Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 16 april 2008 over Veiligheid vliegveld Bonaire.

De heer Remkes (VVD):

Mevrouw de voorzitter. Ik dien de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende de noodzaak dat de luchthaven in ieder geval bij wijziging van de staatkundige structuur moet voldoen aan nationale en internationale veiligheidsnormen;

voorts overwegende dat de geconstateerde veiligheidsgebreken in belangrijke mate ook betrekking hebben op achterstallig onderhoud;

in aanmerking nemende de conclusies van het ter zake door de Algemene Rekenkamer Nederlandse Antillen uitgevoerde onderzoek naar de rechtmatigheid en doelmatigheid van de investeringen in de luchthaven;

van oordeel dat de verantwoordelijkheid voor het opheffen van de veiligheidsgebreken en de financiering daarvan ligt bij het eilandgebied Bonaire en het land Nederlandse Antillen;

verzoekt het kabinet, verslag aan de Kamer uit te brengen over de resultaten van het te voeren overleg daarover, alsmede nader inzicht te geven in de toekomstige exploitatiemogelijkheden en de exploitatie van de luchthaven in de achterliggende jaren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Remkes. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 45(31200 IV).

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter. Wij hebben een goed overleg gevoerd over Flamingo Airport Bonaire. Het noopt mij nog wel tot het indienen van een motie, maar ik moet zeggen dat ik de grote lijn van het kabinet in dezen kan steunen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het rapport van de Netherlands Airport Consultance aangeeft dat er ten aanzien van de luchthaven op Bonaire belangrijke tekortkomingen en mogelijke risico's zijn;

overwegende dat de Antilliaanse Algemene Rekenkamer heeft vastgesteld dat eerdere investeringen in de luchthaven van Bonaire volstrekt onvoldoende ordelijk en controleerbaar waren en dat daarmee werd ingedruist tegen de principes van goed financieel beheer;

overwegende dat in de nabije toekomst de Nederlandse minister van Verkeer en Waterstaat verantwoordelijk wordt voor de veiligheid van de luchthaven op Bonaire en daarmee dus ook verantwoordelijkheid krijgt voor de wijze waarop de noodzakelijke herstelwerkzaamheden worden uitgevoerd;

overwegende dat het wenselijk is dat die noodzakelijke herstelwerkzaamheden ook volgens de principes van goed financieel beheer worden uitgevoerd;

verzoekt de regering, toe te zien op de voortgang van de herstelwerkzaamheden ten behoeve van de luchthaven op Bonaire, de aanbesteding van die werkzaamheden en op de naleving van de principes van goed financieel beheer en de Kamer hierover regelmatig te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Gent en Leerdam. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 46(31200 IV).

De heer Brinkman (PVV):

Voorzitter. Ik ben bang dat dit de belastingbetaler van Nederland weer 20 mln. gaat kosten. Ik dien één korte motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het vliegveld van Bonaire achterstallig onderhoud heeft van ongeveer 20 mln.;

verzoekt de regering, onder geen enkel beding deze 20 mln. ten laste te laten komen van de Nederlandse belastingbetaler,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Brinkman. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 47(31200 IV).

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Voorzitter. In de motie van de heer Remkes wordt de regering gevraagd, verslag aan de Kamer uit te brengen over de resultaten van het te voeren overleg alsmede nader inzicht te geven in de toekomstige exploitatiemogelijkheden en de exploitatie van de luchthaven in de achterliggende jaren. Dat overleg voeren wij inderdaad. Zoals bekend, gaat de minister van Verkeer en Waterstaat ook naar de Antillen.

Ik ben van mening dat het punt van de achterliggende jaren in het algemeen overleg uitgebreid aan de orde is geweest. Wij zijn nu bezig met het maken van een plan van aanpak voor de opbouw van het nieuwe openbaar lichaam Bonaire binnen het Nederlands staatsbestel. Zoals mevrouw Van Gent ook correct heeft toegelicht, kijken wij daar vanuit de toekomstige verantwoordelijkheid van Nederland inderdaad naar. In die zin bouwen wij dat ook op. Ik heb in het algemeen overleg aangegeven dat wij daar normaliter in de begroting over rapporteren. In de besprekingen over de voorbereiding van de begroting zullen wij dat meenemen. De heer Remkes vraagt in zijn motie om de exploitatieoverzichten van de luchthaven Bonaire. Het gaat hier voortdurend om de veiligheid, maar in die exploitatieoverzichten wordt geen aandacht besteed aan die veiligheid. Dat is een van de punten waar wij tegen aanlopen. De Kamer heeft in die zin dus niets aan deze gevraagde informatie. Ik zou de Kamer derhalve de aanvaarding van deze motie willen ontraden.

De heer Remkes (VVD):

Is de staatssecretaris niet met mij van mening dat de bijdrage van Nederland aan de achterstallige onderhoudslasten afhangt van de exploitatiemogelijkheid? Dat kun je toch nooit los van elkaar zien?

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Dat zie ik ook niet los van elkaar. Daar kijken wij wel naar. Dat is uitgebreid aan de orde gesteld in het algemeen overleg. Dat is ook een normaal onderdeel van het werk. Hier staat echter centraal dat voldaan moet worden aan de veiligheidsvoorwaarden. Daar geeft dit geen inzicht in. Ik blijf dus bij mijn oordeel dat ik, vanuit de verantwoordelijkheidsverdeling die wij nu zien, ook in relatie tot de opbouw van het nieuwe openbaar lichaam, de aanvaarding van de motie zou willen ontraden.

Ik wil mevrouw Van Gent bedanken voor de steun die zij voor het beleid heeft uitgesproken. In de motie van mevrouw Van Gent en de heer Leerdam wordt de regering gevraagd om toe te zien op de voortgang. Dat doen wij natuurlijk ook, ook in relatie tot het maken van de plannen van aanpak waar wij mee bezig zijn. Dat doen wij in nauwe samenwerking met Bonaire. Dat zijn dit normale voorwaarden waar wij naar kijken. Ik wil het oordeel over deze motie van de leden Van Gent en Leerdam aan de Kamer overlaten.

Ik moet de Kamer aanvaarding van de motie van het lid Brinkman ernstig ontraden. De heer Brinkman weet dat wij een waarborgfunctie hebben vormgegeven in het Statuut. Het is altijd mogelijk dat wij in die zin vanuit de verantwoordelijkheid binnen het Koninkrijk in het geding komen.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik dank de staatssecretaris voor haar antwoorden. De stemmingen over de moties zullen heden bij de eindstemming plaatsvinden.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven