48 Raad Algemene Zaken

Raad Algemene Zaken

Aan de orde is het tweeminutendebat Raad Algemene Zaken (CD d.d. 08/12).

De voorzitter:

Welkom bij dit tweeminutendebat Raad Algemene Zaken. Welkom aan de minister en welkom aan de leden. Het woord is als eerste aan de heer Van der Lee van GroenLinks.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Dank, voorzitter. We hebben een debat gehad waar ik verder niet op terug zal komen, maar op één punt weet ik waar de minister staat en wil ik de Kamer een uitspraak voorleggen. Vandaar de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat Europa zich op dit moment in geopolitiek zeer onrustig vaarwater bevindt;

overwegende dat woorden ertoe doen en het juist ook in een internationale context van belang is om zorgvuldig te formuleren;

spreekt uit dat het geen pas geeft dat de premier heeft gesuggereerd dat het mogelijk zou zijn voor migranten om voor €50 illegaal de Bulgaarse grens over te steken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Lee en Piri.

Zij krijgt nr. 2558 (21501-02).

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Dat was het. Dank u.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan is nu het woord aan de heer Sjoerdsma van D66.

De heer Sjoerdsma (D66):

Dank, voorzitter. Omwille van de tijd houd ik het bij twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat voorspelbare langetermijnfinanciering van essentieel belang is voor Oekraïne om het land draaiende te houden en de Russen terug te dringen tot over de grenzen van voor 24 februari 2022;

constaterende dat Hongarije in de Europese Raad 18 miljard aan financiële steun blokkeert en daarmee functioneert als Trojaans paard van de Russische regering;

verzoekt de regering met klem in de Raad te werken aan een oplossing om via een "27-1"-constructie de 18 miljard toch over te maken naar de Oekraïense regering en dit voorstel spoedig voor te leggen aan het parlement,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Sjoerdsma en Agnes Mulder.

Zij krijgt nr. 2559 (21501-02).

De heer Sjoerdsma (D66):

Dan de tweede motie, voorzitter. Deze luidt als volgt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Westelijke Balkan de binnentuin van Europa vormt en daarom essentieel is voor onze veiligheid en ons migratiebeleid;

constaterende dat Rusland en China hun invloed uitbreiden in de Westelijke Balkan ten koste van de EU;

verzoekt het kabinet om gesprekken met kandidaat-lidstaten die de EU-lijn volgen te intensiveren om hun EU-toetredingsperspectief in lijn met Kopenhagencriteria zo snel mogelijk dichterbij te brengen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Sjoerdsma.

Zij krijgt nr. 2560 (21501-02).

De heer Sjoerdsma (D66):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan is nu het woord aan mevrouw Maeijer van de PVV.

Mevrouw Maeijer (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Het kandidaat-lidmaatschap voor Oekraïne, het kandidaat-lidmaatschap voor Moldavië, de toetreding van Kroatië tot de Schengenzone en de toetreding van Roemenië tot de Schengenzone; ze konden in de afgelopen tijd allemaal op de steun rekenen van dit eurofiele kabinet. En aan dit rijtje wil men nu nog toevoegen het visumvrij reizen voor Kosovo en mogelijk het uitdelen van het kandidaat-lidmaatschap aan Bosnië en Herzegovina. Om dat te voorkomen heb ik de volgende moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering niet in te stemmen met het toekennen van het kandidaat-lidmaatschap aan Bosnië en Herzegovina,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Maeijer.

Zij krijgt nr. 2561 (21501-02).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering niet in te stemmen met visumliberalisatie voor Kosovo,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Maeijer.

Zij krijgt nr. 2562 (21501-02).

Mevrouw Maeijer (PVV):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan is nu het woord aan de heer Jasper van Dijk van de SP.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Dank, voorzitter. Er is veel discussie binnen de Europese Unie over enerzijds de toetredingscriteria van Kopenhagen voor nieuwe lidstaten en anderzijds de geopolitieke spanningen. Daarover heb ik de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat bij de huidige Europese discussies omtrent het uitbreidingsbeleid zowel de Kopenhagencriteria als geopolitieke afwegingen een rol spelen in de besluitvorming;

overwegende dat geopolitieke afwegingen altijd een rol spelen maar niet de criteria voor toelating zouden moeten overvleugelen;

verzoekt de regering onverkort vast te houden aan de Kopenhagencriteria als leidend instrument bij het Europese uitbreidingsbeleid,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Jasper van Dijk.

Zij krijgt nr. 2563 (21501-02).

