Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister voor Wonen en Rijksdienst van 6 maart 2013, nr. 2013-0000117717, houdende de intrekking van uitgewerkte regelingen en een uitgewerkte wet

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister voor Wonen en Rijksdienst,

Handelende mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister van Defensie, voor zover het betreft artikel 1, onderdeel k;

Handelende mede namens de Minister van Financiën, voor zover het betreft artikel 1, onderdeel n;

Handelende mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking voor zover het betreft artikel 2, onderdeel a;

Handelende in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken voor zover het betreft artikel 3, onderdeel d;

Handelende in overeenstemming met de Minister van Buitenlandse Zaken, de Minister van Veiligheid en Justitie en de Minister van Defensie voor zover het betreft artikel 5, onderdeel a;

Handelende in overeenstemming met de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister van Veiligheid en Justitie voor zover het betreft artikel 5, onderdeel b;

Gelet op artikel 2, eerste lid, van de Tijdelijke spoedwet verkiezingen Europees Parlement 2004, artikel 2, eerste lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies, artikel 1c van de Wet Nationale ombudsman, de artikelen 13 en 20e van het Algemeen rijksambtenarenreglement, de artikelen 105, derde lid, en 157, derde lid, van de Algemene Pensioenwet politieke ambtsdragers en de artikelen van de Wet vergoedingen leden Eerste Kamer, de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer, de Wet subsidiëring politieke partijen en de Paspoortwet die de bevoegdheid inhouden om ministeriële regelingen vast te stellen, te wijzigen of in te trekken, alsmede voor het overige artikel 44 van de Grondwet;

Besluiten:

Artikel 1. Intrekking van regelingen met betrekking tot diverse commissies

De volgende regelingen worden ingetrokken:

  • a. Instelling Commissie van advies ongeschiktheidsontslagen en disciplinaire straffen ambtenaren van 2 november 1976, Stcrt. 1977, 9;

  • b. Instellingsbesluit MAR;

  • c. Instelling Begeleidingsgroep GBA van 31 mei 1989, Stcrt. 130;

  • d. Besluit ICPR van 11 december 1990;

  • e. Instelling Projectgroep Specificaties Stemmachines van 11 juni 1991, Stcrt. 125;

  • f. Besluit ICPR van 19 mei 1995;

  • g. Instelling en benoemingen Overleg- en begeleidingscommissie CAS van 9 april 1997, Stcrt. 77;

  • h. Instellingsregeling BIB-Beraad van 1 juni 1998, Stcrt. 110;

  • i. Instellingsbesluit Directie Informatie-voorziening;

  • j. Instellingsregeling Commissie Innovatie Openbaar Bestuur;

  • k. Instelling regiegroep ICT en Overheid van 1 juli 2003, Stcrt. 130;

  • l. Instellingsbesluit Stuurgroep doorlichting specifieke uitkeringen;

  • m. Besluit benoeming en vergoeding leden adviescommissie rechtspositie politieke ambtsdragers van 7 april 2005, Stcrt. 72;

  • n. Instellingsbesluit Visitatiecommissie evaluatie ICTU 2005 van 18 augustus 2005, Stcrt. 178;

  • o. Instellingsbesluit begeleidingscommissie Tweede evaluatie Algemene wet gelijke behandeling van 21 september 2005, Stcrt. 191;

  • p. Besluit instelling Burgerforum Kiesstelsel van 17 januari 2006, Stcrt. 36;

  • q. Instellingsbesluit commissie rechtsbescherming non-discriminatiegronden artikel 1 Grondwet van 7 maart 2006, Stcrt. 53;

  • r. Instellingsbesluit commissie CAS en archiefketen van 12 december 2006, Stcrt. 250, en

  • s. Ynstellingsbeslút Stjoergroep desintralisaasje Fryske taal nei de provinsje Fryslân ta.

Artikel 2. Intrekking van regelingen met betrekking tot koninkrijksrelaties

De volgende regelingen worden ingetrokken:

  • a. Instelling commissie ondersteuning wederopbouw Sint Maarten van 2 november 1995, Stcrt. 227;

  • b. Benoeming wederopbouwcoördinator Sint Maarten van 6 maart 1996, Stcrt. 55, en

  • c. Instelling Adviseur Bestuursakkoord/Stappenplan bestuurlijke en ambtelijke vernieuwing Sint Maarten van 30 januari 1998, Stcrt. 36.

Artikel 3. Intrekking van regelingen met betrekking tot de Staten-Generaal

De volgende regelingen worden ingetrokken:

  • a. Wijziging Subsidieregeling Algemene Vorming en Scholing Politiek Kader in Midden- en Oost-Europa van 20 augustus 1993, Stcrt. 167;

  • b. Aanpassingsregeling vergoedingen leden Staten-Generaal;

  • c. Regeling aanpassing beroepskostenvergoeding leden Eerste Kamer van 17 december 2004, Stcrt. 251, en

  • d. Regeling aanpassing beroepskostenvergoeding leden Tweede Kamer van 17 december 2004, Stcrt. 251.

Artikel 4. Intrekking van regelingen met betrekking tot de organisatie van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

De volgende regelingen worden ingetrokken:

  • a. Regeling praktijkproef GBA;

  • b. Besluit uitoefening tekenbevoegdheid inzake IPA-systeem;

  • c. Regeling besteding en beheer overgeboekte A+O middelen 1994 van 30 augustus 1994, Stcrt. 170;

  • d. Klachtenregeling rassendiscriminatie Binnenlandse Zaken;

  • e. Vaststelling overgangsdatum Wet Stichting USZO;

  • f. Besluit vervanging OVP-archief van 7 juli 1997, Stcrt. 157;

  • g. Mandaatbesluit personele bevoegdheden DGCZK 2000 en

  • h. Besluit volmacht aan Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers) van 20 augustus 2004, Stcrt. 168.

Artikel 5. Intrekking van regelingen met betrekking tot de uitvoering van de Paspoortwet

De volgende regelingen worden ingetrokken:

  • a. Wijziging Paspoortuitvoeringsregeling Nederland, Paspoortuitvoeringsregeling buitenland, Paspoortuitvoeringsregeling Koninklijke Marechaussee en Paspoortuitvoeringsregeling Stichting Bureau Internationale Vaart van 19 augustus 1992, Stcrt. 166, en

  • b. Wijziging Paspoortuitvoeringsregeling Nederlandse Antillen en Aruba van 19 augustus 1992, Stcrt. 1 166.

Artikel 6. Intrekking van regelingen met betrekking tot de Nationale ombudsman

De volgende regelingen worden ingetrokken:

  • a. Toepassing Wet Nationale ombudsman van 21 december 1998, Stcrt. 249;

  • b. Aansluiting Nijmegen bij Nationale ombudsman van 21 januari 1999, Stcrt. 20;

  • c. Aansluiting 24 gemeenten bij de Nationale ombudsman van 20 december 1999, Stcrt. 253;

  • d. Toepassing Wet Nationale ombudsman op de gemeente Nijkerk van 21 februari 2000, Stcrt. 41;

  • e. Toepassing Wet Nationale ombudsman van 12 december 2000, Stcrt. 250;

  • f. Aansluiting gemeenten Kampen, Steenwijk en Venlo bij Nationale ombudsman van 25 april 2001, Stcrt. 86;

  • g. Toepassing Wet Nationale ombudsman van 12 december 2001, Stcrt. 247;

  • h. Toepassing Wet Nationale ombudsman van 8 februari 2002, Stcrt. 35;

  • i. Toepassing Wet Nationale ombudsman van 10 december 2002, Stcrt. 245;

  • j. Toepassing Wet Nationale ombudsman 2003 van 5 februari 2003, Stcrt. 35;

  • k. Regeling toepassing Wet Nationale ombudsman van 12 december 2003, Stcrt. 249;

  • l. Toepassingsregeling Wet Nationale ombudsman van 17 februari 2004, Stcrt. 38;

  • m. Regeling toepassing Wet Nationale ombudsman 2005 van 3 december 2004, Stcrt. 244;

  • n. Regeling toepassing Wet Nationale ombudsman (gemeenten Doetinchem en Groenlo) van 25 januari 2005, Stcrt. 29, en

  • o. Regeling toepassing Wet Nationale ombudsman (gemeenten Aalten, Berkelland, enz.) van 23 maart 2005, Stcrt. 63.

