8 Stemmingen risicovereveningssysteem

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het debat over vormgeving van het risicovereveningssysteem,

te weten:

  • - de motie-Van der Veen over de bandbreedteregeling (29689, nr. 351);

  • - de motie-Van der Veen over in stand houden van de ex-postmechanismen in de ggz (29689, nr. 352);

  • - de motie-Van der Veen/Gerbrands over de solvabiliteitseisen voor zorgverzekeraars (29689, nr. 353);

  • - de motie-Smilde over verhoging van de solvabiliteitseis (29689, nr. 354);

  • - de motie-Leijten over een solvabiliteitseis van maximaal 9% (29689, nr. 355);

  • - de motie-Dijkstra over de bandbreedteregeling (29689, nr. 356).

(Zie vergadering van 27 september 2011.)

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Leijten stel ik voor, haar motie (29689, nr. 355) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Motie

De voorzitter: De motie-Dijkstra (29689, nr. 356) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de ziekenhuisfinanciering per 1 januari 2012 gebaseerd wordt op een systeem van prestatiebekostiging;

overwegende dat dit tevens gepaard gaat met de overgang van dbc-financiering naar financiering op basis van DOT's en dat die overgang systeemrisico's met zich brengt,

constaterende dat met de introductie van het transitiemodel voor ziekenhuizen een vangnet gecreëerd wordt en dat zorgverzekeraars niet in dit model participeren, omdat voor hen de bestaande bandbreedteregeling blijft bestaan;

van mening dat zorgverzekeraars bij de organisatie van hun zorginkoop wel marktrisico's mogen lopen, maar dat zij niet de dupe mogen worden van systeemrisico's;

verzoekt de regering, nog voor 1 oktober 2011 cijfermatig te onderbouwen hoe met het handhaven van de bestaande bandbreedteregeling de systeemrisico's voor zorgverzekeraars in vergelijkbare mate zijn afgedekt als voor de ziekenhuizen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 357 (29689).

Ik stel vast dat wij nu hierover kunnen stemmen.

In stemming komt de motie-Van der Veen (29689, nr. 351).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de PvdD, de PvdA, GroenLinks, D66 en de ChristenUnie voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van der Veen (29689, nr. 352).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de PvdD, de PvdA, GroenLinks en de ChristenUnie voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van der Veen/Gerbrands (29689, nr. 353).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de PvdD, de PvdA, GroenLinks, D66, de SGP, de ChristenUnie, het CDA en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de VVD-fractie ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Smilde (29689, nr. 354).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de PvdD, de PvdA, GroenLinks, D66, de SGP, de ChristenUnie, het CDA en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de VVD-fractie ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Dijkstra (29689, nr. 357).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, GroenLinks, D66 en de ChristenUnie voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Naar boven