48 Nederlandse inzet VN-Biodiversiteitsverdrag

Nederlandse inzet VN-Biodiversiteitsverdrag

Aan de orde is het tweeminutendebat Nederlandse inzet met betrekking tot het VN-Biodiversiteitsverdrag (CD d.d. 13/04).

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat Nederlandse inzet met betrekking tot het VN-Biodiversiteitsverdrag. Het commissiedebat vond plaats op 13 april jongstleden. Dat is alweer een tijdje geleden. We hebben vier sprekers van de zijde van de Kamer. De eerste is mevrouw Teunissen van de fractie van de Partij voor de Dieren. Zij heeft, zoals iedereen, twee minuten spreektijd. Ik heet de minister voor Natuur en Stikstof en de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking natuurlijk van harte welkom. Fijn dat u bij ons bent. Het woord is aan mevrouw Teunissen.

Mevrouw Teunissen (PvdD):

Voorzitter, dank u wel. Het Biodiversiteitsverdrag is als het klimaatakkoord van Parijs. Het is van belang voor de hele wereld. Het is van belang dat wij onze voetafdruk drastisch verminderen om het grote verlies aan biodiversiteit terug te dringen, een halt toe te roepen, en de biodiversiteit te verbeteren. Helaas is de inzet van Nederland voor een goed verdrag nog steeds veel te mager, vindt de Partij voor de Dieren. In het debat hebben we ertoe opgeroepen om echt met afrekenbare doelen te komen. Die ontbreken nu. Ook via moties wil ik proberen om de inzet van Nederland voor het verdrag te vergroten. Daarom allereerst deze motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de regering van plan is de Nederlandse voetafdruk te halveren maar dat er nog te weinig duidelijk is over hoe zij dit gaat doen;

overwegende dat de Nederlandse consumptie en productie een impact hebben op de mondiale biodiversiteit, klimaat, water, klimaatrechtvaardigheid en leefomstandigheden;

verzoekt de regering met een roadmap te komen, met duidelijke tussenstappen die zij gaat zetten om ten minste tot halvering van de mondiale voetafdruk van Nederland te komen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Teunissen.

Zij krijgt nr. 141 (26407).

Mevrouw Teunissen (PvdD):

De tweede motie, voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de geïndustrialiseerde veehouderij en overmatige vleesconsumptie belangrijke aanjagers zijn van de mondiale biodiversiteitscrisis;

constaterende dat het bevorderen van een plantaardig voedselpatroon een van de hoofdoplossingen is in de strijd tegen de mondiale biodiversiteitscrisis;

verzoekt de regering om tijdens de onderhandelingen over het VN-Biodiversiteitsverdrag actief te pleiten voor het opnemen van een transitie naar een meer plantaardig dieet,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Teunissen.

Zij krijgt nr. 142 (26407).

Mevrouw Teunissen (PvdD):

Dank u wel.

De voorzitter:

U bedankt. Dan de heer Tjeerd de Groot van de fractie van D66.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Voorzitter. We hebben geen tijd te verliezen. Begin 2019 werd een motie van D66 aangenomen die pleit voor een "Parijs voor de natuur". Jammer genoeg is dit akkoord er drie jaar later nog steeds niet. De onderhandelingen gaan niet zoals gehoopt. Dat is zorgelijk. Ik ben wel blij om te vernemen dat dit niet ligt aan de inzet van de minister. Daarom geen moties van de kant van D66, maar wel een aantal vragen.

In de eerste plaats: delegatie. De minister heeft toegezegd met een passende kabinetsdelegatie naar de VN-top te gaan. Helaas hebben de minister-president en de minister voor Buitenlandse Handel geen tijd om mee te gaan. Dat was niet de strekking van deze toezegging. Is de minister bereid nogmaals bij de minister-president aan te dringen om aan te sluiten bij de delegatie?

Twee: de subsidies. Het is mooi dat de minister onderzoekt of schadelijke subsidies voor natuur en biodiversiteit kunnen worden beëindigd. Hulde daarvoor. Er wordt nu eerst gekeken wat de definitie van "schadelijk" is. Dat is begrijpelijk, maar ik ben toch benieuwd naar een tijdpad. Hoe snel kunnen we de beëindiging van deze subsidies verwachten?

Voorzitter. Dan de nationale implementatie, want ook in Nederland is het nodige te doen, zeker na afloop van COP15. Wat D66 betreft kan de minister nu al voorbereidingen treffen om het verdrag zo snel mogelijk te implementeren. Over bepaalde voorstellen is immers nu al overeenstemming. Is de minister bereid de voorbereidingen nu al in gang te zetten?

Dank u wel.

De voorzitter:

Heel goed. Dan de heer Van Campen van de fractie van de VVD. Hij ziet af van zijn spreektijd. Dan zijn we meteen door de termijn van de Kamer heen. Daar schrikken we zelf ook van. Zal ik een enkel ogenblik schorsen tot de moties, minister? Of hebben we helemaal geen moties? O, we hebben er twee natuurlijk. Kan ik het woord aan de minister geven? Ja? Het woord is aan mevrouw Van der Wal.

Minister Van der Wal-Zeggelink:

Voorzitter. We hebben twee moties en daarna doe ik de vragen. Is dat akkoord?

De motie op stuk nr. 141 over de mondiale voetafdruk is oordeel Kamer, want ik ben bereid om inzichtelijk te maken welke stappen nodig zijn om de Nederlandse voetafdruk te verminderen en hoe het kabinet dit wil aanpakken. Ik wil dit opnemen in het National Biodiversity Strategy and Action Plan, het NBSAP, en u in het voorjaar van 2023 over de voortgang informeren.

Voorzitter. Dan de motie op stuk nr. 142 over de eiwittransitie. Ik deel de mening dat het van belang is om toe te werken naar een veel betere verhouding tussen plantaardige eiwitten en dierlijke eiwitten in de consumptie, ter behoud en verbetering van onze mondiale biodiversiteit. De minister van LNV heeft in zijn Voedselbrief van 30 maart aangegeven naar een meer fiftyfifty-verhouding te willen gaan. Deze motie is dus oordeel Kamer. Ik geef er wel een winstwaarschuwing bij dat "actief inbrengen" geen resultaatverplichting betekent, want daar ben ik natuurlijk van afhankelijk, maar deze motie is ook oordeel Kamer.

Voorzitter. Dan heb ik drie vragen van D66. De eerste vraag ging over de delegatie. Ik ben vanzelfsprekend van harte bereid om erop aan te dringen dat collega Schreinemacher en onze minister-president met mij meereizen naar de VN-top, maar dit is echt een agendatechnische kwestie. Ik kan het aandragen en ik kan erop aandringen, maar ik weet ook het antwoord al. Dat is ook wel hoe het is. We vinden het wel heel belangrijk. Daarom ga ik ook zelf, zeg ik er dan maar bij.

Er is gevraagd hoe snel we de beëindiging van de subsidies kunnen verwachten. Zoals ik ook in het debat heb aangegeven, willen we als LNV ook zelf vooral het hele goede voorbeeld geven. Daarom hebben we na het debat een uitvraag gedaan bij RVO. Aan het einde van dit jaar verwachten we de uitkomsten. Maar goed, het was natuurlijk breder, ook interdepartementaal, dus daar hebben we ook een uitvraag gedaan. Het is bespreekbaar gemaakt. Er is inmiddels draagvlak voor om dit op te pakken. Nu zijn we in fase dat we kijken hoe we dat gaan doen en hoe we het uitwerken. Daarvoor hebben we natuurlijk eenduidige definities nodig. In die fase zitten we nu. Ik ben van plan om dit in het NBSAP mee te nemen en dan ook de stand van zaken en het tijdpad mee te nemen. Dat wil ik dus integreren.

De voorzitter:

Prima. Heeft de minister voor BuHa-OS nog iets mede te delen? Dat is niet het geval. Dan danken we haar voor haar aanwezigheid vandaag. Zonder haar hadden we het niet gered. Ik dank ook de minister voor Stikstof en nog iets. Tot zover dit debat.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Vanavond stemmen wij over de moties. Hartelijk dank.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven