Tweede Kamer der Staten-Generaal

36 560 IV Jaarverslag en slotwet Koninkrijksrelaties en het BES-fonds 2023

Nr. 1 JAARVERSLAG KONINKRIJKSRELATIES EN HET BES-FONDS

Ontvangen 15 mei 2024

Vergaderjaar 2023–2024

GEREALISEERDE UITGAVEN EN ONTVANGSTEN

Koninkrijksrelaties

Figuur 1 Gerealiseerde uitgaven verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (x €1 mln.). Totaal €. 155.913.000,-

Figuur 2 Gerealiseerde ontvangsten verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (x €1 mln.). Totaal € 88.686.000,-

BES-fonds

Figuur 3 Gerealiseerde uitgaven verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (x €1 mln.). Totaal € 87.850.000,-

Figuur 4 Gerealiseerde ontvangsten verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (x €1 mln.). Totaal € 87.850.000,-

A. ALGEMEEN

1 1. Aanbieding van het jaarverslag en verzoek tot dechargeverlening

AAN de voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer van de Staten-Generaal.

Hierbij bied ik het jaarverslag met betrekking tot de begroting van Koninkrijksrelaties (IV) over het jaar 2023 aan, alsmede het jaarverslag met betrekking tot de begroting van het BES-fonds (H) over het jaar 2023.

Onder verwijzing naar de artikelen 2.37 en 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verzoek ik de beide Kamers van de Staten-Generaal de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties decharge te verlenen over het in het jaar 2023 gevoerde financiële beheer.

Voor de oordeelsvorming van de Staten-Generaal over dit verzoek tot dechargeverlening stelt de Algemene Rekenkamer als externe controleur op grond van artikel 7.14 van de Comptabiliteitswet 2016 een rapport op. Dit rapport wordt op grond van artikel 7.15 van de Comptabiliteitswet 2016 door de Algemene Rekenkamer aan de Staten-Generaal aangeboden. Het rapport bevat de bevindingen en het oordeel van de Algemene Rekenkamer over:

  • 1. het gevoerde begrotingsbeheer, financieel beheer, materiële bedrijfsvoering en de daartoe bijgehouden administraties van het Rijk;

  • 2. de centrale administratie van de schatkist van het Rijk van het Ministerie van Financiën;

  • 3. de financiële verantwoordingsinformatie in de jaarverslagen;

  • 4. de totstandkoming van de niet-financiële verantwoordingsinformatie in de jaarverslagen;

  • 5. de financiële verantwoordingsinformatie in het Financieel jaarverslag van het Rijk.

Bij het besluit tot dechargeverlening worden verder de volgende, wettelijk voorgeschreven, stukken betrokken:

  • 1. het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2023;

  • 2. het voorstel van de slotwet dat met het onderhavige jaarverslag samenhangt;

  • 3. het rapport van de Algemene Rekenkamer over het onderzoek van de centrale administratie van de schatkist van het Rijk en van het Financieel jaarverslag van het Rijk;

  • 4. de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer over de in het Financieel jaarverslag van het Rijk, over 2023 opgenomen rekening van uitgaven en ontvangsten over 2023, alsmede over de saldibalans over 2023 (de verklaring van goedkeuring, bedoeld in artikel 7.14, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016).

Het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen, voordat de betrokken slotwet is aangenomen en voordat de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer is ontvangen.

Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,H.M.de Jonge

Dechargeverlening door de Tweede Kamer

Onder verwijzing naar artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verklaart de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal dat de Tweede Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van de Tweede Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 2.40, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2016 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, ter behandeling doorgezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

Dechargeverlening door de Eerste Kamer

Onder verwijzing naar artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verklaart de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal dat de Eerste Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van de Eerste Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, doorgezonden aan de Minister van Financiën.

2. Leeswijzer

Algemeen

Voor u ligt het jaarverslag 2023 van Koninkrijksrelaties en het BES-fonds. Dit betreft een niet-departementale begroting.

Het jaarverslag van het BES-fonds maakt onderdeel uit van de financiële verantwoording van het Rijk, maar heeft daarbinnen een bijzonder karakter. Het jaarverslag van het BES-fonds kent in tegenstelling tot een departementaal jaarverslag slechts één beleidsartikel: het BES-fonds. Het beleid dat wordt gevoerd ter realisatie van de algemene beleidsdoelstelling is direct verbonden met dit ene beleidsartikel. De apparaatsuitgaven/-ontvangsten voor de uitvoering van het BES-fonds zijn opgenomen in de apparaatskosten van begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).

Het jaarverslag 2023 is als volgt opgebouwd:

A. Een algemeen deel met de dechargeverlening;B. Het beleidsverslag 2023 Koninkrijksrelaties met de beleidsprioriteiten, de (niet-)beleidsartikelen en de bedrijfsvoeringsparagraaf;B. Het beleidsverslag 2023 BES-fonds met de beleidsprioriteiten, het beleidsartikel en de bedrijfsvoeringsparagraaf;C. De jaarrekening Koninkrijksrelaties 2023;C. De jaarrekening BES-fonds 2023;D. De bijlagen.

Grondslagen voor de vastlegging en de waardering

De verslaggevingsregels en waarderingsgrondslagen die van toepassing zijn op de in dit jaarverslag opgenomen financiële overzichten zijn ontleend aan de Comptabiliteitswet 2016 en de daaruit voortvloeiende regelgeving, waaronder de Regeling rijksbegrotingsvoorschriften 2024. Voor de begrotingsadministratie wordt het verplichtingen-kasstelsel toegepast.

Groeiparagraaf

Sinds de ontwerpbegroting 2021 wordt op verzoek van de afdeling Advisering van de Raad van State (RvS) en het Interdepartementale beleidsonderzoek Koninkrijksrelaties het jaarlijkse overzicht van rijksuitgaven Caribisch Nederland (bijlage 3) opgenomen. Dit overzicht vergroot het inzicht in de totale rijksuitgaven aan Caribisch Nederland.

Focusonderwerp

De Tweede Kamer heeft voor de verantwoording over 2023 Resultaatbereik in relatie tot onderuitputting. Hiertoe is als bijlage in dit jaarverslag een tabel met toelichting over de onderuitputting per artikel opgenomen.

Het beleidsverslag

Het beleidsverslag bestaat uit de beleidsprioriteiten, de (niet-)beleidsartikelen en de bedrijfsvoeringsparagraaf.

Beleidsprioriteiten

In de paragraaf «Beleidsprioriteiten» wordt verslag gedaan van de beleidsprioriteiten die zijn opgenomen in de begroting 2023. Zoals gebruikelijk is ook dit jaar een tabel opgenomen met daarin de realisatie van de beleidsdoorlichtingen.

Openbaarheidsparagraaf

Voor de openbaarheidsparagraaf van hoofdstuk 4 wordt verwezen naar het jaarverslag van het begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).

Beleidsartikelen

In de paragraaf «Beleidsartikelen» wordt meer in detail ingegaan op de verantwoording over de verschillende onderwerpen. De paragraaf kent per beleidsartikel de volgende opzet:

  • A. Algemene doelstelling;

  • B. Rol en verantwoordelijkheid;

  • C. Beleidsconclusies;

  • D. Tabel Budgettaire gevolgen van beleid;

  • E. Toelichting op de financiële instrumenten.

De paragraaf «Niet-beleidsartikelen» kent een andere indeling, te weten:

  • A. Tabel Budgettaire gevolgen;

  • B. Toelichting op de financiële instrumenten.

Algemene doelstelling en rol en verantwoordelijkheid

Conform de Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) 2024 zijn voor de onderdelen «Algemene doelstelling» en «Rol en verantwoordelijkheid» in de beleidsartikelen de teksten uit de vastgestelde begroting 2023 als basis gebruikt.

Toelichting op financiële instrumenten

In de toelichting op de financiële instrumenten wordt aangegeven waarvoor de financiële overdracht in het begrotingsjaar is aangewend. Verschillen tussen de budgettaire raming en de realisatie in het verslagjaar worden toegelicht, hierbij wordt indien van toepassing verwezen naar de eerste, tweede suppletoire en incidentele begrotingswetten of de slotwet.

De beleidsmatige verschillen en technische verschillen, die groter dan of gelijk zijn aan de ondergrens zoals deze in de Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) 2024 zijn opgenomen, worden toegelicht. In het kader van transparantie of anderszins kan het voorkomen dat verschillen beneden deze ondergrenzen ook worden toegelicht.

Tabel 1 Overzicht ondergrens beleidsmatige en technische verschillen (stand ontwerpbegroting 2023)

Begrotingsartikel

Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)

Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)

1. Versterken rechtsstaat

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln. Ontvangsten: 2 mln.

4. Bevorderen sociaaleconomische structuur

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln. Ontvangsten: 2 mln.

5. Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 10 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 20 mln.

8. Wederopbouw Bovenwindse Eilanden

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln.

6. Apparaat

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln.

7. Nog onverdeeld

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln.

1. BES-fonds

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln. Ontvangsten: 4 mln.

Bedrijfsvoeringsparagraaf

Het jaarverslag Koninkrijksrelaties 2023 bevat ook een bedrijfsvoeringparagraaf. Hierin wordt verslag gedaan over specifieke punten van de bedrijfsvoering voor Koninkrijksrelaties (IV). Voor het verslag over de bedrijfsvoering in algemene zin wordt verwezen naar het jaarverslag van het begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).

De jaarrekening 2023

In de jaarrekening treft u de verantwoordingsstaat voor de begroting van Koninkrijksrelaties en de saldibalans met toelichting aan. De slotwet wordt als een apart Kamerstuk gepubliceerd.

Wet Normering Topinkomens (WNT) verantwoording

De WNT-verantwoording van Koninkrijksrelaties is opgenomen in het jaarverslag van het begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).

Externe inhuur

De externe inhuur van Koninkrijksrelaties wordt verantwoord in het overzicht inhuur externen in het jaarverslag van het begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).

De bijlagen

In het jaarverslag Koninkrijksrelaties en het BES-fonds (IV) zijn de volgende bijlagen opgenomen:

  • Afgeronde evaluatie- en overig onderzoek;

  • Moties en toezeggingen;

  • Overzicht Rijksuitgaven Caribisch Nederland;

  • Focusonderwerp onderuitputting.

Het jaarverslag BES-fonds 2023

Beleidsprioriteiten

In de paragraaf «Beleidsprioriteiten» wordt verslag gedaan van de beleidsprioriteiten die zijn opgenomen in de begroting 2023.

Beleidsartikel

In de paragraaf «Beleidsartikel» wordt meer in detail ingegaan op de verantwoording over de verschillende onderwerpen. De paragraaf kent de volgende opzet:

  • A. Algemene doelstelling;

  • B. Rol en verantwoordelijkheid;

  • C. Beleidsconclusies;

  • D. Tabel Budgettaire gevolgen van beleid;

  • E. Toelichting op de financiële instrumenten.

Algemene doelstelling en rol en verantwoordelijkheid

Conform de Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) 2024 zijn voor de onderdelen «Algemene doelstelling» en «Rol en verantwoordelijkheid» in de beleidsartikelen de teksten uit de vastgestelde begroting 2023 als basis gebruikt.

Bedrijfsvoeringsparagraaf

Het jaarverslag BES-fonds 2023 bevat ook een bedrijfsvoeringsparagraaf. Hierin wordt verslag gedaan over specifieke punten van de bedrijfsvoering voor het BES-fonds (H). Voor het verslag over de bedrijfsvoering in algemene zin wordt verwezen naar het jaarverslag van het begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).

De jaarrekening 2023

In de jaarrekening treft u de verantwoordingsstaat voor de begroting van het BES-fonds en de saldibalans met toelichting. De slotwet wordt als een apart Kamerstuk gepubliceerd.

B. BELEIDSVERSLAG KONINKRIJKSRELATIES

3. Beleidsprioriteiten

Een betere toekomst voor het hele Koninkrijk

In het Koninkrijk delen we een verleden én een toekomst. Op voet van gelijkwaardigheid, wederkerigheid en wederzijds vertrouwen blijft Nederland zich inspannen voor een betere, hoopvolle toekomst voor het gehele Koninkrijk.

Ondanks de demissionaire status heeft het kabinet zich in 2023 ingezet om Caribisch Nederland een gelijkwaardig deel van Nederland te laten zijn. Bonaire, Sint Eustatius en Saba hebben te maken met de nodige uitdagingen. Diepgewortelde armoede onder de inwoners is een grote bron van zorg. In 2023 zijn belangrijke stappen gezet om de verschillen in (sociale) voorzieningen met Europees Nederland te verkleinen. Naast de inzet van financiële middelen heeft de Commissie Sociaal Minimum Caribisch Nederland onderzocht wat nodig is om rond te komen op de eilanden van Caribisch Nederland. Om de levenstandaard van de eigen inwoners te verhogen, kunnen en moeten de overheden in Nederland en Caribisch Nederland beter presteren. Zo zijn in 2023 bestuurlijke afspraken gemaakt met de nieuwe bestuurscolleges.

In 2023 was de inzet ook gericht op de drie autonome Landen. Onderdeel van de inzet van het kabinet is om de samenwerking met en tussen de drie Landen op de langere termijn te bevorderen en in gezamenlijk overleg tot een nadere invulling te komen van de verantwoordelijkheden van de landen afzonderlijk en het Koninkrijk als geheel. Uitgangspunt blijft uiteraard dat de drie landen staatkundig autonoom zijn en een eigen verantwoordelijkheid hebben. In lijn met het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden kunnen de landen rekenen op hulp en bijstand, wanneer daarom verzocht wordt en passend is binnen de kaders van gemaakte afspraken. Tijdens het vierlandenoverleg op Sint Maarten is besloten de thematiek van de motie-Van Raak onderwerp te maken van de volgende te organiseren Koninkrijksconferentie. De motie-Van Raak verzoekt de regeringen van Aruba, Curaçao, Sint-Maarten en Nederland in een gezamenlijk overleg tot een nadere invulling te komen van de verantwoordelijkheden van de landen afzonderlijk en van het Koninkrijk als geheel, en de parlementen daarover te informeren.

Caribisch Nederland (CN)

CN-enveloppe van € 30 mln.

Het verbeteren van de bestaanszekerheid en verminderen van de armoede in Caribisch Nederland is een belangrijk thema voor dit kabinet. In 2023 heeft het kabinet deze ambities nader vertaald in gerichte en concrete afspraken met de nieuwe bestuurscolleges. In november 2023 zijn met Saba en Sint Eustatius meerjarige bestuurlijke afspraken gemaakt door middel van de Saba Package en St. Eustatius Agreement. Met het nieuwe bestuurscollege op Bonaire zijn afspraken gemaakt die in 2024 moeten leiden tot het ondertekenen van meerjarige bestuurlijke afspraken. Bij de hiervoor genoemde afspraken zijn ook de structurele middelen die in het coalitieakkoord ter beschikking zijn gekomen, te weten jaarlijks € 30 mln., aangewend. Hierbij is afgesproken dat het deel van de middelen dat ziet op de eilandelijke taken, oplopend tot € 13 mln. structureel, wordt toegevoegd aan de vrije uitkering. Ook zijn afspraken gemaakt om lokaal een programma in het kader van welvaart op te zetten en te ondersteunen. Hierbij wordt onder regie van de openbare lichamen zo veel mogelijk integraal samengewerkt met de lokale en Rijkspartners. Hiermee wordt invulling gegeven aan het uitgangspunt dat wat lokaal kan, ook lokaal gebeurt.

Met de middelen uit de CN-envelop zijn in 2023 ook extra stappen gezet om de inkomens in Caribisch Nederland beter in balans te brengen met de kosten van levensonderhoud. In maart 2023 is de Commissie sociaal minimum Caribisch Nederland ingesteld, met als taak om onderzoek te doen naar wat nodig is om rond te komen op Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Ook heeft de commissie gekeken naar de systematiek van het sociaal minimum. De commissie heeft in oktober 2023 haar rapport uitgebracht. In aanvulling op de middelen uit de CN-envelop, wordt in 2024 volgend jaar nog eens € 30 mln. extra uitgetrokken om de koopkracht te verbeteren van de inwoners van Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

In opdracht van het ministerie van BZK is in 2023 onderzoek gedaan naar de vrije uitkeringen die de drie openbare lichamen ontvangen uit het BES-fonds. Sinds 2015 heeft er geen onderzoek meer plaatsgevonden naar de hoogte van de vrije uitkering van de eilanden in relatie tot de uit te voeren taken. Door het ontbreken van recent onderzoek was er geen helder inzicht in de benodigde eilandelijke middelen en de verhouding van deze middelen tot de eilandelijke taken. Het onderzoek is uitgevoerd door bureau IdeeVersa en is op 9 oktober 2023 aan uw Kamer gestuurd. De uitkomst van het onderzoek is dat de bijdrage uit de CN-envelop een significante bijdrage heeft geleverd aan de hoogte van de vrije uitkering, maar dat dit nog niet voldoende is om de huidige structurele taken te kunnen uitvoeren. IdeeVersa adviseert daarnaast om de vrije uitkering mee te laten groeien met de Rijksuitgaven en de openbare lichamen te compenseren voor demografische ontwikkelingen. Uit het rapport volgt dat de beperkingen rondom lenen in de Wet FinBES, openbare lichamen afhankelijk maken van het Rijk, waarbij er sprake is van onvoldoende afspraken rondom onderhoud en vervanging. De Wet FinBES sluit namelijk het aangaan van leningen door openbare lichamen uit. IdeeVersa geeft daarbij aan dat dit leidt tot kapitaalvernietiging en het niet duurzaam omgaan met kapitaalgoederen. Het is aan een volgend kabinet om te besluiten over de voorstellen en de nadere uitwerking.

Bestuurlijke afspraken bij eilandgerichte aanpak

De staatssecretaris van BZK heeft met Saba en Sint Eustatius de bestuurlijke afspraken van 2022 in november 2023 herijkt en opnieuw getekend (Kamerstukken ll 2022/23, 36 410, nr. 34). Voor Bonaire was het bestuurscollege pas recent aangetreden en zij hebben eerst zelf de tijd genomen om prioriteiten vast te stellen, alvorens er bestuurlijke afspraken gemaakt konden worden. De bestuurlijke afspraken dienen ervoor om de samenwerking tussen de Rijksoverheid en de openbare lichamen te sturen en samen resultaatgericht aan de slag te gaan. Hierin hebben de openbare lichamen zelf de prioriteiten bepaald. Er zijn afspraken gemaakt over belangrijke thema’s zoals versterken bestuur- en uitvoeringskracht, armoede, duurzaamheid en economische diversificatie.

Afsprakenakkoord Sint Eustatius 2024-2027

Het Openbaar Lichaam Sint Eustatius heeft ervoor gekozen om veel van de onderwerpen uit de vorige bestuurlijke afspraken terug te laten komen in het huidige Afsprakenakkoord. Dit omdat de vorige afspraken maar één jaar besloegen en er nog resterende acties openstaan. In deze bestuurlijke afspraken staan vooral economische ontwikkeling, circulariteit met focus op (digitale) infrastructuur, welzijn, en goed bestuur centraal. Dit houdt onder meer in dat er meer sociale huurwoningen worden gebouwd, het cultureel erfgoed nog intensiever wordt beschermd, de versterking van de digitale vaardigheden van de inwoners wordt gestimuleerd, verschillende mogelijkheden voor het uitbreiden van de economie worden onderzocht en er verder wordt gewerkt aan de versterking van de infrastructuur.

Saba Package Agreement 2023 ‒ 2027

Het Openbaar Lichaam Saba heeft vier prioritaire thema’s aangewezen voor de nieuwe iteratie van bestuurlijke afspraken, namelijk: bestaanszekerheid en welzijn, economische en ruimtelijke ontwikkeling, klimaat, natuur en milieu, en goed bestuur. Binnen deze thema’s zijn afspraken gemaakt die bijdragen aan vooruitgang voor de inwoners en voor het eiland, zoals het voortzetten van de ferry tussen Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten, het gezamenlijk wegnemen van barrières die de economische ontwikkeling van het eiland in de weg staan, de verdere digitalisering van de overheidsorganisatie, het opstellen van een Saba-klimaatplan, het opstellen van een ruimtelijke ontwikkelingsplan Saba en het bouwen van betaalbare huur- en koopwoningen. Het Openbaar Lichaam heeft zich ook gecommitteerd aan het uitvoeren van een meerjarig plan voor het verder ontwikkelen en professionaliseren van de eigen ambtelijke organisatie, met meer aandacht voor onder andere leren en ontwikkelen van ambtenaren, het stroomlijnen van interne procedures en meer capaciteit voor het versterken van kernfuncties (waaronder financiën, wetgeving en juridische zaken, personeel en organisatie, bestuursondersteuning).  

Versterken bestuurs- en uitvoeringskracht

In 2023 is er verder gewerkt aan het versterken van de bestuurs- en uitvoeringskracht in Caribisch Nederland. De bestuurskracht betreft de kwaliteit en professionaliteit van politieke gezagdragers en de bestuursorganen (bestuurscollege en eilandsraden) van de openbare lichamen, het samenspel tussen het bestuurscollege en de eilandsraad, en de directe ambtelijke ondersteuning van de gezagdragers. Goed openbaar bestuur met gedegen besluitvormingsprocessen is een randvoorwaarde voor de verdere ontwikkeling van Bonaire, Saba en Sint Eustatius. Het ministerie van BZK heeft ingezet op de versterking hiervan door onder meer het afsluiten van bestuurlijke afspraken met de bestuurders van Bonaire, Saba en Sint Eustatius, het werken aan het wetsvoorstel tot wijziging van de WolBES/FinBES, dat zich thans nog in de consultatiefase bevindt, het ondersteunen van de ontwikkeling van de griffie, het aanbieden van trainingen voor gedeputeerden en eilandsraadsleden, en het opzetten van samenwerkingen tussen Europees Nederlandse gemeenten en openbare lichamen.

De openbare lichamen staan voor een veelvoud aan taken die zij eigenstandig of in samenwerking met ambtelijke organisaties in Den Haag moeten uitvoeren. Dit vraagt een sterk ambtelijk apparaat. Op dit moment is de uitvoeringskracht echter onvoldoende. De inzet van het ministerie van BZK was er in 2023 op gericht om de uitvoeringskracht te versterken, door middel van het opzetten van detacheringen, het organiseren van ondersteuning vanuit Europees Nederlandse gemeenten, uitzending van trainees, het faciliteren van trainingen en opleidingen, en het invullen van de coördinerende functie in Den Haag. Dit is belangrijk omdat alleen op deze manier de openbare lichamen de taken waarvoor zij staan gedegen kunnen uitvoeren; zonder versterking is het niet mogelijk om, ondanks beschikbare middelen, de gewenste projecten, beleid of wetgeving volledig uit te voeren of te implementeren.

Dienstverlening Rijksdienst Caribisch Nederland

Voor 2023 had het kabinet de ambities om vervolgstappen te zetten in de verbetering van de dienstverlening door de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN). Daartoe zijn een kwartiermaker en een Chief Information Officer (CIO) aangesteld. Er is in overleg met verschillende diensten in Caribisch Nederland en in Den Haag een plan van aanpak gemaakt ter verbetering van de dienstverlening. Dit plan is ingediend als werken aan uitvoering (WaU) aanvraag. De ambities zijn om verbeterstappen te zetten in de telefonische bereikbaarheid van RCN diensten, dienstverlening via internet en via een modern balieconcept waarbij ook wordt gekeken naar de mogelijkheid van een dienstencentrum. Aanvullend hierop is het de bedoeling om klanten beter te bedienen via het concept van klantreizen. Besluitvorming over de WaU aanvraag vindt naar verwachting plaats in 2024.

Bestuurlijke ingreep Sint Eustatius

In 2023 zijn verdere stappen gezet voor de terugkeer van de democratische verhoudingen op Sint Eustatius. Dit jaar zijn de subfasen 2.1 en 2.2 van de Wet herstel voorziening Sint Eustatius bereikt Op 18 maart 2023 trad het Koninklijk Besluit voor de overgang naar fase 2.1 in werking. Daarmee ontving de nieuwe eilandsraad na installatie de rechtspositionele bevoegdheden ten opzichte van de griffie en de ambtelijke organisatie terug. Op 20 juni 2023 is het Koninklijk Besluit om fase 2.2 te bereiken in werking getreden. Het eilandbestuur beschikt met dit besluit sindsdien weer over het budgetrecht. Aan het besluit was de voorwaarde verbonden dat het eilandbestuur een aantal resterende verbeterstappen op het gebied van financieel beheer diende te realiseren voordat overgegaan kon worden naar een volgende fase in de wet. De regeringscommissaris van Sint Eustatius heeft inmiddels verklaard dat alle verbeterstappen zijn afgerond. Daarmee is voldaan aan alle voorwaarden om het Koninklijk Besluit te laten slaan voor het bereiken van fase 3.0, waarmee de bestuurlijke verhoudingen zoals vastgelegd in de WolBES en de FinBES worden hersteld. Een belangrijke stap hierin is de benoeming van een gezaghebber. 

