32 433 Wijziging van de Monumentenwet 1988 en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in verband met de modernisering van de monumentenzorg

E MOTIE VAN HET LID MEINDERTSMA C.S.

Voorgesteld 24 mei 2011

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat bescherming van cultuurhistorisch erfgoed en natuurschoon van groot belang is voor een duurzame ruimtelijke en economische ontwikkeling,

overwegende, dat monumentenzorg onderdeel uit gaat maken van gebiedsontwikkeling en ingebed gaat worden in het ruimtelijk ordeningssysteem,

overwegende, dat het van belang is dat in structuurvisies en bestemmingsplannen duidelijk gemaakt wordt wat vanuit het perspectief van cultuurhistorisch erfgoed te beschermen waarden zijn,

overwegende, dat op grond van AEF onderzoek blijkt dat gemeenten in een groot aantal gevallen niet de deskundigheid hebben en soms de moeite niet nemen om in structuurvisies en bestemmingsplannen vast te leggen welke cultuurhistorische waarden beschermd moeten worden,

verzoekt de regering met andere overheden, veldpartijen en deskundigen op het gebied van cultuurhistorie en bouwhistorie, normen op te stellen waar cultuurhistorisch en bouwhistorisch onderzoek aan moet voldoen.

vraagt de regering tevens die normen waar mogelijk te verankeren in juridische en financiële regelingen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Meindertsma

De Boer

Slager

Thissen

Tan

Naar boven