5 Regeling van werkzaamheden

Voorzitter: Verbeet

De voorzitter:

Op de tafel van de Griffier ligt een lijst van ingekomen stukken. Op die lijst staan voorstellen voor de behandeling van deze stukken. Als voor het einde van de vergadering daartegen geen bezwaar is gemaakt, neem ik aan dat daarmee wordt ingestemd.

Ingekomen is een beschikking van de Voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal inzake aanwijzing van de leden Kox, Klaas de Vries, Franken, Popken, Dijkhoff, Arib en Van Nieuwenhuizen tot lid en de leden Elzinga, Van Dijk, Strik, Broekers-Knol, Bemelmans-Videc, Omtzigt en Albayrak tot plaatsvervangend lid in de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa.

Ik stel voor, deze beschikking voor kennisgeving aan te nemen.

Daartoe wordt besloten.

Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van de Kamer voor de volgende weken:

  • - het wetsvoorstel Goedkeuring van het op 25 augustus 2010 te Tokio tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Japan tot het vermijden van dubbele belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen, met Protocol (Trb. 2010, 249 en Trb. 2011, 84) (32776);

  • - het wetsvoorstel Een regeling in de sociale zekerheid van de rechtsgevolgen van het niet aantonen van de leefsituatie na het aanbod van een huisbezoek (31929);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Algemene Ouderdomswet en andere wetten in verband met wijziging van de ingangsdatum van het ouderdomspensioen (Wet wijziging ingangsdatum AOW-ouderdomspensioen) (32846);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet melding collectief ontslag in verband met de uitbreiding van de reikwijdte en ter bevordering van de naleving van deze wet (32718);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet voortgezet onderwijs BES in verband met het uitbreiden en verduidelijken van de mogelijkheden tot benoeming of tewerkstelling van leraren in het voortgezet onderwijs (32742);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op het notarisambt in verband met de invoering van een informatieplicht ten aanzien van gegevens betreffende de bijzondere rekening, bedoeld in artikel 25 van die wet (informatieplicht derdengeldenrekening notariaat) (32700);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet werk en bijstand en samenvoeging van die wet met de Wet investeren in jongeren gericht op bevordering van deelname aan de arbeidsmarkt en vergroting van de eigen verantwoordelijkheid van uitkeringsgerechtigden (32815);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op het overleg huurders verhuurder en de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (uitbreiding geschillenbeslechting huurcommissie) (32586);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 in verband met het treffen van diverse maatregelen ter bestrijding van het ten onrechte ontvangen van de uitwonendenbeurs (32770).

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mee dat de fractie van de PvdA geacht wenst te worden vóór de nader gewijzigde motie-Van Gerven c.s. 31923, nr. 24 te hebben gestemd.

Op verzoek van de SP-fractie benoem ik in de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid het lid Karabulut tot lid in de bestaande vacature.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda het VAO Wmo/Thuiszorg met als eerste spreker het lid Leijten.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Leijten.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Er is een boeteregime voor mensen die de zorgverzekering niet kunnen betalen. Dat zou mensen afschrikken om een betalingsachterstand op te lopen. Niets is minder waar, want we krijgen er ieder jaar wanbetalers bij, zoals dat heet. Daarom hebben wij afgelopen dinsdag een amendement en een motie ingediend om deze regeling te verbeteren. De minister zei dat dit ontijdig was. We zouden alles volgens de loop der dingen moeten doen, want er was nog een evaluatie gaande. Gisteren bleek dat die evaluatie op 28 juli al is opgeleverd. In die evaluatie gaat het over een nieuwe urgentie. Daarom vraag ik heropening van het debat aan. Wat mij betreft gaat die over twee zaken: over het feit dat wij onvolledig en daarmee onjuist geïnformeerd waren en over het oordeel in het debat over onze voorstellen.

De heer Mulder (VVD):

Mijn fractie steunt de heropening van het debat, maar we moeten het dan wel vandaag doen. We moeten namelijk voor 1 oktober hebben besloten over het wetsvoorstel.

De heer Van der Veen (PvdA):

Ook wij steunen de heropening van het debat. Mevrouw Leijten heeft al aangegeven dat het om een ingewikkelde zaak gaat. Wij willen graag tijd hebben om die goed te bestuderen. In het rapport staat ook dat nog moet worden overlegd met het CVZ. Daarom willen wij het debat op zijn vroegst in de loop van volgende week.