Coördinerende rol van Koninkrijksrelaties

Veel van de dossiers die het Caribisch gebied betreffen zijn complex van aard en beslaan veelal meerdere beleidsterreinen. Dergelijke opgaven zijn gebaat bij een meer integrale benadering. Versterking van de Haagse coördinatie en verbetering van de samenwerking tussen Europees Nederland en Caribisch Nederland zijn daarom van groot belang. Gericht kiezen voor de inzet op prioritaire thema’s helpt om resultaatgericht te werken. De coördinerende rol van het ministerie van BZK hierin is essentieel.

In 2023 is verder gewerkt aan de toepassing van het principe ‘comply or explain’. Het belangrijkste uitgangspunt van ‘comply or explain’ is dat alle beleidsintensiveringen en de daaruit voortvloeiende wetgeving en/of financiële consequenties van toepassing (zullen) zijn voor Caribisch Nederland, tenzij er redenen zijn om dat niet te doen. De departementen hebben daartoe hun inzet voor Caribisch Nederland veelal ondergebracht in beleidsagenda’s, waarin zij de doelen en ambities beschrijven. De uitvoering van deze beleidsagenda’s moet, in combinatie met de toepassing van ‘comply or explain’, leiden tot tastbare vooruitgang voor de inwoners van Bonaire, Saba en Sint Eustatius. Bij de toepassing van ‘comply or explain’ worden de bestuurlijke verhoudingen in acht genomen.

De uitdaging is verder om het proces te standaardiseren zodat Caribisch Nederland standaard onderdeel is van beleidsvorming en het wetgevingsproces. Hiervoor worden of zijn onder andere de standaardformulieren en handboeken aangepast die hierbij worden gebruikt, zoals het Beleidskompas, de Aanwijzingen voor de regelgeving, en het Draaiboek voor de regelgeving. Hierdoor wordt Caribisch Nederland in een vroeg stadium door beleidsambtenaren en wetgevingsjuristen meegenomen. Daarnaast heeft het Ministerie van BZK een bijstand- en advies verlenende rol richting de departementen en de openbare lichamen bij de beoordeling van de toepassing van het principe ‘comply or explain’, en een begeleidende rol in de contacten tussen de openbare lichamen en de departementen.

Het Ministerie van BZK is verantwoordelijk voor het opstellen en actualiseren van het wetgevingsoverzicht Caribisch Nederland; een van de onderdelen om het principe ‘comply or explain’ werkbaar te kunnen maken. Voor het adresseren van de wet- en regelgeving op de lange termijn zal daarnaast nog een inventarisatie plaatsvinden naar welke wet- en regelgeving op dit moment van toepassing is in Caribisch Nederland. Naar aanleiding van deze inventarisatie wordt bekeken welke wet- en regelgeving op de langere termijn voor aanpassing in aanmerking komt.

Financieel toezicht

Het College financieel toezicht Bonaire, Sint Eustatius en Saba adviseert de minister van BZK over de financiën van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Onder de Tijdelijke wet taakverwaarlozing Sint Eustatius was Sint Eustatius sinds 2018 uitgezonderd van het toezicht dat normaal door het College financieel toezicht BES wordt uitgeoefend. De toezichthoudende rol voor Sint Eustatius is in 2023 volledig hervat. Conform de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba behoeven de begrotingen van de openbare lichamen de goedkeuring van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Deze werd eind 2023 voor alle drie de openbare lichamen gegeven voor de begrotingen voor het jaar 2024.

Het ministerie van BZK ziet erop toe dat de openbare lichamen het financieel beheer op een goed niveau brengen en houden. Uit de meting van de Monitor Financieel Beheer in 2023 bleek dat alle drie de openbare lichamen (lichte) vooruitgang hebben geboekt ten opzichte van de vorige meting. Daarnaast heeft Bonaire in 2023 van de externe accountant voor het eerst een goedkeurende controleverklaring ontvangen voor zowel de getrouwheid als de rechtmatigheid van de jaarrekening 2022. Sint Eustatius heeft het financieel beheer een positieve impuls gegeven door de implementatie van de administratieve organisatie en interne beheersing (AO/IB) en de training van de medewerkers. Dit laat zien dat de financiële verbeterplannen hun vruchten beginnen af te werpen. Tijdige aanlevering van begrotingsdocumenten en uitvoeringsrapportages en meerjarenbegrotingsevenwicht blijven evenwel aandachtspunten.

Landen

Overheidsfinanciën, financieel beheer, en financieel toezicht

Overheidsfinanciën en financieel toezicht (landen) 2023 is een jaar geweest waarin de economieën en de overheidsfinanciën van de landen zich verder herstelden van de gevolgen van de pandemie. De duurzame houdbaarheid van de overheidsfinanciën werd daardoor vergroot. Het herstel van de toeristische sector hield aan en ook andere sectoren konden daarvan profiteren. Dit had een positieve weerslag op de overheidsinkomsten, met als resultaat dat de overheidssaldi naar verwachting wederom beter zullen zijn dan vooraf werd verwacht. Het College (Aruba) financieel toezicht wijst er in dit verband op dat deze gunstige ontwikkeling zou moeten worden benut om bijvoorbeeld betalingsachterstanden weg te werken, schulden af te lossen en de overheidsinvesteringen te verhogen. Definitieve realisaties zijn, door de achterstanden die de landen hebben bij het vaststellen van de jaarrekeningen, nog niet beschikbaar. Een belangrijk thema in 2023 was de herfinanciering van de covidleningen. Deze waren in 2022 al eens kortdurend geherfinancierd, omdat de pandemie op dat moment nog niet ten einde was. De intentie was om in 2023 te komen tot langjarige herfinancieringen tegen een gunstige rente waarbij rekening zou worden gehouden met de financiële draagkracht van de landen en zo mogelijk ook met de strategische investeringsagenda’s. Dit beoogde resultaat werd nog niet bereikt, omdat nog niet aan de door Nederland geformuleerde voorwaarden was voldaan. Voor Aruba is de voorwaarde een rijkswet waarin het financieel toezicht duurzaam wordt verankerd. Hierover werd nog geen bestuurlijk akkoord bereikt. Voor Curaçao en Sint Maarten is de voorwaarde een akkoord over een door Nederland als financieel solide en duurzame oplossing voor de problemen bij pensioenverzekeraar ENNIA. Ook deze voorwaarde was nog niet gerealiseerd. Door het niet realiseren van de voorwaarden, werden de risico’s voor het Rijk niet weggenomen en kon de herfinanciering niet tegen de meest gunstige voorwaarden worden verstrekt. Wel is, op basis van doorrekeningen door een onafhankelijke partij als de centrale bank of het IMF, rekening gehouden met de financiële draagkracht van de landen. Na de herfinanciering per 10 oktober 2023 zijn de gesprekken over realisatie van de voorwaarden voortgezet.

Financieel beheer landen

In 2023 zijn in Aruba, Curaçao en Sint Maarten onder de vlag van de Landspakketten verbeteringen doorgevoerd in de kwaliteit van de financiële informatie, de financiële processen en de wetgeving. Op Aruba kan als belangrijkste succes het opstellen van een verslaggevingsstelsel genoemd worden, dat de basis vormt van een eenduidige financiële administratie. Sint Maarten is in 2023 aan de slag gegaan met de verbetering van het begrotingsproces en de voorbereidingen op de implementatie van een nieuw financieel systeem, dat de financiële processen en de risicobeheersing zal ondersteunen. In Curaçao loopt een omvangrijk programma waarmee specifieke knelpunten in de getrouwheid en de rechtmatigheid van de inkomsten en uitgaven worden opgelost. De Tijdelijke Werkorganisatie ondersteunt deze activiteiten met onderzoek, technisch advies en capaciteit.

Versterken van de rechtsstaat op Aruba, Curaçao en Sint Maarten

Het versterken van de rechtsstaat en de rechtshandhaving is een autonome aangelegenheid van de Caribische landen. Ondersteuning vanuit Nederland gebeurt op basis van artikel 36 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, waarin is bepaald dat de landen binnen het Koninkrijk elkaar hulp en bijstand verlenen. In 2023 heeft het ministerie van BZK in nauwe afstemming met het ministerie van Defensie, het ministerie van Justitie en Veiligheid (J&V) en het ministerie van Financiën de landen waar mogelijk ondersteund om de aanzienlijke uitdagingen op het gebied van onder andere drugshandel en financieel economische criminaliteit het hoofd te bieden. De ligging van de landen maakte dat zij ook in 2023 te kampen hadden met grensoverschrijdende criminaliteit. Daarnaast vormde de verwevenheid tussen de boven- en onderwereld een serieuze bedreiging voor het goed functioneren van de democratische rechtsstaat. Als laatste heeft een gezamenlijke werkgroep met het ministerie van Justitie en Veiligheid en de Caribische Landen van het Koninkrijk op verzoek van het Justitieel Vierlandenoverleg (JVO) in 2023 een analyse gemaakt van de al langer bekende disbalans binnen de rechtshandhavingsketen. Deze is zichtbaar op meerdere niveaus: ten eerste in een betere equipering en bemensing van Nederlandse en Koninkrijks brede diensten ten opzichte van lokale diensten en anderzijds in ongelijke investeringen in het eerste (opsporings)deel van de keten ten opzichte van de daarop volgende vervolging, berechting, strafexecutie en reclassering.

Aanpak van ondermijnende criminaliteit

Het Recherche Samenwerkingsteam (RST), Parket Procureur-Generaal (PPG) en Gemeenschappelijk Hof van Justitie (Hof) zijn net als de afgelopen jaren gefinancierd met als doel capaciteit in te zetten op de duurzame aanpak van ondermijning op Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Vanaf 2022 ontvangen het RST, PPG en het Hof via een ingroeimodel extra gelden die zijn vrijgekomen naar aanleiding van het sluiten van de landspakketten (Kamerstukken II 2019/20, 35 420, nr. 177 en nr. 186). Om de verwevenheid tussen bovenwereld en onderwereld aan te pakken hebben de vier landen van het Koninkrijk afspraken gemaakt over het ontwikkelen van bestuurlijke mogelijkheden om ondermijnende criminaliteit aan te pakken. Deze afspraken zijn in 2023 bestendigd in het protocol voor de bestuurlijke aanpak van ondermijnende criminaliteit in de Caribische landen van het Koninkrijk. Aruba, Curaçao en Sint Maarten hebben gewerkt aan het opstellen van ondermijningsbeelden, het ontwikkelen van een bewustwordingscampagne, de inhuur van wetgevingscapaciteit en de organisatie van de Integrity Summit Dutch Caribbean.

Versterking grenstoezicht

De landen van het Koninkrijk zijn ook in 2023 versterkt met personeel van Douane Nederland en de Koninklijke Marechaussee. Zij werden ingezet om kennis over te dragen en te ondersteunen waar nodig. In navolging van Aruba en Curaçao is Sint Maarten dit jaar gestart met de implementatie van het plan van aanpak. In alle drie de landen zijn goede stappen gezet, maar zorgen onder meer de beperkte capaciteit van de diensten en de trage inkoopprocessen voor vertraging. De betrokken diensten zetten zich in om deze vertraging zoveel mogelijk in te lopen.

Detentie Sint Maarten

In 2018 heeft het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) geoordeeld in de zaak Corallo vs. Koninkrijk der Nederlanden dat sprake was van schending van artikel 3 (verbod op onmenselijke of vernederende behandeling) van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Met het overeenkomen van de derde tranche van de liquiditeitssteun met Sint Maarten in 2020 is er éénmalig € 30 mln. vrijgemaakt in 2023 voor het verbeteren van het gevangeniswezen van Sint Maarten.

Naast de uitvoering van de eind 2022 met Sint Maarten en UNOPS gesloten overeenkomst voor het ontwerp van een nieuwe gevangenis, is er vanuit het ministerie van BZK in 2023 een dienstverleningsovereenkomst gesloten met de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI), om de immateriële aspecten van het gevangeniswezen te versterken. Daarnaast zijn er twee bijdragen verstrekt aan de National Recovery Program Bureau (NRPB). De eerste bijdrage is verstrekt om het Plan van Aanpak detentie 2018 te actualiseren en verder uit te werken. De tweede bijdrage is voor het herstellen van de politiecellen in Philipsburg, om deze in lijn te brengen met de aanbevelingen van het Europees Comité voor de Preventie van Foltering en Onmenselijke of Vernederende Behandeling of Bestraffing (CPT) die in 2023 een rapport uitbrachten over verschillende onderdelen van het gevangeniswezen in het Koninkrijk der Nederlanden.

Wederopbouw

Nederland ondersteunt Sint Maarten financieel bij de wederopbouw na orkaan Irma via een trustfonds en met technische assistentie met de inzet van de Wereldbank. Het trustfonds loopt tot eind 2028. De wederopbouwactiviteiten op Sint Eustatius en Saba zijn inmiddels afgerond. In totaal is € 445,11 mln. door Nederland overgemaakt aan het trustfonds ($ 519,4 mln.). Momenteel worden tien projecten ter waarde van $ 417,1 mln. uitgevoerd en zijn twee projecten afgerond. Ook zijn er twee projecten ter waarde van $ 30 mln. in voorbereiding.

In 2023 zijn wederom duurzame en zichtbare resultaten geboekt voor Sint Maarten en haar bewoners. Op enkele projecten zijn belangrijke mijlpalen bereikt. Ten eerste bij het herstel van het vliegveld: in 2023 is de nieuwe vertrekhal officieel geopend. Wat betreft de afvalberg is een extra Grant Agreement van $ 60 mln. getekend vanuit het trustfonds, waarmee onder andere meer middelen vrijkomen voor het duurzaam beheer van de afvalproblematiek in Philipsburg. Daarnaast is het er een nieuw project goedgekeurd ($ 8 mln.) dat zich richt op het verbeteren van de psychische gezondheidszorg op Sint Maarten. Voor het afvalwaterzuiveringsproject heeft Nederland een lening van € 15 mln. verstrekt aan Sint Maarten die nodig is voor de eigen investering van Sint Maarten in dit project. Tenslotte heeft NL een subsidie van maximaal € 2,3 mln. aan Sint Maarten verstrekt voor de vervanging van de stormwaterpompen in Philipsburg.

Bevorderen sociaaleconomische structuur

De Tijdelijke Werkorganisatie (TWO) ondersteunt sinds eind 2020 de Caribische Landen in het Koninkrijk bij de uitvoering van de hervormingen die zijn afgesproken in de zogenoemde landspakketten. De maatregelen en hervormingen uit de landspakketten zien op de volgende thema’s: financieel beheer, kosten en effectiviteit publieke sector, belastingen, financiële sector, economische hervormingen, zorg, onderwijs en versterking van de rechtsstaat. In april 2023 is een nieuwe Onderlinge Regeling Samenwerken bij hervormingen getekend door Aruba, Curaçao, Sint Maarten en Nederland. Daarmee is een juridische basis gelegd voor duurzame samenwerking aan de hervormingen.

Omdat niet alle ontwikkelingen van de Landspakketten kunnen worden genoemd, volgen hier enkele voorbeelden. In 2023 heeft TWO onder andere budget ingezet voor het inhalen van achterstanden bij de Arubaanse belastingdienst (€ 0,3 mln.) en de doorlichting van de Arubaanse overheid (€ 0,7mln.) en bijvoorbeeld voor de uitbreiding van de huisartsenopleiding (€ 0,4 mln.), ter versterking van de eerstelijns zorg. In Curaçao heeft TWO onder andere middelen ingezet voor de implementatie van het softwarepakket Microsoft 365 binnen de overheid (€ 0.9 mln.), de ontwikkeling van het grond- en vastgoedbeleid (€ 1,4 mln.). Daarnaast is in 2023 € 9,8 mln. van de in totaal voor dit doel beschikbaar gestelde € 30 mln. verstrekt voor onderhoud aan scholen op Curaçao. Op Sint Maarten heeft TWO onder andere middelen ingezet voor de opleiding van nieuwe belastingaccountants (€ 0,8 mln.), voor het opzetten van een IT-afdeling (€ 1,3 mln.) en voor de verdere ontwikkeling van een collectieve zorgverzekering (€ 0,5 mln.) en een daaraan verbonden bewustwordingscampagne.

Realisatie periodieke rapportages/beleidsdoorlichtingen

Tabel 2 Realisatie beleidsdoorlichtingen

Art.

Naam artikel

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

Kamerstuk

Een Koningkrijk met wederzijdse betrokkenheid

1

X

     

X

Kamerbrief met Kabinetsreactie op beleidsdoorlichting artikel 1 Versterken Rechtsstaat | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl

4

        

4.1

X

       

4.2

        

5

        

5.1

X

       

5.1

        

8

      

X

Kamerbrief kabinetsreactie op beleidsdoorlichting artikel 8 Koninkrijksrelaties | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl

BZK voerde tot en met 2023 beleidsdoorlichtingen uit. Vanaf 2024 worden deze onderzoeken uitgevoerd in de vorm van periodieke rapportages. Hieronder worden de belangrijkste conclusies en aanbevelingen uit de in 2023 afgeronde beleidsdoorlichtingen weergegeven.

Beleidsdoorlichting artikel 1 Versterken Rechtsstaat

Uit deze beleidsdoorlichting volgen een viertal conclusies:

  • 1. De huidige formulering van de doelstelling belemmert meetbaarheid, effectiviteit en doelmatigheid.

  • 2. Visie op de samenwerking binnen het Koninkrijk ontbreekt.

  • 3. De keten is zo sterk als de zwakste schakel.

  • 4. Adresseer de aandachtspunten voor andere bewindspersonen bij de desbetreffende organisatie.

Op basis van deze conclusies wordt aanbevolen om onder artikel 1 alle beleidsinspanningen van hoofdstuk IV te brengen die betrekking hebben op goed bestuur. Hierdoor kan er gerichter onderzoek naar samenhangend beleid op dit thema.

Ten tweede wordt er aanbevolen om op basis van de nieuwe staatkundige structuur sinds het uiteenvallen van de Nederlandse Antillen een nieuwe visie op de samenwerking in het Koninkrijk vast te stellen.

Het ministerie van BZK heeft de formele coördinatierol voor Nederlands beleid in de Caribische landen. Overleg over de operationele uitvoering op het gebied van justitie verloopt via het Justitieel Vierpartijen Overleg (JVO) met de minister van Justitie en Veiligheid (J&V). Er wordt aanbevolen om voor het JVO meer afstemming op te zoeken tussen de staatssecretaris van BZK en de minister van J&V ter versterking van de rechtshandhavingsketen.

Ten slotte worden er een aantal problemen ten aanzien van de beleidsterreinen van andere ministeries genoemd. Er wordt aanbevolen dat het ministerie van BZK vanuit haar regierol deze problemen signaleert en onder de aandacht brengt bij de betreffende ministeries.

Beleidsdoorlichting artikel 8 Wederopbouw Bovenwindse EilandenDeze beleidsdoorlichting is kritisch positief over hoe het ministerie van BZK heeft gepresteerd in de wederopbouw van de Bovenwindse Eilanden. Er wordt positief geoordeeld over de doeltreffendheid van het beleid. Conclusies over de doelmatigheid zijn wisselend.

Dit onderzoek wijst uit dat er bij de eerste reactie op orkaan Irma en Maria niet genoeg aandacht was voor de omvang van steun vanuit Nederland. Voor eventuele toekomstige rampen wordt aangeraden een crisisplan te ontwikkelen inclusief heldere doelstellingen, verwachte impact, resultaten en output.

Daarnaast is er geconstateerd dat er onduidelijkheid bestaat over de interpretatie van artikel 36 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden. Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten kunnen elkaar bijstand verlenen op basis van dit artikel. Er wordt aanbevolen om betere afstemming hierover te zoeken met de Landen, dit zal leiden tot snellere actie na een ramp of crisis.

De derde algemene aanbeveling richt zich op de interne processen van het ministerie van BZK. Tijdens dit onderzoek bleek dat informatie en documentatie over de noodhulp, early recovery en wederopbouw soms lastig te vinden was in de systemen. Tevens waren er onvoldoende evaluaties voorhanden om een synthese uit te voeren. Er wordt daarom aanbevolen om processen ten aanzien van archivering en informatiehuishouding te verbeteren.

Naast deze algemene aanbevelingen presenteert de beleidsdoorlichting in totaal vijfentwintig conclusies en tien aanbevelingen die tevens verder ingaan op: noodhulp, de wederopbouw van Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten.

Voor het meest recente overzicht van de programmering van periodieke rapportages/beleidsdoorlichtingen, zie het overzicht Ingepland en uitgevoerd onderzoek op rijksfinancien.nl.

Voor de realisatie van deze en andere grote (evaluatie)onderzoeken, zie de bijlage ''Afgerond evaluatie- en overig onderzoek''.

Overzicht risicoregelingen Koninkrijksrelaties

In 2023 zijn er geen verstrekte garanties.

Tabel 3 Overzicht verstrekte leningen (bedragen x 1.000) per 31 december 2023

Art.

Omschrijving

Uitstaande lening (in andere valuta)

Uitstaande lening (in €)

Looptijd lening

Totaalstand risicovoorziening 2022 (in €)

Totaalstand mutatie volume risicovoorziening 2023 en 2022(in €)

       

Totaal verstrekte leningen

2.618.643

 

0

0

       

Artikel 5 Schuldsanering/ lopende inschrijving/ leningen

2.580.619

 

0

0

       

Totaal leningen Curaçao

 

1.475.708

   
       
 

Lening lopende inschrijving Curaçao 2,75%

ANG 139.735

55.720

15 jaar (2010-2025)

 

Lening lopende inschrijving Curaçao 2,875

ANG 370.000

147.540

20 jaar (2010-2030)

 

Lening lopende inschrijving Curaçao 3,0%

ANG 474.900

189.369

25 jaar (2010-2035)

 

Lening lopende inschrijving Curaçao 3,125%

ANG 582.391

232.231

30 jaar (2010-2040)

 

Lening lopende inschrijving Curaçao 2,75%

ANG 62.604

25.226

30 jaar (2013-2043)

 

Lening lopende inschrijving Curaçao 2,45%

ANG 247.036

103.186

30 jaar (2014-2044)

 

Lening lopende inschrijving Curaçao 1,6%

ANG 180.000

95.995

30 jaar (2015-2045)

 

Lening lopende inschrijving Curaçao 1,62%

ANG 33.296

17.997

30 jaar (2015-2045)

 

Lening lopende inschrijving Curaçao 1,0%

ANG 59.050

29.702

30 jaar (2016-2046)

 

Lening lopende inschrijving Curaçao 1,24%

ANG 60.000

28.448

30 jaar (2017-2047)

 

Lening lopende inschrijving Curaçao 0,92%

ANG 69.100

34.167

30 jaar (2019-2049)

 

Onderhandse lineaire lening 0,00%

ANG 78.720

39.384

15 jaar (2020-2035)

 

Lening ter afwikkeling Giro Bank

ANG 71.962

28.425

16 jaar (2021-2037)

 

Liquiditeitslening Curaçao 5,1%

ANG 911.000

448.318

1 jaar (2023-2024)

       

Totaal leningen Sint Maarten

 

399.939

 

0

0

       
 

Lening lopende inschrijving Sint Maarten 2,625%

ANG 73.500

29.461

15 jaar (2010-2025)

  
 

Lening lopende inschrijving Sint Maarten 2,75 %

ANG 78.571

31.494

20 jaar (2010-2030)

 

Lening lopende inschrijving Sint Maarten 2,875%

ANG 50.000

20.042

25 jaar (2010-2035)

 

Lening lopende inschrijving Sint Maarten 3,0%

ANG 50.000

20.042

30 jaar (2010-2040)

 

Lening lopende inschrijving Sint Maarten 2,25%

ANG 58.652

24.765

15 jaar (2014-2029)

 

Lening lopende inschrijving Sint Maarten 2,375%

ANG 44.818

18.739

20 jaar (2014-2034)

 

Lening lopende inschrijving Sint Maarten 2,45%

ANG 39.526

16.510

30 jaar (2014-2044)

 

Lening lopende inschrijving Sint Maarten 1,8%

ANG 21.190

9.272

30 jaar (2014-2044)

 

Lening lopende inschrijving Sint Maarten 0,83%

ANG 13.023

5.946

25 jaar (2017-2032)

 

Lening lopende inschrijving Sint Maarten 0,74%

ANG 29.497

14.742

30 jaar (2019-2049)

  
 

Onderhandse lineaire lening Sint Maarten 0,00%

ANG 47.880

21.931

15 jaar (2020-2035)

 

Lening lopende inschrijving SXM 3,240% nov 10 2023-2043

ANG 60.354

31.739

20 jaar (2023-2043)

  
 

Liquiditeitslening Sint Maarten 3,4%

ANG 292.400

141.624

1 jaar (2023-2024)

 

Liquiditeitslening Sint Maarten 3,4%

ANG 24.000

13.632

1 jaar (2023-2024)

       

Totaal leningen Aruba

 

704.972

 

0

0

       
 

Lening Ontwikkelingsbank Nederlandse Antillen

1.341

29 jaar (2001-2030)

 

Maatregel Tussenbalans begrotingslening Aruba 2,5%

247

30 jaar (1993-2023)

 

Maatregel Tussenbalans begrotingslening Aruba 2,5%

188

30 jaar (1994-2024)

 

Maatregel Tussenbalans begrotingslening Aruba 2,5%

44

30 jaar (1995-2025)

 

Water en Energiebedrijf Aruba 2,5%

AWG 3.219

1.771

30 jaar (1995-2025)

 

Rentelastverlichting 2021 Aruba 2,64 %

AWG 177.100

83.826

7 jaar (2021-2028)

 

Rentelastverlichting 2022 Aruba 2,64 %

AWG 346.000

175.371

7 jaar (2022-2029)

  
 

Liquiditeitslening Aruba 6,9%

AWG 915.500

442.184

20 jaar (2023-2043)

  
       
       
       

Artikel 8 Wederopbouw Bovenwindse Eilanden

38.024

 

0

0

       

Totaal leningen Sint Maarten

 

38.024

 

0

0

       
 

Liquiditeitssteun Sint Maarten 0%

ANG 50.000

22.790

30 jaar (2018-2048)

 

Liquiditeitssteun Sint Maarten 0%

ANG 31.513

15.234

30 jaar (2018-2048)

Toelichting

De leningen aan de landen worden meestal afgesloten in Antilliaanse guldens (ANG) en Arubaanse florin (AWG) en vastgelegd in de begroting in euro's. Deze vastlegging gebeurt op basis van de geldende koers op het moment van aangaan van de lening (historische waarde).