Dank u wel. Dan is nu het woord aan de heer Van Wijngaarden van de VVD.

De heer Van Wijngaarden (VVD):

Voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat Servië het EU-buitenlandbeleid steeds vaker ondermijnt door de welwillende houding richting Rusland en het niet meewerken aan Europese sancties;

constaterende dat via Servië in 2022 veel irreguliere migranten de grens naar Europa zijn overgestoken en dat dat de grootste route voor irreguliere migratie naar de EU betreft;

constaterende dat personen vanuit Servië visumvrij naar Schengen kunnen reizen;

verzoekt de regering om ervoor te pleiten dat als Servië zijn visumbeleid en buitenlandbeleid niet voldoende heeft aangepast, visumvrij reizen voor Servië tijdelijk wordt stopgezet door middel van het noodremmechanisme uiterlijk maart 2023,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Wijngaarden, Sjoerdsma en Jasper van Dijk.

Zij krijgt nr. 2564 (21501-02).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het afstemmingspercentage van kandidaat-lidstaten met het GBVB van de EU een belangrijk criterium is in het uitbreidingsproces;

constaterende dat bijvoorbeeld het afstemmingspercentage van kandidaat-lidstaat Servië in 2021 met het GBVB van de EU nog 64% was en in 2022 is gedaald tot 45%;

overwegende dat de misdadige oorlog gestart door Rusland tegen Oekraïne het belangrijker dan ooit maakt dat kandidaat-lidstaten en EU-lidstaten in de pas lopen met het GBVB van de EU;

verzoekt de regering om te pleiten bij de Europese Commissie om voor oktober 2023 met voorstellen te komen op basis waarvan in het toetredingsproces met een kandidaat-lidstaat consequenties verbonden kunnen worden aan een gebrekkige aansluiting bij het Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid, zoals bijvoorbeeld het bevriezen van het toetredingsproces,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Wijngaarden, Piri, Van der Lee, Amhaouch en Van der Graaf.

Zij krijgt nr. 2565 (21501-02).

De heer Van Wijngaarden (VVD):

Ik heb nog één motie. Die zal ik snel voorlezen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat via de Westelijke Balkan in 2022 ruim 100.000 illegale migranten de grens naar de EU zijn overgestoken en dat daarmee door de Westelijke Balkan de grootste route voor illegale migratie naar de EU loopt;

constaterende dat met name via kandidaat-lidstaat Servië illegale migranten de grens naar de EU oversteken en dat Servië toeliet dat er misbruik werd gemaakt van visumvrij reizen van derde landen naar Servië en vervolgens naar de EU;

constaterende dat de Westelijke Balkanroute door meerdere kandidaat-lidstaten van de EU loopt;

overwegende dat de huidige migratiecijfers, grotendeels veroorzaakt door de Westelijke Balkanroute, onhoudbaar zijn voor de EU;

verzoekt de regering om ervoor te pleiten dat er een migratiedialoog tussen de EU en kandidaat-lidstaten wordt opgezet waarbij medewerking aan het tegengaan van illegale migratie naar de EU een cruciaal onderdeel wordt van de toetsingscriteria voor de uitbreiding van de EU,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Wijngaarden.

Zij krijgt nr. 2566 (21501-02).

Dank u wel. Dan is tot slot het woord aan de heer Amhaouch van het CDA.

De heer Amhaouch (CDA):

Voorzitter, dank. Ook nogmaals dank aan de minister voor het gesprek dat wij vanmorgen hadden. De belangrijkste opmerking die ik meeneem van de minister is: de huidige situatie is anders dan in januari 2022. Daar wil ik mee zeggen dat er inderdaad heel veel speelt in Europa, rond de positie van Europa en de volwassenheid van Europa, zeker met de oorlog in Oekraïne en Rusland. Dit betekent dat je je strikt aan de regels moet houden, maar de geopolitieke context niet uit het vizier mag verliezen. "Ja en nee" is te zwart-wit in allerlei discussies die we nu in Europa hebben, zeker ook met alle veto's die we uitspreken. We moeten dus constructief met elkaar optrekken, willen we Europa sterker maken en ons beter weren ten opzichte van de Russische agressie. Daarom dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat veel landen in het EU-uitbreidingspakket nog grote stappen moet maken om voldoende vooruitgang te maken om toe te treden tot de Europese Unie;

overwegende dat sinds de uitbraak van de Oekraïne-oorlog het belangrijker dan ooit is om binnen de Europese Unie en haar aanstaande lidstaten een gezamenlijk front te vormen tegen de Russische agressie;

overwegende dat sommige landen in plaats van progressie te tonen juist achteruitgaan op rechtsstatelijkheid en toetredingscriteria;

verzoekt de regering om landen waar de ambitie blijft bestaan om richting toetreding te werken constructief te ondersteunen om meer te integreren met de Europese Unie;

verzoekt de regering om landen die geen progressie boeken te blijven ondersteunen om stappen in de goede richting te zetten en meer in lijn met het GBVB te komen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Amhaouch.

