56 Politie

Aan de orde is het tweeminutendebat Politie (CD d.d. 07/07).

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat Politie. Het commissiedebat vond eerder vandaag plaats. We hebben acht deelnemers van de zijde van de Kamer. De eerste is de heer Azarkan zelf, van de fractie van DENK.

De heer Azarkan (DENK):

Zeker, voorzitter. Ik ben er klaar voor. Dank aan de minister voor de beantwoording vandaag in het debat dat we hebben gevoerd. Ik heb een drietal moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in de eerste fase van de klachtenprocedure ruim 90% wordt afgehandeld door de politie zonder dat de klachtencommissie hieraan te pas komt;

overwegende dat veel burgers weinig vertrouwen hebben in de klachtenprocedure en vinden dat de huidige klachtenprocedure een hoog "de slager keurt zijn eigen vlees"-gehalte heeft;

verzoekt de regering om te onderzoeken op welke wijze de klachtenprocedure onafhankelijker gemaakt kan worden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Azarkan.

Zij krijgt nr. 1103 (29628).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Kamer motie 29628, nr. 1036, over tweemaal per jaar de Kamer informeren over een analyse van de door Proco-app verzamelde gegevens ten aanzien van "professioneel controleren" heeft aangenomen en de politie en het CBS stellen dat het mogelijk is om hun datasets aan elkaar te koppelen ten behoeve van een dergelijke analyse;

overwegende dat de minister zich onvoldoende heeft ingezet om deze motie met prioriteit uit te voeren en het argument dat "de politie beziet op welke termijn zij hier prioriteit aan zullen geven" geen accurate uitvoering van de aangenomen motie is;

verzoekt de regering om erop toe te zien dat de door de Kamer aangenomen motie 29628, nr. 1036, met prioriteit door de politie wordt uitgevoerd en om de eerste analyse van de door de Proco-app verzamelde gegevens ten aanzien van "professioneel controleren" voor het begrotingsdebat JenV te delen met de Kamer,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Azarkan.

Zij krijgt nr. 1104 (29628).

De heer Azarkan (DENK):

Tot slot, voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat uit onderzoek van de Politieacademie is gebleken dat slechts 4 op de 100 agenten het handelingskader professioneel controleren kent en dit onderzoek naar de bekendheid van het handelingskader eind 2022 herhaald zal worden;

overwegende dat de minister onvoldoende inspanning heeft verricht om de bekendheid van het handelingskader structureel te verhogen en af te raken van het vrijblijvende karakter van het handelingskader;

verzoekt de regering om meer inspanning te verrichten, om op de kortst mogelijke termijn te bewerkstelligen dat iedere agent het handelingskader professioneel controleren kent en de Proco-app gebruikt en om met een plan van aanpak te komen hierover, en dit voor het JenV-begrotingsdebat te delen met de Kamer,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Azarkan.

Zij krijgt nr. 1105 (29628).

De heer Azarkan (DENK):

Dat was mijn bijdrage voor vandaag. Dank ook voor het voorzitten.

De voorzitter:

Mevrouw Van der Werf van de fractie van D66.

Mevrouw Van der Werf (D66):

Voorzitter. Ik wil de minister allereerst bedanken voor het constructieve debat vanochtend en voor een aantal toezeggingen die zij gedaan heeft over het verbreden en vergroten van de politiecapaciteit. Ik wil graag één motie indienen. Daarbij heb ik nog de korte vraag aan de minister dat ik hoop dat wij hier echt zo snel mogelijk werk van kunnen maken en dat wij wellicht voor de begroting van volgend jaar al hierover al geïnformeerd kunnen worden.

Dan nu de motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de politie al jaren worstelt met grote personeelstekorten en naar verwachting pas in 2024-2025 weer op sterkte zal zijn, waarbij de beloofde extra 700 fte nog niet zijn meegerekend;

van mening dat de politie tot die tijd alles zou moeten doen om enerzijds zijinstroom te verhogen en anderzijds om bestaande krachten vast te houden;

constaterende dat er nu geen ruimte is om af te wijken van het Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie (LFNP), waardoor tal van potentiële zijinstromers die niet geheel aan de functieprofielen uit het LFNP voldoen, nu uit de organisatie geweerd worden en waardoor agenten die niet kunnen doorgroeien, de organisatie verlaten;

verzoekt de regering te onderzoeken op welke manier meer maatwerk en flexibiliteit gecreëerd kan worden in het personeelsbeleid en het LFNP, en daarbij expliciet te onderzoeken of er naar voorbeeld van Defensie een Bureau Bijzondere Instroom kan worden ingesteld, dat zich specifiek richt op kandidaten met potentie voor de politie die niet binnen de reguliere trajecten passen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Werf.

Zij krijgt nr. 1106 (29628).

Dank u wel. Mevrouw Mutluer van de fractie van de Partij van de Arbeid.

Mevrouw Mutluer (PvdA):

Dank je wel, voorzitter. De politiemensen gaan ons erg aan het hart. Daarom dien ik twee moties in om de politieorganisatie verder te optimaliseren en te verbeteren. De eerste motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat door de Hogeschool Leiden recent onderzoek is gedaan onder de jonge aanwas bij de politie naar de motieven om bij de politie te vertrekken, en deze bevindingen in het rapport Daarom stappen ze op zijn opgenomen;

constaterende dat uit dit rapport blijkt dat nieuwkomers met een migratieachtergrond zich buitengesloten voelen;

van mening dat er nooit iemand op grond van kleur, afkomst of geaardheid mag worden uitgesloten;

constaterende dat in het rapport aanbevelingen staan om het vroegtijdig stoppen van deze nieuwkomers met de opleiding te voorkomen, zoals het verbeteren van de kwaliteit van de docenten en de begeleiders van agenten in opleiding, en het in de opleiding meer aandacht geven aan diversiteit;

verzoekt de regering om in samenspraak met de politieorganisatie de aanbevelingen uit het rapport Daarom stappen ze op uit te werken in het plan van aanpak discriminatie, en de Kamer daarover het liefst voor het discriminatiedebat te rapporteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Mutluer, Azarkan, Ellemeet en Van Nispen.

Zij krijgt nr. 1107 (29628).

Mevrouw Mutluer (PvdA):

Voorzitter. Dan mijn volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Landelijke Eenheid wordt opgesplitst in twee gelijkwaardige eenheden: een voor de landelijke operaties en een voor de opsporing;

constaterende dat we naast de Landelijke Eenheid Opsporing sinds kort ook een Nationale Samenwerking tegen Ondermijnende Criminaliteit hebben, het afgeschaalde MIT;

van mening dat met de Landelijke Eenheid Opsporing naast de Nationale Samenwerking tegen Ondermijnende Criminaliteit een versnippering kan ontstaan met eigen sturing en middelen;

constaterende dat de politieorganisatie in het najaar met een transitieplan komt;

verzoekt de regering om de politieorganisatie op te dragen om in het transitieplan tevens mee te nemen of en in hoeverre de Nationale Samenwerking tegen Ondermijnende Criminaliteit kan worden geïntegreerd in de Landelijke Eenheid Opsporing dan wel hoe die samenwerking concreet vorm krijgt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Mutluer en Ellemeet.

Zij krijgt nr. 1108 (29628).

Dank u wel. Dan mevrouw Simons van de fractie van BIJ1.

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):

Dank u, voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de politie naar aanleiding van de documentaire De blauwe familie heeft besloten om over te gaan naar een "one strike out"-beleid, waarin geen ruimte mag zijn voor racisme en andere vormen van discriminatie en deze misstanden directe consequenties moeten krijgen;

overwegende dat het voor de veiligheid van mensen binnen en buiten de organisatie van groot belang is dat dit geen holle frase blijkt en dat dergelijk beleid actief wordt gehandhaafd;

verzoekt de regering om actief toe te zien op de implementatie en handhaving van het aangekondigde "one strike out"-beleid binnen de politieorganisatie en hier met enige regelmaat over te rapporteren aan de Kamer,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Sylvana Simons.