Mevrouw Dijkstra (D66):

Steun voor heropening van het debat.

Mevrouw Smilde (CDA):

Ook wij steunen het verzoek tot heropening van het debat, maar wij zullen nog nader moeten spreken over het rapport. Wij willen het debat ook vandaag in verband met het feit dat vandaag over de wet besloten moet worden.

Mevrouw Gerbrands (PVV):

Steun voor het debat, maar wel vandaag.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Steun voor het debat, maar wij willen het volgende week voeren, zodat het zorgvuldig kan worden voorbereid.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Het is ernstig genoeg. Ik zou het niet erg op prijs stellen als de Kamer halsoverkop zo'n debat nog even moet afraffelen. Wij steunen het debat dus, maar zorgvuldigheid staat voorop. Volgende week lijkt mij goed.

Mevrouw Leijten (SP):

Ik wil graag een inhoudelijke reactie op het rapport. Het gaat echt in op de werking van die regeling en bijvoorbeeld ook op de moeite die normale gezinnen op dit moment hebben om de premie op te brengen. Daar moeten wij op een serieuze manier over spreken. Het lijkt mij onverstandig om dat vandaag af te raffelen. Over het argument dat het in de Staatscourant moet komen, zeg ik: er is volgende maand ook weer een Staatscourant. Wij zijn er niet de oorzaak van dat we onjuist en onvolledig waren geïnformeerd. Wat mij betreft krijgen wij dus een gedegen reactie. Het ligt allang op het ministerie, dus die zou er dinsdag kunnen zijn. Dan kunnen we er volgende week over spreken.

De voorzitter:

U hebt uw punt gemaakt. Ik heb een Kamermeerderheid die het debat vandaag wil heropenen. Een Kamermeerderheid bepaalt de agenda, dus daarom gaan we het debat aansluitend aan de regeling houden. Vervolgens gaan we stemmen. Daar is geen discussie over mogelijk. Het spijt mij zeer. We gaan over naar het volgende punt.

Mevrouw Leijten (SP):

Wij hebben vandaag een briefje gekregen waarin de minister niets anders zegt dan dat zij betreurt dat wij het niet hadden. Er was geen inhoudelijke reactie ...

De voorzitter:

Mevrouw Leijten, ik heb net een beslissing genomen overeenkomstig het voorstel van een Kamermeerderheid. Daar ga ik nu niet over in discussie. Spreektijd is twee minuten; het is een heropening.

Het woord is aan de heer Omtzigt.

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. Op 10 augustus hebben wij samen met een groot aantal collega's vragen gesteld over het rechtstreeks overmaken van de kinderopvangtoeslag. Op 22 juli hebben wij met een aantal collega's vragen gesteld over het artikel "De levensgenieter krijgt levenslang, oftewel eens genoten altijd genoten". Dit artikel behandelt het feit dat veel mensen extra erfbelasting moeten betalen. Wij willen de antwoorden op deze vragen graag betrekken bij de behandeling van het Belastingplan. Dus graag een zeer spoedige beantwoording.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Dibi.

De heer Dibi (GroenLinks):

Voorzitter. Minister Opstelten heeft een brief gestuurd naar de politiekorpsen om hen te laten weten dat ze geen aanvullende eisen mogen stellen aan kandidaat-politieagenten. De minister wil koste wat kost zijn target voor het einde van het jaar halen. GroenLinks wil hierover een dertigledendebat voeren met de minister, omdat wij het ongewenst vinden dat iedereen maar agent kan worden om de doelstelling van het kabinet te halen.

Mevrouw Berndsen (D66):

D66 steunt het verzoek.

De heer Çörüz (CDA):

Geen steun voor dit debat. Ik heb exact dit punt op 6 september bij de minister aan de orde gesteld. Hij zou het aanpakken, dus werk in uitvoering en geen debat op dit moment.

Mevrouw Hennis-Plasschaert (VVD):

Dat geldt ook voor de VVD. Het is op 6 september aan de orde gesteld. Ook vraag ik mij af of de heer Dibi de berichtgeving over dit thema goed heeft gelezen. De kwaliteit van het politieonderwijs staat namelijk niet alleen voor minister Opstelten maar ook voor de VVD voorop.

