Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2021-2022 | nr. 102, item 53 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2021-2022 | nr. 102, item 53 |
Aan de orde is het tweeminutendebat Vreemdelingen- en asielbeleid (CD d.d. 06/07).
De voorzitter:
Aan de orde is het tweeminutendebat Vreemdelingen- en asielbeleid. Het commissiedebat vond gisteren plaats. We hebben maar liefst elf deelnemers van de zijde van de Kamer. De eerste aanwezige is de heer Van Haga van de Groep Van Haga. Het woord is aan hem.
De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat illegaal verblijf in Nederland tot grote problemen leidt;
verzoekt de regering illegaal verblijf in Nederland strafbaar te stellen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat landen aan de buitengrenzen van Europa zich niet houden aan de afspraken die binnen de Europese Unie gemaakt zijn;
verzoekt de regering om (mobiel) grenstoezicht te intensiveren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat ons land afkoerst op een migratierecord;
verzoekt de regering om een onmiddellijke asielstop in te voeren, met uitzondering van directe oorlogsvluchtelingen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat veel migranten doorlopen naar Nederland, terwijl twee derde geen recht heeft op asiel;
verzoekt de regering om met omliggende landen (Duitsland, België, Luxemburg) te komen tot gezamenlijke grensbewaking (mini-Schengenzone),
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Dan de laatste.
De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Die heb ik volgens mij al ingediend.
De voorzitter:
U gaat moties nu twee keer indienen?
De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Misschien heb ik de stapel een beetje door elkaar gehaald.
De voorzitter:
Een beetje opletten als u aan het fotokopiëren bent. De heer Brekelmans, één korte vraag. Daarna gaan we door.
De heer Brekelmans (VVD):
Puur om het te begrijpen: hoe kun je een asielstop invoeren behalve voor directe oorlogsvluchtelingen? Dan moet je eerst weten of iemand een oorlogsvluchteling is, en dan moet je een asielaanvraag in behandeling nemen.
De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Om te beginnen zou ik het Vluchtelingenverdrag uit 1951 opzeggen. De VVD zou eens moeten beginnen om, als het iets in het verkiezingsprogramma zet, dat uit te voeren als ze aan de macht komt. Ik denk dat de heer Brekelmans daarmee moet beginnen.
De voorzitter:
Heel goed. Dan gaan we luisteren naar de heer Eerdmans van de fractie van JA21.
De heer Eerdmans (JA21):
Voorzitter, dank u wel. We hebben in de commissie het asieldebat gevoerd. Wij constateren dat het asielbeleid een puinhoop is geworden. Dat werd door zowel links als rechts in de commissie onderschreven. Dat is in feite heel bijzonder. Wij zien ook geen enkel perspectief. Wij zien geen signaal of bericht dat het ten goede zal keren. Daarom de volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat door het opengrenzenbeleid van het kabinet alle asielrecords gebroken worden;
constaterende dat de staatssecretaris geen grens aan de instroom wil zien en tevens niets doet om de massale instroom van asielzoekers naar Nederland in te dammen;
overwegende dat dit asielbeleid desastreus is en niet gedragen wordt door de bevolking;
zegt het vertrouwen in de staatssecretaris van Asiel en Migratie op,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dank u wel. Dat klinkt als een motie van wantrouwen. De heer Brekelmans van de VVD.
De heer Brekelmans (VVD):
Ik dank de staatssecretaris voor de toezeggingen die hij in het debat heeft gedaan. Ik wil daarnaast één motie indienen.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat Nederland te maken heeft met een asielcrisis en een aanhoudend hoge instroom van asielzoekers;
overwegende dat ook België en andere landen in Noord- en West-Europa te maken hebben met een overbelasting van het asielsysteem;
overwegende dat het intensiveren van binnengrenscontroles in de EU, het naleven van Dublinafspraken en het maken van migratie-afspraken met derde landen kunnen leiden tot een afname van de asielinstroom;
verzoekt de regering in contact te treden met Duitsland, België, Frankrijk en andere gelijkgezinde EU-landen om te zien of er draagvlak is voor bilaterale afspraken om meer grip te krijgen op de instroom, om gezamenlijk richting EU-landen aan de buitengrens aan te dringen op het naleven van Dublinafspraken, en om gezamenlijk de EU aan te sporen tot meer migratie-afspraken met derde landen;
verzoekt de regering de Kamer voor de JBZ-Raad medio oktober over de voortgang van deze gesprekken te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Hartstikke goed. Mevrouw Kröger van GroenLinks.
