7 Stemmingen

Aan de orde is de stemming over het wetsvoorstel Wijziging van de Monumentenwet 1988 en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in verband met de modernisering van de monumentenzorg (32433),

en over:

  • - de motie-Meindertsma c.s. over normen waar cultuurhistorisch en bouwhistorisch onderzoek aan moet voldoen (32433, letter E);

  • - de motie-Slager c.s. over historisch waardevolle interieurs van rijksmonumenten (32433, letter F).

(Zie vergadering van 24 mei 2011.)

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Meindertsma.

Mevrouw Meindertsma (PvdA):

Voorzitter. Bij de behandeling van dit wetsvoorstel vorige week hebben wij gevraagd om normen op te stellen waaraan cultuurhistorisch en bouwhistorisch onderzoek zou moeten voldoen en deze waar mogelijk te verankeren in juridische en financiële regelingen.

De discussie aan het eind van het debat de vorige week ging over de vraag op welke wijze deze juridische verankering zou moeten plaatsvinden. Daarover heeft de minister een brief geschreven, gedateerd 27 mei 2011, waarin hij aangeeft dat hij, zoals in het debat toegezegd, met alle betrokken partijen normen wil gaan ontwikkelen waaraan cultuurhistorisch onderzoek moet voldoen, en dat deze normen zowel in de advisering over vergunningverlening als bij de subsidieverlening door het Rijk zullen worden toegepast. In lijn met de geest van mijn aangehouden motie wil hij de normen een zodanige plaats in het bestel geven dat deze het meest effectief zijn. Daarnaast wordt gemonitord op welke wijze gemeenten omgaan met de cultuurhistorie in bestemmingsplannen na het opnemen van de cultuurhistorie in het Besluit ruimtelijke ordening. De beide Kamers zullen worden geïnformeerd over de normen en over de wijze waarop deze in het bestel zullen functioneren. Wij zijn verheugd met deze uitleg van de staatssecretaris over de inhoud van onze motie (32433, letter E) en wij kunnen op grond daarvan instemmen met het wetsvoorstel. Wij trekken de aangehouden motie in als overbodig.

De voorzitter:

Aangezien de motie-Meindertsma c.s. (32433, letter E) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van behandeling meer uit.

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.

De heer Slager (SP):

Voorzitter. De SP-fractie zal tegen dit wetsvoorstel stemmen, hoewel wij daarover lang hebben geaarzeld. Wat de doorslag gaf om tegen te stemmen, lag niet in de weigering van de staatssecretaris om een meldplicht in te voeren voor verbouwingen in de monumenten, waar wij overigens wel voor zijn. Nee, wat de doorslag gaf, was de houding van de staatssecretaris verleden week tegenover ons verzoek om een plan te maken om de interieurs van de rijksmonumenten in elk geval in kaart te brengen. Zoals men weet, is 80% van de interieurs van monumenten nog niet in kaart gebracht. Hoewel Nederland dat volgens de ondertekende internationale verdragen eigenlijk verplicht is en er op lokaal niveau door gemeenten als Amsterdam in samenwerking met de erfgoedorganisaties de laatste tijd op dit terrein interessante inventarisaties zijn en worden uitgevoerd, weigerde de staatssecretaris een plan van aanpak te maken, want, zo zei hij, dat is te moeilijk. Dat vinden wij een onaanvaardbaar argument, want zowel gemeenten als erfgoedinstellingen willen meteen meedoen. Daarom zal ik ook mijn motie handhaven, in de hoop dat mijn collega-senatoren het met mij eens zijn dat niets te moeilijk is, en zeker dit plan tot inventarisatie niet. Niets is te moeilijk, als je het maar wilt.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de VVD, de PvdA, de ChristenUnie, de SGP, D66, de OSF en de Fractie-Yildirim voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks en de PvdD ertegen, zodat het is aangenomen.

In stemming komt de motie-Slager c.s. (32433, letter F).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de ChristenUnie, GroenLinks, de SGP, de PvdD, de OSF en de Fractie-Yildirim voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de VVD, de PvdA en D66 ertegen, zodat zij is verworpen.

Naar boven