Lopende inschrijving Sint Maarten

Ten behoeve van de lening lopende In 2023 is er een lopende inschrijving aan Sint Maarten verstrekt voor een lening bedrag ANG 60,3 mln. (€ 31 mln.) met een looptijd van 20 jaar tegen 3,24 % rente.

Liquiditeitsleningen Aruba, Curaçao en Sint Maarten

Vanwege de pandemie heeft de Staat der Nederlanden de landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten liquiditeitssteun gegeven op basis van artikel 36 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden.

De liquiditeitsleningen waren in 2022 geherfinancierd voor een periode van 1,5 jaar, met een vervaldatum van 10 oktober 2023. In oktober zijn de liquiditeitsleningen van Sint Maarten en Curaçao geherfinancierd voor een periode van 1 jaar tegen rentes van respectievelijk 3,4 % en 5,1 %. Voor de liquiditeitsleningen van Aruba zijn geherfinancierd voor een looptijd van 20 jaar tegen in interestpercentage van 6,9 %.

Lening ter afwikkeling Girobank Curaçao

Nederland heeft Curaçao een lening van ANG 170 mln. (€ 80,3 mln.) verstrekt om het land de problemen met de Girobank op te laten lossen. De lening heeft een rentepercentage van 0 % en een looptijd van 16 jaar. Hierdoor konden met name de kleine en middelgrote schuldeisers (particuliere spaarders en MKB-ondernemingen) schadeloos worden gesteld.

Rentelastverlichting Aruba

Nederland heeft de buitenlandse schuldverplichtingen van Aruba voor 2021 en 2022 geherfinancierd middels een lening met een rentepercentage van 2,64 % met een looptijd van zeven jaar. Dit leverde Aruba een rentevoordeel op van minimaal € 39 mln. Dit rentevoordeel was afgesproken in de landspakketten.

Implementatie van mensenrechtenverdragen

Naar aanleiding van een advies van de Adviesraad Internationale Vraagstukken uit 2018 heeft de Rijksministerraad toegezegd de Staten-Generaal jaarlijks via de memorie van toelichting van de ontwerpbegroting te informeren over de voortgang van de uitvoering van mensenrechtenverdragen in het Koninkrijk (Kamerstukken II 2018/19, 33 826, nr. 29). Aangezien het jaarverslag een afspiegeling is van de ontwerpbegroting, wordt hier ook in het jaarverslag aandacht aan besteed.

Ten aanzien van deze implementatie vindt samenwerking plaats in een commissie bestaande uit vertegenwoordigers van de vier landen van het Koninkrijk. De betreffende commissie werkt met een lijst waarop zeven mensenrechtenverdragen zijn opgenomen die in een of meer (ei)landen van het Caribische deel van het Koninkrijk wachten op uitvoering. Na overleg tussen de minister van Buitenlandse Zaken, de staatssecretaris van BZK en Aruba, Curaçao en Sint Maarten is besloten om het traject ten behoeve van de implementatie van de zeven verdragen te integreren in het bredere traject van het Ministerie van Buitenlandse Zaken om de achterstanden in de medegelding van verdragen in te lopen. Wel blijft voornoemde commissie betrokken, die is ingesteld ter bevordering van de implementatie van mensenrechtenverdragen in het Caribische deel van het Koninkrijk en die tot nu toe verantwoordelijk is geweest voor de uitvoering van het traject t.a.v. mensenrechtenverdragen (Kamerstukken II 2023/24, 23 530, nr. 144). De lijst met verdragen is op verschillende momenten al met de Tweede Kamer gedeeld, maar wordt volledigheidshalve hieronder geactualiseerd weergegeven.

Van deze mensenrechtenverdragen zijn twee verdragen het afgelopen parlementaire jaar voor een Caribisch deel van het Koninkrijk bekrachtigd, en treden in 2024 in werking: te weten, het Verdrag betreffende de burgerrechtelijke aspecten van internationale ontvoering van kinderen voor Curaçao (inwerkingtreding op 1 februari 2024) en het Verdrag van de Raad van Europa inzake de bestrijding van mensenhandel voor Curaçao (inwerkingtreding 1 maart 2024). Voor het gemak zijn deze bekrachtigingen dikgedrukt weergegeven in de werklijst. Het eerstgenoemde verdrag is eerder al bekrachtigd en in werking getreden voor respectievelijk het Europese en Caribische deel van Nederland en het als tweede genoemde verdrag voor respectievelijk het Europese deel van Nederland en voor Aruba. In het begrotingsjaar 2024 hopen de landen concrete vorderingen te kunnen boeken met de implementatie van enkele andere mensenrechtenverdragen van de werklijst.

Tabel 4 Schematisch overzicht mensenrechtenverdragen

Verdrag

Titel Nederlands

Totstandkoming

In werking

Koninkrijk

Ratificatie

In werking

Medegelding wenselijk

Uitvoeringswetgeving

000692

Verdrag betreffende de burgerrechtelijke aspecten van internationale ontvoering van kinderen

25-10-1980

1-12-1983

Aruba

  

Ja

Nodig

Curaçao

27-11-2023

1-2-2024

Ja

Niet nodig

Sint Maarten

  

Ja

Nodig

Nederland (Caribisch

18-10-2010

1-1-2011

  

Nederland (in Europa)

12-6-1990

1-9-1990

  

009290

Facultatief Protocol inzake de verkoop van kinderen, kinderprostitutie en kinderpornografie bij het Verdrag inzake de rechten van het kind

25-5-2000

18-1-2002

Aruba

17-10-2006

17-10-2006

  

Curaçao

20-9-2022

20-9-2022

  

Sint Maarten

  

Ja

Nodig

Nederland (Caribisch

11-10-2010

10-10-2010

  

Nederland (in Europa)

23-8-2005

23-9-2005

  

009949

Facultatief Protocol bij het Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing

18-12-2002

22-6-2006

Aruba

  

Ja

Nodig

Curaçao

  

Ja

Nodig

Sint Maarten

  

Ja

Nodig

Nederland (Caribisch

  

Status onbekend

 

Nederland (in Europa)

28-9-2010

28-10-2010

  

011298

Verdrag van de Raad van Europa inzake bestrijding van mensenhandel

16-5-2005

1-2-2008

Aruba

23-1-2015

1-5-2015

  

Curaçao

8-11-2023

1-3-2024

Ja

Gereed

Sint Maarten

  

Ja

Nodig

Nederland (Caribisch

  

Status onbekend

 

Nederland (in Europa)

22-4-2010

1-8-2010

  

011595

Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap

13-12-2006

3-5-2008

Aruba

  

Beraden

 

Curaçao

  

Beraden

 

Sint Maarten

  

Beraden

 

Nederland (Caribisch

  

Ja

Nodig

Nederland (in Europa)

14-6-2016

14-7-2016

  

011563

Internationaal Verdrag inzake de bescherming van alle personen tegen gedwongen verdwijning

20-12-2006

23-12-2010

Aruba

21-12-2017

21-12-2017

  

Curaçao

  

Ja

Nodig

Sint Maarten

  

Ja

Nodig

Nederland (Caribisch

23-3-2011

22-4-2011

  

Nederland (in Europa)

23-3-2011

22-4-2011

  

012294

Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld

11-5-2011

1-8-2014

Aruba

  

Ja

Nodig

Curaçao

  

Ja

Nodig

Sint Maarten

  

Ja

Nodig

Nederland (Caribisch

  

Ja

Nodig

Nederland (in Europa)

18-11-2015

1-3-2016

  

4. Beleidsartikelen Koninkrijksrelaties

4.1 Artikel 1. Versterken rechtsstaat

A. Algemene doelstelling

Het bevorderen van goed bestuur door een bijdrage te leveren aan het versterken van de rechtsstaat van de landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Dit krijgt vorm door samenwerking op het gebied van veiligheid, rechtshandhaving, grensbewaking, mensenrechten en door ondersteuning van de landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor:

Stimuleren

Rechtshandhaving en veiligheid zijn aangelegenheden van de landen van het Koninkrijk. De minister is verantwoordelijk voor het stimuleren van de versterking van de rechtsstaat in Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Dit doet de minister door de landen in brede zin te ondersteunen en door invulling en uitvoering te geven aan samenwerkingsregelingen en rijkswetten. Daarbij werkt de minister nauw samen met de betrokken bewindspersonen van Justitie en Veiligheid, van Defensie en van Financiën die kennis en capaciteit voor de ondersteuning en versterking leveren.

Deze ondersteuning komt voort uit artikel 36 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden waarin is bepaald dat de landen binnen het Koninkrijk elkaar hulp en bijstand verlenen, en komt tot stand door het treffen van onderlinge regelingen op grond van artikel 38, eerste lid, van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden. Daarnaast zijn op het gebied van de rechtsstaat meerdere Rijkswetten van kracht.

C. Beleidsconclusies

In maart 2023 is de beleidsdoorlichting van artikel 1 van het begrotingshoofdstuk IV Koninkrijksrelaties ‘Versterken rechtsstaat’ afgerond en naar de Tweede en Eerste Kamer verstuurd, inclusief de kabinetsreactie.

Bestrijding ondermijning

In 2023 ontvingen het recherchesamenwerkingsteam (RST), Parket Procureur-Generaal van Curaçao, St. Maarten, Bonaire, St. Eustatius en Saba (PPG) en het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (Hof) € 3 mln. extra aan ondermijningsgelden die zijn vrijgekomen naar aanleiding van het sluiten van de landspakketten (Kamerstukken II 2019/20, 35 420, nr. 177 en nr. 186). De strafrechtelijke onderzoeken die met de ondermijningsgelden worden bekostigd, hadden betrekking op criminaliteit met een financieel-economische component en met betrokkenheid van zogenaamde Politically Exposed Persons (PEP), ambtenaren, overheids-NV’s, facilitators of organisaties in de collectieve sector. De onderzoeken richtten zich naast corruptie op ernstige vormen van belastingfraude, verduistering van overheidsgeld, vervalsing van documenten en witwassen.

Om ondermijning preventief aan te pakken is door het Justitieel Vierpartijen Overleg (JVO) de werkgroep Bestuurlijke Aanpak van Ondermijning ingesteld. Jaarlijks stelt het ministerie van BZK hiervoor € 1 mln. ter beschikking. In 2023 is er uitvoering gegeven aan de eerder beschikbaar gestelde subsidies.

Grenstoezicht

Om uitvoering te geven aan het protocol inzake de versterking grenstoezicht in de Caribische land werken de landen aan de implementatie van de plannen van aanpak per land. In 2023 is Sint Maarten hiermee gestart, tot voorheen vond de samenwerking op Sint Maarten plaats op grond van de Onderling Regeling Versterking Grenstoezicht Sint Maarten. Voor Aruba en Curaçao zijn de plannen van aanpak al sinds 2022 van kracht. De uitvoering van de plannen vordert, maar onder andere de onderbezetting van de lokale diensten en vertraagde inkoopprocessen zorgen voor een risico op vertraging.

De Douane en de Koninklijke Marechaussee (KMar) hebben ook in 2023 hun personele bijdrage geleverd in Aruba, Curaçao en Sint Maarten. De bezetting van de KMar is inmiddels 65 fte, waarmee de KMar gestaag toegroeit naar de afgesproken 71 fte. De capaciteit van de Douane Nederland was in 2023 gemiddeld ruim 10 van de 16 fte afgesproken onder het protocol.

Detentie Sint Maarten

In 2023 zijn aan de National Recovery Program Bureau (NRPB), een ZBO van het land Sint Maarten, bijdragen verstrekt om een programmamanager- en team aan te trekken voor de systematische uitvoering van het Plan van Aanpak 2018 en het herstellen van de politiecellen in Philipsburg. Daarnaast wordt ondersteuning voor de Dienst Justitiële inrichtingen (DJI) gefinancierd voor ondersteuning aan Sint Maarten op de uitvoering van het Plan van Aanpak detentie.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 5 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1. Versterken rechtsstaat (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

  

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

Artikel

Verplichtingen

40.107

12.966

20.321

32.741

9.172

76.166

‒ 66.994

         
 

Uitgaven

40.422

12.836

20.187

32.418

14.559

76.166

‒ 61.607

         

1.0

Versterken rechtsstaat

40.422

12.836

20.187

32.418

14.559

76.166

‒ 61.607

 

Subsidies (regelingen)

       
 

Detentie - Algemeen

0

0

0

1.000

0

0

0

 

Bestuurlijke aanpak

0

0

0

0

0

1.000

‒ 1.000

 

Opdrachten

       
 

Detentie - Algemeen

0

0

0

107

0

2.000

‒ 2.000

 

Diverse opdrachten

0

0

36

168

75

0

75

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

       
 

Recherchecapaciteit (Nationale Politie)

29.456

1.858

0

0

0

0

0

 

Detentie - Algemeen

0

0

0

0

185

0

185

 

Bijdrage aan medeoverheden

       
 

Overige bijstand aan de landen

15

0

8.000

14.300

0

0

0

 

Bestuurlijke aanpak

0

0

0

0

743

0

743

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

       
 

Detentie - Vastgoed

0

0

0

3741

0

16.000

‒ 16.000

 

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

       
 

Grensbewaking (Defensie)

6.209

6.339

6.467

6.673

6.673

28.460

‒ 21.787

 

Recherchecapaciteit (JenV)

0

0

0

0

0

14.754

‒ 14.754

 

Rechterlijke macht (JenV)

4.742

4.639

5.684

6.429

6.883

9.115

‒ 2.232

 

Douane (Financiën)

0

0

0

0

0

4.837

‒ 4.837

         
 

Ontvangsten

4.253

1.311

0

4.000

0

0

0

E. Toelichting op de instrumenten

Uitgaven

Opdrachten

Detentie - Algemeen

Er is een overboeking van € 0,5 mln. naar het ministerie van Justitie en Veiligheid gedaan om het gevangeniswezen van Sint Maarten te ondersteunen met technische kennis en expertise via een dienstverleningsovereenkomst die afgesloten is met DJI. De ondersteuning zag onder andere toe op het invoeren van een detentie- en reintegratiesystematiek en van gedetineerdenarbeid, het ontwikkelen van een dagprogramma en van forensische zorg en het tegenlezen van en adviseren op stukken van United Nation Office for Project Services (UNOPS) in het kader van de nieuwbouw. Vanwege de beperkte uitvoeringskracht op het ministerie van Justitie op Sint Maarten en de betrokken uitvoeringsorganisaties konden niet alle middelen worden besteed die in 2023 beschikbaar waren.

Bijdrage aan ZBO's/RTW's

Detentie - Algemeen

Voor het door ontwikkelen van het gevangeniswezen van Sint Maarten zijn er twee bijdragen verstrekt aan het National Recovery Program Bureau (NRPB). De eerste bijdrage is voor het herstellen van de politiecellen in Philipsburg, zodat deze in lijn kunnen worden gebracht met de standaarden van het Europees Comité voor de Preventie van Foltering en Onmenselijke of Vernederende Behandeling of Bestraffing (CPT) die in 2023 een rapport uitbracht over het Koninkrijk der Nederlanden. De tweede bijdrage is voor de doorontwikkeling van het Plan van Aanpak 2018 voor detentie; het aantrekken van een programmamanager en -team voor de uitvoering van het plan van aanpak.

Bijdrage medeoverheden

Bestuurlijke aanpak

In 2023 zijn middelen ter beschikking gesteld voor de bestuurlijke aanpak van ondermijning in de Caribische landen (€ 0,7 mln.). Deze middelen zijn onder andere aangewend voor de ontwikkeling van bewustwordingscampagnes, de inhuur van een wetgevingsjurist en de organisatie van conferenties over integriteit en over de samenwerking op het vlak van de bestuurlijke aanpak van ondermijnende criminaliteit.

Bijdrage aan internationale organisaties

Detentie - Vastgoed

Met de eerste suppletoire begroting 2023 heeft een kasschuif van € 16 mln. plaatsgevonden. Deze middelen maken onderdeel uit van groter bedrag van in totaal € 30 mln. dat door de Nederlandse regering beschikbaar is gesteld (derde tranche liquiditeitssteun in december 2020, waarvan € 20 mln. voor nieuwbouw). De eerste fase loopt in 2024 door.

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

Grensbewaking (Defensie)

In 2023 werd, via een overboeking naar het ministerie van Defensie, de inzet van 41,25 fte van de KMar in de Caribische landen gefinancierd ter versterking van het grenstoezicht. Deze inzet vindt plaats onder het zogenaamde Protocol inzake de inzet van personeel vanuit de flexibel inzetbare pool Koninklijke Marechaussee.

Naar aanleiding van afspraken in het Protocol inzake de Versterking grenstoezicht in de Caribische landen van het Koninkrijk wordt door de KMar en Douane extra personeel (71 fte KMar en 16 fte Douane verspreid over meerdere jaren) beschikbaar gesteld. In 2023 zijn stappen gezet in de toegroei het volledige aantal fte. De uitzendingen vonden later plaats om meerdere redenen: het plan van aanpak versterking grenstoezicht Sint Maarten werd pas later vastgesteld en de benodigde voorbereidingen namen meer tijd in beslag. Hierdoor is in 2023 minder uitgegeven dan begroot.

Recherchecapaciteit (JenV)

Zoals vastgelegd in de Rijkswet politie van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en het Protocol inzake gespecialiseerde Recherchesamenwerking heeft het Recherche Samenwerkingsteam (RST) in 2023 uitvoering gegeven aan de bestrijding van zware, georganiseerde en grensoverschrijdende criminaliteit. Daarnaast heeft het RST de afhandeling van internationale rechtshulpverzoeken op dit gebied verricht. In het Convenant Financieringssystematiek recherchesamenwerkingsteam is opgenomen dat het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de politieke verantwoordelijkheid voor het beschikbaar stellen van de middelen behoudt. De middelen zijn per eerste suppletoire begroting 2023 overgeboekt naar het ministerie van JenV, dit verklaart ook het verschil tussen de vastgestelde begroting en de realisatie.

Rechterlijke macht (JenV)

In de vastgestelde begroting voor 2023 was € 9,1 mln. begroot voor de rechterlijke macht. Het verschil tussen de vastgestelde begroting en realisatie wordt verklaard door twee factoren. Ten eerste is ongeveer € 4 mln. per eerste suppletoire begroting 2023 overgeboekt naar de begroting van het Ministerie van JenV voor het Parket Procureur Generaal (PPG), OM Aruba en het Gemeenschappelijk Hof van Justitie in het kader van de ondermijningsaanpak. Daarnaast is een bedrag van ongeveer € 2 mln. overgeheveld van de budgetpost recherchecapaciteit naar rechterlijke macht.

Douane (Financiën)

In het kader van het Protocol inzake de Versterking grenstoezicht in de Caribische landen van het Koninkrijk zijn ook in 2023 betalingen verricht voor de uitzending van Douanepersoneel naar de landen. Omdat de middelen voor de douane worden overgeboekt aan het Ministerie van Financiën worden deze niet als uitgaven geregistreerd.

4.2 Artikel 4. Bevorderen sociaaleconomische structuur

A. Algemene doelstelling

Het bewerkstelligen van een merkbare positieve verandering in het leven van de burgers in de Caribische delen van het Koninkrijk door te ondersteunen bij het creëren van een betrouwbare en goed functionerende overheid, het verbeteren van de arbeidsmarkt, het versterken van de bestaanszekerheid, de zorg en de rechtsstaat. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) draagt daaraan bij middels het versterken van de uitvoeringskracht, het inzetten van kennis en expertise en het coördineren van de inzet van het Rijk.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor:

Stimuleren

  • De minister ondersteunt waar gewenst en mogelijk de Caribische delen van het Koninkrijk bij de uitvoering van taken door middel van technische assistentie en het delen van kennis.

  • De minister ondersteunt waar gewenst en mogelijk de Caribische delen van het Koninkrijk bij de uitvoering van taken door middel van praktische samenwerking en het opzetten van samenwerkingsovereenkomsten.

  • De minister ondersteunt via de Tijdelijke Werkorganisatie (TWO) maatregelen op diverse gebieden met betrekking tot de sociaal economische structuur, zoals de kwaliteit en kosteneffectiviteit van de overheid, de arbeidsmarkt, zorg, onderwijs, en veiligheid.

Regisseren

  • De minister coördineert de rijksbrede inzet in Caribisch Nederland en bevordert de integrale samenwerking.

  • De minister is verantwoordelijk voor het bevorderen van goed bestuur in Caribisch Nederland.

  • De minister geeft invulling aan zijn taken zoals omschreven in de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Rft), Landsverordening Aruba financieel toezicht (LAft), het protocol Afspraken tussen de regeringen van Aruba en Nederland over de openbare financiën van Aruba en het protocol Aruba-Nederland 2019-2021.

  • De minister houdt financieel toezicht op de openbare lichamen op basis van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (FinBES).

  • De minister monitort de uitvoering van de hervormingen en ontwikkelingen uit de landspakketten via de uitvoeringsagenda's en voortgangs rapportages die periodiek door de Tijdelijke Werkorganisatie (TWO) en de landen worden opgesteld.

C. Beleidsconclusies

Op 4 april 2023 is de Onderlinge Regeling ‘Samenwerking bij hervormingen’ ondertekend door de staatsecretaris van Koninkrijksrelaties en de minister-presidenten van de Aruba, Curaçao en Sint Maarten. De Onderlinge Regeling geldt in principe voor vier jaar. Daarna is er de mogelijkheid van verlenging met telkens maximaal twee jaar. In de preambule van de regeling zijn drie leidende beginselen voor de samenwerking bij de uitvoering van de Landspakketten vastgelegd, namelijk eigenaarschap, gelijkwaardigheid en gemeenschappelijkheid. De Tijdelijke Werkorganisatie (TWO) ondersteunt de Landen bij de uitvoering van de hervormingen. Dit doet zij gezamenlijk met de Uitvoeringsorganisaties, die in ieder van de Landen zijn ingesteld onder de minister-presidenten.

CN-envelop

Het verbeteren van de bestaanszekerheid en verminderen van de armoede in Caribisch Nederland is een belangrijk thema voor dit kabinet. In 2023 heeft het kabinet deze ambities nader vertaald in gerichte en concrete afspraken met de nieuwe bestuurscolleges. In november 2023 zijn met Saba en Sint Eustatius meerjarige bestuurlijke afspraken gemaakt door middel van de Saba Package en St. Eustatius Agreement. Met het nieuwe bestuurscollege op Bonaire zijn in 2023 afspraken gemaakt die in 2024 moeten leiden tot het ondertekenen van meerjarige bestuurlijke afspraken. Bij de hiervoor genoemde afspraken zijn ook de structurele middelen die in het coalitieakkoord ter beschikking zijn gekomen, te weten jaarlijks € 30 mln., aangewend. Hierbij is afgesproken dat het deel van de middelen dat ziet op de eilandelijke taken, oplopend tot € 13 mln. structureel, wordt toegevoegd aan de vrije uitkering. Ook zijn hierbij afspraken gemaakt om lokaal een programma welvaart op te zetten en te ondersteunen. Hierbij wordt onder regie van de openbare lichamen zo veel mogelijk integraal samengewerkt met de lokale en Rijkspartners. Hiermee wordt invulling gegeven aan het uitgangspunt dat wat lokaal kan, ook lokaal gebeurt.

Met de middelen uit de CN-envelop zijn in 2023 ook extra stappen gezet om de inkomens in Caribisch Nederland beter in balans te brengen met de kosten van levensonderhoud. In maart 2023 is de Commissie sociaal minimum Caribisch Nederland ingesteld, met als taak om onderzoek te doen naar wat huishoudens nodig hebben om rond te komen op Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Ook heeft de commissie gekeken naar de systematiek van het sociaal minimum. De Commissie Sociaal Minimum heeft in oktober 2023 haar rapport uitgebracht.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 6 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 4. Bevorderen sociaaleconomische structuur (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

  

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

Artikel

Verplichtingen

27.316

57.677

51.920

81.410

63.860

62.106

1.754

         
 

Uitgaven

28.880

56.995

53.280

76.265

44.255

62.106

‒ 17.851

         

4.1

Curaçao, Sint Maarten en Aruba

6.535

45.365

39.249

57.089

25.040

48.847

‒ 23.807

 

Subsidies (regelingen)

       
 

Diverse subsidies

268

0

574

0

2.562

0

2.562

 

Noodpakketten

0

39.700

29.897

2.138

0

0

0

 

Tijdelijke Werkorganisatie/ NRPB

0

0

1.063

0

0

0

0

 

Tijdelijke Werkorganisatie (TWO)

0

0

0

52

5.784

0

5.784

 

Onderwijshuisvesting Curaçao

0

0

0

0

6.810

0

6.810

 

Opdrachten

       
 

Opdrachten landen

160

457

657

129

38

1.649

‒ 1.611

 

Tijdelijke Werkorganisatie (TWO)

0

0

0

3.686

2.634

0

2.634

 

Inkomensoverdrachten

       
 

Toeslagen op pensioenen NA

2.992

1.718

1.450

1.016

854

1.950

‒ 1.096

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

       
 

Tijdelijke Werkorganisatie (TWO)

0

0

0

0

0

27.237

‒ 27.237

 

Bijdrage aan medeoverheden

       
 

Bijdrage aan landen

2.944

3.380

5.487

23.129

0

0

0

 

Onderwijshuisvesting Curaçao

0

0

0

9.956

0

15.000

‒ 15.000

 

Tijdelijke Werkorganisatie (TWO)

0

0

0

16.862

6.082

2.878

3.204

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

       
 

Diverse bijdragen

171

110

121

121

276

133

143

         

4.2

Caribisch Nederland

22.345

11.630

14.031

19.176

19.215

13.259

5.956

 

Subsidies (regelingen)

       
 

Subsidies Caribisch Nederland

693

454

507

2.090

2.328

698

1.630

 

Bonaire International Airport

0

3.400

3.051

0

0

0

0

 

Opdrachten

       
 

Versterken bestuurs- en uitvoeringskracht

807

478

786

612

1.250

1.382

‒ 132

 

Opdrachten Caribisch Nederland

29

0

0

0

225

0

225

 

Inkomensoverdrachten

       
 

Pensioenen en uitkeringen politieke ambtsdragers

3.017

2.263

2.138

3.135

2.584

2.149

435

 

Bijdrage aan medeoverheden

       
 

Sociaaleconomische initiatieven

7.733

486

0

0

0

0

0

 

Versterken bestuurs- en uitvoeringskracht

10.066

4.549

7.549

13.339

11.960

9.030

2.930

 

Bijdrage aan agentschappen

       
 

Versterken bestuurs- en uitvoeringskracht

0

0

0

0

868

0

868

 

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

       
 

Onderzoek, Kennisoverdracht en Communicatie

0

0

0

0

0

0

0

         
 

Ontvangsten

0

11

804

8.336

648

0

648

E. Toelichting op de instrumenten

Uitgaven

4.1 Curaçao, Sint Maarten en Aruba

Subsidies (regelingen)

Diverse subsidies

Op dit budget is er onder andere een subsidie verstrekt voor het herdenkingsjaar slavernijverleden (€ 1,2 mln.) en een subsidie ten behoeve van de Chinese gemeenschap op Curaçao (€ 0,5 mln.). Het verschil tussen realisatie en vastgestelde begroting wordt onder andere verklaard door een reallocaties die binnen het artikel heeft plaatsgevonden bij eerste suppletoire begroting 2023. Verder is er bij eerste suppletoire begroting € 1,8 mln. overgeboekt vanuit de begroting van BZK (VII) voor de herdenking van het slavernijverleden.

Tijdelijke Werkorganisatie (TWO)

Voor de uitvoering van de maatregelen en hervormingen in de Landspakketten is na de invoering van de Onderlinge Regeling «Samenwerking bij Hervormingen» aan Aruba, Curaçao en Sint Maarten ongeveer € 5,8 mln. aan subsidies beschikbaar gesteld. Hieronder vallen bijvoorbeeld uitgaven voor de uitbreiding van de huisartsenopleiding van Aruba ter versterking van de eerstelijnszorg (€ 0,4 mln.), een subsidie voor de implementatie van Microsoft 365 binnen de overheid van Curaçao (€ 0,9 mln.), en subsidies ter ondersteuning van het opzetten van een collectieve zorgverzekering op Sint Maarten (€ 0,5 mln.). Het verschil tussen realisatie en vastgestelde begroting wordt grotendeels verklaard door diverse reallocaties die binnen het artikel hebben plaatsgevonden bij de eerste en tweede suppletoire begroting 2023.

Onderwijshuisvesting Curaçao

In het kader van het programma onderhoud scholen Curaçao, dat onderdeel is van het Landspakket Curaçao, heeft Nederland in totaal meerjarig € 30 mln. beschikbaar gesteld. In 2023 is hiervan € 6,8 mln. betaald aan het ministerie van Onderwijs, Wetenschap, Cultuur en Sport van Curaçao als onderdeel van de financiering van de tweede tranche scholen. Het verschil tussen realisatie en vastgestelde begroting wordt verklaard door een reallocatie van het instrument bijdrage medeoverheden bij de eerste suppletoire begroting 2023.

Opdrachten

Opdrachten Landen

In 2023 zijn enkele kleine opdrachten voor activiteiten in de Landen gefinancierd uit dit budget. Het verschil tussen realisatie en vastgestelde begroting wordt verklaard door diverse reallocaties die hebben plaatsgevonden bij eerste en tweede suppletoire begroting 2023.

Tijdelijke werkorganisatie (TWO)

In 2023 is er ongeveer € 2,6 mln. besteed aan opdrachten voor de Landspakketten. Dit is grotendeels besteed aan onderzoeken en doorlichtingen die dienen als nulmetingen en probleemanalyses, en opdrachten voor advies en technische expertise. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan de doorlichting van de overheid van Aruba (€ 0,7 mln.) en de ondersteuning van het Rijksvastgoedbedrijf bij huisvestingsbeleid van de overheid op Curaçao (€ 0,1 mln.). Het verschil tussen realisatie en vastgestelde begroting wordt grotendeels verklaard door een reallocatie van het instrument bijdrage ZBO's/RWT's bij de eerste suppletoire begroting 2023. Het verschil met de tweede suppletoire begroting wordt veroorzaakt doordat een aantal facturen later dan verwacht is ingediend en daardoor in 2023 niet meer betaald kon worden.

Bijdragen ZBO's/RWT's

Tijdelijke Werkorganisatie (TWO)

Na ondertekening van de Onderlinge Regeling ‘Samenwerking bij Hervormingen’ zijn verplichtingen en bijbehorende uitgaven in het kader van de landspakketten die direct aan de Landen worden gedaan verantwoord onder het juiste instrumenten subsidies, opdrachten en artikel 6 (Apparaat) en is het budget gerealloceerd bij de eerste suppletoire begroting 2023. Dit verklaart het verschil tussen begroting en realisatie.

Bijdrage aan medeoverheden

Tijdelijke Werkorganisatie (TWO)

Na ondertekening van de Onderlinge Regeling ‘Samenwerking bij Hervormingen’ zijn verplichtingen en bijbehorende uitgaven in het kader van de landspakketten die direct aan de Landen worden gedaan verantwoord onder het instrument subsidies. In 2023 is ongeveer circa € 6 mln. besteed aan bijdragen in het kader van de Landspakketten. Het gaat hierbij hoofdzakelijk om uitbetalingen van verplichtingen die zijn aangegaan voor het inwerkingtreden van de Onderlinge Regeling en bijdragen aan stichting ICTU en het CBS. Hierbij valt te denken aan de bijdrage voor het vervolg van het programma Grond en Vastgoed op Curaçao (€ 1,4 mln.), de bijdrage voor het inhalen van achterstanden bij de belastingdienst van Aruba (€ 0,4 mln.) en twee bijdragen voor het opzetten van een IT-afdeling op Sint Maarten (€ 1,3 mln.). Het verschil tussen realisatie en vastgestelde begroting wordt grotendeels verklaard door reallocaties die binnen het artikel hebben plaatsgevonden bij eerste en tweede suppletoire begroting 2023.

Onderwijshuisvesting Curaçao

Na ondertekening van de Onderlinge Regeling ‘Samenwerking bij Hervormingen’ zijn verplichtingen en bijbehorende uitgaven in het kader van de landspakketten die direct aan de Landen worden gedaan verantwoord onder het juiste instrument subsidies en is het budget gerealloceerd. Het verschil tussen begroting en realisatie wordt hierdoor verklaart.

4.2 Caribisch Nederland

Subsidies

Subsidies Caribisch Nederland

In 2023 is ruim € 2 mln. aan subsidies uitgegeven ten behoeve van Caribisch Nederland. Deze subsidies zijn ingezet voor verschillende organisaties om de zogenaamde capacity building en braingain in Caribisch Nederland te bevorderen. Het ging dan met name om het stimuleren van de terugkeer van professionals naar de lokale arbeidsmarkt (Capacity Building) om daarmee de uitvoeringskracht op de eilanden te versterken. Zo is bijvoorbeeld via de VNG een uitwisselingsnetwerk opgezet met Europees Nederlandse gemeenten om te komen tot gerichte inzet van specifieke expertise. Naast subsidies voor het versterken van de uitvoeringskracht, zijn ook subsidies besteed aan verbeteringen in het sociaal domein. Bijvoorbeeld via armoedebestrijding (Voedselbank) en via Unicef aan het bevorderen van participatie en positief opvoeden.

Opdrachten

Versterken bestuurs- en uitvoeringskracht

De opdrachten voor Caribisch Nederland waren in 2023 gericht op het faciliteren van de dienstreizen naar de eilanden, het organiseren van congressen en evenementen en tenslotte het inhuren van beleids- en onderzoeksadvies. Onder die laatste categorie valt bijvoorbeeld het onderzoek van IdeeVersa naar de taken en middelen in Caribisch Nederland. Voor dit onderzoek zijn de eilandelijke taken en middelen per eiland geïnventariseerd om vervolgens de kosten voor de taken te ramen om zo te kunnen bepalen of Caribisch Nederland in staat is met huidige middelen haar taken naar behoren te vervullen.

Inkomensoverdrachten

Pensioenen en uitkeringen politieke ambtsdragers

Dit betreft de bijdragen die worden geleverd ten behoeve van pensioenen en wachtgelduitkeringen voor oud politici van Caribisch Nederland, en de herstelpremie ten behoeve van het Pensioenfonds Caribisch Nederland.

Bijdrage aan medeoverheden

Versterken bestuurs- en uitvoeringskracht

Om de bestuurs- en uitvoeringskracht bij medeoverheden in Caribisch Nederland te versterken zijn diverse uitgaven gedaan. Zo zijn er bijvoorbeeld uitgaven gedaan met betrekking tot de noodmaatregelen aan de klif op Sint Eustatius, uitgaven voor het op orde brengen van het financieel beheer op Sint Eustatius en uitgaven naar aanleiding van de bestuurlijke afspraken om de eilandelijke achterstanden aan te pakken.

Ontvangsten

Dit betreft voor het grootste gedeelte ontvangsten voor de afdracht SSO-CN 2023.

4.3 Artikel 5. Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen

A. Algemene doelstelling

Het ondersteunen van de houdbaarheid van de overheidsfinanciën van Curaçao en Sint Maarten door de kwijtschelding van een deel van de schulden van Curaçao en Sint Maarten (in 2010), door het uitoefenen van financieel toezicht en door het aanbieden van de mogelijkheid van een lopende inschrijving door Nederland tegen het actuele rendement op Nederlandse staatsleningen van de desbetreffende looptijd.

B. Rol en verantwoordelijkheid

Gelet op de autonomie hebben de landen hun eigen verantwoordelijkheid voor de houdbaarheid van de overheidsfinanciën. Het financieel toezicht op Curaçao en Sint Maarten wordt op grond van de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Rft) uitgeoefend door de Rijksministerraad. Voor Aruba is het toezicht gebaseerd op de Landsverordening Aruba financieel toezicht.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor:

Financieren

Nederland financiert de kosten die voortkomen uit de schuldsanering en heeft een lopende inschrijving op leningen van Curaçao en Sint Maarten via de begroting van Koninkrijksrelaties. De schuldsanering is terug te voeren op de bestuurlijke afspraken die zijn gemaakt in de aanloop naar de nieuwe staatkundige verhoudingen per 10 oktober 2010. Daarbij heeft Nederland een oplossing geboden voor de toenmalige schuldenproblematiek, door de verplichting op zich te nemen een belangrijk deel van de schulden van Curaçao en Sint Maarten over te nemen.

Uitvoeren

Afspraken over het financieel beheer van Curaçao en Sint Maarten zijn geformaliseerd in de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Rft). Op basis van deze wet begeleidt de minister de adviezen van het College financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Cft) naar de Rijksministerraad. Tevens is in de Rft bepaald dat Nederland een lopende inschrijving aanbiedt voor leningen aan Curaçao en Sint Maarten, tegen het actuele rendement op Nederlandse staatsleningen van de desbetreffende looptijd.

Na orkaan Irma en tijdens de covidpandemie zijn op grond van artikel 36 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden aan de landen ook incidentele leningen verstrekt om de publieke dienstverlening te kunnen continueren en steunmaatregelen voor inwoners en bedrijfsleven mogelijk te maken.

C. Beleidsconclusies
Tabel 7 Overzicht covidleningen ACS (Bedragen in mln.)
 

AWG/ANG

EURO

Aruba

915,5

442,2

Curaçao

911,0

448,3

Sint Maarten

316,4

141,6

   

Totaal

2142,9

1032,1

Herfinanciering

In oktober 2023 zijn de covidleningen aan de landen nogmaals geherfinancierd. Daarbij is rekening gehouden met de financiële draagkracht van de landen. De totale omvang van de leningen, ruim € 1 mld., is daarbij niet gewijzigd.

ENNIA

In 2023 was Nederland bereid aan de landen Curaçao en Sint Maarten een lening te verstrekken voor destijds door de landen gekozen doorstaat van ENNIA. De benodigde lening voor Curaçao was zo omvangrijk dat die voor het land in een knelpunt met de rentelastnorm uit de Rijkswet financieel toezicht zou kunnen resulteren. Tijdens de gesprekken zijn diverse oplossingsrichtingen verkend, echter geen waar Curaçao zich in kon vinden. Curaçao heeft om die reden op het allerlaatste moment afgezien van deze oplossing (Kamerstukken II 2023/24, 36 410 IV, nr. 44).

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 8 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 5. Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

  

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

Artikel

Verplichtingen

50.396

621.056

733.075

31.129

33.195

1

33.194

         
 

Uitgaven

79.143

649.573

597.611

223.627

61.712

28.517

33.195

         

5.1

Schuldsanering Curaçao en Sint Maarten

28.517

28.517

28.517

28.517

28.517

28.517

0

 

Leningen

       
 

Schuldsanering

28.517

28.517

28.517

28.517

28.517

28.517

0

         

5.2

Leningen/ garanties landen Curaçao, Sint Maarten en Aruba

50.626

621.056

569.094

195.110

33.195

0

33.195

 

Leningen

       
 

Leningen aan Aruba

0

204.327

315.577

181.478

0

0

0

 

Lopende inschrijving en leningen Curaçao en Sint Maarten

50.626

416.729

253.517

13.632

33.195

0

33.195

         
 

Ontvangsten

49.495

47.056

44.232

81.583

83.413

1.090.372

‒ 1.006.959

E. Toelichting op de instrumenten

Uitgaven

5.1 Schuldsanering Curaçao en Sint Maarten

Leningen

Schuldsanering

In de Slotverklaring van 2 november 2006 heeft Nederland zich met het oog op een gezonde financiële positie bij de start van de nieuwe staatkundige verhoudingen de schulden van (de collectieve sector van) de Nederlandse Antillen en de eilandgebieden Curaçao en Sint Maarten grotendeels gesaneerd en geherfinancierd. Dit betreft de schulden van het Land en de eilandgebieden Curaçao en Sint Maarten. De schuldomvang is van 31 december 2005, die bestaat uit openbare en onderhandse geldleningen die zijn aangegaan ten opzichte van derden buiten de desbetreffende collectieve sector (inclusief de leningen die ten opzichte van Nederland zijn aangegaan). Deze leningen zijn, voor zover zij in omvang boven de rentelastnorm van dat jaar uitgaan, door Nederland gesaneerd.

5.2 Leningen/ garanties landen Curaçao en Sint Maarten en Aruba

Leningen

Lopende inschrijving en leningen Curaçao en Sint Maarten

Aan Sint Maarten is een lening van € 33,2 mln. verstrekt voor investeringen. Het verschil tussen realisatie en vastgestelde begroting wordt verklaard door een nota van wijziging op de eerste suppletoire begroting 2023 waarmee de lening aan Sint Maarten is verstrekt.

Ontvangsten

De reguliere rente en aflossingen op leningen aan Aruba, Curaçao en Sint Maarten worden hier verantwoord. De ontvangsten ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2023 zijn onder andere hoger dan geraamd vanwege de extra aflossing van Curaçao ten behoeve van de lening Girobank. Daarnaast valt de euro dollar koers gunstiger uit dan initieel voorzien, hierdoor vallen de ontvangsten uit aflossingen en rente in euro’s hoger uit. De bedragen in USD/AWG/ANG die de Landen moeten terugbetalen op basis van de gesloten overeenkomsten zijn ongewijzigd gebleven. Het verschil tussen de tweede suppletoire begroting en vastgestelde begroting wordt grotendeels verklaard door een incidentele suppletoire begroting die eind augustus naar de Tweede Kamer is gestuurd (Kamerstukken II 2022/2023, 36 401 nr. 1).

 

4.4 Artikel 8. Wederopbouw Bovenwindse Eilanden

A. Algemene doelstelling

Het bevorderen dat de basisvoorzieningen (inclusief infrastructuur) voor de burgers in Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba weer op het niveau van voor de orkanen Irma en Maria komen. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) coördineert het beschikbaar stellen van de middelen vanuit Nederland en het toezicht op de besteding daarvan.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor:

Financieren

  • De minister financiert een deel van de wederopbouw van Sint Maarten. Tot 2021 zijn er middelen beschikbaar waarmee het trustfonds bij de Wereldbank wordt gevuld. De einddatum van dit trustfonds is in 2022 budgetneutraal verlengd met 36 maanden en blijft tot en met 2028 operationeel. Deze bijdrage is verbonden aan de politieke voorwaarden waarmee Sint Maarten akkoord is gegaan, waaronder de reeds ingestelde integriteitskamer en het versterken van het grenstoezicht waarover nadere afspraken zijn gemaakt (Stcrt. 2014, 72542 en Landsverordening Integriteitskamer). Nederland zal gedurende de wederopbouw toezien op de naleving van de voorwaarden.

  • De minister levert naast het trustfonds directe steun voor de wederopbouw van Sint Maarten. Het gaat hier bijvoorbeeld om kosten op het gebied van rechtshandhaving of technische assistentie op gebied van financieel beheer.

Regisseren

  • De minister regisseert de rijksbrede aanpak van de wederopbouwfase op de eilanden Saba en Sint Eustatius.

  • De minister is vertegenwoordigd in de stuurgroep van het Sint Maarten Reconstruction, Recovery and Resilience trustfund waarin ook Sint Maarten en de Wereldbank zitting hebben. Prioriteiten voor Nederland zijn economische ontwikkeling en bereikbaarheid (specifiek de luchthaven), de afvalproblematiek en goed bestuur.

Ook de ministeries van Onderwijs Cultuur en Wetenschap (OCW), Economische Zaken en Klimaat (EZK) en Infrastructuur en Waterstaat (IenW) zijn betrokken bij de wederopbouw van Sint Eustatius en Saba voor onder andere het herstel van schoolgebouwen en infrastructuur. De middelen voor deze projecten staan op de begrotingen van de betreffende ministeries.

C. Beleidsconclusies

In maart 2023 is de beleidsdoorlichting van artikel 8 van het begrotingshoofdstuk IV Koninkrijksrelaties ‘Wederopbouw Bovenwindse Eilanden’ afgerond en naar de Tweede en Eerste Kamer verstuurd, inclusief de kabinetsreactie.

Op basis van de prioriteiten zijn meerdere projecten binnen het trustfund extra belangrijk voor Nederland. Dit zijn de herbouw van de vliegtuigterminal, het afvalproject inclusief management van de afvalberg, het afvalwaterzuiveringsproject en daarnaast ook het opzetten van een Disaster Reserve Fund.

Er zijn in totaal twaalf wederopbouwprojecten in uitvoering gegaan (waarvan twee projecten afgerond zijn). Ook zijn er twee projecten in voorbereiding: het rioolwater zuiveringsproject en het sociale woningbouw project. De wederopbouw van Sint Maarten ligt nog steeds op koers, al blijft er nog veel te doen. Volgens de Wereldbank gaat de wederopbouw van Sint Maarten 22% sneller dan vergelijkbare programma’s voor kleine eilandstaten in de Caribische regio.

In 2023 zijn een aantal belangrijke mijlpalen bereikt. Op 30 juni 2023 opende het lokale kantoor van de Wereldbank op Sint Maarten in aanwezigheid van de staatssecretaris van BZK. Dit is een positieve ontwikkeling voor de directe aanwezigheid van de Wereldbank op Sint Maarten. Daarnaast is in augustus de Grant Agreement van het Mental Health Project getekend en is het Emergency Income Support and Training Project (EISTP) succesvol afgerond. Het vliegveld heeft in november de vertrekhal van de terminal in gebruik genomen. Voor de bouw van het nieuwe ziekenhuis is het totale bouwbudget opgehoogd met $ 40 mln., waarvan $ 7 mln. verstrekt vanuit Nederland. Dit was nodig om de toegenomen bouwkosten te dekken.

De directe bijdragen vanuit het begrotingshoofdstuk IV Koninkrijksrelaties in 2023 waren er vooral op gericht om aanvullende (financiële) ondersteuning te leveren aan organisaties die betrokken zijn bij de projecten onder het Trustfund. Dit waren in onder andere de Royal Schiphol Group voor het herstel van de luchthaven en VNG International en de National Recovery Program Bureau (NRPB) voor het afvalproject.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 9 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 8. Wederopbouw Bovenwindse Eilanden (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

  

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

Artikel

Verplichtingen

24.362

100.802

92.602

6.984

2.305

1.000

1.305

         
 

Uitgaven

21.299

102.682

91.485

8.456

2.709

3.300

‒ 591

         

8.1

Wederopbouw

21.299

102.682

91.485

8.456

2.709

3.300

‒ 591

 

Subsidies (regelingen)

       
 

Diverse subsidies

1.230

0

1.854

762

2.020

0

2.020

 

Leningen

       
 

Overbruggingskrediet luchthaven Sint Maarten

13.322

0

0

0

0

0

0

 

Opdrachten

       
 

Wederopbouw op Sint Maarten

491

1.298

999

694

689

3.300

‒ 2.611

 

Bijdrage aan medeoverheden

       
 

KPSM

300

6.039

0

0

0

0

0

 

Wederopbouw op Sint Eustatius

5.823

3.345

2.517

0

0

0

0

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

       
 

Wederopbouw op Sint Maarten

133

2.000

0

7.000

0

0

0

 

Wereldbank

0

90.000

86.115

0

0

0

0

         
 

Ontvangsten

0

14.036

0

0

0

0

0

E. Toelichting op de instrumenten

Uitgaven

8.1 Wederopbouw

Subsidies (regelingen)

Diverse subsidies

In 2023 heeft Nederland een voorschot verstrekt ten behoeve van de extra capaciteit die de National Recovery Program Bureau (NRPB) levert aan het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu op St. Maarten inzake het afvalproject op Sint Maarten.

Daarnaast is in het kader van stormwaterpompen voor de stad Philipsburg een beschikking verstrekt voor de aanschaf van de pompen door de overheid van Sint Maarten. Tevens is er voor de begeleiding van de aanschaf van de stormwaterpompen een bijdrage verstrekt aan de Stichting Overheidsaccountantbureau (SOAB).

Opdrachten

Wederopbouw op Sint Maarten

De Royal Schiphol Group heeft circa € 0,7 mln. aan operationele bijstand voor de luchthaven Sint Maarten (PJIA) geleverd.

