4 Fiches duurzame producten de norm maken

Aan de orde is het tweeminutendebat Fiches over duurzame producten de norm maken en de Europese strategie voor duurzaam en circulair textiel (22112, nr. 3468).

De voorzitter:

Dan zijn we aanbeland bij het tweeminutendebat Fiches over duurzame producten de norm maken en de Europese strategie voor duurzaam en circulair textiel. De eerste spreker van de zijde van de Kamer is mevrouw Van der Plas namens BBB.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Dank u wel, voorzitter. We moeten toe naar een duurzame wereld; in alles komt dat terug. Dat betekent dat er ook heel veel nieuwe eisen aan ondernemers worden gesteld maar ook dat bestaande eisen worden aangescherpt. Dat is hier ook het geval. Mkb en bedrijfsleven hebben al last van heel hoge lasten, en wij proberen die lasten naar beneden te krijgen omdat de kosten toenemen. Daarom heb ik ook een motie hierover.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat mkb'ers vandaag de dag grote administratieve lasten ervaren;

overwegende dat mkb'ers niet gebaat zijn bij grotere administratieve lasten;

verzoekt het kabinet om alles op alles te zetten om de administratieve lasten voor mkb'ers te beperken;

verzoekt het kabinet om in gesprek te gaan met het Nederlandse mkb om te kijken hoe dit tot stand kan worden gebracht,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Plas.

Zij krijgt nr. 3559 (22112).

Dank u wel, mevrouw Van der Plas namens BBB. De volgende spreker van de zijde van de Kamer is mevrouw Van Esch namens de Partij voor de Dieren.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Dank u, voorzitter. Ik heb drie moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het vermoedelijk nog twee jaar zal duren voordat er in Europa een verbod zal komen op het vernietigen van onverkochte producten;

overwegende dat in Frankrijk een nationaal verbod wordt ingesteld op het vernietigen van onverkochte non-foodproducten;

verzoekt de regering niet te wachten op de Europese verordening, maar zelf alvast een algeheel verbod in te stellen op de vernietiging van onverkochte producten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Esch.

Zij krijgt nr. 3560 (22112).

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Dan de tweede motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het massaal produceren, gebruiken en afdanken van kleding leidt tot CO2-uitstoot en vervuiling van grond en water met chemicaliën en microplastics;

overwegende dat de milieuschade van kleding kan worden beperkt door minder (nieuwe) kleding te kopen;

verzoekt de regering een landelijke informatiecampagne te starten waarmee het verkrijgen van tweedehands kleding — bijvoorbeeld via kledingbibliotheken, kleding(ketting)ruilen en kringlopen — actief wordt gestimuleerd,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Esch.

Zij krijgt nr. 3561 (22112).

Mevrouw Van Esch (PvdD):

En de laatste.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in Europees verband productpaspoorten worden geïntroduceerd en hierin informatie over de impact op het welzijn van dieren kan worden opgenomen;

overwegende dat het altijd duidelijk in het productpaspoort moet worden vermeld als hierin een product van dierlijke herkomst is verwerkt, en onder welke omstandigheden dit dier heeft geleefd, dan wel is gefokt, gebruikt en gedood;

verzoekt de regering om in gesprek te gaan met de Europese Commissie over de mogelijkheid om dierenwelzijn in het productpaspoort op te nemen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Esch.

Zij krijgt nr. 3562 (22112).

Dank u wel, mevrouw Van Esch namens de Partij voor de Dieren. De volgende spreker is de heer Haverkort van de VVD.

De heer Haverkort (VVD):

Voorzitter, dank u wel. Wat ons betreft had dit debat niet gehoeven. Maar nu we er toch zijn, twee punten. Als eerste. Europese richtlijnen en verordeningen hebben in de kleine lettertjes altijd een terugkerend, vast thema waar de nekharen bij de VVD vaak structureel van overeind gaan staan. Ze leiden namelijk altijd tot extra administratieve lasten voor ondernemers, zoals het bijhouden van meer gegevens, nieuwe extra verplichte registraties en rapportages van steeds meer bedrijfsgegevens, vaak dubbelop en boven op al bestaande vergunningsverplichtingen. Kan en wil de staatssecretaris bevestigen dat zij standaard de impact van richtlijnen en verordeningen op het bedrijfsleven zal onderzoeken en dat ze echt heel scherp blijft op het voorkomen van dit soort bureaucratische Brusselse blubber?

Als tweede het repareren van elektrische apparaten. Repareren is, als we het circulaire trappenhuis volgen, beter dan weggooien en recyclen. Echter, reparateurs ondervinden ook hier uitdagingen, waardoor ze minder reparaties verrichten dan mogelijk. Ik zou het erg waarderen als de staatssecretaris toe wil zeggen dat ze samen met de Stichting OPEN, de verantwoordelijke organisatie voor de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor elektrische apparaten, nog eens heel goed door wil spreken hoe reparatie echt volwaardig onderdeel kan worden van een circulaire gereedschapskist. Het principe van right to repair, het recht op reparatie, wordt door hen omarmd. Maar het vraagt tegelijkertijd aandacht voor het maken van concrete afspraken over garantietermijnen, voor het maken van afspraken over aansprakelijkheid en voor het meten van effecten, resultaten en succes. Wil de staatssecretaris dat nog eens doornemen met Stichting OPEN? Wil zij de uitkomsten van dat gesprek opnemen in het Nationaal Programma Circulaire Economie?

Ik heb geen moties, voorzitter. Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Haverkort namens de VVD. De volgende spreker van de zijde van de Kamer is mevrouw Hagen, D66.

Mevrouw Hagen (D66):

Dank, voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat slechts 1% van de kleding die jaarlijks wordt weggegooid hoogwaardig wordt gerecycled;

overwegende dat dit percentage met de Europese plannen op textiel moet worden verhoogd;

overwegende dat het in de mode-industrie bij gerecycled materiaal nu vaak om gerecyclede petflessen gaat in plaats van vezel-tot-vezelrecycling, terwijl dit niet de meest circulaire toepassing en dus hoogwaardige toepassing is van een petfles;

verzoekt de regering in Europa te pleiten om een ambitieus percentage gerecycled textiel in nieuwe kleding te verplichten en daarbij in te zetten op vezel-tot-vezelrecycling,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Hagen en Agnes Mulder.

Zij krijgt nr. 3563 (22112).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Europa werkt aan een ecodesignrichtlijn die bij moet dragen aan het circulair ontwerpen van kleding;

overwegende dat 69% van de kleding synthetische materialen met een fossiele oorsprong kent;

overwegende dat in een circulaire economie producten een hernieuwbare grondstof kennen;

constaterende dat de oorsprong van materialen onvoldoende is meegenomen in gestelde Europese plannen;

verzoekt de regering in Europa te pleiten om ook de oorsprong van materialen mee te nemen en te onderzoeken of het gebruik van fossiele grondstoffen in kleding afgebouwd dient te worden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Hagen en Agnes Mulder.

Zij krijgt nr. 3564 (22112).

Dank u wel, mevrouw Hagen. U heeft een interruptie van mevrouw Van Esch van de Partij voor de Dieren.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Over die eerst motie. Ik ben wel benieuwd wat D66 een ambitieus percentage vindt. Anders vind ik die motie zelf lastig te interpreteren, omdat deze staatssecretaris 2% misschien heel ambitieus kan vinden. Welk percentage gaan we aan die ambitie hangen?

Mevrouw Hagen (D66):

Ik denk dat het tweeledig is. Ik denk dat we sowieso moeten kijken naar wat nu een haalbare kaart is. Maar we moeten ook kijken wat een haalbare kaart is in de toekomst. Wat mij betreft zetten we in op 100% gerecycled materiaal. Ik kan me ook voorstellen dat het ingefaseerd moet worden. Ik denk dat het heel goed is als de staatssecretaris in Europa in gesprek gaat over wat een haalbare kaart is, maar ook over wat een wenselijke kaart is op langere termijn.