Artikel 7. Intrekking van regelingen met betrekking tot de rechtspositie van ambtenaren

De volgende regelingen worden ingetrokken:

  • a. Besluit mobiliteitseisen;

  • b. Aanwijzing als privaat-rechtelijk lichaam – Wet privatisering ABP van 24 juni 1996, Stcrt. 134;

  • c. Spaarloonregeling rijkspersoneel;

  • d. Aanpassingsregeling Appa-pensioenen 1996-I;

  • e. Aanpassingsregeling Appa-pensioenen 1996-II;

  • f. Aanpassingsregeling Appa-pensioenen 1997-I;

  • g. Aanpassingsregeling Appa-pensioenen 1997-II;

  • h. Aanpassingsregeling Appa-pensioenen 1998-I;

  • i. Aanpassingsregeling Appa-pensioenen 1998-II;

  • j. Aanpassingsregeling Appa-pensioenen 1999-I;

  • k. Aanpassingsregeling Appa-pensioenen 1999-II;

  • l. Aanpassingsregeling Appa-pensioenen 2000-I;

  • m. Aanpassingsregeling Appa-pensioenen 2000-II;

  • n. Aanpassingsregeling Appa-pensioenen 2001-I;

  • o. Aanpassingsregeling Appa-pensioenen 2002;

  • p. Aanpassingsregeling Appa-pensioenen 2003;

  • q. Aanpassingsregeling Appa-pensioenen 2004;

  • r. Aanpassingsregeling Appa-pensioenen 2005;

  • s. Aanpassingsregeling Appa-pensioenen 2006;

  • t. Aanpassingsregeling Appa-pensioenen 2007;

  • u. Aanpassingsregeling Appa-pensioenen 2008, en

  • v. Besluit aanpassing bedragen Wet vergoedingen leden Eerste Kamer van 18 april 2006, Stcrt. 80.

Artikel 8. Intrekking van regelingen met betrekking tot het kiesrecht

De volgende regelingen worden ingetrokken:

  • a. Besluit aanwijzing gemeenten Tijdelijk experimentenbesluit Kiezen op Afstand (Europees Parlement 4 juni 2009/1) van 19 mei 2009, Stcrt. 97;

  • b. Aanwijzingsbesluit briefstembureau Willemstad, Philipsburg en Oranjestad van 27 mei 2009, Stcrt. 97, en

  • c. Besluit aanwijzing briefstembureau Philipsburg, Sint Maarten (2010) van 1 juni 2010, Stcrt. 8615.

Artikel 9. Intrekking Tijdelijke spoedwet verkiezingen Europees Parlement 2004

De Tijdelijke spoedwet verkiezingen Europees Parlement 2004 wordt ingetrokken.

Artikel 10. Overgangsbepalingen

  • 1. Voor zover er ter zake nog sprake is van enige bestuursrechtelijke afdoening, met inbegrip van bezwaar- en beroepsprocedures, geschiedt deze overeenkomstig de regelingen en de wet, genoemd in de artikelen 1 tot en met 9.

  • 2. Bestaande aanspraken en verplichtingen bij, op grond van of in het kader van de regelingen en de wet, genoemd in de artikelen 1 tot en met 9, blijven in stand.

Artikel 11. Slotbepaling

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2013.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok

TOELICHTING

Met deze regeling zijn materieel uitgewerkte regelingen op het terrein van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, met inbegrip van de onderwerpen die onder de verantwoordelijkheid van de Minister voor Wonen en Rijksdienst vallen, ingetrokken.

Met deze intrekkingen verdwijnen die regelingen ook uit de databank wet- en regelgeving, die onderdeel uitmaakt van de website Overheid.nl. Voor zover ondubbelzinnig kon worden vastgesteld dat regelingen ten onrechte in die databank waren opgenomen – bijvoorbeeld omdat zij bij een latere regeling expliciet waren ingetrokken ofwel omdat zij van rechtswege zijn vervallen wegens de intrekking van de ’bovenliggende’ wet(ten) en/of koninklijke besluiten – heeft de redactie ze daaruit verwijderd.

Met deze regeling zijn de regelingen ingetrokken, waarvan niet ondubbelzinnig duidelijk is dat zij inderdaad vervallen of ingetrokken zijn, onder het motto ’bij elk begin van twijfel opnemen en expliciet de intrekking zichtbaar maken’.

Tevens is met artikel 9 de Tijdelijke spoedwet verkiezingen Europees Parlement 2004 ingetrokken. Artikel 2, eerste lid, van die wet houdt in dat hij vervalt op een door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties te bepalen tijdstip. Daar is bij deze uitvoering aan gegeven.

De regeling treedt in werking op 1 juli 2013 en zal minimaal twee maanden voor die datum in de Staatscourant worden gepubliceerd, zodat voldaan wordt aan de systematiek van Vaste VeranderMomenten1.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok


X Noot
1

Kamerstukken II 2009/10, 29 515, nr. 309.

Naar boven