Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het debat over het klimaat- en energiepakket van de Europese Commissie, te weten:

- de motie-Duyvendak over het afzien van het gebruik van kredieten uit bosprojecten binnen het ETS (22112, nr. 639);

- de motie-Duyvendak over het schrappen van de 10%-doelstelling voor biobrandstoffen (22112, nr. 640);

- de motie-Ortega-Martijn c.s. over het oormerken van een deel van de opbrengsten van de emissierechten voor klimaatbeleid (22112, nr. 641);

- de motie-Neppérus over het inzetten op alternatieven voor het systeem van veilen van emissierechten (22112, nr. 643);

- de motie-Jansen over het niet plaatsen van de eerste generatie bio-ethanol op de lijst van environmental goods (22112, nr. 644);

- de motie-Madlener over het staken van het gebruik van voedingsmiddelen voor het maken van biobrandstoffen (22112, nr. 645).

(Zie vergadering van 23 april 2008.)

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Ortega-Martijn stel ik voor, haar motie (22112, nr. 641) van de agenda af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Voorzitter. In het onlangs gevoerde debat over de wereldvoedselcrisis staan de biobrandstoffen ter discussie en dat terwijl slechts 1% van het landbouwareaal wordt ingezet voor de verbouw van gewassen voor deze biobrandstoffen. Daartegenover staat dat 80% van het landbouwareaal wordt gebruikt door de veehouderij. Het zijn dus niet de biobrandstoffen die concurreren met het voedsel voor arme mensen, maar met name de Westerse consumptie van vlees en zuivel.

Voorzitter. Voor deze kwestie lijkt in dit huis vooralsnog weinig aandacht te zijn. Desalniettemin vinden wij dat er nadrukkelijk duurzaamheidscriteria moeten worden geformuleerd voor de toepassing van biobrandstoffen. Om die reden zullen wij de motie op stuk nr. 640 van de heer Duyvendak steunen.

In stemming komt de motie-Duyvendak (22112, nr. 639).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks en de PvdD voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Duyvendak (22112, nr. 640).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, D66, de PvdD, de VVD en het lid Verdonk voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Neppérus (22112, nr. 643).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de VVD, de PVV en het lid Verdonk voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Jansen (22112, nr. 644).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdD en de VVD voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Madlener (22112, nr. 645).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de VVD en de PVV voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Naar boven