De Minister voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken,
Overwegende, dat het proces van bestuurlijke en ambtelijke vernieuwing Sint Maarten, zoals neergelegd in het betreffende tripartiete Bestuursakkoord van 23 februari 1996 met bijbehorend Stappenplan, thans in een belangrijke fase is gekomen;
Gelet op de door Nederland ten behoeve van de uitvoering van het Stappenplan ter beschikking gestelde gelden en op de noodzaak dat deze verantwoord worden besteed;
In aanmerking nemend het belang dat in het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden wordt gehecht aan deugdelijkheid van bestuur;
Besluit:
Artikel 1
1. Er is een Adviseur Bestuursakkoord/Stappenplan bestuurlijke en ambtelijke vernieuwing Sint Maarten.
2. De adviseur heeft tot taak:
a. in samenwerking met het Bestuurscollege van Sint Maarten zodanige bestuursstructuren op Sint Maarten te helpen ontwikkelen dat de noodzaak tot hoger toezicht vanwege het Koninkrijk zich niet opnieuw zal voordoen;
b. in het verlengde van de doelstellingen van het Bestuursakkoord/Stappenplan Bestuurlijke en Ambtelijke Vernieuwing te adviseren over de verdere verbetering van de kwaliteit van het bestuur op Sint Maarten;
c. tenminste eens per half jaar aan de minister voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken te rapporteren en in de rapportages aanbevelingen te formuleren voor diens beleid ter bevordering van de deugdelijkheid van bestuur in het algemeen en - meer in het bijzonder - daarbij aandacht te geven aan de meerjarenplanning, de reorganisatie van het ambtelijk apparaat, de begrotingscyclus en de wet- en regelgeving op Sint Maarten, alsmede de doelmatige en doeltreffende besteding van de door Nederland voor de uitvoering van het Stappenplan ter beschikking gestelde financiële en personele middelen.
Artikel 2
1. Tot adviseur wordt benoemd de heer drs. J. Hoff, geboren 11 juni 1934, wonende te Den Haag.
2. De adviseur wordt bijgestaan door of vanwege de directeur Staatkundige en Bestuurlijke Zaken van Biza/KabNA (het Kabinet voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken van het Ministerie van Binnenlandse Zaken).
Artikel 3
1. De adviseur heeft de bevoegdheid met instemming van het Bestuurscollege van Sint Maarten alle betrokkenen te horen en inzage te vragen in alle relevante stukken.
2. De adviseur kan de minister voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken verzoeken om bijstand door deskundigen op deelterreinen.
Artikel 4
1. De benoeming gaat in op 1 februari 1998 en geldt voor een periode van drie jaar.
2. De adviseur kan worden herbenoemd.
Artikel 5
De adviseur en een ieder die bij zijn werkzaamheden wordt betrokken en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij of zij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem of haar tot bekendmaking verplicht of uit zijn of haar taak bij de uitvoering van de werkzaamheden van de adviseur de noodzaak tot bekendmaking voortvloeit.
Artikel 6
De kosten, die de adviseur in het kader van zijn werkzaamheden maakt, komen ten laste van Hoofdstuk IV van de Rijksbegroting.
Afschrift van dit besluit, dat wordt geplaatst in de Staatscourant, wordt gezonden aan:
- de Gouverneur van de Nederlandse Antillen
- de Minister-President van de Nederlandse Antillen
- de Gevolmachtigde Minister van de Nederlandse Antillen
- de Gezaghebber van het eilandgebied Sint Maarten
- de Minister van Binnenlandse Zaken.