35 420 Noodpakket banen en economie

Nr. 177 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 november 2020

Middels deze brief informeer ik uw Kamer over de overeenstemming die Curaçao en Nederland hebben bereikt over de derde tranche liquiditeitssteun 2020, in combinatie met een pakket aan maatregelen die gericht zijn op het realiseren van structurele hervormingen in Curaçao.

Liquiditeitssteun Curaçao

Curaçao ontvangt sinds april 2020 liquiditeitssteun van Nederland om de gevolgen van de pandemie voor de bevolking, het bedrijfsleven en de werkgelegenheid op Curaçao te beperken. Deze liquiditeitssteun is sinds mei 2020 (tweede tranche liquiditeitssteun 2020) niet meer vrijblijvend. Er worden voorwaarden aan gekoppeld, die tot doel hebben de financieel-economische weerbaarheid van Curaçao te vergroten. Over de strekking van deze voorwaarden heb ik uw Kamer regelmatig geïnformeerd1.

In de Rijksministerraad van 10 juli jl. lag de besluitvorming voor over de derde tranche liquiditeitssteun 2020. Hierover kon geen overeenstemming worden bereikt. Enerzijds, omdat Curaçao nog niet voldaan had aan de voorwaarden die aan de tweede tranche liquiditeitssteun waren gesteld en anderzijds, omdat Curaçao niet kon instemmen met de voorwaarden die door Nederland aan de derde tranche liquiditeitssteun werden gesteld2.

Derde tranche liquiditeitssteun 2020

Op 30 oktober jl. oordeelde de Rijksministerraad, op basis van advies van het College financieel toezicht (Cft), dat Curaçao aan de voorwaarden van de tweede tranche liquiditeitssteun voldoet.

Daarnaast hebben Nederland en Curaçao de afgelopen maanden constructieve gesprekken gevoerd over de voorwaarden voor de derde tranche liquiditeitssteun en zijn de landen hierover tot een akkoord gekomen. Zo heeft Curaçao de Rijksministerraad laten weten akkoord te gaan met de inhoud van het voorstel van de consensus Rijkswet Caribisch orgaan voor hervorming en ontwikkeling (COHO) en het ter advies voorleggen van dit voorstel aan de Raad van State van het Koninkrijk. Het COHO wordt vormgegeven als bestuursorgaan met zelfstandige taken en bevoegdheden. Het COHO krijgt de rechtsvorm van een Nederlandse rechtspersoon. Het COHO heeft ten behoeve van het welzijn van de bevolking van Curaçao de taak ervoor te zorgen dat hervormingen van bestuurlijke aard worden doorgevoerd, duurzaam houdbare overheidsfinanciën worden gerealiseerd en de weerbaarheid van de economie wordt versterkt. Aruba en Sint Maarten kunnen eveneens toetreden tot de Rijkswet Caribisch orgaan voor hervorming en ontwikkeling, zodra deze landen voldaan hebben aan de voorwaarden van de tweede tranche en ingestemd hebben met de (voor hen geldende) voorwaarden voor de derde tranche. Het voorstel van de consensus Rijkswet zal na advies van de Raad van State van het Koninkrijk met uw Kamer worden gedeeld.

Onderdeel van de consensus Rijkswet is het aangaan van het zogeheten landspakket: een samenhangend pakket van maatregelen voor de korte termijn en structurele hervormingen voor de langere termijn die noodzakelijk zijn om Curaçao financieel, economisch en bestuurlijk weerbaar te maken. De Minister-President van Curaçao en ik tekenden op 2 november jl. de overeenkomst welke de regeringen van Curaçao en Nederland (juridisch) bindt aan de uitvoering van de maatregelen in het landspakket Curaçao. De getekende onderlinge regeling Landspakket Curaçao is als bijlage aan deze brief toegevoegd3.

Tevens stemde Curaçao in de RMR van 30 oktober jl. in met de beëindiging van het Groeiakkoord Curaçao4, het aanpassen van de Rijkswet financieel toezicht en het definitief bekrachtigen van de voorwaarden van de tweede tranche liquiditeitssteun in de Staten van Curaçao. Ten slotte stemde Curaçao ermee in om maximale transparantie te bieden en gehoor te geven aan alle verzoeken van het Cft omtrent informatieverstrekking met betrekking tot de overheidsentiteiten.

De instemming van Curaçao met de genoemde set voorwaarden maakte voor de Rijksministerraad de weg vrij om over te gaan tot het verstrekken van een derde tranche liquiditeitssteun van ANG 105 miljoen voor de periode van 1 juli tot en met 31 december 2020. Het Cft is gevraagd om advies uit te brengen of er aanvullende liquiditeitssteun benodigd is voor de periode tot en met 31 december 2020. Dit advies en de besluitvorming hierover worden geagendeerd in de Rijksministerraad van 13 november 2020. Het Cft wordt daarnaast, op verzoek van Curaçao, gevraagd om in zijn aanvullend advies mee te wegen of, en zo ja, in hoeverre en onder welke voorwaarden, de drie sociale steunmaatregelen van Curaçao, en dan met name de post-covid werkloosheidsuitkering, gefinancierd kunnen worden uit de bestaande budgetruimte van de NOW-regeling en de ZZP-regeling van Curaçao.

Eveneens besloot de Rijksministerraad tot de omzetting van de per 15 oktober 2020 verlopen bullet lening (ANG 82 mln.) in een onderhandse lineaire lening met een duur van 15 jaar (te beginnen op 15 oktober 2020), tegen nul rentepercentage, waarbij de eerste drie jaar vrij van aflossing zijn.