De voorzitter:

Tot slot, mevrouw Van Esch.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Tot slot. Ik vind het echt lastig om deze motie te beoordelen als ik niet op z'n minst een soort van percentage hoor. Er wordt in het verzoek om een "ambitieus percentage" gevraagd, dus ik ga ervan uit dat D66 nagedacht heeft over wat dan een ambitieus percentage is. Ik hoor dat eigenlijk nog niet in het antwoord. Ik vind dat wel een belangrijke om te weten hoe ik deze motie zelf zou moeten beoordelen.

Mevrouw Hagen (D66):

Het is natuurlijk een onderhandeling in Europa; dat snapt mevrouw Van Esch ook goed, denk ik. Laten we er in ieder geval van uitgaan dat het huidige percentage weinig ambitieus is. Wat mij betreft gaan we naar 100%. Het lijkt me goed dat de staatssecretaris deze plannen meeneemt en weet dat alles wat boven het percentage ligt dat nu gesteld wordt, een goed uitgangspunt is.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Hagen. Dan is het woord aan de laatste spreker van de zijde van de Kamer. Dat is mevrouw Agnes Mulder van het CDA.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Voorzitter, dank.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat onlangs voor het eerst microplastics zijn aangetoond in menselijk bloed;

constaterende dat de Europese Commissie het bewust toevoegen van microplastics in cosmetica, schoonmaakmiddelen en pesticiden wil verbieden;

overwegende dat daarmee bijvoorbeeld textielproducten die veel microplasticdeeltjes afstoten nog niet worden aangepakt;

verzoekt de regering om in Europees verband in te zetten op ambitieuze wetgeving om het bewust toevoegen van microplastics aan producten te beëindigen en microplastic dat onbewust in het milieu terechtkomt aan te pakken, bij voorkeur door een verbod in te stellen waarin alleen voor noodzakelijke toepassingen waarvoor nog geen realistisch alternatief is, een uitzondering wordt gemaakt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Agnes Mulder en Hagen.

Zij krijgt nr. 3565 (22112).

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Voorzitter. Ik heb mij in deze Kamer al vanaf 2012 sterk gemaakt voor het terugdringen van microplastics. We zien dus dat het werkt om dat Europees aan te pakken in make-up. Ik ben er heel blij mee dat daar stappen worden gezet, maar nu we weten dat het zelfs in ons bloed terechtkomt, moet er nog even een schep bovenop. We weten namelijk nog niet wat uiteindelijk het effect is van die microplastics in ons bloed. Daar zal in mijn beleving langjarig onderzoek naar moeten gebeuren. Eén ding weten we wel: we moeten af van die microplastics. Het kan best zo zijn dat je dat verbod op dit moment nog niet hebt op bijvoorbeeld bepaalde werkkleding die brandweermannen nodig hebben om mensen te redden uit huizen. Daar kun je een uitzondering voor maken, maar dan er moet wel op worden ingezet om dat uiteindelijk te gaan vervangen door alternatieven. Daar moeten we dan ook ontwikkelingen op zien, want dit is gewoon niet goed voor onze gezondheid. Ik roep de staatssecretaris daarom op om hier werk van te maken. Ik snap natuurlijk dat sommige dingen in het milieu terechtkomen en dat je daar niet altijd alles aan kan doen, maar het gaat mij erom dat we nu aan de voorkant gaan handelen om te voorkomen dat het in ons bloed terechtkomt.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Agnes Mulder namens het CDA. Hiermee zijn we aan het einde gekomen van deze termijn van de zijde van de Kamer. De staatssecretaris heeft aangegeven vijf minuten nodig te hebben om de appreciaties te maken. Ik schors de vergadering daarom voor vijf minuten.

De vergadering wordt van 10.40 uur tot 10.45 uur geschorst.

De voorzitter:

Ik geef de staatssecretaris het woord voor de beantwoording van de resterende vragen en voor de appreciatie van de moties.

Staatssecretaris Heijnen:

Ik begin met de moties. De motie op stuk nr. 3559 van mevrouw Van der Plas kan ik oordeel Kamer geven.

De voorzitter:

Oordeel Kamer.

Staatssecretaris Heijnen:

De motie op stuk nr. 3560 van mevrouw Van Esch wil ik ontraden. Ik deel de bedoeling van de motie, maar ik deel niet de voorgestelde aanpak, namelijk nationale regelgeving. Er ligt op Europees niveau een voorstel om vernietiging van onverkochte goederen tegen te gaan in de Kaderverordening ecodesign voor duurzame producten. Nederland wil dat die nog verder aangescherpt wordt, zodat vernietiging van onverkochte goederen niet is toegestaan tenzij het de meest duurzame optie is. Dat zou dus een praktisch verbod zijn. Bovendien is dat nu de snelste optie, want dat voorstel ligt er al. Daarom moet ik deze motie nu ontraden.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Ik blijf dit antwoord toch een beetje verbazingwekkend vinden, want er is een ander land in de Europese Unie, namelijk Frankrijk, dat dit gewoon al geregeld heeft. Frankrijk heeft ook te maken met het Europese verbod dat er aankomt, maar de wetgeving daar start gewoon vanaf 1 januari en dan is het vanaf 2024 verboden. Dat is dus binnen twee jaar op het moment dat de wetgeving daar is. Volgens mij is het gewoon niet zoals de staatssecretaris zegt. In Nederland kun je volgens mij nu gewoon starten met het maken van die wetgeving. Volgens mij gingen we daar bij de IenW-begroting vorige week ook al op in. We weten hoelang trajecten in Europa lopen. Ik zou dus niet weten waarom we nu niet zouden kunnen starten met wetgeving in Nederland om alvast te starten met dat verbod.

Staatssecretaris Heijnen:

Ik wil toch echt ervoor pleiten om te wachten op de Europese route, omdat dat uiteindelijk de meeste zoden aan de dijk zet. Maar als die Europese route niets oplevert, beloof ik mevrouw Van Esch wel dat ik dan uiteraard zal kijken wat we landelijk nog kunnen doen.

De voorzitter:

Tot slot, mevrouw Van Esch.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Ik zou nog graag willen weten waarom de visie anders is dan die van bijvoorbeeld Frankrijk. Waarom zou Frankrijk dat dan wel doen en Nederland niet? Ik ben daar benieuwd naar. Wordt er gesproken met Frankrijk? Hebben ze betere of ambitieuzere milieuplannen? Zijn ze gewoon verder in de vergroening van hun land? Is dat de reden waarom Frankrijk dit wel kan en Nederland niet? Ik ben benieuwd waarom je het hier niet zou doen, als Frankrijk het wel doet.

Staatssecretaris Heijnen:

Ik zeg wel vaker, ook in internationaal verband, dat Nederland een vrij klein land in omvang is. Als je echt meters wil maken, moet je kijken hoe je dingen ook in breder verband kunt aanpakken, omdat het dan gewoon veel meer impact heeft. Ik ben er dus groot voorstander om te kijken of er in dit soort gevallen naar een Europese aanpak kan worden gekeken. Bovendien duurt een wetgevingstraject in Nederland zeker een jaar of twee voordat we het hebben aangepast. Dus dit is het meest concrete voorstel dat er nu ligt. Mocht het zo zijn dat het niet oplevert wat we willen, dan kunnen we altijd nog kijken naar verdere landelijke aanscherping. Ik denk dat mevrouw Van Esch en ik het op dit punt niet helemaal eens zijn. Dat kan soms.

De voorzitter:

Dan noteren we voor deze motie: ontraden.

Staatssecretaris Heijnen:

Dan de motie op stuk nr. 3561 van mevrouw Van Esch over een landelijke informatiecampagne voor tweedehands kleding. Ik wil haar vragen die motie aan te houden in verband met een evaluatie die in januari gaat volgen. We evalueren op dit moment de tweedehandskledingcampagne die in Leiden en Utrecht heeft plaatsgevonden. Het rapport wordt eind januari verwacht en op basis van die evaluatie gaan we bepalen hoe we het vervolg van die gedragsinzet gaat vormgeven. Daarbij betrek ik ook dat Milieu Centraal al veel informatie verschaft aan consumenten en ze daarbij ook aanspoort om na te denken over duurzame keuzes rondom kleding, waarbij tweedehands kleding ook een optie of een onderdeel is in die informatievoorziening. Ik zal de Kamer daarover in de jaarlijkse voortgangsrapportage textiel in het voorjaar van 2023 informeren. Dus vandaar mijn verzoek om de motie aan te houden.