De heer Van Raak (SP):

Ik had ook begrepen dat de minister er al een tijdje mee bezig is. Het is echter helemaal niet slecht om hem naar aanleiding van de berichten te vragen ons opnieuw te informeren over de stand van zaken. Als we daarover een brief van de minister hebben gekregen kunnen we nalezen of het al dan niet bijna is opgelost. Vervolgens kunnen we alsnog een debat houden.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Dat laatste lijkt mij een zinnige opmerking. Er staan nog wel meer onderwerpen op de agenda. Laten we de brief afwachten en dan beoordelen of we het op die manier doen of misschien wel in de vorm van een spoed-AO.

De heer Dibi (GroenLinks):

Prima, maar dan wil ik nog wel de volgende vraag beantwoord krijgen in de brief. Welke aanvullende eisen van de korpsen vindt de minister onterecht en waarom vindt hij dat?

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Agema.

Mevrouw Agema (PVV):

Voorzitter. Wij zijn enorm blij met alle maatregelen die er genomen zijn in het gedoogakkoord om ouderenmishandeling aan te pakken. Er is nu een meldpunt geopend en 21 van de klachten blijken gegrond te zijn. Ik ben een beetje bezorgd dat de problematiek misschien groter is. Ik vraag daarom, op korte termijn een debat met de staatssecretaris te plannen.

Mevrouw Venrooy-van Ark (VVD):

Wij zouden graag een brief van het kabinet krijgen over de duiding van die getallen, en daarna een debat voeren. Wij steunen dus een debat.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ook steun van GroenLinks. Ik heb vanochtend al aangegeven het verzoek om een brief te steunen.

Mevrouw Uitslag (CDA):

Ook steun van de CDA-fractie, maar laten we eerst wachten op een brief en dan bekijken of we een debat gaan voeren.

De voorzitter:

Zullen we het zo gaan doen?

Mevrouw Agema (PVV):

Ja, laten we alvast een debat op de rol zetten en wachten op de brief. Kan het kabinet ook nog gevraagd worden om een reactie op eerdere stukken met betrekking tot ouderenmishandeling? Die hebben we namelijk ook nog niet binnen.

De voorzitter:

U bedoelt schriftelijke vragen?

Mevrouw Agema (PVV):

Ja.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden en het debat op de agenda zetten, met vier minuten spreektijd per fractie.

Het woord is aan mevrouw Hamer.

Mevrouw Hamer (PvdA):

Voorzitter. Ik wil graag een dertigledendebat aanvragen over berichten, onder andere naar aanleiding van het ING-onderzoek, dat ouders besluiten fors minder te gaan werken vanwege de bezuinigingen op de kinderopvang. Je zou kunnen denken dat het goede nieuws is dat nu ook de vaders besluiten om minder te gaan werken, maar helaas gaan de moeders in dezelfde mate minder werken. De facto levert dit dus geen andere verdeling van arbeid en zorg op, maar wel een flinke reductie in de arbeidsparticipatie, terwijl de doelstelling van het kabinet is om die te verhogen. Ik wil daarover graag op heel korte termijn een debat.

Mevrouw Kooiman (SP):

Natuurlijk steun voor het verzoek.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Dit is precies waar de GroenLinksfractie bang voor is, dat dit zal gebeuren door de bezuinigingen op de kinderopvang. Dus van harte steun voor dit verzoek.

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Voorzitter. Wij vinden het heel belangrijk dat mensen op de arbeidsmarkt participeren. Ik heb zelf een aantal vragen geformuleerd, juist naar aanleiding hiervan. Aangezien een debat waarschijnlijk niet snel kan worden gehouden, is het misschien goed als wij gezamenlijk die vragen kunnen stellen en dan daarover een debat houden.

De heer Van Hijum (CDA):

Volgens mij is er een meerderheid voor dit verzoek. Wat mijn fractie betreft, kan dit ook besproken worden bij het algemeen overleg over kinderopvang dat wij over een paar weken houden, maar dit verzoek haalt een meerderheid. In dat geval vraag ik of de minister kan reageren op de rapportages waarnaar mevrouw Hamer verwijst, en of hij het verschil kan verklaren met zijn eigen inschattingen van verminderde arbeidsparticipatie die hij eerder heeft gegeven.

De voorzitter:

Volgens mij is er nog geen meerderheid, maar er zijn ruim dertig leden voor.

Mevrouw Straus (VVD):

Ik sluit mij aan bij de woorden van de heer Van Hijum. Wij hebben over een paar weken een algemeen overleg over kinderopvang. Wellicht kan het daarbij besproken worden. Ik wil echter ook een reactie van de minister op het rapport.

De voorzitter:

Wij gaan dus het debat plannen en zullen het stenogram doorgeleiden.

Mevrouw Hamer (PvdA):

Ja. Het lijkt mij goed dat wij de vragen van mevrouw Koşer Kaya gezamenlijk stellen en zo snel mogelijk antwoord vragen en dat het debat zo snel mogelijk plaatsvindt. Ik zou niet willen wachten tot het algemeen overleg.

De voorzitter:

Ja, maar het is een dertigledendebat. Ik moet het dus op de lijst zetten. Het is niet anders. Met drie minuten spreektijd per fractie.

Het woord is aan mevrouw Karabulut voor twee verzoeken.

Mevrouw Karabulut (SP):

Voorzitter. Minister Donner is niet zo heel erg lekker bezig de laatste tijd. De jurist toont zich een waar machtspoliticus.

De voorzitter:

Uw voorstel?

Mevrouw Karabulut (SP):

Mijn voorstel volgt. Ik heb het niet alleen over de ID-kaart.

Ik wil de minister behoeden voor een blunder. De minister wil namelijk in strijd met de wet een besluit erdoorheen jassen om per 1 oktober de huurprijzen te verhogen. Dat kan niet. De minister heeft dat zelf ook eerlijk gezegd. Ik wil daarover, gezien de beoogde inwerkingtredingsdatum, nog vandaag een dertigledendebat met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties om de inwerkingtreding in ieder geval op te schorten. Inmiddels heeft namelijk de Nederlandse Woonbond een kort geding tegen de Staat aangespannen voor opschorting. De uitspraak daarin volgt op 13 oktober aanstaande.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Voorzitter. Mevrouw Karabulut heeft het heel goed verwoord. Het duurt maar twee weken langer. Wij zijn ook voor opschorting. Zorgvuldigheid staat voorop.

Mevrouw De Boer (VVD):

Ik weet dat het vrij warm is voor de tijd van het jaar, maar mevrouw Karabulut wist echt al langer dan vandaag dat het overmorgen 1 oktober zou zijn. Ik steun haar verzoek niet. Het is bovendien onder de rechter. Zij is dus ook een beetje voorbarig met haar conclusie dat het in strijd zou zijn met het recht.

De heer Lucassen (PVV):

Ik ben ook bang dat mevrouw Karabulut een beetje op de zaken vooruitloopt. Zij stelt dat een wetswijziging nodig is. De minister en de Raad van State vonden van niet. Laten wij niet op de zaken vooruitlopen. De zaak is onder de rechter.

Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie):

Steun voor het verzoek. Zorgvuldigheid staat echt voorop.

De heer Monasch (PvdA):

Voorzitter. Dit huis gaat niet alleen over politieke meningsverschillen, maar ook over zorgvuldige wetgeving. Dat is hier aan de orde, ook gelet op de grote maatschappelijke beroering rondom dit thema. Laten wij dit zorgvuldig doen en het er niet doorheen jassen. Daarom steun ik dit verzoek.

De heer Van Bochove (CDA):

Voorzitter. Zorgvuldige wetgeving is belangrijk. De Raad van State had geen enkele opmerking, dus ik ga ervan uit dat hij dat heeft meegewogen in zijn advies. Dat blijkt ook uit de reactie. Ik heb dan ook geen behoefte aan dit debat. Bovendien is een dertigledendebat, als het op het lijstje komt, pas aan de beurt als de uitspraak in kort geding al is gedaan.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. De Partij voor de Dieren geeft graag steun aan het volledige verzoek: het dertigledendebat en vandaag.

De voorzitter:

Mevrouw Karabulut, u hebt 30 leden, maar zoals u weet bepaalt de voorzitter het moment van het debat. Ik doe dat volgens de lijst van dertigledendebatten. Dat betekent dat het debat niet vandaag op de rol komt. Ik kan er niks aan doen.

