Aanpassing bedragen Wet vergoedingen leden Eerste Kamer

18 april 2006

Nr. 2006-0000044855

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op de artikelen 9, 10, derde lid en artikel 19 van de Wet vergoedingen leden Eerste Kamer;

Besluit:

Artikel 1

Voor het jaar 2006 wordt het bedrag, genoemd in artikel 4 van de Wet vergoedingen leden Eerste Kamer, vastgesteld op € 1.786,73 per maand.

Artikel 2

a. Voor het jaar 2005 wordt het bedrag van de vergoedingen voor de secundaire voorzieningen, bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de Wet vergoedingen leden Eerste Kamer, vastgesteld op € 2.033,– per jaar.

b. Voor het jaar 2006 wordt het bedrag van de vergoedingen voor de secundaire voorzieningen, bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de Wet vergoedingen leden eerste Kamer, vastgesteld op € 2.302,– per jaar.

Artikel 3

Voor het jaar 2006 wordt het bedrag van de vergoeding voor aan de uitoefening van het kamerlidmaatschap verbonden kosten bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Wet vergoedingen leden Eerste Kamer vastgesteld op € 2.160,27 op jaarbasis.

Voor leden voor wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor toepassing van die wet als dienstbetrekking kan worden aangemerkt, geldt voor 2006 een beroepskostenvergoeding van € 4.500,56 per jaar.

Artikel 4

Voor het jaar 2006 worden de bedragen genoemd in artikel 18, tweede lid, van de Wet vergoedingen leden Eerste Kamer als volgt vastgesteld:

Reisafstand

Ingevolge art. 18 lid 2

Ingevolge art. 18 lid 3

0 km

€ 266,21

€ 554,61

10 km

€ 2.650,65

€ 5.522,18

75 km

€ 5.302,33

€ 11.046,52

150 km

€ 8.616,42

€ 17.950,87

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2006, met uitzondering van het bedrag in artikel 2, onder a, dat in werking treedt met ingang van 1 januari 2005 en vervalt met ingang van 1 januari 2006.

Dit besluit wordt met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J.W. Remkes.

Toelichting

Dit besluit strekt tot aanpassing van de bedragen die zijn opgenomen in artikel 4, artikel 10, eerste lid, artikel 16, eerste lid, en artikel 18, tweede lid, van de Wet vergoedingen leden Eerste Kamer.

Deze bedragen hebben betrekking op respectievelijk de vergoeding voor de werkzaamheden, vergoeding voor voorzieningen die kamerleden kunnen treffen voor arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden, kostenvergoeding en verblijfkostenvergoeding.

Deze bedragen zijn geïndexeerd conform hetgeen gesteld is in respectievelijk artikel 9, 10, tweede lid, 16, derde lid, en 18, derde lid, van de Wet vergoedingen leden Eerste Kamer.

In artikel 2, onder a, van deze regeling is ook een bedrag opgenomen voor 2005. Door een omissie is verzuimd het bedrag behorende bij deze vergoeding over 2005 aan te passen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J.W. Remkes

Naar boven