Mevrouw Kröger (GroenLinks):
Voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken (ACVZ) en de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) constateren dat de huidige financieringssystematiek voor het Centraal Orgaan opvang asielzoekers in belangrijke mate aan de basis staat van de gecreëerde crisis waarin het asielstelsel zich telkens weer bevindt;
overwegende dat het voor een stabiel en flexibel opvangstelsel essentieel is dat voor het COA een meerjarige, stabiele en toereikende financieringssystematiek wordt ontwikkeld;
verzoekt de regering om voorstellen te doen voor een COA-financieringssystematiek die in lijn is met de adviezen van ACVZ en ROB, en de Kamer hierover voor de komende begroting voor Justitie en Veiligheid te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Slootweg van het CDA.
De heer Slootweg (CDA):
Dank u wel, voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat 22 burgemeesters in de Veiligheidsregio Noord- en Oost- Gelderland de noodklok luiden;
constaterende dat zij aangeven dat momenteel de helft van de grotere opvanglocaties bestemd voor Oekraïense ontheemden bezet worden door derdelanders afkomstig uit veilige landen;
overwegende dat deze burgemeesters dit doen met een beroep op behoud van draagvlak voor de opvang van Oekraïners en uitlegbaarheid van het beleid;
verzoekt de regering gehoor te geven aan de roep van de burgemeesters en te onderzoeken hoe de toepassing van de Europese Richtlijn Tijdelijke Bescherming voor derdelanders uit Oekraïne zo kan worden aangepast dat aan derdelanders enkel bescherming wordt geboden onder de richtlijn als daartoe voldoende noodzaak bestaat, in het bijzonder waar het gaat om derdelanders met een tijdelijk verblijfsrecht in Oekraïne,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Slootweg (CDA):
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Mevrouw Podt van D66.
Mevrouw Podt (D66):
Voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er onder Oekraïense vluchtelingen veel vraag is naar mentale zorg en dat deze zorg op gemeentelijke opvanglocaties vaak niet adequaat kan worden geboden;
constaterende dat onder de vluchtelingen zich ook Oekraïense psychologen bevinden die deze zorg zouden kunnen bieden, maar dat zij door regelgeving niet gemachtigd zijn hun beroep uit te oefenen en dat Oekraïense vluchtelingen niet als zzp'er mogen werken;
overwegende dat deze psychologen mogelijk door middel van training en/of door te werken onder supervisie van Nederlandse professionals wel aan het werk kunnen;
overwegende dat het gebruikmaken van de kennis en vaardigheden van Oekraïense professionals kan bijdragen aan het mentale welzijn van Oekraïense vluchtelingen in de eigen taal, zonder veel extra druk te leggen op de reguliere ggz;
verzoekt het kabinet te bezien hoe Oekraïense psychologen zo snel mogelijk aan het werk kunnen voor snelle hulp aan Oekraïners die dit nodig hebben;
verzoekt het kabinet hierover in gesprek te gaan met bestaande initiatieven op het gebied van Mental Health and Psychosocial Support (MHPSS) vanuit organisaties zoals Trauma Support Ukraine en de UACBT en de Oekraïense gemeenschap,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dank u wel. Mevrouw Simons van BIJ1.
Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):
Dank u, voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het besluit- en vertrekmoratorium omtrent Afghanistan wordt beëindigd en asielverzoeken van Afghaanse vluchtelingen dus weer in behandeling worden genomen en kunnen resulteren in negatieve beoordelingen en uitzettingen;
constaterende dat de staatssecretaris zich hierbij heeft beroepen op een ambtsbericht waaruit blijkt dat het nog altijd lastig is om een compleet beeld te schetsen van de veiligheidssituatie in Afghanistan;
overwegende dat het daarom onverantwoord is om mensen terug te sturen naar Afghanistan, des te meer nu het land onder andere geconfronteerd wordt met een gebrek aan humanitaire hulp voor de bevolking;
overwegende dat het besluit- en vertrekmoratorium Afghaanse vluchtelingen bijna een jaar in onzekerheid en onder erbarmelijke toestanden heeft laten leven, wat bestaande psychologische klachten of trauma's heeft versterkt;
verzoekt de regering om bij het hervatten van de beslispraktijk ervoor te zorgen dat geen enkele Afghaanse vluchteling wordt teruggestuurd, en dat niet alleen verwesterde vrouwen, gemarginaliseerde minderheden of niet(-praktiserende) moslims eerder het voordeel van de twijfel krijgen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) en de Adviesraad Migratie (ACVZ) in hun rapport Asielopvang uit de crisis er onder andere voor pleiten om asielopvang in Nederland niet langer te beschouwen als een incidentele crisis maar als voortdurende maatschappelijke verantwoordelijkheid;
constaterende dat de ROB en de ACVZ tevens hebben geconcludeerd dat structurele financiering voor het opvangen van asielzoekers in de gemeenten met ruimte voor buffers minder kostbaar is dan de kosten voor het ad hoc op- en afschalen van opvanglocaties;
overwegende dat migratie een van de fundamenten van onze samenleving vormt en dat de internationale geopolitiek, klimaatverandering en imperialisme mensen blijven dwingen hun land van herkomst te verlaten;
overwegende dat het vasthouden aan de huidige crisisaanpak ten koste gaat van de kwaliteit van de opvanglocaties, die al maanden door de humanitaire ondergrens zakt, en bijdraagt aan mensenrechtenschendingen in Nederland;
verzoekt de regering de huidige crisisaanpak en financieringssystematiek van de asielopvang in Nederland los te laten en in plaats daarvan het beleid omtrent asielopvang in te richten op basis van structurele financiering met ruimte voor buffers, de voortdurende maatschappelijke verantwoordelijkheid ter bescherming van mensenrechten en het naar rato verdelen van asielopvang onder Nederlandse gemeenten,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Piri van de Partij van de Arbeid.
Mevrouw Piri (PvdA):
Dank, voorzitter. Twee moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat asielzoekers te maken krijgen met vele verhuizingen tussen (nood)opvanglocaties, en dat deze verhuizingen in de huidige opvangcrisis zijn verveelvoudigd;
constaterende dat dit voor eenieder, maar met name voor kinderen, tot aantoonbare ontwikkelingsschade leidt en het aanbieden van goede zorg en onderwijs vermoeilijkt;
constaterende dat in de Uitvoeringsagenda Flexibilisering Asielketen de ambitie wordt uitgesproken om het aantal verhuisbewegingen voor asielzoekers te verminderen, maar dat een concreet plan hiervoor ontbreekt;
verzoekt de regering in het toewerken naar de flexibiliseringsagenda een concreet plan voor de middellange termijn uit te werken voor het beperken van het aantal verhuizingen als onderdeel van de integrale aanpak,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Piri (PvdA):
De tweede motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het beslis- en vertrekmoratorium voor Afghanistan is verlopen en dat op basis van het nieuwe landenbeleid Afghanen kunnen worden uitgezet;
constaterende dat de humanitaire en mensenrechtensituatie door toedoen van het talibanregime onverminderd slecht blijft;
verzoekt de regering van het beslis- en vertrekmoratorium uitsluitend het vertrekmoratorium voor ten minste een halfjaar te verlengen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Piri (PvdA):
Dank u.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer Markuszower van de fractie van de PVV.
De heer Markuszower (PVV):
Voorzitter, dank u wel. Deze staatssecretaris van VVD-huize maakt samen met zijn VVD-fractie wat ketelmuziek voor de bühne over dat de asielinstroom maar moet verminderen, maar wat doet deze staatssecretaris uiteindelijk? Hij gaat een heel nieuw asielcentrum openen. Hij wil een heel nieuw Ter Apel laten bouwen in Flevoland, in de Noordoostpolder. Daarom de volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het kabinet voornemens is een extra aanmeldcentrum voor asielzoekers te openen in het dorp Bant in de gemeente Noordoostpolder;