De budgettaire gevolgen van de derde tranche liquiditeitssteun worden in een incidentele suppletoire begrotingswet aan u voorgelegd. Normaliter wordt nieuw beleid in uitvoering genomen nadat de Staten-Generaal de begrotingswet heeft geautoriseerd. Aangezien uitstel van uitvoering van deze spoedeisende maatregel die in het belang van het Rijk is, niet kan wachten tot formele autorisatie van beide Kamers der Staten-Generaal, zal het kabinet de uitvoering van de maatregel starten. Hiermee wordt gehandeld conform lid 2 van artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet 2016.

Investeringen

Met de instemming van Rijkswet Caribisch orgaan voor hervorming en ontwikkeling (COHO) en de ondertekening die de regeringen van Curaçao en Nederland bindt aan het landspakket Curaçao, breekt een nieuw hoofdstuk aan van vrijwillige, maar niet vrijblijvende meerjarige samenwerking tussen beide Landen. Zoals ik uw Kamer meerdere malen heb laten weten is het kabinet in ruil voor hervormingen niet alleen bereid liquiditeitssteun te bieden, maar ook bereid om op meerdere terreinen te investeren in de ontwikkeling van Curaçao.

Zo stelt het kabinet eenmalig een bedrag van 30 mln. euro beschikbaar ten behoeve van de onderwijshuisvesting op Curaçao. Deze middelen zullen onder regie en toezicht van het COHO ter besteding worden gebracht, op basis van objectieve behoeftestelling en planvorming. Vooruitlopend hierop wordt 0,5 mln. euro van het genoemde bedrag ingezet voor het lenigen van de hoogste noden (zoals lekkende daken, veiligheidsissues) op basis van een quick scan.

Daarnaast zal Nederland, in samenwerking met Curaçao, een doorlichting van het investeringsklimaat en het ondernemerschapsbeleid in Curaçao uitvoeren. De uitkomsten van deze doorlichting zullen worden gewogen in relatie tot de overige maatregelen in het landspakket en passend moeten zijn bij de (actuele) realisatiekracht en beschikbaarheid van financiële middelen in Curaçao. Indien het Nederlands kabinet hieraan financieel wil bijdragen, moet in de Nederlandse ministerraad besluitvorming over budgettaire verwerking plaatsvinden. Dit kan in de vorm van een lening, een gift, met behulp van cofinanciering en/of met een departementale bijdrage beschikbaar worden gesteld.

Vooruitlopend hierop wordt gestart met een onderzoek naar de haalbaarheid en modaliteiten van een garantie-instrumentarium aan Curaçaose bedrijven die voor de corona maatregelen in de kern gezond waren. Indien er mogelijkheden blijken te zijn voor inzet van garantie-instrumentarium, zal hierover separate politieke besluitvorming plaatsvinden in de Nederlandse ministerraad. Parallel hieraan zal een onderzoek plaatsvinden naar de mogelijkheden om een afwegingskader voor individuele bedrijfssteun op Curaçao te maken. Indien het bedoelde kader er komt dan zal vervolgens per casus worden bezien of het zinvol is het kader te doorlopen. Hier worden criteria voor ontwikkeld. Pas nadat dat besluit ook politiek is gewogen in de Nederlandse ministerraad wordt daadwerkelijk het afwegingskader doorlopen. Als het kader positief doorlopen is, is er een afzonderlijk tweede Nederlands politiek besluit nodig alvorens de steunverlening plaats kan vinden. Voor deze maatregelen raamt Nederland een maximaal begrotingsbeslag van 20 mln. euro.

Het kabinet is tot slot van oordeel dat een functionerende rechtsstaat voorwaardelijk is voor economische ontwikkeling, bijdraagt aan houdbare overheidsfinanciën en toeziet op de rechtmatigheid van bestedingen. Daarom stelt het structureel middelen beschikbaar voor de uitvoering van maatregelen opgenomen in het landspakket, gericht op de versterking van de rechtsstaat van Curaçao. Zo zal er structureel een bedrag oplopend tot 18,5 mln. euro vrijkomen voor nadere ondersteuning door de KMar, Douane en Kustwacht Caribisch Gebied bij de versterking van het grenstoezicht. Verder stelt het kabinet structureel extra middelen beschikbaar voor de uitbreiding van de ondermijningsaanpak op Curaçao, oplopend tot jaarlijks 5,2 mln. euro. Aanvullend is er structureel 1,2 mln. euro bestemd om de Curaçaose militie van Defensie te professionaliseren en om te investeren in het Sociaal Vormings Traject, waarbij Defensie met medewerking van Curaçao de kans biedt aan jongeren om te resocialiseren. Ten slotte stelt het kabinet incidenteel 0,4 mln. euro beschikbaar voor het harmoniseren van het gegevensbeschermingsniveau binnen het Koninkrijk. De betreffende middelen worden toegevoegd aan begrotingen van BZK, Defensie en JenV.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops


X Noot
1

Kamerstuk 35 420

X Noot
2

Kamerstuk 35 420, nr. 106

X Noot
3

Raadpleegbaar via Externe link: www.tweedekamer.nl.

X Noot
4

De toezegging aan uw Kamer om uitgebreider te informeren over de voortgang van het Groeiakkoord (Kamerstuk 34 269, nr. 6) beschouw ik hiermee tevens als afgedaan.

Naar boven