5. Niet-beleidsartikelen

5.1 Artikel 6. Apparaat

A. Budgettaire gevolgen

Tabel 10 Apparaatsuitgaven (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

  

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

artikel

Verplichtingen

26.365

30.779

31.652

34.526

32.718

22.924

9.794

         
 

Uitgaven

26.696

29.879

30.335

34.195

32.678

22.924

9.754

6.0

Apparaat

       
 

Personele uitgaven

       
 

Eigen personeel

13.814

14.294

15.264

16.543

20.719

12.072

8.647

 

Inhuur externen

2.450

2.323

2.813

1.384

1.702

598

1.104

         
 

Materiële uitgaven

       
 

Overige materiële uitgaven

10.432

13.262

12.258

16.268

10.257

10.254

3

         
 

Ontvangsten

1.992

1.063

7.073

10.109

4.625

0

4.625

B. Toelichting op de financiële instrumenten

Uitgaven

Dit betreft de uitgaven van de Shared Service Organisatie Caribisch Nederland (SSO CN), de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN), de Colleges Financieel Toezicht (Cft), Rijksvertegenwoordiger, de Tijdelijke Werkorganisatie (TWO) en de Vertegenwoordiging van Nederland in Aruba, Curaçao en Sint Maarten (VN ACS).

Personele uitgaven

Eigen personeel

Dit betreffen de uitgaven aan het eigen personeel van de SSO-CN, RCN, Rijksvertegenwoordiger, Cft, TWO en het lokaal personeel van de VN ACS.

Inhuur externen

Er is onder andere ingehuurd om de continuïteit van de dienstverlening te waarborgen bij SSO-CN. Ook voor specifieke dienstverlening en diverse projecten is er ingehuurd. Projecten waarvoor extra capaciteit beschikbaar is gesteld zijn:

  • Diverse verbeteringstrajecten zoals het optimaliseren digitale archief/DMS.

  • Informatiebeveiliging door een CISO-ondersteuning.

Materiële uitgaven

Overige materiële uitgaven

Dit betreffen de uitgaven voor overige materiële posten van SSO CN, RCN, Cft, Rijksvertegenwoordiger, TWO en de VNACS. Hieronder vallen onder andere huisvestingskosten, ICT-kosten en communicatiekosten.

Wisselkoersverschillen

Sinds begrotingsjaar 2023 worden alle koersresultaten van dit hoofdstuk separaat geadministreerd in artikel 6. Over begrotingsjaar 2023 zijn er voor € 4,1 mln. aan positieve koersresultaten behaald.

Ontvangsten

Dit betreft ontvangsten van SSO CN over 2023 uit de verrekening met de andere departementen. Verrekening vindt plaats op basis van toe- of afname van de basisdienstverlening en de specifieke dienstverlening van SSO CN.

5.2 Artikel 7. Nog onverdeeld

A. Budgettaire gevolgen

Tabel 11 Nog onverdeeld (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

  

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

Artikel

Verplichtingen

0

0

0

0

0

3.441

‒ 3.441

         
 

Uitgaven

0

0

0

0

0

3.441

‒ 3.441

7.0

Nog onverdeeld

       
 

Onvoorzien

0

0

0

0

0

2.883

‒ 2.883

 

Wisselkoersreserve

0

0

0

0

0

558

‒ 558

         
 

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

B. Toelichting op de financiële instrumenten

Onvoorzien

Vanuit dit artikel is eenmalig € 1 mln. overboekt naar artikel 4 ter dekking van uitgaven door het Rijksvastgoedbedrijf voor het onderhoud van diverse panden op Sint Eustatius, waaronder Fort Oranje. Ook is er € 0,4 mln. aangewend ter dekking van subsidies op artikel 4.2. Verder is er vanuit dit artikel € 1,4 mln. gerealloceerd naar het BES-fonds voor het versterken van de uitvoeringskracht Caribisch Nederland (Bonaire, St. Eustatius en Saba).

Wisselkoersreserve

Met de suppletoire begroting Prinsjesdag heeft er een toedeling van middelen plaatsgevonden naar diverse artikelen om de nadelige wisselkoerseffecten op te vangen. Het restant van de wisselkoersreserve is door deze toedeling niet meer nodig.

6. Bedrijfsvoeringsparagraaf Koninkrijksrelaties

Paragraaf 1 - Rapportage voor volgende verplichte onderdelen:

Rechtmatigheid

1a - Rechtmatigheid

In 2023 hebben zich geen overschrijdingen voorgedaan.

1b - Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

1c - Begrotingsbeheer, financieel beheer en materiële bedrijfsvoering

Voor het begrotingsbeheer, het financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering wordt u verwezen naar de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag van begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).

1d - Misbruik en oneigenlijk gebruik

Voor misbruik en oneigenlijk gebruik wordt u verwezen naar de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag van begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).

1e - Overige aspecten van de bedrijfsvoering

Voor de overige aspecten van de bedrijfsvoering wordt u verwezen naar de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag van begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).

1f - Fraude- en corruptierisico's

Voor fraude- en corruptierisico's wordt u verwezen naar de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag van begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).

Paragraaf 2 - Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen

Voor de rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen wordt u verwezen naar de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag van begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).

Paragraaf 3 - Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering

Voor de belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering wordt u verwezen naar de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag van begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).

B. BELEIDSVERSLAG BES-FONDS

7. Beleidsprioriteiten

Het BES-fonds is een beleidsarm fonds waaruit aan de eilanden van Caribisch Nederland een vrije uitkering wordt verstrekt. Deze uitkering moet de eilanden in staat stellen hun taken uit te voeren.

8. Beleidsartikel BES-fonds

8.1 Artikel 1. BES-fonds

A. Algemene doelstelling

Via het BES-fonds wordt bewerkstelligd dat de Openbare Lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba middelen krijgen toebedeeld om de tussen het Rijk en de eilanden overeengekomen taakverdeling van de eilanden naar behoren uit te voeren.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De openbare lichamen mogen zelf bepalen welke taken en activiteiten zij bekostigen uit de algemene middelen van de vrije uitkering. Dit uitgangspunt laat onverlet dat de openbare lichamen bepaalde wettelijke taken en activiteiten dienen uit te voeren waarbij zij voor de bekostiging mede op de algemene middelen zijn aangewezen.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor:

Financieren

De minister is verantwoordelijk voor de bestuurlijke en financiële verhouding met de eilanden en in die hoedanigheid financiert de minister het BES-fonds.

C. Beleidsconclusies

Er zijn in 2023 geen beleidswijzigingen geweest binnen het BES-fonds.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 12 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1. BES-fonds (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

  

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

 

Verplichtingen

43.176

51.304

51.708

67.092

87.850

53.094

34.756

         
 

Uitgaven

44.316

51.304

51.708

67.092

87.850

53.094

34.756

         
 

Bijdrage aan medeoverheden

       

1.0

Vrije uitkering

44.316

51.304

51.708

67.092

87.850

53.094

34.756

         
 

Ontvangsten

44.316

51.304

51.708

67.092

87.850

53.094

34.756

E. Toelichting op de instrumenten

Uitgaven

Bijdragen aan medeoverheden

Vrije uitkering

De vrije uitkering omvat de vrij besteedbare middelen voor de Openbare Lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba waarmee zij publieke taken financieren. De hoogte van de vrije uitkering wordt vastgesteld in US dollars.

In de loop van 2023 is de vrije uitkering bijgesteld met de jaarlijkse loon- en prijsbijstelling voor een bedrag van € 4,1 mln.

Vanuit de Caribisch Nederland (CN)-envelop hebben de Openbare Lichamen in 2023 € 7,2 mln. ontvangen voor de verhoging van de vrije uitkering (Bonaire € 4 mln., Sint Eustatius € 1,8 mln. en Saba € 1,4 mln.).

Daarnaast hebben de Openbare Lichamen in 2023 incidentele middelen ontvangen van verschillende ministeries. Vanuit het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) hebben de Openbare Lichamen – net als in 2022 – middelen ontvangen in het kader van de uitvoering van het Natuur en Milieubeleidsplan Caribisch Nederland 2020-2030. Het betrof in totaal € 8,4 mln. (Bonaire € 5,2 mln., Sint Eustatius € 0,3 en Saba € 2,9 mln.).

Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) heeft € 8,1 ter beschikking gesteld aan de Openbare Lichamen (Bonaire € 6,1 mln., Sint Eustatius € 1,3 mln. en Saba € 0,7 mln.) voor armoedebestrijding en de eenmalige energietoelage voor huishoudens met een laag inkomen.

Vanuit het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is € 1,8 mln. ter gesteld aan de Openbare Lichamen om hen te ondersteunen bij digitaliseringsvraagstukken (Bonaire € 0,8 mln., Sint Eustatius € 0,5 mln. en Saba € 0,5 mln.) en € 1,5 mln. voor uitvoeringskracht (ieder € 0,5 mln.).

Tot slot hebben de openbare lichamen nog kleinere bedragen ontvangen van verschillende departementen die optellen tot circa € 2 mln. voor onder andere connectiviteit, herdenking slavernijverleden en extra capaciteit voor de buitengewoon agenten van de politie.

Bij de uitbetaling van de vrije uitkering zijn de aflossingen van de renteloze leningen aan de openbare lichamen verrekend. Conform artikel 89 van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (hierna: Wet FinBES) mogen de openbare lichamen een renteloze lening aangaan voor investeringen ten behoeve van het uitoefenen van een publieke taak, bijvoorbeeld onderwijshuisvesting. In 2023 bedroeg de inhouding voor deze leningen € 0,9 mln. voor Bonaire, € 0,2 mln. voor Sint Eustatius en € 0,5 mln. voor Saba. Bijlage 9 bij de begroting Koninkrijksrelaties (IV) geeft een overzicht van deze renteloze leningen en bijbehorende aflossingsbedragen in dollars (Kamerstukken II, 2022/23, 36200, nr. 2).

Ontvangsten

Artikel 88, derde lid, van de Wet FinBES regelt dat bij (begrotings-)wet voor ieder uitkeringsjaar middelen van het Rijk worden afgezonderd ten behoeve van het BES-fonds. De uitgaven en de afgezonderde inkomsten over ieder uitkeringsjaar zijn aan elkaar gelijk. Gelet hierop is ten behoeve van de dekking van de uitgaven ten laste van het BES-fonds een post ontvangsten opgenomen.

9. Bedrijfsvoeringsparagraaf BES-fonds

Paragraaf 1. Rapportage voor de volgende verplichte onderdelen:

1a - Rechtmatigheid

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

1b - Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

1c - Begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering

Voor het begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering wordt u verwezen naar de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag van begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).

1d - Misbruik en oneigenlijk gebruik

Voor misbruik en oneigenlijk gebruik wordt u verwezen naar de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag van begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).

1e - Overige aspecten van de bedrijfsvoering

Voor overige aspecten van de bedrijfsvoering wordt u verwezen naar de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag van begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).

1f - Fraude- en corruptierisico's

Voor fraude- en corruptierisico's wordt u verwezen naar de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag van begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).

Paragraaf 2. Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen

Voor de rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen wordt u verwezen naar de bedrijfsvoeringparagraaf van het jaarverslag in begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).

Paragraaf 3. Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering

Voor de belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering wordt u verwezen naar de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag van begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).

C. JAARREKENING KONINKRIJKSRELATIES

10. Verantwoordingsstaat Koninkrijksrelaties

Tabel 13 Verantwoordingsstaat 2023 van Koninkrijksrelaties (IV) (bedragen x € 1.000)

Art.

Omschrijving

Vastgestelde begroting (1)

Realisatie (2)

Verschil (3)=(2)-(1)

  

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

 

Totaal

165.638

196.454

1.090.372

141.2501

155.913

88.686

‒ 24.388

‒ 40.541

‒ 1.001.686

           
 

Beleidsartikelen

         

1

Versterken rechtsstaat

76.166

76.166

0

9.172

14.559

0

‒ 66.994

‒ 61.607

0

4

Bevorderen sociaaleconomische structuur

62.106

62.106

0

63.860

44.255

648

1.754

‒ 17.851

648

5

Schuldsanering/lopende inschrijving/ leningen

1

28.517

1.090.372

33.195

61.712

83.413

33.194

33.195

‒ 1.006.959

8

Noodhulp en wederopbouw Bovenwindse eilanden

1.000

3.300

0

2.305

2.709

0

1.305

‒ 591

0

           
 

Niet-beleidsartikelen

         

6

Apparaat

22.924

22.924

0

32.718

32.678

4.625

9.794

9.754

4.625

7

Nog onverdeeld

3.441

3.441

0

0

0

0

‒ 3.441

‒ 3.441

0

X Noot
1

De verplichtingstand opgenomen in de verantwoordingsstaat laat een stand zien inclusief negatieven bijstellingen ( € 1,7 mln.). De toelichting op de negatieve bijstellingen vindt plaats in de saldibalans onder balanspost 14a Tegenrekening andere verplichting. De toelichting heeft betrekking op de negatieve bijstellingen die per saldo een omvang hebben van meer dan 10% en of meer dan € 0,1 mln. ten opzichte van de verplichtingenstand per 31 december 2022

11. Saldibalans Koninkrijksrelaties

Tabel 14 Saldibalans per 31 december 2023 van Koninkrijksrelaties (IV) (bedragen x € 1.000)

Activa

31-12-2023

 

31-12-2022

 

Passiva

31-12-2023

 

31-12-2022

          

Intra-comptabele posten

   

Intra-comptabele posten

   

1)

Uitgaven ten laste van de begroting

155.913

 

374.961

2)

Ontvangsten ten gunste van de begroting

88.686

 

104.028

3)

Liquide middelen

191.025

 

157.780

     

4)

Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding

0

 

0

4a)

Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding

257.873

 

421.861

5)

Rekening-courant RHB Begrotingsreserve

0

 

0

5a)

Begrotingsreserves

0

 

0

6)

Vorderingen buiten begrotingsverband

4.520

 

5.174

7)

Schulden buiten begrotingsverband

4.899

 

12.026

8)

Kas-transverschillen

0

       
          

Subtotaal intra-comptabel

351.458

 

537.915

Subtotaal intra-comptabel

351.458

 

537.915

          

Extra-comptabele posten

   

Extra-comptabele posten

   

9)

Openstaande rechten

0

 

0

9a)

Tegenrekening openstaande rechten

0

 

0

10)

Vorderingen

2.621.286

 

2.625.241

10a)

Tegenrekening vorderingen

2.621.286

 

2.625.241

11a)

Tegenrekening schulden

0

 

0

11)

Schulden

0

 

0

12)

Voorschotten

660.753

 

646.194

12a)

Tegenrekening voorschotten

660.753

 

646.194

13a)

Tegenrekening garantieverplichtingen

0

 

0

13)

Garantieverplichtingen

0

 

0

14a)

Tegenrekening andere verplichtingen

199.540

 

225.373

14)

Andere verplichtingen

199.540

 

225.373

15)

Deelnemingen

0

 

0

15a)

Tegenrekening deelnemingen

0

 

0

          

Subtotaal extra-comptabel

3.481.579

 

3.496.808

Subtotaal extra-comptabel

3.481.579

 

3.496.808

          

Totaal

3.833.037

 

4.034.723

Totaal

 

3.833.037

 

4.034.723

Waardensprong beginbalans

De beginstand van de verplichtingen SSO CN 2023  wijkt t.o.v. de eindstand 2022 af omdat er uit een opschoningsactie van SAP is gebleken dat een groot aantal facturen in 2022 betaald werden zonder dat de koppeling naar de bijbehorende verplichting is gemaakt..

Het gevolg daarvan is dat de verplichtingen die vorige jaar buiten- en binnenbegrotingsverband zijn geplaatst in de beginstand 2023 neerwaarts worden bijgesteld met een bedrag van € 11.171.986,59.

Ad 1. en 2. Uitgaven en ontvangsten

Bij de begrotingsuitgaven en -ontvangsten zijn de gerealiseerde uitgaven en ontvangsten opgenomen met betrekking tot het jaar 2023 waarvoor de Rijksrekening nog niet door de Tweede Kamer is goedgekeurd.

Ad 3. Liquide middelen

De liquide middelen worden op balansdatum niet gewaardeerd tegen de dagkoers. De liquide middelen worden gedurende het jaar per boeking tegen de geldende wisselkoers (ANG/ AWG/ USD) van de valutadatum op het bankafschrift in euro’s gewaardeerd. Aan het einde van het jaar wordt vervolgens het Eurosaldo vanuit de financiële administratie verantwoord in plaats van het saldo van het laatste bankafschrift tegen de geldende wisselkoers per 31 december 2023. De post liquide middelen is opgebouwd uit het saldo bij de banken en de contante gelden aanwezig in de kluis van de kasbeheerders. Het bedrag is als volgt opgebouwd:

Tabel 15 Overzicht liquide middelen (bedragen in €)

Liquide middelen

Saldo

a) Vertegenwoordiging van Nederland in Aruba, Curaçao en Sint Maarten

732.078

b) College Financieel Toezicht

570.983

c) Rijksdienst Caribisch Nederland

48.979.566

d) Bank lopende inschrijving

140.741.576

e) Overig

0

  

Totaal

191.024.203

Ad a t/m c)

De mutaties van de liquide middelen maandverantwoording VNACS, CFT en SSO-CN van december 2023 zijn in de verslagperiode verwerkt.

Ad d) bank lopende inschrijving

Deze post wordt bepaald door een storting op de Maduro Curiel’s Bank N.V. voor betalingen in de komende perioden voor deze kasbeheerder.

Ad 4a. Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding

Op de rekening‑courant met de Rijkshoofdboekhouding (RHB) is de financiële verhouding met het Ministerie van Financiën weergegeven. Opgenomen zijn de bedragen conform Rekening-courant afschriften en het saldobiljet van genoemd departement. De volgende Rekening-courantverhoudingen zijn opgenomen in de balans:

Tabel 16 Overzicht rekening-courant Rijkshoofdboekhouding (bedragen in €)

Rekening-courant

Saldo

a) Rekening-courant FIN/RHB

209.853.435

b) Rekening-courant FIN/RHB Bevoorschotting BES/RCN

48.018.746

  

Totaal

257.872.182

Ad 6. Vorderingen buiten begrotingsverband

Het bedrag aan vorderingen buiten begrotingsverband is als volgt opgebouwd:

Tabel 17 Overzicht vorderingen buiten begrotingsverband (bedragen in €)

Type vorderingen

Saldo

a) Vorderingen Kasbeheerders Rijksdiensten

4.252.870

b) Intra-comptabele voorschotten

266.608

c) Intra-comptabele debiteuren

0

  

Totaal

4.519.478

Ad a) Vorderingen kasbeheerders rijksdiensten

De vorderingen van de Vertegenwoordiging van Nederland op Aruba, Curaçao en Sint Maarten (VNACS), College Financieel Toezicht (CFT) en de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN) bestaan uit diverse vorderingen op ministeries en derden.

Ad b) Intra-comptabele voorschotten

Het saldo heeft betrekking op voorschotten salaris, verhuis- en studiekosten verstrekt aan personeel. De posten worden verrekend met het te betalen salaris voor zover dit nog mogelijk is.

Ad 7. Schulden buiten begrotingsverband

Het bedrag aan schulden buiten begrotingsverband is als volgt opgebouwd:

Tabel 18 Overzicht schulden buiten begrotingsverband (bedragen in €)

Schulden

Saldo

a) Schulden Kasbeheerders Rijksdiensten

4.899.742

b) Nog af te dragen loonheffing en Sociale premies

c) Overige intra-comptabele schulden

  

Totaal

4.899.742

Ad a) Schulden kasbeheerders rijksdiensten

De schulden van de Vertegenwoordiging van Nederland op Aruba, Curaçao en St. Maarten en de SSO-CN bestaan voor namelijk uit nog te betalen aan derden en diverse te verrekenen salarissen.

Ad 10. Vorderingen

Ad 10a. Tegenrekening vorderingen

Het saldo per 31 december 2023 kan als volgt worden gespecificeerd:

Tabel 19 Overzicht vorderingen per artikel per 31 december 2023 (bedragen in €)

Art.

Omschrijving

Saldo

1

Versterken rechtsstaat

0

4

Bevorderen sociaaleconomische structuur

1.597.684

5

Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen

2.581.104.780

6

Apparaat

559.477

8

Noodhulp en wederopbouw Bovenwindse Eilanden

38.023.269

   

Totaal

 

2.621.285.210

Tabel 20 Overzicht vorderingen naar ontstaansjaar per 31 december 2023 (bedragen in €)

Ontstaansjaar

Saldo

t/m 2018

1.143.301.093

2019

48.908.665

2020

61.314.237

2021

112.296.894

2022

1.221.129.330

2023

34.334.990

  
  

Totaal excl. toeslagen

2.621.285.210

Tabel 21 Overzicht vorderingen naar de mate van opeisbaarheid per 31 december 2023 (bedragen in €)

Type vordering

Direct opeisbaar

Op termijn opeisbaar

Totaalbedrag

a) Algemeen

2.157.161

0

2.157.161

b) Leningen artikel 5 en Noodhulp artikel 8

0

2.619.128.049

2.619.128.049

    

Totaal

2.157.161

2.619.128.049

2.621.285.210

Toelichting

Artikel 4: Bevorderen sociaaleconomische structuur

Dit betreft verschillende vorderingen die openstaan bij derden. Het gaat hier om de afrekening van tickets en voedselhulp voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

Artikel 5: Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen

Tabel 22 Overzicht leningen artikel 5 Schuldsanering/ lopende inschrijving/ leningen per 31 december 2023 (bedragen in €)
 

Gehanteerde koersen

Valuta

Euro

a) Lening OBNA

in €

 

1.340.105

b) Maatregel Tussenbalans

in €

 

479.310

c) Water- en Energiebedrijf (akte 263-JZ/1995)

AWG 0,55

3.219.000

1.770.450

d) Leningen lopende inschrijving Curaçao

in €

 

998.965.173

e) Leningen lopende inschrijving Sint Maarten

in €

 

244.684.059

f) Liquiditeitssteun Curaçao

in €

 

448.317.692

g) Liquiditeitssteun Aruba

in €

 

442.184.471

h) Liquiditeitssteun St Maarten

in €

 

155.255.880

i) Rentelastverlichting Aruba

in €

 

259.196.972

j) Lening ter afwikkeling Girobank

in €

 

28.425.612

k) Overige vorderingen

in €

 

485.056

Totaal

  

2.581.104.780

Ad a) Lening OBNA

De Ontwikkelingsbank van de Nederlandse Antillen (OBNA) heeft in 2001 een aanvullende lening ontvangen ten behoeve van de financiering van een krediettranche inzake de ontwikkelingssamenwerking tussen Nederland en de Nederlandse Antillen. De lening heeft een looptijd van 30 jaar en eindigt op 31 december 2030.

Ad b) Maatregel Tussenbalans

In het kader van de maatregel Tussenbalans zijn gedurende de periode 1991 tot en met 1995 diverse begrotingsleningen verstrekt aan Aruba ter financiering van projecten, waarvan een bepaald rendement verwacht mag worden. De leningen hebben een looptijd van 30 jaar, waarvan de eerste acht jaar vrij van aflossing zijn. Het jaarlijkse rentepercentage is 2,5 %. In 2025 zullen de laatste aflossingen plaatsvinden.

Ad c) Water- en Energiebedrijf Aruba (akte 263-JZ/1995)

Het betreft een begrotingslening ten behoeve van het Water- en Energiebedrijf NV gevestigd te Aruba. De lening is in 2009 verstrekt voor het aldaar verrichten van een groot aantal investeringen voor de renovatie en uitbreiding van het Water- en Energiebedrijf. Deze leningsovereenkomst is opgesteld in Arubaanse florin ad AWG 28 mln. (€ 10,9 mln.). De lening heeft een looptijd tot 30 juni 2026 waarvan de eerste acht jaar vrij van aflossing zijn. Het jaarlijkse rentepercentage is 2,5 %.

Ad d) Leningen lopende inschrijving Curaçao

Nederland heeft dertien leningen verstrekt aan Curaçao. In 2023 zijn er geen lopende inschrijvingen aan Curaçao verstrekt. De Rijkshoofdboekhouding van het Ministerie van Financiën voert het beheer over deze leningen, de belasting vindt evenwel plaats op het begrotingshoofdstuk Koninkrijksrelaties (IV).

Ad e) Leningen lopende inschrijving Sint Maarten

Nederland heeft dertien leningen verstrekt aan Sint Maarten. In 2023 zijn er lopende inschrijvingen aan Sint Maarten verstrekt voor een lening bedrag ANG 60,3 mln. (€ 31,7 mln.) met een looptijd van 20 jaar tegen 3,24% rente. De Rijkshoofdboekhouding van het Ministerie van Financiën voert het beheer over deze leningen, de belasting vindt evenwel plaats op het begrotingshoofdstuk Koninkrijksrelaties (IV).

