Aan de orde zijn de stemmingen over vier moties, ingediend tijdens het debat over voortijdig schoolverlaten, te weten:

- de motie-Rabbae over acceptatieplicht voor ROC's (26695, nr. 4);

- de motie-Rabbae/Mosterd over de opleiding tot assistentniveau (26695, nr. 5);

- de motie-Rabbae/Mosterd over RMC's en leerplichtambtenaren (26695, nr. 6);

- de motie-Kortram c.s. over probleemanalyse van voortijdig schoolverlaten (26695, nr. 7).

(Zie vergadering van 7 oktober 1999.)

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Rabbae stel ik voor, de motie-Rabbae (26695, nr. 4) en de motie-Rabbae/Mosterd (26695, nr. 5) van de agenda af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

In stemming komt de motie-Rabbae/Mosterd (26695, nr. 6).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, het CDA, het GPV, de RPF en de SGP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Kortram c.s. (26695, nr. 7).

De voorzitter:

Ik constateer, dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

Naar boven