overwegende dat de mogelijke komst van een aanmeldcentrum in Bant op veel verzet stuit bij de lokale bevolking;
overwegende dat het kabinet van plan is om desnoods tegen de wil van de gemeenteraad van Noordoostpolder een aanmeldcentrum in Bant door te drukken;
verzoekt de regering de plannen van een aanmeldcentrum in Bant in te trekken,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Markuszower (PVV):
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Mevrouw Van der Plas van de fractie van BBB.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Dank u wel. Drie moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de staatssecretaris het azc in Budel langer open wil houden middels een financiële injectie om de omstandigheden daar te verbeteren;
overwegende dat deze financiële injectie, aldus de staatssecretaris, over tientallen miljoenen euro's kan gaan;
overwegende dat dit geen garantie is dat de overlast stopt;
constaterende dat dit in goede samenspraak met de lokale burgers en de gemeenteraad van de gemeente Cranendonck besproken dient te worden;
verzoekt het kabinet om in samenspraak met de burgers, het azc Budel en de gemeente Cranendonck tot een pakket aan maatregelen te komen om de overlast zo snel mogelijk te verhelpen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat er met urgentie ruimte nodig is voor opvang van asielzoekers;
overwegende dat meer aanmeldlocaties helpen in een betere doorstroom van asielzoekers;
constaterende dat Lelystad Airport de komende twee jaar niet opengaat en mogelijk helemaal niet opengaat;
constaterende dat Lelystad Airport een centraal gelegen locatie is met veel ruimte tot opvang die niet gebruikt wordt;
constaterende dat Lelystad Airport faciliteiten biedt voor goede beveiliging;
verzoekt het kabinet om zo snel mogelijk een onderzoek te starten naar de mogelijkheid om Lelystad Airport in te gaan zetten als een aanmeldlocatie en/of een asielzoekerscentrum,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat Nederland nieuwe gesprekken voert met Marokko over het terugnemen van veiligelanders;
overwegende dat Marokko en de Europese Unie een associatieverdrag hebben gesloten, de Europese Unie actief nabuurschapsbeleid voert richting Marokko en er momenteel onderhandelingen over een vrijhandelsovereenkomst lopende zijn;
verzoekt de regering, als de onderhandelingen over het terugnemen van veiligelanders door Marokko opnieuw spaak lopen, zich in de Europese Unie in te zetten om het associatieverdrag en het nabuurschapsbeleid te herzien en zich te verzetten tegen een vrijhandelsovereenkomst met Marokko,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Dank u.
De voorzitter:
Dank u wel. De laatste spreker van de zijde van de Kamer is de heer Kuzu van de fractie van DENK. Daarna heb ik een vraag aan de heer Van Haga. O, we hebben de heer Van Dijk en de heer Ceder ook nog. Ja, die zijn op het laatste moment binnengekomen. Neem me niet kwalijk.
De heer Kuzu (DENK):
Voorzitter, dank u wel.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat asielzoekers geregeld in tenten slapen;
constaterende dat een aantal gemeenten in de afgelopen tien jaar geen enkele asielzoeker heeft opgevangen;
constaterende dat uit verschillende inspecties blijkt dat de opvangplaatsen die gerealiseerd zijn voor Oekraïners, niet volledig worden benut;
overwegende dat verschillende gemeenten aangeven bereid te zijn om Oekraïners op te vangen, maar zogenaamd geen plek zeggen te hebben voor asielzoekers;
verzoekt de regering om in gesprek te gaan met gemeenten om de niet-benutte opvangplaatsen voor Oekraïners, al dan niet tijdelijk, ter beschikking te stellen voor asielzoekers en, indien gemeenten daar niet toe bereid zijn, dwingend instrumentarium te ontwikkelen om dat wel te doen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat Vluchtelingenwerk de rijksoverheid inmiddels een ultimatum heeft gesteld om de opvang voor asielzoekers goed te regelen;
overwegende dat Nederland een beschaafd land is dat waarde hecht aan de rechtsstaat;
verzoekt de regering om voor 1 augustus 2022 te voldoen aan de minimumeisen voor opvang, zoals één slaapkamer per gezin, een bed met matras, kussen en schone lakens, drie keer per dag een maaltijd en bescherming tegen hitte, kou, regen en geluidsoverlast,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dank u wel. Dan de heer Van Dijk van de fractie van de SP.
De heer Jasper van Dijk (SP):
Voorzitter. Direct na het debat hoorden we dat het draagvlak voor het tweede aanmeldcentrum in de Noordoostpolder uiterst onzeker is, maar dat het mogelijk is dat het ministerie het wil doorduwen. Is dat wel toegestaan en is dat wel verstandig, vraag ik retorisch.
Voorzitter. Verder heb ik één motie, want dat is het maximum per debat, toch?
De voorzitter:
Een halve, eigenlijk.
De heer Jasper van Dijk (SP):
Een halve, kijk.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat Afghanistan zeer gevaarlijk is vanwege het talibanregime, zeker voor de zogenaamde risicogroepen;
overwegende dat Afghaanse asielzoekers die langere tijd in Nederland verbleven, moeilijk in staat zijn om het gevaar op vervolging in Afghanistan aan te tonen vanwege hun afwezigheid in Afghanistan;
van mening dat de risicogroepen aangemerkt moeten worden als systematisch vervolgde groep, teneinde bewijsnood te verlichten;
verzoekt de regering alle Afghaanse vrouwen en meisjes als risicogroep aan te wijzen vanwege het terreurbewind van de taliban, en de genoemde risicogroepen inclusief vrouwen en meisjes in het landenbeleid Afghanistan als systematisch vervolgde groep te beschouwen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dank u wel. De laatste spreker van de zijde van de Kamer is de heer Ceder van de fractie van de ChristenUnie.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. Twee moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat uit een rapport van de Inspectie Veiligheid en Justitie blijkt dat zaken waarin een vreemdeling zich beroept op een seksuele oriëntatie en zaken waarin de vreemdeling bekering tot een andere religie of afvalligheid als asielmotief aanvoert, door medewerkers worden ervaren als complexe zaken;
overwegende dat ook de IND zelf aangeeft dat de behandeling van lhbti- en bekeringsaanvragen complex is;
overwegende dat de Procedurerichtlijn de mogelijkheid biedt externe deskundigen te raadplegen;
overwegende dat in het coalitieakkoord afgesproken is de expertise bij de IND inzake de beoordeling van lhbti'ers en bekeerlingen te versterken en dat daarbij externe expertise wordt betrokken;
verzoekt de regering om in gesprek te gaan met stakeholders en externe experts en zo concreet mogelijk invulling te geven aan de versterking van deze expertise om individuele beoordelingen door de IND te verbeteren, en de uitwerking hiervan voor de begrotingsbehandeling 2023 naar de Kamer toe te zenden,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat er signalen zijn dat vrijwillig aanbod van gemeenten om kleinschalige asielopvang te bieden worden afgewezen of niet in overweging worden genomen;
constaterende dat gemeenten die wel opvang realiseren, steeds meer druk ervaren;
overwegende dat het gevolg van deze situatie is dat het draagvlak voor lokale asielopvang minder wordt en dit de asielopgave niet ten goede komt;
verzoekt de regering om samen met het COA de interne capaciteit zo te organiseren dat kleinschalig aanbod van gemeenten serieus wordt gewogen en waar mogelijk gerealiseerd,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Heel goed. Tot zover de termijn van de Kamer. De vraag aan de heer Van Haga is even de volgende. Hij heeft twee keer dezelfde motie ingediend: de moties op stukken nrs. 2918 en 2921. Is hij bereid om een van deze twee moties in te trekken? Zo ja, welke?
De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Nu twijfel ik er alleen over of ik de motie op stuk nr. 2918 of de motie op stuk nr. 2921 moet laten vervallen.
De voorzitter:
Ja, de spanningen nemen toe.
De heer Van Haga (Groep Van Haga):
We laten de motie op stuk nr. 2921 vervallen.
De voorzitter:
Kan de staatssecretaris alle moties al becommentariëren? Zal ik vijf minuten schorsen? Oké.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
De voorzitter:
Het volgende debat had op dit moment eigenlijk al moeten beginnen. Ik geef graag het woord aan de staatssecretaris. Ik hoop dat hij er kort en puntig doorheen kan gaan.
Staatssecretaris Van der Burg:
Voorzitter, dat zal ik doen. In de motie op stuk nr. 2916 wordt voorgesteld om illegaal verblijf in Nederland strafbaar te stellen. Die motie krijgt een negatief advies. U ziet dat we in het coalitieakkoord hebben aangegeven dat bepaalde mensen op een gegeven moment ongewenst kunnen worden verklaard als aan een aantal voorwaarden wordt voldaan. Strafbaarstelling wil het kabinet nadrukkelijk niet.
De voorzitter:
En daarmee is deze motie op stuk nr. 2916 ontraden?
Staatssecretaris Van der Burg:
Ontraden, voorzitter.
De motie op stuk nr. 2917 wordt ook ontraden. Wij moeten voor mobiel grenstoezicht afspraken maken binnen Europa. Dat hebben we gedaan tijdens de laatste JBZ-Raad. Dat gaat nu richting het Europees Parlement. Maar vooralsnog ontraad ik de motie.
De motie op stuk nr. 2918 gaat over een asielstop. Los van het feit dat dit niet kan, staat er ook in de motie: "met uitzondering van directe oorlogsvluchtelingen". Daarover heeft de heer Brekelmans al gezegd dat je dan wel eerst moet vaststellen wie er onder dat begrip "directe oorlogsvluchtelingen" valt. Dus ik ontraad de motie.