Ad f) Liquiditeitssteun Curaçao

In de periode 2020-2021 zijn door Nederland liquiditeitsleningen verstrekt aan Curaçao vanwege de invloed van de Covid-19 pandemie. Deze liquiditeitsleningen zijn op 10 oktober 2023 geherfinancierd middels een lening van € 448,3 mln. met een looptijd tot 10 oktober 2024 en een rentepercentage van 5,1 %. Curaçao heeft voor 2023 geen extra liquiditeitssteun aangevraagd en ontvangen.

Ad g) Liquiditeitssteun Aruba

In de periode 2020-2022 zijn door Nederland liquiditeitsleningen verstrekt aan Aruba vanwege de invloed van de pandemie. Op 10 oktober 2023 zijn alle door Nederland verstrekte liquiditeitsleningen geherfinancierd middels een lening van € 442,2 mln. met een looptijd tot 10 oktober 2043 en een rentepercentage van 6,9 %.

Ad h) Liquiditeitssteun Sint Maarten

Op 10 oktober 2023 zijn de in de periode 2020-2022 door Nederland verstrekte liquiditeitsleningen aan Sint Maarten vanwege de invloed van de Covid-19 pandemie, geherfinancierd middels een lening van € 155,2 mln. met een looptijd tot 10 oktober 2024 en een rentepercentage van 3,4 %.

Ad i) Rentelastverlichting Aruba

Nederland heeft de buitenlandse schuldverplichting van Aruba voor 2022 geherfinancierd middels een lening á € 175,4 mln. tegen een rente van 2,64% met een looptijd van zeven jaar. Deze telt samen met de lening verstrekt in 2021 á € 83,8 mln. op tot € 259,2 mln.

Ad j) Lening ter afwikkeling Girobank

Nederland heeft voor de afwikkeling van de Girobank aan Curaçao een lening verstrekt. De lening zal maximaal de hoogte hebben van de waarde van de leningenportefeuille van de Girobank te weten ANG 170 mln. (€ 80,3 mln.). De looptijd van de lening is tot augustus 2037. De rente voor de lening is gebaseerd op de rente die de Nederlandse Staat verschuldigd zou zijn voor een Dutch State Loan met een looptijd van 15 jaar, en bedraagt 0 %. In 2023 is een aflossing van € 225,3 mln. ontvangen na afwikkeling van een deel van de Girobank middelen. De resterende lening bedraagt € 28,4 mln.

Ad k) Overige vorderingen

Per jaareinde heeft Aruba de leningen die via Atradius lopen voor een totaal van € 0,5 mln. afgelost. Echter zijn de middelen per jaareinde 2023 nog niet ontvangen van Atradius. Derhalve is er per jaareinde een vordering ontstaan op Atradius voor € 0,5 mln.

Artikel 6: Apparaat

Dit betreft de aan derden gefactureerde bedragen door Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN) per jaareinde 2023. De afwikkeling wordt bezien in 2024.

Artikel 8: Wederopbouw Bovenwindse Eilanden

Tabel 23 Overzicht artikel 8 Wederopbouw Bovenwindse Eilanden per 31 december 2023 (bedragen in €)
 

Gehanteerde koersen

Valuta

Euro

l) Liquiditeitshulp St. Maarten

in €

 

38.023.269

Totaal

  

38.023.269

Ad l) Liquiditeitshulp Sint Maarten

In het kader van de wederopbouw heeft de Nederlandse Staat in 2018 twee leningen verstrekt als liquiditeitssteun voor Sint Maarten. De eerste renteloze lening (€ 22,8 mln.) heeft een looptijd van 30 jaar met jaarlijkse aflossingen van vanaf januari 2023. De tweede renteloze lening (€ 15,2 mln.) heeft een looptijd van 30 jaar met jaarlijkse aflossing vanaf januari 2023.

De Rijkshoofdboekhouding van het Ministerie van Financiën voert het beheer over deze leningen. De belasting vindt evenwel plaats op het begrotingshoofdstuk Koninkrijksrelaties (IV).

Tabel 24 Totaaloverzicht leningen per 31 december 2023 (bedragen in €)
 

Gehanteerde koersen

Valuta

Euro

1) Artikel 5 Schuldsanering/ lopende inschrijving/ leningen

in €

 

2.581.104.780

2) Artikel 8 Wederopbouw Bovenwindse Eilanden

in €

 

38.023.269

Totaal

  

2.619.128.049

Ad 12. Voorschotten

Ad. 12a. Tegenrekening voorschotten

De saldi van de per 31 december 2023 openstaande voorschotten en van de in 2023 afgerekende voorschotten worden hieronder per artikel en per jaar gespecificeerd:

Tabel 25 Overzicht openstaande voorschotten per artikel per 31 december 2023 (bedragen in €)

Art.

Omschrijving artikel

Saldo

1

Versterken rechtsstaat

21.713.780

4

Bevorderen sociaaleconomische structuur

127.770.400

5

Schuldsanering/ lopende inschrijving/ leningen

0

6

Apparaat

45.280.311

8

Noodhulp en wederopbouw Bovenwindse Eilanden

465.987.624

 

Totaal openstaande voorschotten

660.752.115

Tabel 26 Overzicht afgerekende voorschotten naar ontstaansjaar per 31 december 2023 (bedragen in €)

Ontstaansjaar

Stand 01-01-2023

Verstrekt 2023

Afgerekend 2023

31-12-2023

t/m 2018

291.770.155

 

12.931.183

278.838.972

2019

18.832.283

 

7.002.681

11.829.603

2020

104.078.957

 

4.459.070

99.619.888

2021

141.002.959

 

5.351.550

135.651.409

2022

90.509.607

 

3.875.147

86.634.461

2023

0

48.218.155

40.372

48.177.783

Totaal

646.193.961

48.218.155

33.660.001

660.752.115

Toelichting

Artikel 1: Versterken rechtsstaat

Het gaat hier ondere andere om bijdragen voor versterking van het grenstoezicht aan Curaçao en Aruba. Voor Curaçao is in 2021 € 4 mln. en in 2022 € 3,25 mln. bevoorschot. Aruba heeft in 2022 hiervoor een voorschot verkregen van € 7,3 mln. De vaststellingen van deze voorschotten vinden plaats in 2026.

Artikel 4: Bevorderen sociaaleconomische structuur

Dit betreft bijdragen aan de landen in verband met de landspakketten (Curaçao, Aruba en St. Maarten) en het onderhoud van scholen op Curaçao. Grootste gedeelte vaststellingen vinden plaats in 2024, 2025 en 2026. Daarnaast heeft Curaçao een voorschot van € 20 mln. ontvangen zodat Curaçao CMD Holding NV in staat gesteld kon worden te investeren in het droogdok van Damen Shiprepair Curaçao BV. De vaststelling is in 2026. Ook heeft Curaçao een subsidie ontvangen voor het herdenkingsjaar slavernijverleden. De vaststelling is in 2025.

Artikel 6: Apparaat

De door RCN betaalde pensioenpremies zijn opgenomen als voorschot. Deze bedragen voor 2023 € 45 mln.

Artikel 8: Noodhulp en Wederopbouw Bovenwindse Eilanden

De voorschotten op artikel 8 hebben te maken met de wederopbouw bovenwindse eilanden. Het grootste gedeelte betreft voorschotten uit eerste tranche (€ 112 mln.), de tweede tranche (€ 150 mln.), de derde tranche (€ 90 mln.) en de vierde tranche (€ 86 mln.) aan het Trustfonds van de Wereldbank ten behoeve van de wederopbouw van Sint Maarten. Het trustfonds is verlengd tot en met 2028.

Ad 13. Garantieverplichtingen

Ad 13a. Tegenrekening garantieverplichtingen

Er zijn geen garantieverplichtingen.

Ad 14. Andere verplichtingen

Ad 14. Andere verplichtingen

Ad 14a. Tegenrekening andere verplichtingen

De opbouw van de stand van de openstaande verplichtingen binnen begrotingsverband (BiBV) is als volgt opgebouwd:

Tabel 27 Overzicht opbouw stand van de openstaande verplichtingen BiBV (bedragen in €)

Verplichtingen per 1/1

214.572.878

 

Aanpassing beginstand RCN

370.159

-/-

Verplichtingen per 1/1

214.202.719

 

Aangegane verplichtingen in het verslagjaar

142.917.638

+/+

 

357.120.357

 
   

Tot betaling gekomen in 2023

155.913.000

-/-

Negatieve bijstellingen uit voorgaande jaren

1.667.638

-/-

   

Totaal

199.539.719

 

Toelichting

De toelichting heeft betrekking op de negatieve bijstellingen die per saldo een omvang hebben van meer dan 10 % en of meer dan € 0,1 mln. ten opzichte van de verplichtingenstand per 31-12-2022.

Artikel 1: Versterken rechtsstaat

De activiteiten met betrekking tot een subsidie aan Sint Maarten voor bouwkundige verbetermaatregelen zijn niet uitgevoerd volgens afspraak. Het voorschot is teruggevorderd en de verplichting is naar beneden bijgesteld (€ 0,1 mln.).

Artikel 4: Bevorderen sociaaleconomische structuur

Voor het food program heeft Sint Maarten geen beroep gedaan op het totaal afgesproken bedrag, het gegeven voorschot bleek voldoende. De verplichting is daarom naar beneden bijgesteld (€ 0,5 mln.).

Bij de verplichting voor de inzet van het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) voor de Landspakketten van de Caribische Landen van het Koninkrijk is uit het contact met het RVB gebleken dat het resterende bedrag verlaagd kon worden (€ 0,2 mln.).

Artikel 6: Apparaat

Met betrekking tot een detachering is per abuis de verplichting afgeboekt € 0,1 mln.), terwijl er daarna toch nog kosten werden gemaakt. Hiervoor is een nieuwe verplichting ingesteld. In een nadere overeenkomst is de opdracht met JS Consultancy BV verkort waardoor de verplichting naar beneden is bijgesteld (€ 0,2 mln.).

Tabel 28 Overzicht opbouw stand van de openstaande verplichting BUBV (bedragen in €)

Verplichtingen per 1/1

10.801.828

 

Aanpassing beginstand SSO CN

10.801.828

-/-

Verplichtingen per 1/1

0

 

Aangegane verplichtingen in het verslagjaar

0

+/+

 

0

 

Tot betaling gekomen in 2023

0

-/-

Negatieve bijstellingen uit voorgaande jaren

0

-/-

   

Totaal

0

 

Toelichting

Tabel 29 Overzicht recapitulatie balanspost (bedragen in €)

Verplichtingen binnen begrotingsverband (BiBV)

199.539.719

 

Verplichtingen buiten begrotingsverband (BuBV)

0

+/+

   

Totaal:

199.539.719

 

Ad 15. Deelnemingen

Deze balansregel geeft de deelnemingen in besloten en naamloze vennootschappen en internationale instellingen weer.

Tabel 30 Specificatie deelnemingen (bedragen x € 1.000)

Deelnemingen

Saldo

a) Saba Statia Cable System BV (SSCS)

0

  

Totaal

0

Het aandelenkapitaal van Saba Statia Cable System BV (SSCS) bedraagt USD 10. Het deelnemingspercentage is 100 % en is om niet verkregen. SSCS is statutair gevestigd op Bonaire en is op 17 september 2012 opgericht. De primaire activiteiten van SSCS liggen op het gebied van aanleg, beheer, onderhoud, reparatie en exploitatie van een onderzeese glasvezelkabel die de eilanden Saba, Sint Eustatius, Sint Maarten, Saints Kitts, en Saint-Barthélémy met elkaar verbindt.

C. JAARREKENING BES-FONDS

12. Verantwoordingsstaat BES-fonds

Tabel 31 Verantwoordingsstaat 2023 van het BES-fonds (H) (bedragen x € 1.000)

Art.

Omschrijving

Vastgestelde begroting (1)

Realisatie (2)

Verschil (3) = (2) - (1)

  

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen1

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

 

Totaal

53.094

53.094

53.094

87.850

87.850

87.850

34.756

34.756

34.756

           

1

BES-fonds

53.094

53.094

53.094

87.850

87.850

87.850

34.756

34.756

34.756

X Noot
1

De verplichtingstand opgenomen in de verantwoordingsstaat laat een stand zien inclusief negatieven bijstellingen (€ 0). De toelichting op de negatieve bijstellingen vindt plaats in de saldibalans onder balanspost 14a Tegenrekening andere verplichting. De toelichting heeft betrekking op de negatieve bijstellingen die per saldo een omvang hebben van meer dan 10% en of meer dan € 0,1 mln. ten opzichte van de verplichtingenstand per 31 december 2022

13. Saldibalans BES-fonds

Tabel 32 Saldibalans per 31 december 2023 van het BES-fonds (H) (bedragen x € 1.000)

Activa

31-12-2023

 

31-12-2022

 

Passiva

31-12-2023

 

31-12-2022

          

Intra-comptabele posten

   

Intra-comptabele posten

   

1)

Uitgaven ten laste van de begroting

87.850

 

67.092

2)

Ontvangsten ten gunste van de begroting

87.850

 

67.092

3)

Liquide middelen

0

 

0

     

4)

Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding1

0

 

0

4a)

Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding

0

 

0

5)

Rekening-courant RHB Begrotingsreserve

0

 

0

5a)

Begrotingsreserves

0

 

0

6)

Vorderingen buiten begrotingsverband

0

 

0

7)

Schulden buiten begrotingsverband

0

 

0

8)

Kas-transverschillen

0

 

0

     
          

Subtotaal intra-comptabel

87.850

 

67.092

Subtotaal intra-comptabel

87.850

 

67.092

          

Extra-comptabele posten

   

Extra-comptabele posten

   

9)

Openstaande rechten

0

 

0

9a)

Tegenrekening openstaande rechten

0

 

0

10)

Vorderingen

0

 

0

10a)

Tegenrekening vorderingen

0

 

0

11a)

Tegenrekening schulden

0

 

0

11)

Schulden

0

 

0

12)

Voorschotten

87.850

 

67.092

12a)

Tegenrekening voorschotten

87.850

 

67.092

13a)

Tegenrekening garantieverplichtingen

0

 

0

13)

Garantieverplichtingen

0

 

0

14a)

Tegenrekening andere verplichtingen

0

 

0

14)

Andere verplichtingen

0

 

0

15)

Deelnemingen

0

 

0

15a)

Tegenrekening deelnemingen

0

 

0

          

Subtotaal extra-comptabel

87.850

 

67.092

Subtotaal extra-comptabel

87.850

 

67.092

          

Totaal

 

175.700

 

134.184

Totaal

 

175.700

 

134.184

X Noot
1

Rijkshoofdboekhouding

Ad 1. en 2. Uitgaven en ontvangsten

Bij de begrotingsuitgaven en -ontvangsten zijn de gerealiseerde uitgaven en ontvangsten opgenomen met betrekking tot het jaar 2023 waarvoor de Rijksrekening nog niet door de Tweede Kamer is goedgekeurd.

Ad 4a. Rekening‑courant Rijkshoofdboekhouding

Op de Rekening‑courant met de Rijkshoofdboekhouding (RHB) is de financiële verhouding met het ministerie van Financiën weergegeven. Opgenomen zijn de bedragen conform Rekening-courant afschriften en het saldobiljet van genoemd departement.

Tabel 33 Overzicht Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding (bedragen in €)

Rekening-courant

Saldo

a) Rekening-courant FIN/RHB

0

  

Totaal

0

Ad 12. Voorschotten

Ad. 12a. Tegenrekening voorschotten

De saldi van de per 31 december 2023 openstaande voorschotten en van de in 2023 afgerekende voorschotten worden hieronder per jaar gespecificeerd:

Tabel 34 Overzicht openstaande voorschotten per ontstaansjaar per 31 december 2023 (bedragen in €)

Ontstaansjaar

stand 01-01-2023

verstrekt 2023

afgerekend 2023

stand 31-12-2023

2018

0

0

0

0

2019

0

0

0

0

2020

0

0

0

0

2021

0

0

0

0

2022

67.091.209

0

67.091.209

0

2023

0

87.849.621

0

87.849.621

Totaal

67.091.209

87.849.621

67.091.209

87.849.621

Tabel 35 Overzicht openstaande voorschotten per 31 december 2023 (bedragen in €)

Art.

Omschrijving artikel

Saldo

1

BES-fonds

87.849.621

   
 

Totaal openstaande voorschotten

87.849.621

Toelichting

Het BES-fonds is een begrotingsfonds. De openbare lichamen ontvangen deze middelen van het Rijk om de overeengekomen taken uit te voeren (vergelijkbaar met het gemeentefonds). Het openstaand saldo heeft voor het grootste deel betrekking op in 2023 verstrekte voorschotten aan Bonaire (circa € 49 mln.), Sint-Eustatius (circa € 17 mln.) en Saba (circa € 21 mln.) inzake de vrije uitkeringen. Deze worden begin 2024 vastgesteld.

Ad 14. Andere verplichtingen

Ad 14a. Tegenrekening andere verplichtingen

De opbouw van de stand van de openstaande verplichtingen binnen begrotingsverband (BiBV) is als volgt opgebouwd:

Tabel 36 Overzicht opbouw stand openstaande verplichtingen BiBV (bedragen in €)

Verplichtingen per 1/1

0

 

Aangegane verplichtingen in het verslagjaar

87.849.621

+/+

 

87.849.621

 
   

Tot betaling gekomen in 2023

87.849.621

-/-

Negatieve bijstellingen uit voorgaande jaren

0

-/-

   

Totaal

0

 

Informele verplichtingen

Op 7 december 2023 heeft de Staatssecretaris van BZK, naar aanleiding van het ondertekenen van de Afsprakenakkoord Sint Eustatius 2024-2027 op 17 november 2023 en de daarbij behorende CN-envelop voor de uitvoering van de doelstellingen uit de bestuurlijke afspraken, een bijzondere uitkering toegezegd voor een bedrag van maximaal € 1,5 mln. De financiële verwerking wordt meegenomen in de BES-uitkering voor 2024.

Met betrekking tot de Saba Package Agreement 2023-2027 heeft de Staatssecretaris van BZK op 15 december 2023 toegezegd een bijdrage toe te kennen van € 2,4 mln. De financiële verwerking wordt meegenomen in de BES-uitkering voor 2024.

D. BIJLAGEN

Bijlage 1. Afgerond evaluatie- en overig onderzoek

Tabel 37 Uitkomsten Strategische Evaluatie Agenda thema Een Koninkrijk met wederzijdse betrokkenheid

Subthema Versterken Rechtsstaat

Titel Onderzoek

Type onderzoek

Afronding

Status

Begrotings artikel(en)

Vindplaats onderzoek

Beleidsdoorlichting Versterken Rechtsstaat

Ex post

2023

Afgerond

1

Kamerbrief met Kabinetsreactie op beleidsdoorlichting artikel 1 Versterken Rechtsstaat | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl

Subthema Bevorderen Sociaaleconomische Structuur

Titel Onderzoek

Type onderzoek

Afronding

Status

Begrotings artikel(en)

Vindplaats onderzoek

Evaluatie Rijkswet financieel toezicht 2021

Ex post

2023

Afgerond

4

Advies Evaluatiecommissie 2021 Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten | Rapport | Rijksoverheid.nl

Evaluatie financieel beheer BES

Ex post

2023

Afgerond

 

Informatievoorziening financieel- en begrotingsbeheer Caribisch Nederland 2020-2022 | Rapport | Rijksoverheid.nl

Evaluatie bijstand aan Aruba en Curaçao in het kader van de gevolgen van de situatie in Venezuela

Ex durante

2024

Uitgesteld1

  

Evaluatie coronasteunpakketten Caribisch Nederland

Ex durante

2024

Uitgesteld1

  

Evaluatie noodhulpprogramma's Caribische landen (voedselhulp)

Ex durante

2024

Uitgesteld1

  

Evaluatie TOP Bonaire

Ex durante

2024

Uitgesteld2

  

Evaluatie van de bevindingen en aanbevelingen van de Raad van State

Ex durante

2024

Uitgesteld3

  

Subthema Wederopbouw Bovenwindse Eilanden

Titel Onderzoek

Type onderzoek

Afronding

Status

Begrotings artikel(en)

Vindplaats onderzoek

Beleidsdoorlichting Wederopbouw Bovenwindse Eilanden

Ex post

2023

Afgerond

8

Beleidsdoorlichting Koninkrijksrelaties | Tweede Kamer der Staten-Generaal

X Noot
1

Deze evaluatie is onderdeel van de beleidsdoorlichting van artikel 4 in begrotingshoofdstuk IV Koninkrijksrelaties (Bevorderen sociaaleconomische structuur). Het onderzoek wordt uitgevoerd door DSP groep. De publicatie is voorzien in het eerste kwartaal van 2024 en worden daarna meegenomen in de bredere doorlichting (Kamerstukken II, 2023-24, 36410 IV, nr. 13).

X Noot
2

Deze evaluatie is reeds afgerond. Het rapport zal onderdeel worden van de beleidsdoorlichting van artikel 4 begrotingshoofdstuk IV Koninkrijksrelaties (Bevorderen sociaaleconomische structuur).

X Noot
3

Het Bestuursakkoord Bonaire 2018-2022 is in november 2018 ondertekend. In de jaren die volgden is er per kwartaal een Voortgangsrapportage uitgebracht en verantwoording afgelegd over de geboekte voortgang, zowel aan het Bestuurscollege Bonaire als aan de Staatssecretaris van BZK. Omdat sommige gemaakte afspraken opvolging verdienden, is er besloten om in 2022 de zogenaamde Bestuurlijke werkafspraken 2022-2023 te sluiten. Gezien de onderhandelingen voor een nieuw Bestuursakkoord is het ook van belang te evalueren of bovenstaande akkoorden effectief zijn gebleken. Het Openbaar Lichaam heeft dat voor het Bestuursakkoord al gedaan. BZK is momenteel deze evaluaties aan het opstellen. Beide evaluaties worden in 2024 gepubliceerd.

Toelichting

Deze tabel geeft de voortgang van de Strategische Evaluatie Agenda (SEA) uit de begroting 2023 weer. Een interactieve versie van de SEA is te vinden op www.rijksfinancien.nl

Bijlage 2. Moties en toezeggingen

Tabel 38 Door de Staten-Generaal aanvaarde moties

Omschrijving van de motie

Vindplaats

Stand van zaken

De motie van de leden Van Raak en Bosman; Verzoekt de regering, samen met Sint-Eustatius en de Verenigde Staten voorbereidingen te treffen voor een viering op 16 november 2026 op Fort Oranje, liefst in aanwezigheid van onze beide staatshoofden.

Kamerstuk II 2018/19, 35000 IV, nr. 19

In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2024 geïnformeerd.

De motie van de leden Aukje de Vries en Van de Berg; Verzoekt de regering ervoor te zorgen dat het financieel beheer op Bonaire en Sint-Eustatius, waaronder de jaarrekening, zo snel mogelijk (maar uiterlijk 2024) op orde wordt gebracht en daarvoor de noodzakelijke ondersteuning te leveren.

Kamerstuk II 2021/22, 35925 IV, nr. 11

In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2024 geïnformeerd.

De motie van de leden Van den Berg en Wuite; Verzoekt de regering de resultaten daarvan te verwerken in de begroting 2025; Verzoekt de regering met een plan van aanpak te komen om meer overzicht te krijgen over de bijzondere uitkeringen die andere departementen doen en hoe deze structureel gemaakt kunnen worden.

Kamerstuk II 2022/23, 36360 IV, nr. 12

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in voorjaar 2024 geïnformeerd.

De motie van de leden Bouchallikh en Wuite; Verzoekt de regering om samen met Aruba, Curaçao en Sint-Maarten te evalueren hoe de onderlinge hulp en bijstand kan worden versterkt.

Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 87

In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2024 geïnformeerd.

De motie van de leden Van den Berg en Kamminga; Verzoekt de regering bij het bepalen van de aflossingscapaciteit van de landen, meerjarige financiële en begrotingseffecten van de hervormingen mee te wegen.

Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 81

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in februari 2024 geïnformeerd.

De motie van het lid Kröger c.s.; Verzoekt de regering om voldoende middelen beschikbaar te stellen om voor de BES-eilanden tot een klimaatadaptatieplan te komen; Verzoekt de regering tevens in kaart te brengen welke internationale klimaatfinanciering toegankelijk is voor het Caribisch deel van het Koninkrijk en tijdens de COP28 en op andere relevante momenten te ijveren voor meer fondsen voor eilandstaten.

Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 26

In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor einde 2024 geïnformeerd.

De motie van de leden Ceder en Wuite; Verzoekt de regering samen met de eilanden te verkennen of men meerwaarde ziet in het opstellen van een Koninkrijkscanon en indien dit het geval is in gezamenlijkheid daartoe over te gaan.

Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 25

In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2024 geïnformeerd.