Mevrouw Karabulut (SP):

Voorzitter. Ik wist dat deze discussie zou ontstaan. Wij denken hier politiek verschillend over. De VVD is voor het verhogen van de huren en voor liberalisatie …

De voorzitter:

U gaat nu naar de inhoud. U moet echt naar de procedure.

Mevrouw Karabulut (SP):

Ik heb gisteren om deze reden een advies gevraagd van Bureau Wetgeving. Die zeggen ook: er zijn grote twijfels. Dat heb ik voorgelegd …

De voorzitter:

Mevrouw Karabulut, een advies van Bureau Wetgeving is een advies aan uzelf. U neemt dat over of niet, maar u citeert er niet uit. Dat is gisteravond helaas ook misgegaan. Dan komen onze ambtenaren in een moeilijke positie. Dat kunt u niet doen. Of u bent het ermee eens en gebruikt het als uw eigen argument of u gebruikt het niet.

Mevrouw Karabulut (SP):

Ik wilde zeggen dat ik het advies vanochtend heb voorgelegd aan mijn collega's in de commissie om het te gebruiken als argument om gezamenlijk te komen tot opschorting. Ik vind het heel jammer. Om te voorkomen dat de minister er iets doorheen drukt wat grote gevolgen heeft en wat vervolgens gerepareerd moet worden, dat hij teruggefloten wordt door de rechter – ik wil hem zelfs tegen een persoonlijke blunder beschermen – verzoek ik u om vandaag dat debat toch in te plannen en op zijn minst – misschien kunnen de collega's mij daarin wel steunen – een brief met een reactie te vragen die wij bijvoorbeeld voor 16.00 uur nog binnen kunnen krijgen.

De voorzitter:

Dat laatste moet u in de commissie doen. Daar bemoei ik mij hier niet mee. Uw eigen commissie gaat erover om een rapport dat door Bureau Wetgeving is gemaakt tot een commissierapport te maken. Dan kunt u er verder mee handelen. Dat bepaal ik niet, dat bepaalt u zelf.

Mevrouw Karabulut (SP):

Omdat u geen mogelijkheid ziet in het schema om vandaag nog een spoeddebat te houden, vraag ik u of u een verzoek van een aantal Kamerleden naar de minister wilt doorgeleiden om een reactie te geven op ons verzoek om het besluit op te schorten omdat de zaak onder de rechter is en daarom nog twee weken te wachten.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram doorgeleiden. Aldus besloten.

Het woord is aan mevrouw Karabulut voor haar tweede verzoek. Nogmaals een vriendelijk verzoek om het procedureel te houden.

Mevrouw Karabulut (SP):

Voorzitter. Heel procedureel, maar alle procedures zijn ook politiek, zoals u net heeft kunnen merken.

Door de forse bezuinigingen op de sociale werkplaats is nu een plaatsingsstop afgekondigd door de Haeghe Groep in Den Haag. Er staan 400 mensen op de wachtlijst en er zouden er 165 uit moeten, wil er weer eentje aan de slag kunnen. Dit heeft directe gevolgen. Ik wil hierover een dertigledendebat met de staatssecretaris van Sociale Zaken.

De heer Azmani (VVD):

Voorzitter. Ik heb hier al eens eerder aan de microfoon gestaan. Toen heb ik ook tegen u gezegd dat dit het zoveelste debat is dat thuishoort in de gemeenteraad. Wij hebben Amsterdam hier behandeld. Wij hebben Rotterdam hier behandeld. Wij hebben Almelo hier behandeld. Dit is het zoveelste debat, dus geen steun voor dit verzoek. Ik wil er nog wel op wijzen dat er in ieder geval namens de VVD een verzoek is gedaan in het verantwoordingsdebat rondom de kosten van dit huis. Ik heb er geen behoefte aan om in dit huis debatten te voeren op het moment dat de verantwoordelijkheid ligt bij de gemeenteraad. De SP is met vier zetels daar vertegenwoordigd, dus ik zou zeggen …

De voorzitter:

Nee, nee, het wordt allemaal veel te inhoudelijk.

Mevrouw Hamer (PvdA):

Voorzitter. Ik wil het verzoek om een debat graag steunen. Wij hebben dat in eerdere gevallen ook gedaan, bijvoorbeeld over de situatie in Amsterdam en Rotterdam. Dat bleek zeer nuttig.

De heer Van Hijum (CDA):

Voorzitter. Ik ondersteun de woorden van de heer Azmani van harte. Geen steun.