Zij krijgt nr. 2567 (21501-02).

Dank u wel. Wij schorsen voor een heel kort moment, zodat de minister zijn papieren op orde kan brengen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

De moties zijn uitgedeeld. Het woord is aan de minister.

Minister Hoekstra:

Ik ga het staccato doen, want er is over alles uitgebreid van gedachten gewisseld eerder vandaag.

De motie-Van der Lee/Piri op stuk nr 2558 is een spreekt-uitmotie, dus daarover geen nadere appreciatie van de kant van het kabinet.

De motie-Sjoerdsma/Agnes Mulder op stuk nr. 2559 zou ik oordeel Kamer willen geven, waarbij ik wel aangeef aan de indieners dat we de considerans, als het onze taal was geweest, misschien net iets anders zouden hebben geformuleerd. De voorkeur gaat er natuurlijk naar uit dat we het met de hele Unie gezamenlijk doen. Maar volgens mij sluit dat aan bij hoe de heer Sjoerdsma en mevrouw Mulder het hebben bedoeld in het debat.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 2559 heeft oordeel Kamer.

Minister Hoekstra:

Ja. De derde motie, de motie-Sjoerdsma op stuk nr. 2560, gaat over de Kopenhagencriteria en het intensiveren van de gesprekken en heeft ook oordeel Kamer.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 2560 heeft oordeel Kamer.

Minister Hoekstra:

De motie op stuk nr. 2561 moet ik onder verwijzing naar het debat ontraden.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 2561 is ontraden.

Minister Hoekstra:

De motie op stuk nr. 2562 idem.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 2562 is ook ontraden.

Minister Hoekstra:

Over de motie op stuk nr. 2563 wil ik toch een paar dingen zeggen. Ja, de Kopenhagencriteria zijn leidend, maar ik heb nadrukkelijk geschetst dat het en-en is. Als we het op die manier verstaan, kan ik de motie dus oordeel Kamer geven.

De voorzitter:

Met die uitleg is de motie op stuk nr. 2563 oordeel Kamer.

Minister Hoekstra:

De motie op stuk nr. 2564. Ik kan een heel eind meegaan in de gedachte, maar er komt waarschijnlijk nog voor de kerst een rapport plus een kabinetsappreciatie. Ik zou de VVD daarom willen vragen om de motie nog heel even aan te houden.

De heer Van Wijngaarden (VVD):

Kan de minister dan misschien toezeggen dat hij zijn uiterste best doet om het de Kamer twee dagen voor het einde van het kalenderjaar te doen toekomen? Dan kunnen we er eventueel nog iets mee.

Minister Hoekstra:

Ja, ik kom zo snel mogelijk met niet alleen het rapport, maar ook met de appreciatie. Ik zal proberen ervoor te zorgen dat het meegenomen kan worden in de stemmingen. Mocht dat onverhoopt niet lukken, dan laat ik ook dat aan de heer Van Wijngaarden weten.

De heer Van Wijngaarden (VVD):

Dan houd ik 'm aan, voorzitter.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Van Wijngaarden stel ik voor zijn motie (21501-02, nr. 2564) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Minister Hoekstra:

Het oordeel over de motie op stuk nr. 2565 zou ik aan de Kamer willen laten. Het is dan natuurlijk wel aan de Commissie om de consequenties te bepalen, maar ik denk dat we dat allemaal zo begrijpen.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 2565 heeft oordeel Kamer.

Minister Hoekstra:

Ik moet er nog even aan wennen, voorzitter, dat u het allemaal herhaalt. Maar dat zal aan mij liggen.

De voorzitter:

"Hoe duidelijker, hoe beter" zou ik zeggen.

Minister Hoekstra:

De motie op stuk nr. 2566 zou ik oordeel Kamer willen geven. Hetzelfde geldt voor de tiende motie, de motie op stuk nr. 2567, onder verwijzing naar het debat.

De voorzitter:

De moties op de stukken nrs. 2566 en 2567 hebben oordeel Kamer.

Daarmee is er een einde gekomen aan dit debat.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

We gaan over enkele minuten verder met het volgende debat.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven