Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de wet op de rechterlijke organisatie, de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en enkele aanverwante wetten in verband met de instelling van de Raad voor de rechtspraak (Wet Raad voor de rechtspraak) (27182).

(Zie vergadering van 6 juni 2001.)

De onderdelen A t/m C van artikel I worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het gewijzigd amendement-O.P.G. Vos c.s. (stuk nr. 11).

De voorzitter:

Ik constateer dat het amendement met algemene stemmen is aangenomen.

Onderdeel D zoals het is gewijzigd door de aanneming van het gewijzigd amendement-O.P.G. Vos c.s. (stuk nr. 11), wordt zonder stemming aangenomen.

De onderdelen Da t/m F en de artikelen 2.2.3.1 t/m 2.2.4.2 van onderdeel G worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Dittrich (stuk nr. 24, I).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van Groenlinks en D66 voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit amendement het andere op stuk nr. 24 voorkomende amendement als verworpen kan worden beschouwd.

In stemming komt het gewijzigd amendement-Van Wijmen (28, I, herdruk).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, het CDA en de SGP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het amendement is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 28 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-O.P.G. Vos/Van Oven (39, I).

De voorzitter:

Ik constateer dat dit amendement met algemene stemmen is aangenomen.

Ik stel vast dat door de aanneming van dit amendement de andere op stuk nr. 39 voorkomende amendementen als aangenomen kunnen worden beschouwd.

Artikel 2.2.4.3 zoals het is gewijzigd door aanneming van het amendement-O.P.G. Vos/Van Oven (stuk nr. 39, I), wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Van Oven/O.P.G. Vos (stuk nr. 38, I) tot invoeging van een nieuw artikel 2.2.4.3a.

De voorzitter:

Ik constateer dat dit amendement met algemene stemmen is aangenomen.

Ik stel vast dat door de aanneming van dit amendement het andere op stuk nr. 38 voorkomende amendement als aangenomen kan worden beschouwd.

Het gewijzigde onderdeel G wordt zonder stemming aangenomen.

Het eerste lid van artikel 2.6.1.1 van onderdeel H wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Van Oven c.s. (stuk nr. 32, I, A, herdruk).

De voorzitter:

Ik constateer dat dit amendement met algemene stemmen is aangenomen.

Ik stel vast dat door de aanneming van dit amendement de andere op stuk nr. 32 voorkomende amendementen als aangenomen kunnen worden beschouwd.

Het tweede lid zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Van Oven c.s. (stuk nr. 32, I, A, herdruk) wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Rabbae (stuk nr. 15, I).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van GroenLinks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 15 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Rabbae (stuk nr. 40).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van GroenLinks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Dittrich (stuk nr. 26).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, de SP, D66 en de VVD voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Het derde lid zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Dittrich (stuk nr. 26), wordt zonder stemming aangenomen.

Het vierde lid zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Van Oven c.s. (stuk nr. 32, I, B, herdruk), wordt zonder stemming aangenomen.

De voorzitter:

Ik merk op dat door de aanneming van het amendement-Van Oven c.s. (32, I, C, herdruk) het vijfde lid is vervallen.

Het zesde t/m het achtste lid worden zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde artikel 2.6.1.1 wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Dittrich (stuk nr. 25).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, D66 en het CDA voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Artikel 2.6.1.2 wordt zonder stemming aangenomen.

Het eerste lid van artikel 2.6.1.3 wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het gewijzigd amendement-Rabbae/Dittrich (stuk nr. 36, I).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de SP, D66, het CDA en de SGP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 36 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

Het tweede lid wordt zonder stemming aangenomen.

Het derde t/m het achtste lid worden zonder stemming aangenomen.

Artikel 2.6.1.3 wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 2.6.1.4 zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Van Oven c.s. (stuk nr. 32, II, herdruk) wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 2.6.1.5 t/m 2.6.1.7 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Van Oven c.s. (stuk nr. 30).

De voorzitter:

Ik constateer dat dit amendement met algemene stemmen is aangenomen.

Artikel 2.6.2.1 zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Van Oven c.s. (stuk nr. 30) wordt zonder stemming aangenomen.

Het eerste lid van artikel 2.6.2.2 wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Dittrich c.s. (stuk nr. 37).

De voorzitter:

Ik constateer dat dit amendement met algemene stemmen is aangenomen.

Het tweede lid zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Dittrich c.s. (stuk nr. 37) wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het nader gewijzigd amendement-Van Wijmen (stuk nr. 42, I) tot invoeging van een nieuw derde lid.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de SP, het CDA en de SGP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit nader gewijzigd amendement het andere op stuk nr. 42 voorkomende amendement als verworpen kan worden beschouwd.

Het derde lid wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 2.6.2.2 wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Dittrich/Rabbae (stuk nr. 34).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, D66, de SGP en het CDA voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat is het verworpen.

Artikel 2.6.2.3 wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 2.6.2.4 t/m 2.6.4.2 worden zonder stemming aangenomen.

Artikel 2.6.4.3 zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-O.P.G. Vos/Van Oven (39, II) wordt zonder stemming aangenomen.

De voorzitter:

Ik merk op dat door de aanneming van het amendement-Van Oven/O.P.G. Vos (stuk nr. 38, II) een nieuw artikel 2.6.4.3a is ingevoegd.

Artikel 2.6.4.4 wordt zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde onderdeel H wordt zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde artikel I wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen II t/m IX en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer dat het wetsvoorstel met algemene stemmen is aangenomen.

Naar boven