Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 1 december 2010 over directiesalarissen bij ontwikkelingsorganisaties.

De voorzitter:

Dames en heren, wij hanteren het kerstregime. Dat betekent dat de leden slechts moties kunnen voorlezen en dat de staatssecretaris de moties van een kort commentaar kan voorzien. De leden kunnen slechts een vraag stellen als zij het antwoord niet begrijpen. Ik zeg daar altijd bij: gezien uw hoge vooropleiding kan ik mij dat niet voorstellen.

De heer Dijkhoff (VVD):

Voorzitter. Ik dien een motie in over het niet verlenen van subsidie aan ontwikkelingsorganisaties met een directeursalaris boven de dg-norm.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het gewenst is dat salarissen van directeuren van organisaties die actief zijn op het vlak van ontwikkelingssamenwerking en die daarvoor subsidie ontvangen van de Nederlandse overheid, niet hoger zijn dan het salaris van de hoogste ambtenaar van het directoraat-generaal Internationale Samenwerking van het ministerie van Buitenlandse Zaken (de zogenaamde dg-norm);

constaterende dat het salaris van directeuren bij een aantal door de Nederlandse regering financieel ondersteunde organisaties hoger is dan de genoemde dg-norm;

constaterende dat de dg-norm bij een aantal organisaties momenteel niet als voorwaarde voor subsidie van overheidswege is opgenomen;

verzoekt de regering om de betreffende organisaties te manen de directiesalarissen per 2011 te verlagen tot op of onder de dg-norm op straffe van het niet in aanmerking komen voor (toekomstige) subsidies,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Dijkhoff, Knops, Irrgang en Voordewind. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 50(32500 V).

De heer Driessen (PVV):

Voorzitter. Ook een motie van de PVV-fractie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering, geen nieuwe subsidies te verstrekken aan ontwikkelingsorganisaties met meer dan drie directieleden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Driessen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 51(32500 V).

Staatssecretaris Knapen:

Voorzitter. Ik begin met de motie van de heer Dijkhoff. Zoals ik tijdens het AO vorige week al heb toegelicht, zijn er in feite nog twee organisaties die op dit moment niet voldoen aan de dg-norm. Het is mijn ambitie om te bewerkstelligen dat per 1 januari 2011 alle organisaties aan die norm voldoen, inclusief het Koninklijk Instituut voor de Tropen (KIT) en SNV. Ik zal de beschikkingen met beide organisaties daartoe aanpassen. Vooralsnog heb ik er vertrouwen in dat deze aanpak vruchten afwerpt. Ik zie de motie dan ook als een ondersteuning van het beleid. Deze week zullen brieven naar het KIT en SNV worden verstuurd met daarin opgenomen de wijziging van de bestaande beschikkingen. Zoals altijd bij een wijziging kunnen organisaties daartegen bezwaar aantekenen. Wordt dit bezwaar onverhoopt gehonoreerd, dan zal ik, als het in 2011 feitelijk betaalde salaris hoger ligt dan de dg-norm, achteraf subsidiekorting toepassen.

De voorzitter:

Ook voor de staatssecretaris geldt het kerstregime.

Staatssecretaris Knapen:

Voorzitter. Ik kom op de motie van de heer Driessen. In het algemeen overleg heb ik meerdere argumenten genoemd waarom ik mij als staatssecretaris niet wil en kan bezighouden met de inrichting van organisaties. Ik acht dit in principe een zaak van de organisaties zelf. Voorafgaand aan subsidieverstrekking is er een organisatietoets. Daarna worden de organisaties op doelmatigheid getoetst via de jaarverslagen. Daar wil ik het bij laten. Vandaar dat ik de motie afraad.

De voorzitter:

U ontraadt de motie.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik dank de staatssecretaris.

Naar boven