De motie van het lid Van den Berg c.s.; Verzoekt de regering voor het jaarverslag 2023 een voorstel naar de Tweede Kamer te zenden over hoe de coördinerende rol/regierol van BZK wordt versterkt.

Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 24

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in voorjaar 2024 geïnformeerd.

De motie van het lid Van den Berg; Verzoekt de regering bij het uitwerken van rapport Sociaal minimum BES dit mee te nemen in de oplossingen.

Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 23

In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2024 geïnformeerd.

De motie van het lid Wuite; Verzoekt de regering in gesprek te gaan met de Nationale Jeugdraad over de wijze waarop een jongerenvertegenwoordiger Caribische Zaken kan worden aangesteld, en hier de Tweede Kamer voor het eerste kwartaal van 2024 over te informeren.

Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 22

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in eerste kwartaal 2024 geïnformeerd.

De motie van het lid Van den Berg; Verzoekt de regering over de resultaten en de voortgang van het verbeterplan voor het onderwijs op Curaçao aan de Tweede Kamer te blijven rapporteren, in ieder geval via de Uitvoeringsrapportages en zo nodig tussentijds.

Kamerstuk II 2023/24, 36200 IV, nr. 100

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in eerste kwartaal 2024 geïnformeerd.

De motie van het lid Wuite; Verzoekt de regering voor het einde van het jaar een overzicht te maken van welke Nederlandse regelgeving van toepassing is op de drie bijzondere gemeenten en welke aparte regels inmiddels voor hen gelden; Verzoekt tevens de burgers actief, bijvoorbeeld via websites, hierover te informeren.

Kamerstuk II 2023/24, 36200 IV, nr. 97

In behandeling. De Tweede Kamer wordt eerste kwartaal 2024 geïnformeerd.

De motie van het lid Bosman; Verzoekt de regering, om voor 1 oktober 2020 met een voorstel te komen om heldere, duidelijke en werkbare verhoudingen en verantwoordelijkheden vast te leggen binnen het Koninkrijk.

Kamerstuk II 2019/20, 35300 IV, nr. 18)

In behandeling. Op het bestuurlijk vierlandenoverleg in Sint Maarten (12-13 januari jl.) is het voornemen uitgesproken een Koninkrijksconferentie (deels) te wijden aan de thematiek die centraal staat in de motie Van Raak c.s. (35 099 (R2114)). Uitvoering van de motie Bosman wordt daarom nog steeds prematuur geacht.

Tabel 39 Afgedane moties

Omschrijving van de motie

Vindplaats

Stand van zaken

De motie van leden Sylvana Simons Verzoekt de regering voor het commissiedebat over de hoofdlijnenbrief constitutionele toetsing de Kamer een overzicht te doen toekomen van de mogelijkheden van constitutionele toetsing voor inwoners op Bonaire, Statia en Saba.

Kamerstuk II 2022/23, 36200 VII, nr. 44

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 februari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 6200 VII, nr. 153).

De motie van de leden Ceder en Wuite Verzoekt de regering om samen met de lokale besturen, Rijkswaterstaat en de deltacommissaris in kaart te brengen wat er nodig is aan klimaatadaptatieve maatregelen voor de BES-eilanden en over deze thematiek ook met de landen in gesprek te gaan.

Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 18

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 november 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 32813, nr. 1312).

De motie van de leden Van der Berg en Ceder Verzoekt de regering, voorstellen te doen voor een sterkere coördinerende rol voor de bewindspersoon belast met Koninkrijksrelaties, te onderzoeken hoe de vrije uitkering in het BES-fonds in overeenstemming kan worden gebracht met de demografische ontwikkelingen, en meerjarige incidentele uitgaven te bundelen en onder te brengen in structurele bijdragen.

Kamerstuk II 2020/21, 35830-IV, nr. 8

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 oktober 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 8).

De motie van het lid Wuite c.s. Verzoekt de regering te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om de woningbouwcorporaties dan wel het Openbaar Lichaam te voorzien van een renteloze lening voor de bouw van betaalbare huur- en/of koopwoningen, en de Kamer hierover schriftelijk te informeren voorafgaand aan de behandeling van de Voorjaarsnota 2022.

Kamerstuk II 2021/22, 35925 IV, nr. 56

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 18 december 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 34).

De motie van de leden Wuite en Van Raan Roept de regering op in overleg te treden met de Caribische eilanden om in 2023 een Koninkrijksconferentie te organiseren met onderwerpen zoals het Statuut, het Unierecht in relatie tot het Koninkrijk, mensenrechten, klimaatverandering, economische versterking en regionale/ internationale samenwerking.

Kamerstuk II 2021/22, 36100 IV, nr. 17

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 oktober 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 13).

De motie van de leden Van den Berg en Kamminga Verzoekt de regering te inventariseren of er ook behoefte is aan traineeplaatsen voor ambtenaren van Curaçao, Aruba en Sint-Maarten, zodat zij belangrijke kennis en ervaring kunnen opdoen.

Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 80

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 oktober 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 13).

De motie van de leden Kamminga en Van den Berg Verzoekt de regering de liquiditeitsleningen alleen langjarig op basis van gunstige voorwaarden te herfinancieren als er sprake is van financieel toezicht op basis van een rijkswet Verzoekt de regering voorts zolang er geen sprake is van financieel toezicht middels een rijkswet de reguliere rente op de kapitaalmarkt te hanteren en in het geval er de komende periode betekenisvolle stappen richting een rijkswet worden gezet, tot de inwerkingtreding hiervan de leningen alleen kortlopend te herfinancieren en daarbij een bij de situatie passend rentepercentage te hanteren dat in ieder geval hoger ligt dan bij de gunstige voorwaarden.

Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 79

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 25 augustus 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 93).

De motie van het lid Wuite c.s. Verzoekt de regering een haalbaarheidsstudie uit te voeren naar de mogelijkheid om een regionale ontwikkelingsmaatschappij in het Caribisch deel van het Koninkrijk op te richten, die zich toespitst op lokale business development ten aanzien van digitalisering, klimaat, duurzame landbouw en het (regionale) ondernemingsklimaat en de Tweede Kamer voor de zomer van 2024 te infomeren over de uitkomsten.

Kamerstuk II 2023/24, 36200 IV, nr. 101

Afgedaan. De uitvoering van de motie is overgedragen aan het ministerie van EZK.

De motie van de leden Wuite en Ceder verzoekt de regering de Tweede Kamer voor het einde van het jaar te informeren over de uitkomsten van de gesprekken met belanghebbende partijen over de PSO en de ontwerpwetswijziging Luchtvaartwet BES volgend jaar in procedure te brengen.

Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 21

Afgedaan. De uitvoering van de motie is overgedragen aan het ministerie van I&W.

De motie van de leden Van Raan en Sylvana Simons Verzoekt de regering in overleg te gaan met instituties, zoals Centraal Bureau voor de Statistiek en Centraal Planbureau, om afspraken te maken over het verbeteren van data ten behoeve van beleidsvorming.

Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 21

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 oktober 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 13).

De motie van het lid Sylvana Simons c.s. Verzoekt de regering te onderzoeken hoe zij desgevraagd en op maat gesneden technische assistentie, ervaringen en expertise in kan zetten om de andere autonome landen te assisteren bij de aanpak van de bovenstaande problematiek, en om het gesprek aan te gaan met de regeringen van de autonome landen over de rol die ngo's hierbij kunnen spelen, in het bijzonder mensenrechtenorganisaties.

Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 25

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 oktober 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 15).

De motie van het lid Wuite c.s. Verzoekt de regering om bij elke Kamerbrief waarin nieuw beleid wordt aangekondigd, standaard een passage op te nemen over Caribisch Nederland met een uitleg waarom het beleid wel of niet van toepassing is Verzoekt de regering de Kamer in het eerste kwartaal van 2023 te informeren over de vorderingen van het projectteam «comply or explain» en hoe zij vertegenwoordigers en burgers van Caribisch Nederland betrekken en informeren.

Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 13

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 juni 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 85).

De motie van het lid Bouchallikh Verzoekt de regering om op korte termijn in gesprek te treden met de bewoners van Bonaire die via een brief hun zorgen hebben geuit en hen te betrekken bij een voortvarende uitwerking van klimaatbeleid voor Caribisch Nederland.

Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 72

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 oktober 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 13).

De motie van het lid Wuite Verzoekt de regering in afwachting van het eindrapport van de commissie Sociaal minimum CN financiële scenario’s uit te werken, waaronder het mogelijk invoeren van het sociaal minimum in 2024, en de Kamer voorafgaand aan de begrotingsbehandeling SZW te informeren.

Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 74

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 oktober 2023 per brief door de minister SZW geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 7).

De motie van het lid Wuite c.s. Verzoekt de regering te verkennen welke experimentele (hybride) samenwerkingsverbanden haalbaar zijn op het gebied van vervolgonderwijs en op korte termijn kunnen worden gestart ter versterking van de lokale economie, en de Kamer hierover in het vierde kwartaal te informeren.

Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 70

Afgedaan. De motie is overgedragen aan OCW.

De motie van het lid Van den Berg c.s. Verzoekt de regering te onderzoeken op welke wijze opleidingsmogelijkheden, zowel praktisch als theoretisch, op de eilanden voor de lokale beroepsbevolking versterkt kunnen worden, en de Kamer daarover voor Prinsjesdag 2023 te informeren.

Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 69

Afgedaan. De uitvoering van de motie overgedragen aan het ministerie van OCW.

Tabel 40 Door de bewindslieden gedane toezegginen

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken

Begin oktober sprak de staatssecretaris van BZK met nazaten over hoe alle nazaten zich betrokken kunnen blijven voelen bij de herdenking van het slavernijverleden. Tijdens de Caribische Catshuissessie in Sint Maarten en vanaf 26 oktober 2023 starten de dialoogsessies in het Europees deel van het Koninkrijk. De speciaal gezant slavernijverleden voert hierover het gesprek met nazaten in Suriname. Na deze koninkrijksbrede dialoog wordt de Tweede Kamer begin volgend jaar geïnformeerd over de uitkomsten.

Kamerbrief Antwoorden op vragen gesteld tijdens begrotingsbehandeling BZK 2023 d.d. 18 oktober 2023 (Kamerstuk II 2023/24, 637881)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt begin 2024 geïnformeerd.

De Minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Dittrich (D66) en Nicolaï (PvdD), toe Conventie 108+ te ratificeren en de Rijkswet daartoe na het zomerreces in te dienen. (T03247).

Plenair debat Wijziging van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 (35 242) d.d. 8 juni 2021 (Handeling I 2020/21, nr. 40, item 8)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt medio 2024 geïnformeerd.

De voortgang op de bestuurlijke afspraken met het OLE wordt gemonitord en besproken in de periodieke bestuurlijke overleggen die met de eilandbesturen worden gevoerd. De Kamers worden eind 2024 geïnformeerd over de voortgang.

Kamerbrief Twaalfde voortgangsrapportage over de bestuurlijke ingreep Sint Eustatius (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 40)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor einde 2024 geïnformeerd.

De Staatssecretaris zegt toe de Tweede Kamer te informeren op het moment dat er een voorzitter voor de klimaattafel Bonaire bekend is en het kabinet keuzes heeft gemaakt over de verdere inrichting van het proces.

Kamerbrief Kabinetsreactie op adviesrapport «Het is nooit te laat» d.d. 7 november 2023 (Kamerstuk 2023/24, 2813, nr. 1312)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2024 geïnformeerd.

De staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Recourt (GroenLinks-PvdA), toe de Eerste Kamer uiterlijk op 1 januari 2024 schriftelijk te informeren over de stand van zaken van de herziening van de Landsverordening Aruba financieel toezicht met bijbehorend protocol in relatie tot het Rijkswetsvoorstel financieel toezicht Aruba (36032) en de herfinanciering van de coronaleningen aan Aruba (T03728).

Plenair debat Begroting Koninkrijksrelaties 2023 inzake herfinanciering covidleningen (36401) d.d. 10 oktober 2023 (Handeling 2023/24, nr. 3, item 4)

In behandeling. De Eerste Kamer wordt voor de zomer van 2024 geïnformeerd.

De staatssecretaris komt in samenspraak met SZW op een later moment terug op de voorstellen van de Centraal Dialoog op het gebied van het sociaal minimum en de kabinetsreactie daarop (TZ202304-154).

Commissiedebat Verzamel-commissiedebat BES d.d. 13 april 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 67)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2024 geïnformeerd.

De staatssecretaris zal de agenda en de Nederlandse inzet voor de Koninkrijksconferentie vooraf met de Tweede Kamer delen (TZ202305-130).

Commissiedebat Onderlinge regeling en Wederopbouw Sint Maarten d.d. 25 mei 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 88)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor einde 2024 geïnformeerd.

De staatssecretaris verwacht de Tweede Kamer eind van het jaar 2023 een totaaloverzicht aan te bieden van wet- en regelgeving die op de wat langere termijn wordt opgesteld voor Caribisch Nederland.

Kamerbrief Beantwoording schriftelijke inbreng SO vaste commissie voor Koninkrijksrelaties d.d. 22 maart 2023 en periodieke update wetgevingsoverzicht Caribisch Nederland d.d. 11 april 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 63)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt medio 2024 geïnformeerd.

De staatssecretaris zal de Kamers begin 2024 nader informeren over de geboekte voortgang van de Taskforce Knelpunten Caribisch Nederland (Kamerstuk II 2023/24, 36410-IV-4, Kamerstuk I 2023/24, 36410-IV-A).

Kamerbrief Voortgang Taskforce Knelpunten Caribisch Nederland d.d. 25 september 2023 (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 4)

In behandeling. Toezegging zal begin februari worden afgedaan. Op verzoek EK ivm werkbezoek aan Cariben.

De staatssecretaris van BZK en de minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen informeren ook de Eerste Kamer voor de begrotingsbehandeling SZW over het rapport van de commissie Sociaal minimum CN.

Commissiedebat Mondeling overleg commissie Koninkrijksrelaties (KOREL) met de staatssecretaris van BZK d.d. 4 april 2023 (Kamerstuk I 2022/23, 36200 IV, nr. R)

In behandeling. De Eerste Kamer wordt door een nieuw kabinet geïnformeerd.

De staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Rosenmöller (GroenLinks), toe dat de Kamer op de hoogte wordt gehouden van afspraken over de landspakketten en de hervormingen (T03672).

Commissiedebat Mondeling overleg commissie Koninkrijksrelaties (KOREL) met de staatssecretaris van BZK d.d. 4 april 2023 (Kamerstuk I 2022/23, 36200 IV, nr. R)

In behandeling. Elk kwartaal ontvangt de Eerste Kamer uitvoeringsagenda's en - rapportages over de landspakketten. Staand beleid tot in ieder geval 1 januari 2025.

De staatssecretaris stuurt de Kamer een brief over de stand van zaken met betrekking tot het stageprogramma binnen het Koninkrijk (TZ202310-148).

Begroting Koninkrijksrelaties - Antwoord 1ste termijn d.d. 19 oktober 2023 (Handeling 2023/24, nr. 15, item 12)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2024 geïnformeerd.

De staatssecretaris stuurt de Kamer samen met de minister voor Klimaat en Energie een reactie op de aangenomen motie over klimaatadaptatie van de eilandsraad van Bonaire (TZ202310-146).

Begroting Koninkrijksrelaties - Antwoord 1ste termijn d.d. 19 oktober 2023 (Handeling 2023/24, nr. 15, item 12)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2024 geïnformeerd.

De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen en opmerkingen van het lid Kok (PVV) toe, de discussie over autonomie in Caribisch Nederland en wat de Commissie van Wijzen daarover in haar rapport heeft geschreven, te willen voeren maar niet voor de zomer van 2018 (T02536).

Plenair debat Tijdelijke wet taakverwaarlozing Sint Eustatius (34.877) d.d. 6 februari 2018 (Handeling II, 2017/18, nr. 18, item 5)

In behandeling. De Eerste Kamer wordt voor zomer 2024 geïnformeerd.

De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen en opmerkingen van diverse leden toe, de Raad van State op korte termijn om voorlichting te vragen over de wijze waarop de Nederlandse regering met Caribisch Nederland omgaat (inclusief de rol van de gezaghebber, het Cft en de Rijksvertegenwoordiger in relatie tot de bewindspersoon) en over de coördinerende rol van de staatssecretaris van BZK ten aanzien van Caribisch Nederland. De voorlichtingsaanvraag zal met de Kamer worden gedeeld (T02533).

Plenair debat Tijdelijke wet taakverwaarlozing Sint Eustatius (34.877) d.d. 6 februari 2018 (Handeling II, 2017/18, nr. 18, item 5)

In behandeling. De Eerste Kamer wordt op de hoogte gehouden via wetswijziging WolBES/FinBES.

De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Dittrich (D66), toe met de Caribische landen van het Koninkrijk te bespreken dat in het Caribisch deel van het Koninkrijk de mogelijkheid wordt geboden tot het aangaan van een huwelijk tussen partners van gelijk geslacht en de Eerste Kamer daarover te informeren (T03273).

Plenair debat Beleidsdebat Koninkrijksrelaties d.d. 6 april 2021 (Handeling I 2020/21, nr. 33, item 7)

In behandeling. De Eerste Kamer wordt na de uitspraak van de Hoge Raad geïnformeerd.

De staatssecretaris zegt toe de Tweede Kamer het rapport van de beleidsdoorlichtingen van artikel 5 (Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen) van begrotingshoofdstuk IV Koninkrijksrelaties voor het einde van 2023 toe te sturen.

Kamerbrief Opzet en vraagstelling beleidsdoorlichting artikel 5 Koninkrijksrelaties d.d. 12 september 2022 (Kamerstuk II 2021/22, 30985, nr. 59)

In behandeling. De Tweede Kamer ontvangt het rapport in het eerste kwartaal van 2024.

De staatsecretaris zegt toe om in de Kamerbrief over de uitvoering van de Koninkrijksconferentie in te gaan op welke wijze betrokkenheid van burgers wordt vormgegeven in de voorbereiding en uitvoering van de Koninkrijksconferentie. (toezegging aan het lid Wuite) (TZ202210-177).

Plenair debat Begroting Koninkrijksrelaties Voortzetting d.d. 20 oktober 2022 (Handeling II 2022/23, nr. 15, item 2)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor eind 2024 geïnformeerd.

De Staatssecretaris zegt de Eerste Kamer toe, naar aanleiding van een vraag van het lid Laurier (GroenLinks), de voortgangsrapportages over de uitvoering van de plannen van aanpak inzake de AMvRB «Waarborging plannen van aanpak landstaken Curaçao en Sint-Maarten» tweemaal per jaar aan de Eerste Kamer te doen toekomen (T01222).

Plenair debat Behandeling van het wetsvoorstel Regeling van de inrichting, de organisatie en het beheer van de openbare ministeries van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba d.d. 6 juli 2020 (Handeling I 2009/10, nr. 36)

In behandeling. De Eerste Kamer wordt medio 2024 nader geïnformeerd.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Ten Horn (SP), toe om een Koninklijk Besluit dat ziet op het vervallen van de rijkswet financieel toezicht ook voor te hangen bij de Eerste Kamer (T01220).

Plenair debat Consensus rijkswetsvoorstellen (32017 t/m 320020, 32026, 32041, 32178 en 32179, 32186, 32213) d.d. 6 juli 2010 (Handeling II, 2009/10, nr. 36, 1594-1611 en 1566-1582)

In behandeling. De Eerste Kamer wordt medio 2025 geïnformeerd.

Tabel 41 Afgedane toezeggingen

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken

De staatssecretaris informeert de Tweede Kamer voor de zomer over de aangepaste criteria voor toegang tot het Nationale Groeifonds en SDE++, en de ondersteuning vanuit de Rijksoverheid bij de aanvragen.

Commissiedebat Verzamel-commissiedebat BES d.d. 13 april 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 67)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 16 mei 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 2023Z08479).

De staatssecretaris informeert de Tweede Kamer voor de zomer op hoofdlijnen over de scenario's die ontwikkeld worden voor de toekomst van GTI (TZ202304-155).

Commissiedebat Verzamel-commissiedebat BES d.d. 13 april 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 67)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 juni 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 83).

De staatssecretaris informeert de Tweede Kamer voor 31 juli over het onderzoek naar de hoogte van de vrije uitkeringen en de stappen die het kabinet zal gaan zetten naar aanleiding van de resultaten (TZ202304-153).

Commissiedebat Verzamel-commissiedebat BES d.d. 13 april 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 67)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 oktober 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 8).

De staatssecretaris informeert de Tweede Kamer na de gesprekken met de Landen de komende dagen over de stand van zaken van de herfinanciering van leningen (TZ202306-300).

Wetgevingsoverleg Jaarverslag en slotwet Koninkrijksrelaties en BES-fonds 2022 d.d. 27 juni 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 36360 IV, nr. 13)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 18 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV nr. 91).

De staatssecretaris informeert de Tweede Kamer over de uitkomsten van de verschillende sessies tussen schoolbesturen en minister van Onderwijs van Curaçao en het verdere proces, waaronder een eventueel vervolgonderzoek (TZ202306-272).

Plenair debat Tweeminutendebat Landspakketten en hervormingen CAS d.d. 21 juni 2023 (Handeling II 2022/23, nr. 96, item 3)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 oktober 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 13).

In de bestuursakkoorden die in het najaar worden afgesloten en met de Tweede Kamer worden gedeeld, wordt de voortgang op het gebied van capaciteitsproblemen en de besteding van reeds uitgekeerde maar nog niet besteedde bijzondere uitkeringen meegenomen (TZ202306-303).

Wetgevingsoverleg Jaarverslag en slotwet Koninkrijksrelaties en BES-fonds 2022 d.d. 27 juni 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 36360 IV, nr. 13)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 18 december 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 34).

Eind dit jaar stuurt de staatssecretaris de Tweede Kamer een update over de opvolging van de beleidsdoorlichting inzake de versterking van de rechtshandhavingsketen (TZ202306-302).

Wetgevingsoverleg Jaarverslag en slotwet Koninkrijksrelaties en BES-fonds 2022 d.d. 27 juni 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 36360 IV, nr. 13)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 18 december 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 34).

De staatssecretaris bereidt een passende overbruggingsmaatregel voor voor toekomstige studenten uit het Caribische deel van het Koninkrijk, die een BSN krijgen. De staatssecretaris zal samen met de minister van OCW de Tweede Kamer informeren zodra hier keuzes in gemaakt zijn.

Kamerbrief Voortgangsbrief Bestuurlijke afspraken Caribisch Nederland d.d. 21 maart 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 58)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 mei 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 29362, nr. 324).

De staatssecretaris zegt toe de Tweede Kamer voor de stemmingen op 23 mei te informeren over een begrotingstekort Sint Eustatius, als reactie op motie Van den Berg.

Plenair debat Tweeminutendebat Verzamel-commissiedebat BES d.d. 17 mei 2023 (Handeling II 2022/23, nr. 82, item 6)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 mei 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 35422, nr. 26).

De staatssecretaris komt schriftelijk terug op de vragen van het lid Van den Berg over onderlinge stages (TZ202305-131).

Commissiedebat Onderlinge regeling en Wederopbouw Sint Maarten d.d. 25 mei 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 88)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 oktober 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 13).

De staatssecretaris gaat bekijken of het Handboek Crisisbeheersing, al dan niet geredigeerd, met de Tweede Kamer gedeeld kan worden, en informeert de Kamer daarover (TZ202305-129).

Commissiedebat Onderlinge regeling en Wederopbouw Sint Maarten d.d. 25 mei 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 88)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 juni 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 83).

De staatssecretaris verwacht de Tweede Kamer voor het zomerreces te informeren over de uitwerking van meer specifieke criteria en uitgangspunten bij Comply or Explain waardoor Caribisch Nederland zich wezenlijk kan onderscheiden van Europees Nederland.

Kamerbrief Beantwoording schriftelijke inbreng SO vaste commissie voor Koninkrijksrelaties d.d. 22 maart 2023 en periodieke update wetgevingsoverzicht Caribisch Nederland d.d. 11 april 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 63)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 juni 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 85).

De staatssecretaris zegt toe na de zomer van 2023 de Tweede Kamer nader te informeren over de stand van zaken van de acties die benoemd worden in de Intentiebrief economische ontwikkeling Caribisch Nederland.

Kamerbrief Intentiebrief economische ontwikkeling Caribisch Nederland d.d. 6 april 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 62)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 18 december 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 34).

De staatssecretaris zal de Tweede Kamer informeren over de nieuwe bestuurlijke afspraken, inclusief de laatste stand van zaken van de uitvoering van de huidige bestuurlijke afspraken.

Kamerbrief Voortgangsbrief Bestuurlijke afspraken Caribisch Nederland d.d. 21 maart 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 58)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 18 december 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 34).

De staatssecretaris zegt toe de Eerste en Tweede Kamer in de zomer van 2023 nader te informeren over de resultaten van de acties van de Taskforce Knelpunten én over de resultaten van de taskforce met betrekking tot de andere geïdentificeerde knelpunten.