De voorzitter:

Ik kijk even naar mevrouw Van Esch. Ze knikt.

Op verzoek van mevrouw Van Esch stel ik voor haar motie (22112, nr. 3561) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Staatssecretaris Heijnen:

De motie op stuk nr. 3562 van mevrouw Van Esch wil ik graag oordeel Kamer geven.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 3562 krijgt oordeel Kamer.

Staatssecretaris Heijnen:

Dan de motie op stuk nr. 3563 van mevrouw Hagen. Deze motie krijgt oordeel Kamer.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 3563 krijgt oordeel Kamer.

Staatssecretaris Heijnen:

Dan de motie op stuk nr. 3564 van mevrouw Hagen. Ik wil haar vragen deze motie aan te houden. Ik deel de intentie van de motie en ik wil ook het gebruik van primaire fossiele grondstoffen afbouwen maar we moeten ook niet uit het oog verliezen dat het inzetten van alternatieve grondstoffen niet alleen maar voordelen heeft. Het is niet zo dat plastic in kleding per definitie slechter is dan bijvoorbeeld katoen. Zo wordt er heel veel water gebruikt bij de productie van katoen. Dus ik wil daarom ook de resultaten van het onderzoek over wat duurzaam is, afwachten, voordat ik inhoudelijk op de motie reageer. Dus ik wil vragen de motie aan te houden totdat ik dat onderzoek met de Kamer heb kunnen delen en ik het heb kunnen bestuderen. Naar verwachting wordt dat het eerste kwartaal van 2024.

De voorzitter:

Ik kijk even naar mevrouw Hagen. Zij geeft aan dat zij bereid is de motie aan te houden.

Op verzoek van mevrouw Hagen stel ik voor haar motie (22112, nr. 3564) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Staatssecretaris Heijnen:

Dan de motie op stuk nr. 3565 van mevrouw Mulder van het CDA over het Europese verbod op microplastics. Vervuiling door microplastics is een grensoverschrijdend probleem. Ik zet daarom in op Europese wet- en regelgeving om daar een eind aan te maken. Het ligt ook een beetje in lijn met de eerdere opmerkingen richting mevrouw Van Esch. Een Europees verbod op microplastics die bewust aan producten worden toegevoegd, is ook in lijn met het huidige beleid. De Commissie heeft eind augustus 2022 haar restrictievoorstel gepresenteerd op producten waar microplastics bewust aan zijn toegevoegd. De Commissie is van plan om de lidstaten daarover in het eerste kwartaal van 2023 te laten stemmen. Het huidige voorstel van de Commissie voorkomt dat er in Europa de komende twintig jaar circa 500.000 ton aan microplastics in het milieu terechtkomen en levert daarmee ook een nuttige bijdrage aan een betere aanpak om microplastics in het milieu te voorkomen. Dus als ik de motie zo mag lezen dat mevrouw Mulder geen verbod wil op onnodige microplastics, dus slijtage, dan kan ik de motie oordeel Kamer geven.

De voorzitter:

Ik kijk even naar mevrouw Mulder.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Voor ons is natuurlijk het punt — dat was net ook even de discussie tussen mevrouw Hagen en mevrouw Van Esch — dat je uiteindelijk gaat naar 100%, in de zin dat je helemaal van die microplastics afkomt. Dat zou uiteindelijk de ambitieuze inzet moeten zijn van onze staatssecretaris in Europa. Als ik het zo mag interpreteren dat zij dat in haar achterhoofd meeneemt, dan ben ik hiertoe bereid.

Staatssecretaris Heijnen:

Zeker. De Kamer ontvangt ook dit jaar nog een brief over de Nederlandse aanpak van microplastics die zowel bewust als onbewust in het milieu terechtkomen.

De voorzitter:

Dan noteren we met die toelichting "oordeel Kamer" bij de motie op stuk nr. 3565.