De motie op stuk nr. 2919 gaat over de mini-Schengenzone. Dat moeten we niet doen. Die motie wordt dus wat mij betreft ontraden. Via de Schengencode moeten we het een en ander met elkaar afspreken. Maar we moeten niet nu overgaan tot een mini-Schengenzone.
In de motie op stuk nr. 2920 wordt de regering verzocht om veiligelanders direct uit te zetten. Dat kan alleen al niet op basis van de internationale verdragen die we hebben.
De motie op stuk nr. 2921 is bij mijn weten ingetrokken ten behoeve van de motie op stuk nr. 2918.
De motie op stuk nr. 2922 is een motie van wantrouwen, dus daar heb ik geen oordeel over. Dat is overigens niet hetzelfde als "oordeel Kamer", zeg ik voor de helderheid.
De voorzitter:
Zo hebben wij haar inmiddels wel in de boeken staan. Maar goed. Op die manier heeft u wel langer vakantie.
Staatssecretaris Van der Burg:
Dat is waar, voorzitter, maar dat is slechts het geval als de motie wordt aangenomen. Verder heb ik er geen oordeel over.
De motie op stuk nr. 2923 krijgt wat mij betreft oordeel Kamer.
Ik kom bij de motie op stuk nr. 2924. Op dit moment zou ik deze motie willen ontraden, omdat ik eerst nog gewoon een reactie ga uitbrengen op de adviezen die ik heb gekregen. We komen daar later op terug.
De motie op stuk nr. 2925 krijgt oordeel Kamer, evenals de motie op stuk nr. 2926.
De voorzitter:
Mevrouw Kröger stelt kort één vraag.
Mevrouw Kröger (GroenLinks):
Mijn vraag is of de reactie van het kabinet op de adviezen van de ACVZ dan nog voor de behandeling van de begroting van Justitie komt, zodat we het daar over die nieuwe financieringssystematiek kunnen hebben.
Staatssecretaris Van der Burg:
Ja.
De voorzitter:
Prima. Wilt u de motie aanhouden?
Mevrouw Kröger (GroenLinks):
Ja, dan houd ik mijn motie op stuk nr. 2924 aan.
De voorzitter:
Op verzoek van mevrouw Kröger stel ik voor haar motie (19637, nr. 2924) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ik heb een korte vraag, voorzitter. Ik zou wel graag willen dat de staatssecretaris even wat duiding geeft bij het ontraden van moties. Voor de andere Kamerleden is dat soms wel handig. Bij twijfel kunnen zij door die duiding net wel of net niet overgehaald worden. Het is dus wel fijn als even kort wordt uitgelegd waarom een motie wordt ontraden.
Staatssecretaris Van der Burg:
Volgens mij deed ik dat als ik een motie ontraadde, maar deed ik het niet als ik een motie overnam. Dat is volgens mij conform de wens van de voorzitter.
De voorzitter:
Ja, dat lijkt mij heel logisch. Als een motie "oordeel Kamer" krijgt, dan weten we genoeg.
Staatssecretaris Van der Burg:
Ja. Ik zal dat dus doen, mevrouw Van der Plas, maar bij "oordeel Kamer" houd ik het bij "oordeel Kamer". Dan komt er geen toelichting, conform de wens van u aller voorzitter.
Ik dacht dat ik bij de motie op stuk nr. 2927 was, voorzitter. Dat denkt u ook? Ja. Die motie ontraad ik. We hebben gewoon een landenbrief uitgegeven waarin de beleidsregel staat over wie er wel in Nederland kunnen blijven en wie er niet in Nederland kunnen blijven. Ik wil die beleidsregel niet op basis van wat er in deze motie staat nu gaan aanpassen. Dat zou namelijk betekenen dat deze hele groep niet teruggestuurd kan worden.
"Dat is ook de bedoeling" hoor ik mevrouw Simons in de zaal zeggen.
De voorzitter:
Nee, niet reageren, staatssecretaris.
Staatssecretaris Van der Burg:
Dat is ook de bedoeling van mevrouw Simons, maar ik heb niet dezelfde bedoeling als mevrouw Simons.
De voorzitter:
Ja. De motie op stuk nr. 2928.
