8 Stemmingen

Aan de orde zijn de stemmingen over het wetsvoorstel Wet inzake houdbare financiën van de collectieve sector (Wet houdbare overheidsfinanciën) (33416).

(Zie vergadering van 26 november 2013.)

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.

De heer Essers (CDA):

Voorzitter. Ter voorkoming van een derde termijn en gelet op de discussies in mijn fractie – wij hebben nog nadere vragen over het wetvoorstel gesteld – vraag ik u in deze overgangstijd clementie zodat ik een iets langere stemverklaring kan afleggen dan nu de nieuwe standaard is geworden.

De voorzitter:

Ik loer met mijn rechteroog even naar uw papier en ik zie dat u een heel lang stuk wilt voorlezen.

De heer Essers (CDA):

Ik lees maar de helft voor.

De voorzitter:

Ik vraag u toch om uw verklaring een beetje in te dikken.

De heer Essers (CDA):

Ik doe mijn best.

Met de Wet Hof wil de regering invulling geven aan de Europese begrotingsregels. Dit mag er echter niet toe leiden dat de investeringen om de nationale economie en de infrastructuur te versterken gedaan door decentrale overheden die een financieel degelijk beleid voeren, worden gekort ter compensatie van de tekorten van de rijksoverheid die voornamelijk zijn ontstaan als gevolg van consumptieve uitgaven. Voor de huidige kabinetsperiode heeft de regering toegezegd dat de investeringsruimte van de lagere overheden niet zal worden aangetast. Ook zal worden uitgegaan van macronormering in plaats van micronormering. Tevens is toegezegd dat in het voorjaar een wetsvoorstel zal worden ingediend waarin het sanctiemechanisme wordt omgevormd tot een correctiemechanisme, waarin het bestuurlijk overleg centraal staat.

De voorzitter:

En nu zegt u of u voor of tegen bent.

De heer Essers (CDA):

Ik moet dit even afmaken anders kan ik niet anders dan een derde termijn vragen. Ik vraag toestemming voor één minuutje extra om mijn verklaring te kunnen afmaken.

De voorzitter:

Voor deze ene keer dan, maar het is wel de laatste keer.

De heer Essers (CDA):

In de nadere vragen aan de regering heeft de CDA-fractie de regering gevraagd, aan te geven in hoeverre deze toezeggingen ook gelden voor de periode na dit kabinet. Het antwoord van de regering geeft wat ons betreft voldoende zekerheid dat de situatie zoals die is afgesproken voor de huidige kabinetsperiode ook zo veel mogelijk voor de toekomst zal gelden. Daarbij gaan wij ervan uit dat deze antwoorden van de regering niet alleen deel zullen uitmaken van de parlementaire behandeling van het onderhavige wetsvoorstel, maar ook van het aangekondigde wetsvoorstel. Hiermee doelen wij op de toezeggingen inzake het hanteren van een structurele macronorm met als gevolg dat incidentele overschrijdingen door hogere investeringen van decentrale overheden geen effect zullen hebben, dat bestuurlijk overleg zowel vooraf als achteraf het centrale uitgangspunt zal blijven en dat, als uiteindelijk toch moet worden gecorrigeerd, de als ultimum remedium bedoelde correctiemaatregelen worden vastgelegd in een Algemene Maatregel van Bestuur die moet worden voorgehangen bij de Staten-Generaal. Wij zullen erop toezien dat deze toezeggingen ook daadwerkelijk worden nagekomen. Derhalve zullen wij voor het voorliggende wetsvoorstel stemmen.

De voorzitter:

Het verlossende woord is er uit. Dank u, mijnheer Essers. Vervolgens is het woord aan de heer De Lange.

De heer De Lange (OSF):

Voorzitter. Zowel de Wet Hof als de wet schatkistbankieren doet ernstig afbreuk aan de handelingsvrijheid van de decentrale overheden. Dat de decentrale overheden dan geconfronteerd worden met een drastische inperking van hun mogelijkheden, alleen om aan de arbitraire begrotingsregels van Brussel te voldoen, gaat mijn fractie veel te ver. Ik zal dan ook tegen beide wetsvoorstellen stemmen.

De voorzitter:

Dat was top, niet omdat u tegen de wetsvoorstellen stemt, maar omdat het een korte stemverklaring was.

De heer Postema (PvdA):

Voorzitter. De PvdA is weinig enthousiast over de Wet Hof. Tegelijkertijd ziet zij dat een en ander deel uitmaakt van verdragsafspraken waar ook in deze Kamer goedkeuring aan is verleend. Ook markeren wij dat het sanctie-instrumentarium zo spoedig mogelijk zal worden ingewisseld voor een correctiemechanisme in lijn met de Wet fido en dat als extra zekerheid in ieder geval tot 2017 het sanctie-instrumentarium niet zal worden toegepast. Mijn fractie kan daarom instemmen met de Wet Hof.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de VVD, de PvdA, het CDA, de SGP, GroenLinks en D66 voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de aanwezige leden van de fracties van 50PLUS, de OSF, de PvdD, de SP, de ChristenUnie en de PVV, zodat het is aangenomen.

Naar boven