Staatssecretaris Heijnen:

Dan had ik nog twee vragen van de heer Haverkort. De eerste vraag was of ik wil bevestigen dat ik standaard de impact van richtlijnen en verordeningen op het bedrijfsleven zal onderzoeken en erg scherp wil blijven op "het voorkomen van dit soort bureaucratische Brusselse blubber". Ja, daar zullen we zowel in het Nederlandse kabinet als binnen de Europese Commissie op letten. We houden altijd de impact op het bedrijfsleven scherp in de gaten. De Europese Commissie doet dat standaard bij impactassessments die ze uitvoert als ze nieuwe wetgeving maakt. De Nederlandse overheid bekijkt dat ook weer scherp bij de beoordeling van Europese voorstellen in de BNC-fiches. De administratieve lasten moeten daarbij wel worden afgewogen tegen de milieuwinst of andere winsten die gemaakt worden met dit voorstel, maar dat moet altijd proportioneel zijn.

Dan had meneer Haverkort nog een vraag over het helpen van de sector in de toepassing van regels zodat reparatie van elektrische apparaten zo veel mogelijk wordt gestimuleerd. Hij vroeg ook of ik dat samen met Stichting OPEN kan oppakken. Ik herken het probleem dat reparatie meer stimulering vraagt. Ik ben zeker bereid te zoeken naar oplossingen. Voor reparatie, hergebruik en refurbishment van elektrische apparaten gelden Europese normen en standaarden. Die eisen zijn belangrijk met het oog op milieubescherming en veiligheid. Activiteiten aan apparaten vereisen zorgvuldige en professionele kennis, dus niet alles kan zomaar. We herkennen de problemen in de praktijk en uitvoering. Daarom kijkt het ministerie samen met de ILT en de Stichting OPEN nu al naar mogelijkheden om reparatie, hergebruik en refurbishment in Nederland verder te ontwikkelen en op te schalen, inclusief welke ruimte we kunnen vinden in de huidige regels. We nemen dat zeker mee als actiepunt in het Nationaal Programma Circulaire Economie.

De heer Haverkort (VVD):

Dank aan de staatssecretaris voor dit antwoord. Ik had specifiek aandacht gevraagd voor drie puntjes: de garantietermijnen, aansprakelijkheid en het meten van — dat is niet onbelangrijk — effecten en successen. Dat stimuleert de sector natuurlijk om juist weer meer te gaan repareren. Als de staatssecretaris kan bevestigen dat ook deze drie punten in dat proces de aandacht gaan krijgen, ben ik helemaal tevreden.

Staatssecretaris Heijnen:

Ja, dat zeg ik de heer Haverkort graag toe.

De voorzitter:

Kijk eens aan. Dan hebben we een tevreden meneer Haverkort. Dat is altijd goed.

Mevrouw Hagen (D66):

Heel goed punt van de heer Haverkort. Ik heb een aanvulling daarop. Een van de belangrijkste onderdelen van het kunnen repareren van producten is natuurlijk hoe het gemaakt wordt. Kan de staatssecretaris ook aangeven dat ze in gesprek gaat met Stichting OPEN over wat er veranderd moet worden in de elektronica om die apparaten daadwerkelijk weer uit elkaar te kunnen halen?

Staatssecretaris Heijnen:

Zeker. Het is altijd belangrijk om samen met de markt te kijken hoe je aan de voorkant kunt voorkomen dat producten niet-reparabel zijn. Daarmee verleng je veel meer de levensduur en gebruik je dus minder grondstoffen. Hergebruik is nog altijd beter dan recycling. We moeten ook zorgen dat in het productdesign rekening gehouden wordt met de mogelijkheden om een product te repareren. Dat is een heel belangrijk punt. Dat is een voortdurend gesprek dat we ook hebben met de markt om ze daarop te wijzen. Wat wij daarin kunnen doen qua regelgeving zullen we ook niet nalaten te doen.

De voorzitter:

Ik dank de staatssecretaris voor de appreciatie en de beantwoording van de vragen. Hiermee zijn we aan het einde gekomen van dit tweeminutendebat.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik kijk even naar de klok. Ik zie dat het tijdstip waarop we zouden aanvangen met het volgende tweeminutendebat al is aangebroken.

Naar boven