Staatssecretaris Van der Burg:
Ook de motie op stuk nr. 2928 ontraad ik. Ik denk dat het goed is als wij over de financiering komen te spreken, maar dat moeten we niet op dit moment doen. We moeten daar op een later moment bij stilstaan, bijvoorbeeld bij de behandeling van de begroting.
De motie op stuk nr. 2929 krijgt oordeel Kamer.
In de motie op stuk nr. 2930 wordt de regering verzocht om het vertrekmoratorium te verlengen. Dit sluit eigenlijk aan bij wat ik net heb gezegd over de motie van mevrouw Simons. Dus ik ontraad deze motie op stuk nr. 2930. Dit zou betekenen dat we het moratorium verlengen, en dat wil ik op dit punt juist niet doen.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 2931 is dus ontraden?
Staatssecretaris Van der Burg:
Ja, de motie op stuk nr. 2931 is ontraden.
Voorzitter. Dan de motie op stuk nr. 2932 van mevrouw Van der Plas. Als ik die zo mag lezen dat de burgers van Budel vertegenwoordigd worden door de gemeenteraad van Cranendonck — daar ligt Budel in — dan geef ik die motie oordeel Kamer. Ik praat namelijk met het gemeentebestuur. Dat heb ik toevallig vandaag ook gedaan. Ik heb met hen afgesproken dat wij dingen gaan doen op het gebied van een pakket van maatregelen. Als ik de motie zo mag lezen, krijgt die oordeel Kamer.
De voorzitter:
Mevrouw Van der Plas knikt enthousiast ja.
Staatssecretaris Van der Burg:
Voorzitter. Dan gaan we naar de motie op stuk nr. 2933. Op zich kan deze motie oordeel Kamer krijgen, als mevrouw Van der Plas hier maar niet de conclusie uit trekt dat we dit ook op deze manier gaan realiseren. We willen het wel onderzoeken. We willen altijd kijken en met partijen in gesprek gaan. Het is echter wel alleen in gesprek gaan, want uiteindelijk gaat ook hier weer hetzelfde proces gelden als voor andere azc's het geval is.
De voorzitter:
Mevrouw Van der Plas knikt weer ja.
Staatssecretaris Van der Burg:
Dan de motie op stuk nr. 2934. Het spijt me voor mevrouw Van der Plas, maar die zou ik willen ontraden. Wat hier staat, helpt niet voor het diplomatieke proces. We willen tot afspraken komen. Daar zijn we mee bezig. In een goed gesprek moet je niet gaan dreigen. Dat verpest namelijk het goede gesprek.
Voorzitter. Dan de motie-Kuzu op stuk nr. 2935. Ik ga al in gesprek met … O, de heer Kuzu is er niet.
De voorzitter:
Nee, hij is er niet, dus u kunt het puntig houden.
Staatssecretaris Van der Burg:
Toch geef ik er wel een reactie op, voorzitter. Ik ben al in gesprek met gemeenten om niet-benutte opvangplaatsen voor Oekraïners te gebruiken voor reguliere asielzoekers. Een dwingend instrumentarium ontwikkelen kan echter niet. U weet wel dat ik met een wetsvoorstel bezig ben. Sterker nog, u krijgt daar morgen een brief over. Mijn oordeel is dus negatief.
De voorzitter:
Betekent een negatief oordeel dan dat u de motie ontraadt?
Staatssecretaris Van der Burg:
Ja, de motie wordt ontraden. Excuses.
De motie-Kuzu op stuk nr. 2936 wil ik ook ontraden. Hetgeen daar staat, gaan we gewoon op geen enkele wijze realiseren. We zitten met crisisnoodopvang. Die motie gaan we gewoon niet waarmaken.
Voorzitter. Dan de motie-Van Dijk/Piri op stuk nr. 2937. Uiteraard wil ik die ook ontraden. Het ambtsbericht heeft hier duidelijke uitspraken over gedaan. Die heb ik vertaald in een brief. Die heeft u vorige week gekregen.
Voorzitter. De motie-Ceder op stuk nr. 2938 gaat over externe expertise. Die krijgt oordeel Kamer.
Voorzitter. Hetzelfde geldt voor de motie op stuk nr. 2939. Ook die kan oordeel Kamer krijgen.
De voorzitter:
Prima, dank u wel.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Vanavond stemmen we over de moties. Dank aan de staatssecretaris. Ik schors een enkel ogenblik en dan gaan we praten over Oekraïne.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20212022-102-53.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.