Zij krijgt nr. 1109 (29628).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het eindrapport van de commissie-Schneiders met verschillende aanbevelingen is gekomen die door de minister worden geïmplementeerd;

van mening dat er naar aanleiding van recente bevindingen meer nodig is om de veiligheid van mensen binnen en buiten de organisatie te waarborgen;

verzoekt de regering om tijdens de aanbevolen en aankomende transitie binnen de politieorganisatie de kennis van maatschappelijke organisaties als Controle Alt Delete en ervaringsdeskundigen zoals gezien in De blauwe familie als uitgangspunt te nemen ter bevordering van de interne veiligheid,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Sylvana Simons.

Zij krijgt nr. 1110 (29628).

Dank u wel. Mevrouw Helder van de fractie van de PVV.

Mevrouw Helder (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Vanaf deze plek wil ik mijn respect en waardering uitspreken voor alle agenten die dag in, dag uit in deze roerige tijd hun uiterste best doen om ons allen veilig te houden en soms zelfs diensten van 21 uur draaien.

Voorzitter. Ik heb zelf geen moties, want de moties die ik eerder heb ingediend of mede heb ingediend, zijn aangenomen. Daar ben ik natuurlijk heel blij mee. Minder blij ben ik met het feit dat deze moties nodig zijn geweest. Dat verwijt ik de korpsleiding. Als zij voor hun mensen hadden gestaan, dan waren deze moties niet nodig geweest. Ik zal de nakoming daarvan dan ook scherp in de gaten blijven houden.

In dat kader heb ik nog wel een vraag aan de minister. Ik heb deze vraag vanochtend niet gesteld. Kan de minister garanderen dat de huidige politiechef van de Landelijke Eenheid alle ruimte krijgt om aan de conclusies en aanbevelingen in de diverse rapporten te kunnen voldoen, zonder dat daar vanuit de korpsleiding beperkingen worden opgelegd?

Dank u wel.

De voorzitter:

Prima, dank u wel. De heer Van Nispen van de SP.

De heer Van Nispen (SP):

Voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de beoogde instroomcijfers niet gehaald worden en de uitstroom naar verwachting hoger zal zijn dan verwacht;

constaterende dat het politiekorps in de aankomende jaren een andere samenstelling zal hebben omdat er meer aspiranten zullen zijn en minder ervaren agenten;

constaterende dat vanwege de toenemende spanningen in de samenleving en diverse extra werkzaamheden zoals rondom cybercrime en bewaken en beveiligen de taken van de politie in de afgelopen jaren zijn veranderd;

verzoekt de regering met een realistische visie te komen over hoe de politie er in 2024 uit zal zien, waarbij onder meer de samenstelling van het korps, de huidige druk op de Politieacademie en het huidige en gewenste takenpakket worden meegenomen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Nispen.

Zij krijgt nr. 1111 (29628).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de commissie-Schneiders in het onderzoek naar problemen binnen de Landelijke Eenheid aanbevelingen doet over een cultuurverandering binnen de politietop en de regering bevestigt dat er binnen de politietop mensen zullen moeten worden ontslagen;

overwegende dat meerdere rapporten en incidenten structurele problemen hebben blootgelegd met betrekking tot de leiderschapscultuur binnen de nationale politie;

overwegende dat bij goed bestuur transparantie hoort over welke netwerken er betrokken zijn bij het maken van beleidsmatige keuzes;

constaterende dat onder andere door Hogeschool Saxion, het ministerie van Binnenlandse Zaken en het RIEC een project met weerbaarheidsscans is ontwikkeld voor decentrale overheden om netwerken in kaart te brengen zodat netwerkcorruptie kan worden voorkomen;

verzoekt de regering deze weerbaarheidsscan ook uit te voeren bij de politie,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Nispen en Mutluer.

Zij krijgt nr. 1112 (29628).

De heer Van Nispen (SP):

Ten slotte, voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de commissie-Schneiders tot de conclusie komt dat een deel van de problemen bij de Landelijke Eenheid te herleiden zijn tot de periode van de vorming van de nationale politie;

constaterende dat ook vele onderzoeken laten zien dat de politieorganisatie nog altijd niet op orde is en ook daarin veelal wordt verwezen naar de vorming van de nationale politie;

overwegende dat onafhankelijk onderzoek naar de vorming van de nationale politie inzicht kan geven in hoe problemen binnen de huidige politieorganisatie zijn ontstaan en eventueel een oplossingsrichting kunnen bieden om dergelijke problemen op te lossen en/of te voorkomen;

verzoekt de regering een onafhankelijk onderzoek uit te laten voeren naar de vorming van de nationale politie,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Nispen.

Zij krijgt nr. 1113 (29628).

Dank u wel. De laatste spreker van de zijde van de Kamer is mevrouw Van der Plas van de fractie van BBB.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Als ik mijn leesbril op heb en die trap afloop, dan voel ik me net of ik dronken ben. Dit is dus ook een leesbril en geen gewone bril. Zo loop ik dus altijd een beetje.

De voorzitter:

Klinken uw moties ook alsof u dronken bent?

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Nee. Nou ja, let maar op.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Landelijke Eenheid een grote herstructurering en herschikking tegemoetgaat;

overwegende dat dit kosten met zich meebrengt;

constaterende dat deze kosten kunnen drukken op de gelden die beschikbaar en nodig zijn voor de reguliere werkzaamheden van de Landelijke Eenheid;

verzoekt het kabinet om er bij de eerstvolgende begroting voor te zorgen dat er extra financiële middelen beschikbaar worden gesteld, zodat de reguliere werkzaamheden van de Landelijke Eenheid niet onder druk komen te staan gedurende de herschikking en herstructurering van de Landelijke Eenheid,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Plas.

Zij krijgt nr. 1114 (29628).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het rapport van de commissie-Schneiders over de Landelijke Eenheid van de politie ook aanbevelingen doet richting de organisatie op het gebied van bewaken en beveiligen van bewindspersonen, politici en kwetsbare personen;

overwegende dat de uitwerking van de aanbevelingen in dit rapport een lang proces is, maar er door recente ontwikkelingen een verhoogde behoefte is om dit snel op orde te hebben;

verzoekt de regering de aanbevelingen van de commissie-Schneiders op het gebied van bewaken en beveiligen op de snelst mogelijke termijn te evalueren en zo nodig over te nemen en tot uitvoering te brengen, en de Kamer hier voor 1 september over te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Plas.

Zij krijgt nr. 1115 (29628).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het uitvoeren van stikstofreductieplannen van het kabinet zal resulteren in mogelijke leegstand van agrarische bedrijven;

overwegende dat dit zal leiden tot meer afgelegen leegstaande panden;

overwegende dat er in deze gebieden vaak al weinig handhaving is;

constaterende dat de combinatie van leegstand en weinig handhaving ondermijning en criminaliteit in de hand kan werken;

verzoekt de regering om de provincies te stimuleren in de plannen tot stikstofreductie per gebied rekening te houden met de gevolgen die leegloop/leegstand van agrarische bedrijven gaat hebben op de regionale veiligheid, ondermijning en sociale controle,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Plas.

Zij krijgt nr. 1116 (29628).

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Mijn laatste seconde wil ik graag gebruiken om het Openbaar Ministerie te complimenteren met het zeer snelle en zorgvuldige onderzoek naar Jouke, de Friese jonge boer. Ik heb begrepen dat de zaak tegen hem geseponeerd wordt, omdat er geen strafbare feiten zijn geconstateerd. Heel goed dat dat zo snel duidelijk is geworden, en dat die familie op dit moment rust kan krijgen.

Dank u wel.

De voorzitter:

Heel goed. Dank u wel. Hoeveel tijd heeft de minister nodig? Ik schors vijf minuten. Dat komt goed uit, want onze fotokopieerapparaten zijn opgeblazen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Het woord is aan de minister.

Minister Yeşilgöz-Zegerius:

Dank u wel, voorzitter. Ook dank voor de moties. Ik ga er snel doorheen, als dat mag. De eerste motie, de motie op stuk nr. 1103, van de heer Azarkan krijgt oordeel Kamer, met de opmerking erbij dat dit al onderdeel is van beleid. Eigenlijk zou ik de motie willen overnemen; volgens mij is dat de bedoeling als iets al staand beleid is. Het betreft in ieder geval Veiligheid, Integriteit en Klachten, de VIK. Ik zou de motie dus het liefst willen overnemen. Als de heer Azarkan dat goedvindt, dan doe ik dat.

De voorzitter:

De heer Azarkan zegt "zeker". Niemand heeft daar bezwaar tegen, dus dan gaan we er niet over stemmen.

De motie-Azarkan (29628, nr. 1103) is overgenomen.

Minister Yeşilgöz-Zegerius:

Dat scheelt straks misschien nog voor u.

Dan de motie op stuk nr. 1104 van de heer Azarkan. Deze krijgt oordeel Kamer. Dit gaat alleen niet lukken voor het begrotingsdebat, want het onderzoek wordt voorjaar 2023 opgeleverd. Daar zal dus iets meer tijd voor nodig zijn. Ik kan het dictum dus niet letterlijk uitvoeren, maar oordeel Kamer.

De motie op stuk nr. 1105 krijgt ook oordeel Kamer.

De motie op stuk nr. 1106 van mevrouw Van der Werf krijgt oordeel Kamer. Zij vroeg of dat lukt voor de begroting. We kunnen dan in ieder geval de contouren leveren. Als mevrouw Van der Werf accepteert dat we dan kijken hoever we zijn, dan gaan wij ons best doen om voor de begroting de contouren te leveren. Zoals vanochtend in het debat gezegd — maar dat is niet haar vraag geweest — zal dat niet een kopie zijn van Bureau Bijzondere Instroom, maar gaan we kijken hoe we het voor de politie kunnen onderzoeken en toepasbaar kunnen maken. Als ik die ruimte heb, lever ik in ieder geval de contouren voor de begroting. Ik streef ernaar om dat dan zo concreet mogelijk te hebben. Dan kijken we hoever we zijn en wat daarna nog nodig is.

De motie op stuk nr. 1107 van mevrouw Mutluer en collega's krijgt oordeel Kamer. De algemene aanbevelingen nemen we mee in het Plan van aanpak discriminatie. Dat zal niet per se voor het discriminatiedebat zijn. Ik dacht dat dat wel de vraag was in de inbreng. Dit even voor de context. Aan het plan van aanpak wordt hard gewerkt.

De motie op stuk nr. 1108 wordt ontraden. Het is goed om daar even drie zinnen aan te wijden. De Nationale Samenwerking tegen Ondermijnende Criminaliteit bestaat uit zes moederorganisaties: politie, OM, Douane, KMar, FIOD en Belastingdienst. Als je die zou integreren in de LE, dan bestaat het weer alleen uit politie. De bedoeling van de NSOC is juist dat ze apart werk doen, wat van toegevoegde waarde is voor de opsporing bij de Landelijke Eenheid. Dat is ook nadrukkelijk wat men bij de Landelijke Eenheid vraagt en nodig heeft, en ook bij de andere moederorganisaties. De hele functie van de NSOC zou hiermee dus verdwijnen. Het is echt een samenwerkingsverband, waarmee informatie gedeeld kan worden en waarmee fenomenen in kaart gebracht kunnen worden, die dan weer bij de politie, maar ook bij de Douane en de Belastingdienst, gebruikt kunnen worden. Als je dit zou doen, verdwijnt eigenlijk het hele doel. Dat zal ons niet helpen in de aanpak van ondermijning. De motie krijgt dus het oordeel "ontraden".

De motie op stuk nr. 1109 van mevrouw Simons krijgt oordeel Kamer. We komen daarop terug in het halfjaarbericht.

De voorzitter:

Mevrouw Mutluer alsnog.

Mevrouw Mutluer (PvdA):

Ja, ik heb nog heel kort een vraag aan de minister. Wij als Kamer hebben wel het recht om dat verschil tussen de NSOC, de Nationale Samenwerking, en de nieuwe Landelijke Eenheid opsporing, die de FBI van Nederland wordt, te kennen. Het is zaak om die samenwerking goed te hebben en het is zaak dat er geen eilandjes en koninkrijkjes komen. Eigenlijk was dat de vraag van Schneiders: ik wil dat u dat in beeld brengt. Dat is het enige verzoek middels deze motie.

Minister Yeşilgöz-Zegerius:

De motie helpt daar dan niet bij. De motie werkt de hele opzet van de NSOC en van de opsporingstak van de Landelijke Eenheid juist tegen. Op dit moment wordt door de Nationale Samenwerking tegen Ondermijnende Criminaliteit de aanpak in kaart gebracht. Zij hebben heel duidelijk gedefinieerd welke onderdelen zij zullen gaan onderzoeken, waar zij zich komend anderhalf jaar op zullen richten en met wat voor soort resultaten zij zullen komen om bijvoorbeeld de opsporing te helpen. Zij zijn nu dus bezig met een nieuw plan. Mevrouw Mutluer weet dat daar een directeur bij wordt gezocht. Op het moment dat dat er is, worden die twee dingen naast elkaar gelegd, niet alleen bij de Landelijke Eenheid, maar ook bij de FIOD, de Douane en de Belastingdienst, en dan zien we de toegevoegde waarde. Dat is de afspraak die we met elkaar hebben. Ik voeg daar één zin aan toe: als we op een gegeven moment merken dat het niet goed werkt, dan gaan we bijsturen of het anders doen. Daar zijn we zelf allemaal bij. Ik zou haar eigenlijk willen aanraden om deze motie niet in te dienen, als haar bedoeling was dat wat zij zegt.

De voorzitter:

Maar die is wel ingediend. Dan de motie op stuk nr. 1110.

Minister Yeşilgöz-Zegerius:

Ik doe maar wat suggesties.

Dan de motie op stuk nr. 1109 van mevrouw Simons. Ik had al gezegd: oordeel Kamer, halfjaarbericht.

Dan de motie op stuk nr. 1110. Die krijgt van mij ontraden, ook om de formulering. Ze zegt "om als uitgangspunt te nemen". Er wordt uiteraard, moet ik zeggen, gesproken met stakeholders, ook met stakeholders die hier genoemd worden, maar dat is niet het enige uitgangspunt. Dus de motie is in die zin te beperkt of te strak geformuleerd.

Dan de motie van de heer Van Nispen. Die krijgt oordeel Kamer. De motie op stuk nr. 1111 …

De voorzitter:

Er is nog even een vraag van mevrouw Simons.

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):

Als ik de minister goed begrijp, zou zij heel blij zijn als ik het woord "mede" toevoeg, dus "mede als uitgangspunt". Ik ben natuurlijk niet bekend met de andere uitgangspunten die zij wil nemen om tot deze actie te komen, maar als ik op die manier een positief oordeel kan krijgen, dan ben ik daartoe zeker bereid.

Minister Yeşilgöz-Zegerius:

Als we het woord "uitgangspunt" weglaten en "mede" betrekken — want er zijn natuurlijk veel meer stakeholders en veel meer afwegingen die je moet nemen — dan begrijp ik, denk ik, waar ze naar op zoek is. Daar zou ik dan iets meer mee kunnen.

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):

Wat is in dit geval dan de beste route, als ik inderdaad genegen ben dat aan te passen? Ik moet nog even nadenken over deze suggestie, maar wat doe ik dan?

De voorzitter:

Dan moet u heel snel een aangepaste motie onze kant op laten gaan.

Minister Yeşilgöz-Zegerius:

Wat ook een optie is — even als suggestie — is om haar nu even aan te houden en haar vlak na het reces in te dienen, want dan heb ik ook kunnen kijken en er nog een reactie op kunnen geven als de motie heel erg aangepast is. Dat is dus ook nog een optie, maar dat laat ik aan mevrouw Simons.

De voorzitter:

Wat gaat u doen?

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):

Ik ga deze motie herformuleren en dan breng ik haar z.s.m. bij u.

De voorzitter:

Heel snel, want we gaan over een uurtje natuurlijk stemmen.

Minister Yeşilgöz-Zegerius:

Als het "mede meegewogen" wordt, dan geef ik 'r oordeel Kamer. Is het een hele andere formulering, dan houd ik het oordeel op "ontraden". Dan doen we het even zo.

Dan de motie op stuk nr. 1111 van de heer Van Nispen. Die krijgt oordeel Kamer. Ik zal proberen die voor de begrotingsbehandeling vorm te geven.

Dan de motie op stuk nr. 1112. Die krijgt ontraden. In de eerste overweging spreekt de heer Van Nispen over ontslag. Zo stellig kunnen we dat niet zeggen. Zo hebben we het vanochtend niet besproken en zo staat het ook niet in de aanbevelingen. Ik hecht er dus wel aan om dat zo te zeggen. We hebben ook vanochtend met elkaar gedeeld: ook dit gaat over mensen met wie we zorgvuldig moeten omgaan. Als de heer Van Nispen dat deel zou willen aanpassen — dan gaan we volgens mij ook wat zorgvuldiger om met dit onderwerp — dan kan ik oordeel Kamer geven. De scan wordt nu in een pilot namelijk beproefd. Daar kan ik een heel eind in mee komen.

De heer Van Nispen (SP):

Ik denk dat ik de minister gelijk moet geven. Dit gaat over een constatering, dus het dictum blijft staan. Bij de eerste constatering zou ik willen eindigen met "mensen zullen moeten vertrekken", of iets in die richting. Het gaat inderdaad niet om ontslag in juridische zin; dat is correct.

Minister Yeşilgöz-Zegerius:

Maar, als ik mag, voorzitter, dat is nog steeds te stellig. Het gaat over mensen. Kunnen we niet doen … Kan het niet gewoon …

De heer Van Nispen (SP):

Ik schrap de hele …

Minister Yeşilgöz-Zegerius:

… aanbevelingen en cultuurverandering; punt.

De heer Van Nispen (SP):

Ik heb een oplossing. Ik kan die eerste constatering in zijn geheel schrappen. Dan blijft de motie nog steeds overeind.

Minister Yeşilgöz-Zegerius:

Eens.

De heer Van Nispen (SP):

Kan het dan ter plekke of moet ik dat per mail bevestigen?

De voorzitter:

Wij zorgen voor de gewijzigde motie.

De voorzitter:

De motie-Van Nispen/Mutluer (29628, nr. 1112) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat meerdere rapporten en incidenten structurele problemen hebben blootgelegd met betrekking tot de leiderschapscultuur binnen de nationale politie;

overwegende dat bij goed bestuur transparantie hoort over welke netwerken er betrokken zijn bij het maken van beleidsmatige keuzes;

constaterende dat er onder andere door Hogeschool Saxion, het ministerie van Binnenlandse Zaken en het RIEC een project met weerbaarheidsscans is ontwikkeld voor decentrale overheden om netwerken in kaart te brengen zodat netwerkcorruptie kan worden voorkomen;

verzoekt de regering deze weerbaarheidsscan ook uit te voeren bij de politie,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt nr. 117, was nr. 112 (29628).

Minister Yeşilgöz-Zegerius:

Dan verdwijnt de hele eerste constatering. Daarmee geef ik oordeel Kamer.

Dan hebben we de motie op stuk nr. 1113. Die ga ik ontraden. Er is een evaluatie geweest van de commissie Politiewet in november 2017. Wij zijn nu terecht bezig met vooruitkijken, denk ik.

Dan de motie op stuk nr. 1114 van mevrouw Van der Plas. Er zijn drie elementen waardoor ik deze motie ontraad. Ten eerste is vanuit de motie-Hermans 20 miljoen gereserveerd voor de aanpassing van de Landelijke Eenheid, dus daar hebben we nu geld voor. Dit najaar, na de zomer, verwacht ik van de korpschef de transitieplannen: hoe gaan we het vormgeven? Dan heb ik ook scherper wat het überhaupt zou gaan kosten. Er is dus al geld. Ik weet ook niet precies wat het gaat kosten. In de transitieplannen krijg ik meer houvast daarbij. Dan weten we of het binnen die 20 miljoen kan of niet. Zo niet, dan moeten we kijken hoe je het wel passend krijgt of waar we het dan met elkaar over hebben. Ten slotte heb ik hier ook geen dekking meegekregen van de Kamer. Maar er is dus al geld en we hebben de transitieplannen nog niet. Om die reden zou ik dus zeggen: nu ontraden; laten we eerst eens kijken hoever we komen met die 20 miljoen en wat de plannen zijn.

Dan heb ik de laatste motie. Dat is de motie op stuk nr. 1116, ook van mevrouw Van der Plas. Deze gaat zo buiten de scope van het debat dat ik haar ook "ontraden" moet geven, omdat ik geen idee heb en niet kan overzien hoe het precies staat met de stikstofreductie per gebied en per provincie, en de elementen die mijn domein zouden raken. Om die reden geef ik de motie "ontraden".

De voorzitter:

Eén korte vraag, mevrouw Van der Plas.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

De motie hiervoor houd ik aan.

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Van der Plas stel ik voor haar motie (29628, nr. 1115) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Voor de rest ga ik met deze minister inderdaad niet over stikstof discussiëren, op dit moment.

Minister Yeşilgöz-Zegerius:

Dank voor die dreigende woorden, maar ...

De voorzitter:

Heel goed. Tot zover over …

Minister Yeşilgöz-Zegerius:

Nee, nee, sorry, ik heb nog één vraag van mevrouw Helder. Die wil graag de bevestiging dat de politiechef van de Landelijke Eenheid alle ruimte en vrijheid krijgt om zijn werk goed te doen, als ik het zo mag interpreteren, want uiteindelijk zal hij dat natuurlijk ook in overleg met de korpsleiding en met mij moeten doen. Maar ik zie dat mevrouw Helder graag een bevestiging wil dat er alle ruimte voor is om met die aanbevelingen aan de slag te gaan. Mede namens de korpsleiding kan ik ja zeggen. Het is ontzettend belangrijk dat dat kan.

De voorzitter:

Eén korte vraag van mevrouw Helder nog.

Mevrouw Helder (PVV):

Ik had expliciet gevraagd om ruimte voor de conclusies en de aanbevelingen.

Minister Yeşilgöz-Zegerius:

We gaan ze omarmen en daar vol mee aan de slag.

De voorzitter:

Prima. Dan gaat mevrouw Helder ook weer fluitend het reces in. Hartelijk dank aan de minister. Fijn dat u bij ons was. We wensen u een prettig reces.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Vanavond nog gaan wij stemmen over de moties. Ik schors een enkel ogenblik en dan gaan we het historische laatste debat doen van dit jaar.

De vergadering wordt van 21.09 uur tot 21.11 uur geschorst.

Naar boven