Kamerbrief Voortgangsbrief Bestuurlijke afspraken Caribisch Nederland d.d. 21 maart 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 58)

Afgedaan. De Kamers zijn op 25 september 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 4).

De staatssecretaris hoopt de Kamers voor het einde van 2023 te informeren over op welke wijze de veerdienst Makana Ferry voortgezet kan worden, rekening houdend met het onderzoek naar een openbare dienstverplichting voor luchtvaart tussen Sint Maarten, Saba en Sint Eustatius.

Kamerbrief Voortgang Taskforce Knelpunten Caribisch Nederland d.d. 25 september 2023 (Kamerstuk II 2023/24, 26410 IV nr. A en nr. 4)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 18 december 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 34).

De staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Jorritsma-Lebbink (VVD), toe dat zij aan de staatssecretaris Fiscaliteit zal vragen om een overzicht te maken met mogelijke maatregelen voor Caribisch Nederland, waarbij het voorstel tot het maken van één uitgebalanceerd pakket zal worden meegenomen (T03671).

Commissiedebat Mondeling overleg commissie Koninkrijksrelaties (KOREL) met de staatssecretaris van BZK d.d. 4 april 2023 (Kamerstuk I 2022/23, 36200 IV, nr. R)

Afgedaan. De boodschap is overgebracht aan de staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst. Op het moment dat de Belastingplannen bekend zijn, zal het gevraagde overzicht worden opgesteld in het najaar van 2023.

De staatssecretaris zegt toe het Wetgevingsoverzicht Comply or Explain, dat reeds is gedeeld met de Tweede Kamer, ook op korte termijn te doen toekomen aan de Eerste Kamer.

Commissiedebat Mondeling overleg commissie Koninkrijksrelaties (KOREL) met de staatssecretaris van BZK d.d. 4 april 2023 (Kamerstuk I 2022/23, 36200 IV, nr. R)

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 11 april 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk I 2022/23, 36200 IV, nr. Q).

De staatssecretaris van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Van Hattem (PVV), toe het rapport van de heer Nijpels inzake de klimaattafel op Bonaire aan de Eerste Kamer toe te sturen (T03673).

Commissiedebat Mondeling overleg commissie Koninkrijksrelaties (KOREL) met de staatssecretaris van BZK d.d. 4 april 2023 (Kamerstuk I 2022/23, 36200 IV, nr. R)

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 10 mei 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk I 2022/23, 36200 IV, nr. S).

De staatssecretaris overlegt met de minister van Financiën over een mogelijke brief aan de Kamer over de voortgang van de afwikkeling van de casus Girobank en informeert de Tweede Kamer daarover (TZ202309-053).

Commissiedebat Wijziging van de begrotingsstaat van Koninkrijksrelaties (IV) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de herfinanciering Covid-leningen) d.d. 13 september 2023 (Kamerstuk II 2023/24, 36401, nr. 4)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 november 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 29).

De staatssecretaris stuurt een overzicht van de stand van zaken van de besteding van de 20 miljoen voor het onderhoud van scholen in Curaçao, voor het einde van het jaar (TZ202309-052).

Wetgevingsoverleg Wijziging van de begrotingsstaat van Koninkrijksrelaties (IV) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de herfinanciering Covid-leningen) d.d. 13 september 2023 (Kamerstuk II 2023/24, Kamerstuk 36401, nr. 4)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 oktober 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 13).

De staatssecretaris stuurt de Tweede Kamer een afschrift van de reactie van het kabinet op de sommatiebrief klimaatrechtvaardigheid Bonaire, mede namens de minister van IenW en de minister van EZK (TZ202310-147).

Plenair debat Begroting Koninkrijksrelaties - Antwoord 1ste termijn d.d. 19 oktober 2023 (Handeling II 2023/24, nr. 15, item 12)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 november 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 32813, nr. 1313).

De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Rosenmöller (GroenLinks), toe zich ervoor in te spannen om de Caribische landen van het Koninkrijk, op basis van aanbevelingen in het AIV-rapport, getiteld «Fundamentele rechten in het Koninkrijk: eenheid in bescherming», aan te spreken op de implementatie van een aantal internationale verdragen, waaronder het EVRM-proof uitwerken van de vluchtelingenprocedure op Curaçao (T03272).

Plenair debat Beleidsdebat Koninkrijksrelaties d.d. 6 april 2021 (Handeling I 2020/21, nr. 33, item 7)

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 12 juni 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk I 2022/23, 36200 IV, nr. W).

De staatssecretaris gaat in gesprek met de minister van Onderwijs van Curaçao over de signalen die er zijn over het onderzoek naar de staat van het onderwijs en informeert de Tweede Kamer daar zo snel mogelijk over. (n.a.v. vragen van het lid Van den Berg) (TZ202301-027).

Commissiedebat Landspakketten en hervormingen CAS d.d. 25 januari 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 53)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 1 juni 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 33845, nr. 50).

Wanneer er bij de uitwerking van de onderlinge regeling iets fundamenteels wijzigt, dan informeert de staatssecretaris de Tweede Kamer daarover. (n.a.v. vragen van het lid Kamminga) (TZ202301-026).

Commissiedebat Landspakketten en hervormingen CAS d.d. 25 januari 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 53)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 4 april 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 60).

De staatssecretaris zegt toe de Tweede Kamer te informeren over de uitkomst van de gesprekken met de nieuwgekozen gedeputeerden en eilandsraadsleden en de beoogde datum van inwerkingtreding van het Koninklijk Besluit houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 15 van de Wet herstel voorzieningen Sint Eustatius (beter bekend als fase 2.2).

Kamerbrief inzake proces fase 2.2 Wet herstel voorzieningen Sint Eustatius d.d. 23 februari 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 35422, nr. 22)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 26 april 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 35422, nr. 25).

De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe in het kader van transparante besluitvorming en verwachtingsmanagement de Kamer voor het zomerreces van 2023 te informeren over het tijdspad van fase 3.0, 3.1 en 4.0. In de Elfde Voortgangsrapportage Sint Eustatius zal de staatssecretaris informeren over het tijdspad voor de laatste fasen van de bestuurlijke ingreep.

Kamerbrief Beantwoording schriftelijke inbreng SO vaste commissie voor Koninkrijksrelaties d.d. 2 februari 2023 d.d. 21 februari 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 35422, nr. 21)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 juni 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 84).

De staatssecretaris zegt toe de Tweede Kamer dit jaar per brief in te lichten over het verdere proces en daarin ook melden hoe het staat met de evaluaties die aan de beleidsdoorlichting van artikel 4 ten grondslag liggen.

Kamerbrief Opzet en vraagstelling beleidsdoorlichting artikel 5 Koninkrijksrelaties d.d. 12 september 2022 (Kamerstuk II 2021/22, 30985, nr. 59)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 oktober 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 13).

De staatssecretaris van BZK zal de Tweede Kamer informeren over haar bezoek aan Bonaire en de te nemen maatregelen in verband met de huidige wateroverlast. (n.a.v. vragen van het lid Van den Berg) (TZ202211-170).

Commissiedebat Sociaal domein en bestuursakkoorden BES d.d. 15 november 2022 (Kamerstuk II 2022/23, 6200 IV, nr. 37)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 21 maart 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 58).

De staatssecretaris van BZK en de minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen zullen ten behoeve van de discussie over het ijkpunt sociaal minimum in het kader van het onderzoek van de onafhankelijke commissie in kaart laten brengen wat de resultaten en/of de te verwachten resultaten zijn van de genomen en te nemen maatregelen om de kosten van levensonderhoud te verlagen en informeren de Kamer daarover. (n.a.v. vragen van het lid Kamminga)(TZ202211-168).

Commissiedebat Sociaal domein en bestuursakkoorden BES d.d. 15 november 2022 (Kamerstuk II 2022/23, 6200 IV, nr. 37)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 oktober 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 70).

De staatssecretaris komt schriftelijk terug op de aanpak van praktische basisvoorzieningen zoals postcodes, bancaire voorzieningen, digitalisering, BSN en andere zaken.

Commissiedebat Verzamel-commissiedebat Koninkrijksrelaties d.d. 23 maart 2022 (Kamerstuk II 2021/22, 35925 IV, nr. 59)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 25 september 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 4).

De staatssecretaris zegt toe dat de voortgang van de bestuurlijke afspraken aan het begin van 2023 wordt opgemaakt en met de Tweede Kamer zal worden gedeeld.

Kamerbrief Reisverslagen, uitwerking hoofdlijnenbrief, bestuurlijke afspraken Caribisch Nederland en CN-envelop en overige thema's d.d. 1 juli 2022 (Kamerstuk II 2021/22, 35925 IV, nr. 69)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 21 maart 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 58).

De staatssecretaris zegt toe de Eerste en Tweede Kamer te informeren over de resultaten van de evaluatie van de ferry-verbinding.

Kamerbrief 9de Voortgangsrapportage over de bestuurlijke ingreep Sint Eustatius d.d. 29 juni 2022 (Kamerstuk II 2021/22, 35925 IV, nr. 67)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 18 december 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 34).

De staatsecretaris zegt de Tweede Kamer toe om in de loop van 2023 met een plan te komen voor industrieën (economische sectoren) met potentie op de eilanden. (toezegging aan het lid Kamminga) (TZ202210-175).

Plenair debat Begroting Koninkrijksrelaties Voortzetting d.d. 20 oktober 2022 (Handeling II 2022/23, nr. 15, item 2)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 april 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 62).

Op 11 oktober jl. heeft de Eilandsraad van Bonaire debat gevoerd over (bestuurlijke) integriteit. M.b.t. aangenomen motie: Roept op tot een onafhankelijk onderzoek naar het handelen van de gezaghebber van Bonaire. De gezaghebber heeft aangegeven in functie te blijven, en op het moment dat een integriteitsonderzoek start vakantie op te nemen. Het is de bevoegdheid van de Eilandsraad en de lokale bestuurders om uitvoering aan deze moties te geven. De staatssecretaris volgt de situatie uiteraard nauwgezet. De staatssecretaris zal de Tweede Kamer informeren over de uitkomsten van het onderzoek en over het vervolgproces.

Kamerbrief Ontwikkelingen Bonaire d.d.18 oktober 2022 (Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 9)

Afgedaan. Er wordt geen vervolg gegeven aan de motie, aangezien het onderwerp niet meer op Bonaire aan de orde is. Er is geen onderzoek gedaan, om deze reden vervalt deze toezegging.

Het vraagstuk van democratische vertegenwoordiging in het Koninkrijk is een belangrijk thema. Er zijn verschillende oplossingsrichtingen voor dit vraagstuk denkbaar. De toekenning van kwaliteitszetels, zoals gebeurt in Denemarken en Nieuw-Zeeland, is daar één van. Net zoals wellicht de instelling van een Koninkrijkssecretariaat. Zoals mevrouw Wuite in haar bijdrage zelf ook aangaf, zullen we daarover eerst op een ordentelijke manier een debat moeten starten. En dat begint met een gesprek met de Caribische landen zelf. Daar wil de staatssecretaris voor einde jaar 2022 werk van maken. Zodra dat gesprek is gestart, zal zij de Tweede Kamer hierover informeren en kan er een debat starten over de merites van de verschillende oplossingsrichtingen.

Kamerbrief Beantwoording Kamervragen gesteld tijdens eerste termijn begrotingsbehandeling Koninkrijksrelaties d.d. 19 oktober 2022 (Kamerstuk II 2022/23, 36200 VII, nr. 48)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 20 januari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 46).

Het opheffen van het democratisch deficit en de toegankelijkheid van verkiezingen voor het Europees Parlement in de Caribische landen zijn twee onderwerpen uit het coalitieakkoord. Het democratisch deficit is een onderwerp dat primair onder politieke verantwoordelijkheid van de staatssecretaris valt, het onderwerp Europese parlementsverkiezingen wordt primair getrokken door de mBZK, vanwege haar verantwoordelijkheid voor het kiesrecht. Beide onderwerpen hebben prioriteit. Deze week spreekt de staatssecretaris met de MP’s van de landen over de planning van een bestuurlijk overleg, vermoedelijk eind november, over onder andere het democratisch deficit. Over de uitkomsten dit bestuurlijk overleg zal de staatssecretaris de Tweede Kamer zo spoedig mogelijk informeren.

Kamerbrief Beantwoording Kamervragen gesteld tijdens eerste termijn begrotingsbehandeling Koninkrijksrelaties d.d. 19 oktober 2022 (Kamerstuk II 2022/23, 36200 VII, nr. 48)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 20 januari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 46).

De staatssecretaris informeert de Tweede Kamer over de gesprekken met de eilanden over de uitwerking van de kabinetsreactie over het slavernijverleden (TZ202304-157).

Commissiedebat Verzamel-commissiedebat BES d.d. 13 april 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 67)

De staatssecretaris informeert de Kamer over de gesprekken met de eilanden over de uitwerking van de kabinetsreactie over het slavernijverleden (Kamerstuk II 2022/23, 36284, nr. 34)

De staatssecretaris verzoekt de minister van OCW de Tweede Kamer op korte termijn te informeren over de resultaten van de programma's voor training en onderwijs in relatie tot werkgelegenheid (TZ202304-156).

Commissiedebat Verzamel-commissiedebat BES d.d. 13 april 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 67)

Afgedaan. De uitvoering van de toezegging is overgedragen aan het ministerie van OCW.

Het ministerie van JenV heeft tot 2026 jaarlijks 0,3 miljoen euro gereserveerd voor brede, laagdrempelige eerstelijns juridische bijstand op de BES en beoogt hiervoor na 2026 op de JenV begroting structurele middelen vrij te maken. De minister zal de Tweede Kamer voor zomer 2023 over de concrete uitwerking berichten. (De budgettaire inpassing vindt bij voorjaarsnota plaats.)

Kamerbrief Verkenning naar de invoering van de gelijkebehandelingswetgeving op Bonaire, Saba en Sint Eustatius d.d. 23 januari 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 47)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 juni 2023 per brief geïnformeerd (eensluidende brief EK, Kamerstuk I 2022/23, 36284, nr. C).

De staatsecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Gerkens (SP), toe in gesprek te treden met de Caribische Landen van het Koninkrijk over de uitvoering van de Eerste Kamermotie-De Graaf en de Tweede Kamermotie-Van Raak inzake de verantwoordelijkheidsverdeling binnen het Koninkrijk der Nederlanden (T03275).

Plenair debat Beleidsdebat Koninkrijksrelaties d.d. 6 april 2021 (Handeling I 2020/21, nr. 33, item 7)

Afgedaan. Tijdens het vierlandenoverleg op Sint Maarten is besloten de thematiek van de motie Van Raak onderwerp te maken van een eind dit jaar te organiseren Koninkrijksconferentie. De organisatie van deze conferentie wordt momenteel ambtelijk voorbereid

Bijlage 3. Overzicht Rijksuitgaven Caribisch Nederland

Op verzoek van de motie Hachchi c.s. (Kamerstukken II 2011/12, 33 000, nr. 28) wordt jaarlijks een overzicht van alle rijksuitgaven aan Caribisch Nederland (met uitzondering van de vrije uitkering ofwel het BES-fonds) toegevoegd aan de begroting van Koninkrijksrelaties.

Naar aanleiding van de voorlichting van de Afdeling Advisering van de Raad van State (RvS) en het Interdepartementale Beleidsonderzoek Koninkrijksrelaties (IBO) volgt het kabinet de aanbeveling op om het overzicht Rijksuitgaven aan Caribisch Nederland uit te breiden (Kamerstukken II 2019/20, 35 300, nr. 11). Doel hiervan is om de rol van het Ministerie van BZK te verstevigen en een meer integrale afweging van de Rijksuitgaven aan Caribisch Nederland te bevorderen.

Onderstaand is eerst een totaal overzicht te vinden met alle Rijksuitgaven die voor Caribisch Nederland op de (departementale) begrotingen staan.

In de kabinetsreactie is aangekondigd dat naast deze toelichting ook een toelichting gegeven zou worden op de wijze van financiering welke gekoppeld aan de beoogde beleidsdoelen (Kamerstukken II 2019/20, 35 300, nr. 11). In de bijlage van de betreffende (departementale) begrotingen is deze toelichting terug te vinden en hieronder alleen voor de begroting Koninkrijksrelaties.

Tabel 42 Totaaloverzicht Rijksuitgaven Caribisch Nederland (bedragen x € 1.000)

Begroting

Realisatie

  

2019

2020

2021

2022

2023

       
 

Totaal Rijksuitgaven

392.251

522.474

559.923

539.475

546.186

IIB

Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad

0

339

365

404

447

IV

Koninkrijksrelaties

28.168

14.975

16.548

19.175

19.215

VI

Justitie en Veiligheid

39.720

41.651

44.885

51.375

62.607

VII

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

4.196

3.411

5.382

12.169

11.326

VIII

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

56.915

59.432

67.059

85.501

88.038

IX

Financiën en Nationale Schuld

17.308

14.808

18.068

18.323

21.042

X

Defensie1

XII

Infrastructuur en Waterstaat

67.490

61.328

36.489

29.266

18.938

XIII

Economische Zaken en Klimaat

8.915

30.080

62.177

40.147

24.236

XIV

Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

3.555

3.002

4.065

3.212

2.708

XV

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

38.024

80.863

68.484

79.195

94.670

XVI

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

127.960

212.585

236.401

200.708

202.959

X Noot
1

De taken die bij het Ministerie van Defensie zijn belegd, zijn Koninkrijkstaken. Het deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland is daarom niet te bepalen.

Toelichting

Begroting Koninkrijksrelaties

Hieronder zijn de Rijksuitgaven aan Caribisch Nederland voor de begroting Koninkrijksrelaties afzonderlijk weergegeven, uitgesplitst per instrument. In het overzicht en de bijbehorende toelichtingen wordt aangegeven of het uitgaven zijn ten behoeve van eilandelijke taken of rijkstaken, of er sprake is van incidentele of structurele bekostiging en wordt een toelichting gegeven op de wijze van financiering welke gekoppeld is aan de beoogde beleidsdoelen.

Tabel 43 Overzicht rijksuitgaven Caribisch Nederland in begrotingshoofdstuk Koninkrijksrelaties (IV) (bedragen x € 1.000)

Artikel/ instrument

Taak

Bijdrage

Realisatie

   

2019

2020

2021

2022

2023

Totaal uitgaven

  

28.168

14.975

16.548

19.175

19.215

        

Artikel 4 Bevorderen sociaaleconomische structuur

     

Subsidies (regelingen)

R

I

693

3.854

3.558

2.090

2.328

Opdrachten

E

I

836

478

786

612

1.476

Inkomensoverdrachten

R

S

3.017

2.263

2.138

3.135

2.583

Bijdrage aan medeoverheden

E

I

17.799

5.035

7.549

13.338

11.960

Bijdrage aan agentschappen

E

I

0

0

0

0

868

Artikel 8 Wederopbouw Sint Maarten

       

Bijdrage aan medeoverheden

E

I

5.823

3.345

2.517

0

0

Toelichting

Artikel 4 Bevorderen sociaaleconomische structuur

Subsidies (regelingen)

In 2023 is er voor € 1,3 mln. een subsidie verstrekt aan Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) Internationaal voor het uitwisselingsnetwerk Cariben. Daarnaast zijn er incidentele subsidies verstrekt aan WeConnect, voedselbank en Unicef voor het programma kinderen in hun kracht. Ook is er een subsidie verstrekt voor het opleidingsprogramma voor de Statiaanse Eilandsraad. Subsidies betreffen voornamelijk rijkstaken.

Opdrachten

Er zijn incidentele opdrachten verstrekt met als doel om de kwaliteit en slagkracht van het openbaar bestuur te vergroten en de bestuurlijke kaders in CN te versterken. Er zijn in 2023 opdrachten verstrekt voor het trainen van de ambtelijke lokale apparaten en het gericht ondersteunen met kennis en expertise op het terrein van goed bestuur en gezonde overheidsfinanciën. Dit zijn eilandelijke taken.

Inkomensoverdrachten

Uit deze middelen zijn de pensioenen van gewezen politieke gezagdragers van het land Nederlandse Antillen (bewindspersonen, statenleden en gezaghebbers) afkomstig van Bonaire, Sint Eustatius en Saba gefinancierd. Met het opheffen van het land Nederlandse Antillen in 2010 is bepaald dat deze pensioenen ten laste van Nederland komen (Stcrt. 2010, nr. 14723). Daarmee is dit een structurele rijkstaak.

Bijdrage aan medeoverheden

In afstemming met het lokaal bestuur in CN zijn incidentele bijzondere uitkeringen verleend om gerichte initiatieven te kunnen ondersteunen op het gebied van het ontwikkelen van goed openbaar bestuur en versterken van het financieel beheer. Zo is er € 1,7 mln. verstrekt aan het Openbaar Lichaam Bonaire in het kader van de bestuurlijke afspraken. Aan het Openbaar Lichaam Sint Eustatius (OLE) is € 6,4 mln. verstrekt voor de noodmaatregelen klif 2023. Daarnaast is aan de OLE € 1,5 mln. verstrekt voor de bestuursakkoorden en € 1,1 mln. voor het verbeterplan van financieel beheer van de OLE.

Bijdragen aan agentschappen

Aan het Rijksvastgoedbedrijf zijn bijdragen verstrekt voor het onderhoud van gebouwen op CN zoals het overheidskantoor Statia, Fort Oranje en het Government Guesthouse.

Bijlage 4. Focusonderwerp onderuitputting

De Tweede Kamer verzoekt het Kabinet om bij de verantwoording over het jaar 2023 aandacht te besteden aan resultaatbereik in relatie tot onderuitputting, als gevolg van bijvoorbeeld arbeidskrapte. In deze bijlage wordt de totale onderuitputting gepresenteerd. Daarbij worden de grootste en/of belangrijkste meevallende realisaties apart toegelicht. De overige meevallende realisaties worden in de post «overige meevallers» toegelicht.

De grootste posten met onderuitputting ten opzichte van de 2e suppletoire begroting 2023, namelijk groter dan € 1 mln, zijn opgenomen in de tabellen van KR.

Voor het BES-fonds is er geen sprake van onderuitputting in 2023.

Tabel 44 Grootste posten met onderuitputting in 2023 KR (bedragen x € 1.000)
 

x1000 euro

Als percentage van de vastgestelde begroting 2023 (%)

Versnelde terugbetaling lening Curacao (Ontvangsten)

‒ 12.800

1,4

Extern inhuur SSO-CN

‒ 2.210

0,2

Eigen Personeel

‒ 1.871

0,2

Materiële uitgaven Rijksdienst Caribisch Nederland

‒ 1.843

0,2

Detentie

‒ 1.116

0,1

Tijdelijke Werkorganisatie

‒ 1.001

0,1

Wederopbouw Sint Maarten

‒ 960

0,1

Overig

‒ 560

0,1

Totaal

‒ 22361

2,5

Toelichting

Versnelde terugbetaling lening Curaçao

De ontvangsten vallen hoger uit dan wat geraamd is in de begroting voor 2023. Curaçao heeft een deel van de lening Girobank versneld afgelost in 2023.

Wisselkoers

De onderuitputting op de wisselkoers wordt veroorzaakt door de voordelige koersverschillen in 2023. Daarom vallen de uitgaven en verplichtingen in euro’s lager uit dan initieel begroot was in euro’s.

Extern inhuur

Op Caribisch Nederland is op dit moment sprake van een krappe arbeidsmarkt. Het is daarom lastig om geschikt personeel te vinden, De onderuitputting op externe inhuur wordt voornameljk veroorzaakt door SSO-CN.

Eigen personeel

De onderuitputting op het kasbudget wordt veroorzaakt door de openstaande vacatures bij SSO-CN.

Materiële uitgaven

De onderuitputting op materiële uitgaven wordt voor een groot deel veroorzaakt doordat bepaalde ICT projecten bij SSO-CN niet konden worden uitgevoerd of vertraging hebben opgelopen.

Detentie

De onderschrijding van de uitgaven van circa € 1,1 mln. wordt veroorzaakt omdat er middelen voor het National Recovery Program Bureau in 2023 niet tot besteding zijn gekomen. Het verschil op de verplichtingen wordt veroorzaakt omdat er in 2022 meerjarige verplichtingen zijn aangegaan waardoor het verplichtingenbudget in 2023 niet tot uitputting komt.

Tijdelijke Werkorganisatie

De onderuitputting is voornamelijk veroorzaakt doordat er minder opdrachten versterkt zijn aan derden partijen dan eerder werd verondersteld.

Wederopbouw Sint Maarten

De onderschrijding op de uitgaven en verplichtingen wordt voornamelijk veroorzaakt omdat de facturen van de Royal Schiphol Group niet in 2023 zijn ontvangen, terwijl in het budget hier wel rekening mee is gehouden voor 2023.

Overig

Dit zijn een aantal kleinere onderuitputtingen op diverse artikelen.

BES-fonds

Er is geen sprake van onderuitputting in 2023.

Naar boven