6 Modernisering van het Geneesmiddelenvergoedingssysteem

Aan de orde is het tweeminutendebat Modernisering van het Geneesmiddelenvergoedingssysteem (29477, nr. 761).

De voorzitter:

Dan is nu aan de orde het tweeminutendebat Modernisering van het Geneesmiddelenvergoedingssysteem. We hebben drie sprekers van de zijde van de Kamer. De eerste is mevrouw Ellemeet van de fractie van GroenLinks. Het woord is aan haar.

Mevrouw Ellemeet (GroenLinks):

Voorzitter, dank u wel. Ik spreek mede namens de heer Mohandis. Soms zijn dingen zo technisch dat je bijna vergeet en niet kan inzien waar het eigenlijk om gaat. Zoiets is het geneesmiddelenvergoedingssysteem. Ik wil een waarschuwing afgeven aan de Kamer. Dit dreigt mis te gaan. We dreigen in te stemmen met een voorstel dat mensen, chronische patiënten, met nog meer zorgkosten gaat opzadelen. Dat mag niet gebeuren. Als je kijkt naar het advies dat aan de Kamer is toegestuurd, blijkt dat veel meer chronisch zieken moeten gaan betalen voor hun geneesmiddelen. Dit kan oplopen tot wel 3 miljoen mensen en de ondergrens wordt geschat op 1,5 miljoen mensen. Zelfs de ambtenaren van de minister waarschuwen dat we te snel nu een nieuw systeem invoeren. De artsen zijn duidelijk, de apothekers zijn duidelijk. Iedereen uit het veld zegt: doe dit niet. Vandaar de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat chronisch zieke patiënten bovengemiddeld vaak financieel kwetsbaar zijn en gezien de hoge inflatie al nauwelijks tot niet kunnen rondkomen;

constaterende dat de "modernisering" van het Geneesmiddelenvergoedingssysteem chronische patiënten straks voor een duivels dilemma plaatst tussen het betalen van een eigen bijdrage van tot wel €250 of dat zij moeten overstappen naar het goedkoopste geneesmiddel terwijl dat lang niet altijd de beste behandelmethode betreft;

constaterende dat artsen én apothekers zich in groten getale zorgen maken over de medische consequenties voor patiënten en dat de invoering van de "modernisering" tevens een extra werkdruk voor hen oplevert wat naar schatting 37 miljoen euro kost;

overwegende dat uit de beslisnota blijkt dat ambtenaren zich zorgen maken over het "zeer krappe" tijdspad en dat de voorgenomen invoering leidt tot een "minder zorgvuldige uitwerking";

verzoekt de regering af te zien van een invoering van de modernisering van het Geneesmiddelenvergoedingssysteem per 2023;

verzoekt de regering alternatieven uit te werken hoe de kosten op geneesmiddelen kunnen worden gedrukt zonder dat chronische patiënten de rekening hiervoor moeten betalen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Ellemeet, Mohandis en Hijink.

Zij krijgt nr. 777 (29477).

Heel goed. Dank u wel. Dan mevrouw Den Haan van de Fractie Den Haan. Zij is tevens de laatste spreker van de zijde van de Kamer.

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):

Dank u wel, voorzitter. Ik heb twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het kabinet voornemens is om het Geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS) per 1 januari 2023 te wijzigen;

overwegende dat er bij apothekers, artsen en patiënten grote zorgen zijn en onzekerheid is over de mogelijke effecten hiervan in de praktijk en zij daarom bij de Kamer zwaarwegende bezwaren hierover uiten;

overwegende dat er onduidelijkheid en zorgen zijn over de risico's op gezondheidseffecten voor patiënten en dat er grote zorgen zijn over de financiële effecten van additionele bijbetalingen voor patiënten en vertrouwensproblemen in geneesmiddelen voor patiënten;

overwegende dat er zorgen zijn over de gevolgen van de herziening per cluster, en met name de uitwisselbaarheid van geneesmiddelen;

overwegende dat zorgverleners benadrukken dat de herziening extra druk legt op de zorg in termen van administratieve lasten en tijdsinvesteringen om de GVS-herziening uit te voeren en uit te leggen;

overwegende dat de Tweede Kamer nog in afwachting is van een rapport over de regeldrukeffecten, en de daarmee gepaard gaande extra werkzaamheden en kosten, voor zorgverleners van deze herziening;

verzoekt de regering om de Tweede Kamer eerst volledig te informeren over alle gevolgen van deze GVS-herziening voordat de regering definitief overgaat tot besluitvorming,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Den Haan.

Zij krijgt nr. 778 (29477).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het kabinet voornemens is het Geneesmiddelenvergoedingssysteem per 1 januari 2023 te wijzigen;

constaterende dat onzekerheid bestaat over hoeveel en welke patiëntgroepen te maken krijgen met bijbetalingen;

overwegende dat de reële gevolgen voor specifieke patiëntgroepen pas inzichtelijk worden als de nieuwe vergoedingslimieten bekend zijn;

overwegende dat de Tweede Kamer inzicht wenst in het effect van de GVS-wijziging voor patiëntgroepen;

verzoekt de regering direct na vaststelling van de vergoedingslimieten in overleg te treden met de vertegenwoordigingen van patiënten, apothekers, voorschrijvers en leveranciers om tot een nauwkeuriger schatting te komen van de gevolgen voor specifieke patiëntgroepen, en de Tweede Kamer daarover voor Prinsjesdag te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Den Haan.

Zij krijgt nr. 779 (29477).

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Ook de heer Hijink heeft zich nog aangemeld om te spreken. Het woord is aan hem.

De heer Hijink (SP):

Dank, voorzitter. Ik wil inderdaad twee moties indienen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat steeds meer Nederlanders moeite hebben om rond te komen;

overwegende dat de eigen bijdragen hierdoor een steeds grotere drempel voor noodzakelijke geneesmiddelen vormen;

verzoekt de regering om de maximale eigen bijdrage voor geneesmiddelen zo snel mogelijk tot het einde van 2023 te verlagen tot €0,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Hijink.

Zij krijgt nr. 780 (29477).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het kabinet voornemens is meer ontwikkeling en productie van geneesmiddelen en vaccins in Nederland en de EU te laten plaatsvinden;

verzoekt de regering om om die reden niet over te gaan tot privatisering van vaccinontwikkelaar Intravacc,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Hijink.

Zij krijgt nr. 781 (29477).

Dank u wel. Een handgeschreven motie op een half A4'tje: het decorum verdwijnt elke dag iets meer uit de Tweede Kamer. Ik schors voor vijf minuten, en dan gaan we luisteren naar de antwoorden van de minister.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

De minister krijgt een bonuspunt, want hij heeft zich aan de vijf minuten gehouden. Het woord is aan hem.

Minister Kuipers:

Dank u wel, voorzitter. Allereerst heb ik één korte toelichting van mijn kant, want zoals mevrouw Ellemeet terecht aangeeft, zijn er rondom het geneesmiddelenvergoedingssysteem en de modernisering daarvan verschillende belangen te benoemen. Ten aanzien van de beschikbaarheid en betaalbaarheid van geneesmiddelen zijn er veel belanghebbenden. Dat begint allereerst bij een patiënt, en daarnaast ook bij de Nederlandse burger en de Nederlandse premiebetaler. Dan heb je degene die de medicatie voorschrijft en degene die dat verstrekt, dus de arts en apotheker. En tot slot is er de farmaceutische industrie, met zowel de fabrikant als de groothandel. Die zijn allemaal onmisbaar, maar er liggen verschillende rapporten van de afgelopen acht jaar waarin er telkens op gewezen wordt dat een revisie van het geneesmiddelenvergoedingssysteem zinvol is en zou kunnen leiden tot een substantiële besparing. Dat brengt mij bij de appreciatie van de moties.

De eerste motie, die op stuk nr. 777, is ontraden.

De voorzitter:

Er is een vraag van mevrouw Ellemeet.

Mevrouw Ellemeet (GroenLinks):

Weet de minister wat het gemiddeld besteedbaar inkomen is van een chronisch patiënt?

Minister Kuipers:

Dat kan ik zo niet uit mijn hoofd zeggen. Ik weet wél dat bijbetaling voor en betaling van medicamenten voor veel patiënten een relevant item is. Dat is ook een reden om de maximale eigen bijdrage ten aanzien van medicatie te maximeren voor het komende jaar.

Mevrouw Ellemeet (GroenLinks):

Met dit voorstel van het kabinet, van deze minister, gaat ongeveer 50% van de kosten opgehoest moeten worden door chronisch patiënten, zo is de inschatting. Dat betekent dat heel veel van hen meer gaan betalen voor hun medicijnen, en dat terwijl hun gemiddeld besteedbaar inkomen al ontzettend laag is. Ik zou het wel willen uitschreeuwen richting deze minister: doe het niet. Kijk naar de samenleving, naar Nederland en naar de situatie waarin heel veel mensen in kwetsbare posities zich bevinden. Kijk naar wat er qua kosten op hen afkomt komend najaar, en misschien ook nog later. Ze kunnen het hoofd bijna niet boven water houden. Nu wil de minister een systeem invoeren waarbij naar inschatting ten minste de helft van de kosten moet worden opgehoest door chronische patiënten. Zo ken ik deze minister niet. Ik vraag hem: doe het niet.

Minister Kuipers:

Ik hoor het pleidooi van mevrouw Ellemeet, maar mevrouw Ellemeet gaat even voorbij aan de opmerkingen die ik maakte in mijn korte inleiding. Al acht jaar lang krijgen we rapportages die suggereren dat wij als Nederlandse burgers, inclusief patiënten en alle premiebetalers, aanzienlijk te veel betalen voor onze medicamenten. Dat zijn de kosten waarover mevrouw Ellemeet het heeft: gewoon de maandelijkse kosten van je zorgpremie. Ik denk dat mevrouw Ellemeet het volledig ondersteunt dat deze minister zich wil inzetten voor het naar beneden krijgen van de zorgkosten en daarbij ook de impact wil beperken voor patiënten die medicatie gebruiken. Daar zet deze revisie op in.

De voorzitter:

Dan de motie op stuk nr. 778.

Minister Kuipers:

De motie op stuk nr. 778 is ontraden.

De motie op stuk nr. 779 is oordeel Kamer.

De motie op stuk nr. 780 is ontraden.

De motie op stuk nr. 781 is eveneens ontraden.

De voorzitter:

Dank u wel. Tot zover dit debat. Dank aan de minister voor zijn aanwezigheid vandaag.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Vanavond gaan wij stemmen over al deze moties. Ik schors enkele ogenblikken. De minister van Infrastructuur is onderweg hiernaartoe. Zo gauw hij er is, gaan we beginnen met het volgende debat.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven