is hij wat betreft de persoonlijke veiligheid bereid met zijn collega van Binnenlandse Zaken overleg te plegen om te komen tot garanties voor de veiligheid van de ondernemers en de werknemers? Wanneer kan de Kamer het resultaat van een dergelijk overleg tegemoet zien? Liefst zo snel mogelijk, want de onrust in het land groeit en dat is niet goed voor de introductie van de euro.

Het Verbond van verzekeraars stelt dat zonder wijziging van de verzekeringsvoorwaarden in alle gevallen sprake is van een ontoereikende verzekerde waarde. Dat betekent dat of de kasvoorraden niet te verzekeren zijn, of dat er een extra hoge premie moet worden betaald. In het eerste geval zitten de winkeliers met een onverzekerbaar risico, dus met de gebakken peren, maar daarom hebben zij niet gevraagd en ze zijn er ook niet verantwoordelijk voor. In het tweede geval worden zij geconfronteerd met nog meer kosten die verbonden zijn aan de gekozen manier van omwis- seling van guldens in euro's, terwijl al nodeloos veel kosten bij de detailhandel liggen en te weinig bij de bankiers.

De voorzitter:

En uw twee minuten zijn al om!

De heer De Haan (CDA):

Ik vraag de minister dan nog of hij tegemoet wil komen in de extra kosten die verband houden met het onverzekerbaar zijn van de kasvoorraden en of het hem bekend is dat door alle problemen sommige winkeliers overwegen om hun zaken na 1 januari a.s. enige tijd te sluiten.

Minister Zalm:

Voorzitter! Ik heb het genoegen gehad gisteren op mijn ministerie vertegenwoordigers van het Platform detailhandel te ontvangen. Zoals bekend is tot nu toe de strategie geweest dat aangetoond zal worden dat het scenario voor de introductie van de euro niet kan en dat wij de big bang moeten hebben, respectievelijk dat er frontloading van biljetten moet komen wil Nederland niet in absolute chaos eindigen. Daar zijn alle activiteiten van het platform tot nu toe op gericht en daarbij past ook een brief aan het Verbond van verzekeraars met de vraag "als wij nu twintig keer de normale hoeveelheid kasgeld hebben en wij kunnen dat niet in de kluis doen, wilt u dat dan nog verzekeren?". Het overleg van gisteren is heel zinvol geweest, want wij zijn tot de conclusie gekomen dat het beter is om nu geen chaos- en angstverhalen in omloop te blijven brengen, maar om gezamenlijk te kijken naar wat er praktisch kan gebeuren om een en ander zo ordelijk mogelijk te laten verlopen. Dat is in het belang van de consument en van de winkelier en uiteraard ook van regering en parlement.

Enkele zaken zijn daarbij heel belangrijk. In de eerste plaats zijn dat de openingstijden en -dagen van de banken. Samen met de president van De Nederlandsche Bank zal ik daarover een gesprek voeren met het bankwezen om ervoor te zorgen dat zo flexibel mogelijk wordt ingespeeld op de behoefte aan ruimere openingstijden van banken. In de tweede plaats gaat het om de mate waarin het publiek al kan beschikken over euromunten, want die zijn in termen van kluizen natuurlijk het belangrijkste probleem. Naarmate het publiek al beter bevoorraad is, wordt dat kluizenprobleem ook kleiner, want die bankbiljetten gaan er echt wel in. Daarnaast zal ik overleg voeren met verzekeraars als daar nog een resterend probleem zou liggen. In de media hebt u al kunnen horen dat de woordvoerder van het Verbond van verzekeraars al enige relativerende kanttekeningen heeft geplaatst bij de sommen die het platform heeft gepresenteerd. Daar speelt in het bijzonder dat door elkaar worden gehaald wisselgeld en kasgeld. Wisselgeld is niet hetzelfde als kasgeld. De wisselgeldbehoefte is inderdaad een veelvoud van wat die voorheen was. Kasgeld is wat je aan het eind van de dag in huis hebt en de vraag is of je het aan het eind van de dag ergens kwijt kunt. Overigens is het uniek dat iedere detailhandelaar in Nederland in januari desgewenst dagelijks het muntgeld kan laten afhalen en het nieuwe muntgeld kan laten brengen. Dit biedt een oplossing voor de noodzaak om grote chartale muntbedragen in huis te hebben.

De afspraak is dat wij zullen proberen dit constructief te regelen op een zodanige wijze dat de problemen van het winkelbedrijf zo gering mogelijk zullen zijn. Het publiek zal in een voorlichtingscampagne worden aangemoedigd om direct vanaf de eerste dag met euro's en gepast te betalen om andersoortige problemen te voorkomen.

Er is een speciale ploeg van ministers ingesteld die zich met het veiligheidsvraagstuk zal bezighouden. Daarnaast heeft de Raad van hoofdcommissarissen een landelijk coördinator aangewezen. De veiligheidsplannen zullen in de komende tijd per regio verder worden uitgewerkt om ervoor te zorgen dat de persoonlijke veiligheid van winkeliers, consumenten en bankpersoneel zo goed mogelijk is gegarandeerd.

Ik zal de Kamer zoals gebruikelijk frequent op de hoogte stellen van onze wederwaardigheden. Ik meen dat de bijeenkomst van gisteren waarin wij hebben afgesproken dat wij er echt iets van zullen maken aan de hand van het scenario dat voorligt, heel constructief is geweest en daarom hoop ik dat wij een stap verder kunnen zetten uit de chaos en de paniekverhalen.

De heer De Haan (CDA):

Voorzitter! Ik dank de minister voor zijn actieve houding en zijn poging om een oplossing te vinden.

Welke oplossing ziet hij als de winkeliers onverhoopt toch met onverzekerbare risico's worden geconfronteerd? Alle risico's kunnen worden verzekerd, maar dan wel tegen een zeer hoge premie. Wie draait er voor die extra kosten op? Dit is een proces waarom geen enkele winkelier heeft gevraagd. Hij ziet zich gesteld voor externe kosten die hem worden opgelegd door de maatschappij. Wij allen zijn daarvoor verantwoordelijk en dit betekent dat de kosten door de overheid moeten worden vergoed.

Kan de minister ons de garantie geven dat de bankiers hun kantoren op 1 januari openstellen? Zo niet, dan voorzie ik voor de winkeliers, maar ook voor de consumenten, een groot probleem.

Minister Zalm:

De eerste twee vragen zijn "wat-als"-vragen en de beantwoording daarvan kan worden opgevat als een politiek signaal. Ik ben de heer Rosenmöller nooit zo dankbaar geweest als die keer dat hij mij hierop wees. Ik heb er alle vertrouwen in dat wij oplossingen weten te vinden waardoor de twee casusposities die de heer De Haan schetst, zich niet zullen voordoen.

In de economische orde die Nederland kent, kan ik geen garantie geven dat de banken hun kantoren op 1 januari zullen openstellen. Ik kan wel de garantie geven dat ik samen met de president van De Nederlandsche Bank met de top van het Nederlandse bankwezen hierover zal spreken om ervoor te zorgen dat tegen die tijd in ieder geval alle geldautomaten goed en permanent worden gevuld en dat de openingstijden van de banken in deze periode flexibel zijn. Voor zo'n grote operatie hebben wij de medewerking van iedereen nodig en zeker ook van het Nederlandse bankwezen. Ik heb er vertrouwen in dat het Nederlandse bankwezen zich bewust is van de maatschappelijke rol die het vervult en dat het zal meewerken.

Naar boven