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Voorzitter. Het lijkt mij dat wij eerst een schriftelijke reactie moeten hebben.

Mevrouw Karabulut (SP):

Voorzitter. Van de woorden van de heren Azmani en Van Hijum krijg ik een naar gevoel. Het gaat hier niet om kosten die wij maken, het gaat om bezuinigingen die zij aanbrengen over de rug van de meest kwetsbaren. Daarom sta ik hier. Gelukkig heb ik voldoende steun van mijn collega van de PvdA voor een dertigledendebat.

De voorzitter:

Er is voldoende steun.

De heer De Jong (PVV):

Voorzitter. Ik geef ook steun aan het debat, al was het maar om nog eens aan te geven, zoals in het regeer- en gedoogakkoord is afgesproken, dat de mensen die in de sociale werkplaats werken, dat kunnen blijven doen, en dat voor de nieuwe instroom de criteria voor de beschutte werkplek gelden.

De voorzitter:

Wij zullen het op de lijst plaatsen met een spreektijd van drie minuten per fractie. Ik zal het stenogram doorgeleiden.

Het woord is aan de heer Van Dijk.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Voorzitter. Vandaag werd bekend dat bijna 60 bestuurders in het onderwijs meer verdienen dan een minister, meer dan twee ton. Dat is te gek voor woorden. Ik weet dat wij binnenkort gaan spreken over de wet normering topinkomens, waarmee de balkenendenorm voor de gehele publieke sector wordt ingesteld. Die wet gaat echter geen eind maken aan de bestaande bestuurssalarissen, die volledig uit de hand zijn gelopen. Vandaar dat ik hierover graag een interpellatiedebat aanvraag.

De heer Heijnen (PvdA):

Voorzitter. Een interpellatiedebat daarover kan natuurlijk. Het is inderdaad een schande dat de leerkrachten de afgelopen twee jaar op nul staan en de bestuurders klaarblijkelijk niet. Ik heb een vraag aan u, voorzitter. Er ligt een wet op de topinkomens in de semipublieke sector voor ter behandeling. Wanneer wij die volgende week zouden behandelen, kunnen alle opmerkingen en vragen van de heer Van Dijk geadresseerd worden. Dat wetsvoorstel ligt er al heel lang. Ik vraag u namens de PvdA-fractie om het op de plenaire agenda van volgende week te zetten.

De voorzitter:

Dit is een nieuw voorstel van de heer Heijnen.

De heer Beertema (PVV):

Voorzitter. Bij dit voorstel sluit ik mij graag aan. Een interpellatiedebat lijkt mij een beetje dubbelop. Het lijkt mij een heel goed plan om het wetsvoorstel volgende week te behandelen. Het lijkt mij goed als er een brief komt met een reactie van de minister op deze nieuwe publicaties, want er moet wel duidelijkheid over komen.

Mevrouw Lucas (VVD):

Voorzitter. Ook de VVD kan niet vaak genoeg schande spreken over deze topinkomens die van belastinggeld worden betaald. De wet normering topinkomens komt eraan. Ik steun het verzoek van de PvdA om dit versneld op de agenda te zetten, zodat wij hier voor eens en voor altijd van verlost zijn.

De heer Biskop (CDA):

Steun voor het voorstel van de PvdA.

De voorzitter:

Ik had het wetsvoorstel gepland in de week van 11 oktober; dat is de week na volgende week. Als wij het volgende week behandelen, wordt het nachtwerk. Volgens mij wilt u dat ook niet als wij het kunnen vermijden.

De heer Heijnen (PvdA):

Voorzitter. Vaak staat iets heel lang op de langetermijnagenda. Het schuift dan voortdurend op. Als u er persoonlijk voor staat dat het in die week behandeld wordt, kan de minister ondertussen een heel goede brief schrijven.

De voorzitter:

Ik heb een Kamermeerderheid voor dit voorstel. We gaan het zo doen. Mijnheer Van Dijk, volgens mij is uw interpellatieverzoek nog mooier geworden dan u had gewild.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Zo zou ik het niet willen zeggen. Helaas willen de partijen niets doen aan de bestaande hoge salarissen. Laat de brief waarom de heer Beertema vroeg, dan wel voor het debat komen.

De voorzitter:

Het stenogram wordt doorgeleid.

Naar boven