5 Zorgverzekeringswet / Eigen bijdragen in de zorg

Aan de orde is het tweeminutendebat Zorgverzekeringswet / Eigen bijdragen in de zorg (CD d.d. 29/06).

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat Zorgverzekeringswet / Eigen bijdragen in de zorg. Het commissiedebat vond plaats op 29 juni jongstleden. We hebben zes sprekers van de zijde van de Kamer. De eerste spreker is mevrouw Paulusma van de fractie van D66. Het woord is aan haar.

Mevrouw Paulusma (D66):

Dank u, voorzitter. Ik dien twee moties in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat een zorgverzekeraar een modelovereenkomst mag aanbieden waarbij hij bepaalde prestaties wegens ethische of levensbeschouwelijke redenen buiten de dekking van de basiszorgverzekering mag houden;

constaterende dat minderjarigen onder de zorgverzekering van hun ouders vallen;

constaterende dat minderjarigen zodoende geen toegang hebben tot zorgprestaties die door de zorgverzekeraar als sterk controversieel worden gekenmerkt;

verzoekt de regering in kaart te laten brengen hoeveel en welke zorgverzekeraars een dergelijke modelovereenkomst aanbieden;

verzoekt de regering te laten onderzoeken welke zorgprestaties buiten de dekking blijven;

verzoekt de regering om de verzekerdenpopulatie van de betreffende modelovereenkomsten in kaart te laten brengen en daarbij te vermelden hoeveel minderjarigen vallen onder dergelijke verzekeringen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Paulusma en Ellemeet.

Zij krijgt nr. 1151 (29689).

Mevrouw Paulusma (D66):

De tweede motie gaat over het spreiden van het eigen risico.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat patiënten het verplichte eigen risico van €385 veelal na één zorgvraag moeten betalen en er hierdoor een onnodig hoge zorgdrempel ontstaat;

overwegende dat het spreiden van het verplicht eigen risico bijdraagt aan het verlagen van deze drempel en tegelijkertijd een prikkel behoudt op een verantwoord beroep op dure zorg;

van mening dat het spreiden van het verplichte eigen risico tijdig moet worden ingevoerd;

verzoekt de regering om inzichtelijk te maken welke stappen er nodig zijn en welk tijdpad wordt beoogd om de spreiding van het eigen risico zo snel mogelijk maar uiterlijk per januari 2025 in te laten gaan en de Kamer het wetsvoorstel dat dit mogelijk maakt medio 2023 toe te sturen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Paulusma en Tielen.

Zij krijgt nr. 1152 (29689).

Dank u wel. Dan is er een hele korte vraag van de heer Hijink.

De heer Hijink (SP):

Ja, waarom is dit een motie? Dit is toch eigenlijk gewoon een vraag aan de minister die hij kan beantwoorden? Ik snap niet zo goed waarom dit met een motie moet.

Mevrouw Paulusma (D66):

Omdat ik daar graag een motie over wilde indienen, meneer Hijink.

De voorzitter:

Dat lijkt me een sluitende redenatie. Dan de heer Kuzu van de fractie van DENK.

De heer Kuzu (DENK):

Voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat huisartsen aangeven de tijd voor een consult te willen verhogen naar standaard vijftien minuten;

overwegende dat huisartsen naast medische klachten vaak ook geconfronteerd worden met sociaal-economische en sociaal-maatschappelijke klachten van hun patiëntenpopulatie;

verzoekt de minister de NZa een aanwijzing te geven om de tijd voor een consult te verhogen naar standaard vijftien minuten en daarbij zorg te dragen voor passende financiering,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kuzu, Den Haan en Mohandis.

Zij krijgt nr. 1153 (29689).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat huisartsen de noodklok luiden ten aanzien van administratievelastendruk, de wachttijden in de tweede lijn, het sociaal domein, de ggz en de druk op de ANW (avond-, nacht- en weekenddiensten);

overwegende dat zorgverzekeraars een grote rol spelen in het ontstaan van administratievelastendruk, een rol hebben in het terugdringen van wachttijden en een bijdrage kunnen leveren aan het verlichten van de druk op de ANW door te sturen op samenwerking tussen huisartsenposten, SEH's en ambulancediensten;

verzoekt de regering om samen met de zorgverzekeraars actief te sturen op verbetering van de punten van zorg die door huisartsen zijn aangedragen, met als doel om voor de zomer van 2023 aanzienlijke en merkbare verbetering te bewerkstelligen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kuzu, Den Haan, Agema, Tielen en Paulusma.

Zij krijgt nr. 1154 (29689).

De heer Kuzu (DENK):

En de laatste, voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat 190.000 mensen zijn aangemerkt als wanbetaler van de zorgverzekering;

overwegende dat in principe eenieder de premie voor de zorgverzekering moet voldoen en wanbetalers de solidariteit van het zorgstelsel ondermijnen;

voorts overwegende dat zich situaties kunnen voordoen waardoor mensen niet in staat zijn om hun zorgverzekeringspremie te voldoen;

constaterende dat dit in de praktijk kan leiden tot situaties waarbij een achterstallige rekening van €130 door incassokosten en/of deurwaarderskosten kan oplopen tot €650;

overwegende dat dit ertoe kan leiden dat een schuldenaar onmogelijk van de schulden afraakt;

verzoekt de minister van VWS om samen met de minister voor Armoedebeleid, Pensioenen en Participatie, de incassobranche, de Koninklijke Beroepsvereniging van Gerechtsdeurwaarders en zorgverzekeraars te onderzoeken hoe de wanbetalersregeling dusdanig verbeterd kan worden dat een achterstallige rekening niet kan leiden tot een excessieve vermeerdering van het basisbedrag, en de resultaten van dit onderzoek terug te koppelen aan de Kamer,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kuzu en Den Haan.

Zij krijgt nr. 1155 (29689).

Dank u wel. Een korte vraag van mevrouw Tielen.

Mevrouw Tielen (VVD):

Meneer Kuzu ging héél snel, maar volgens mij is de motie op stuk nr. 1154, die hij samen met mevrouw Den Haan indient, wel eentje waar ik ook graag mijn naam onder zou willen zetten. Dus dat zeg ik dan eventjes. Dat doe ik zo meteen buiten de orde van de vergadering even met meneer Kuzu.

De voorzitter:

Mevrouw Paulusma ook.

De heer Kuzu (DENK):

Zou ik die motie dan heel eventjes terug mogen?

De voorzitter:

Het wordt een soort handtekeningenactie nu.

De heer Kuzu (DENK):

O, het wordt gedaan door de griffie.

De voorzitter:

Wij doen dat. Agema, Tielen, Paulusma.

De heer Kuzu (DENK):

Mevrouw Tielen, mevrouw Paulusma, mevrouw Agema. Meneer Hijink, mevrouw Ellemeet, ook geïnteresseerd?

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Mevrouw Ellemeet van de fractie van GroenLinks.

Mevrouw Ellemeet (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. We hebben een goed debat gehad, een tijdje terug alweer, over de Zorgverzekeringswet. Ik heb daar aandacht gevraagd voor vooral vrouwen die bijvoorbeeld voor kanker behandeld worden en een pruik nodig hebben. Ik ben echt blij dat de minister dit zo oppakt en zegt: ik ga hierover in gesprek. Ik zou nog maar een keer willen benadrukken: het is al erg genoeg als je ziek bent, en als iedereen dat ook nog ziet, is dat nog heftiger. Ik zie nu ook weer in mijn omgeving wat voor een impact dit heeft en hoe belangrijk het is dat je dan een volledige vergoeding hebt voor een pruik. Dat zou toch het minste moeten zijn dat wij in Nederland regelen voor mensen die zo ernstig ziek zijn?

Verder sta ik onder de motie van mevrouw Paulusma, met een goede reden, want we vinden het allebei ontzettend belangrijk dat je ook als je minderjarig bent, toegang hebt tot alle vormen van zorg, en daar niet in beperkt wordt door de keuzes die je ouders maken.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dan mevrouw Den Haan van de Fractie Den Haan.

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):

Dank u wel, voorzitter. Ik heb twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de NZa aangeeft dat mensen die op een wachtlijst staan voor een behandeling nog niet genoeg gebruikmaken van zorgbemiddeling door hun zorgverzekeraar zodat ze sneller behandeld kunnen worden in een ander ziekenhuis, omdat ze hier simpelweg niet van op de hoogte zijn;

overwegende dat, naast de al bestaande wachtlijsten, er ook nog steeds inhaalzorg wacht die is ontstaan door de achterstanden die zijn opgelopen in de afgelopen twee jaar van de COVID-19-pandemie;

overwegende dat het van belang is dat deze inhaalzorg snel plaatsvindt en de wachtlijsten drastisch worden verkort;

verzoekt de regering te onderzoeken hoe binnen de privacyregelgeving de gegevens van wachtenden door zorgaanbieders kunnen worden doorgegeven aan de zorgverzekeraars zodat deze proactief aan wachtlijstbemiddeling kunnen gaan doen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Den Haan en Kuzu.

Zij krijgt nr. 1156 (29689).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat steeds meer mensen die met hoge zorgkosten kampen die niet meer kunnen opbrengen;

verzoekt de regering te komen met voorstellen om hulpmiddelen die door de arts worden voorgeschreven naar beneden te brengen of te maximeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Den Haan en Kuzu.

Zij krijgt nr. 1157 (29689).

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. De laatste spreker van de zijde van de Kamer is mevrouw Agema van de fractie van de Partij voor de Vrijheid. Die zien we niet. De heer Hijink.

De heer Hijink (SP):

Twee moties, voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat uit berekeningen van het ministerie van Volksgezondheid blijkt dat de nominale premie komend jaar fors dreigt te stijgen;

overwegende dat veel Nederlanders door de stijgende prijzen al moeite hebben om rond te komen;

verzoekt de regering om een stijging van de nominale premie in 2023 te voorkomen en de stijging van de zorguitgaven in plaats daarvan te financieren via de belastingen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Hijink en Ellemeet.

Zij krijgt nr. 1158 (29689).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat veel mensen moeite hebben om de kosten van zorg en bijkomende meerkosten te kunnen opbrengen en dat steeds meer mensen in de financiële problemen komen door de huidige inflatie;

van mening dat mensen die een eigen bijdrage voor zorg moeten betalen, financiële ruimte moeten overhouden voor basale zaken als ontspanning, kleding of het lidmaatschap van een vereniging;

verzoekt de regering om in overleg met patiëntenorganisaties de zak- en kleedgeldregeling te verhogen, zodat mensen meer financiële armslag hebben, en de Kamer hierover voor de begrotingsbehandeling te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Hijink.

Zij krijgt nr. 1159 (29689).

Dan mevrouw Agema van de PVV.

Mevrouw Agema (PVV):

Ik heb twee moties, voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering de coronazorgkosten toe te voegen aan de staatsschuld en niet af te wentelen op de zorgverzekeraars/zorgpremies,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Agema.

Zij krijgt nr. 1160 (29689).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering de rekening voor de inhaalzorg toe te voegen aan de staatsschuld en niet af te wentelen op de verzekeraars/zorgpremies,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Agema.

Zij krijgt nr. 1161 (29689).

Prima. Tot zover de termijn van de Kamer. Ik schors tweeënhalve minuut en dan gaan we luisteren naar de minister.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Het woord is aan de minister. We gaan er kort en puntig doorheen. Mag ik stilte in de zaal?

Minister Kuipers:

Voorzitter. Mijn appreciatie van de motie op stuk nr. 1151 is oordeel Kamer en dat geldt ook voor de motie op stuk nr. 1152.

Ten aanzien van de motie op stuk nr. 1153 is mijn verzoek om die aan te houden, wat ook geldt voor de motie op stuk nr. 1154. De argumentatie bij beide moties is dat we op dit moment bezig zijn met de huisartsen, de verzekeraars, de ziekenhuizen en andere partijen om te kijken of we kunnen komen tot een Integraal Zorgakkoord. Ik hoop uw Kamer daar na het reces over te kunnen informeren. Onderwerpen zoals tijd voor een patiënt en de registratielast zijnde een administratieve last zijn nadrukkelijk onderwerp van gesprek in het overleg over dat Integraal Zorgakkoord.

De voorzitter:

Verzoek aan de heer Kuzu om de moties op de stukken nrs. 1153 en 1154 aan te houden.

De heer Kuzu (DENK):

Tijdens het commissiedebat hebben we het inderdaad gehad over het Integraal Zorgakkoord. De minister zei in dat debat het overleg daarover voor de zomer afgerond te hebben. De minister zegt toe dat hij er na de zomer op terugkomt. De motie op stuk nr. 1153 wil ik dan ook aanhouden, maar de motie op stuk nr. 1154 wil ik wel in stemming brengen, omdat die ook verdergaat.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Kuzu stel ik voor zijn motie (29689, nr. 1153) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Wat is uw oordeel over de motie op stuk nr. 1154, minister?

Minister Kuipers:

Dan zet ik mezelf klem in het overleg over het Integraal Zorgakkoord. Ik ben het geheel eens dat we moeten zorgen dat de administratieve lasten naar beneden gaan. Dat zal via allerlei verschillende routes moeten, maar waar het gaat om de route die in deze motie specifiek is aangegeven moet ik tot het oordeel ontraden komen.

De voorzitter:

Ja. Dan de motie op stuk nr. 1155.

Minister Kuipers:

De motie op stuk nr. 1155 moet ik eveneens ontraden. Er vindt al een onderzoek plaats naar de effectiviteit van de wanbetalersregeling en de bestuursrechtelijke opslag. In het najaar ontvangt u daar een brief over.

De motie op stuk nr. 1156 geef ik oordeel Kamer. De motie op stuk nr. 1157 is ontraden. Ik ga eerst monitoren wat de effecten zijn van de stapeling. Ik refereer ook aan de brief die in het najaar komt.

De motie op stuk nr. 1158 is ontraden. De motie op stuk nr. 1159 is eveneens ontraden. De motie op stuk nr. 1160 ontraden. Coronakosten zijn zorgkosten. De motie op stuk nr. 1161 is eveneens ontraden. Hetzelfde geldt voor de inhaalzorgkosten; dat zijn zorgkosten.

De voorzitter:

Prima. Een vraag nog van mevrouw Agema.

Mevrouw Agema (PVV):

De Tozo, toch snelregelingen, zijn toegevoegd aan de staatsschuld. Daarvan kan ook de redenering zijn: ja, maar dat zijn kosten voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Dat is gelukkig niet gebeurd, dat is gelukkig niet op de begroting van Sociale Zaken en Werkgelegenheid terechtgekomen maar op de staatsschuld. Dus waarom is dan de redenering bij VWS dat coronazorgkosten zorgkosten zijn en dat ze dan wel bij VWS moeten worden afgetikt?

Minister Kuipers:

Omdat ze ook via de systematiek van de zorgkosten lopen. Het zijn zorgkosten, ze zijn ook als zodanig gefinancierd en ze worden ook voor het komende jaar weer meegenomen in de overall zorgkosten.

De voorzitter:

Prima, dank u wel. Dank ook voor uw bondigheid. Tot zover dit debat.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Vanavond stemmen wij over deze moties, zoals we vanavond stemmen over alle moties die vandaag zijn ingediend.

Naar boven