55 Arbeidsmarktbeleid in de zorg

Aan de orde is het tweeminutendebat Arbeidsmarktbeleid in de zorg (CD d.d. 06/07).

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat Arbeidsmarktbeleid in de zorg. Het commissiedebat vond gister plaats. Minister Helder zagen we vanochtend vroeg ook al, maar ze is gewoon weer bij ons verschenen. Dat waarderen wij bijzonder. We hebben vier sprekers van de zijde van de Kamer. De eerste is mevrouw Van den Berg van de fractie van het CDA. Het woord is aan haar.

Mevrouw Van den Berg (CDA):

Dank u wel, voorzitter. We hebben twee moties. Een over de plaatsing van huisartsen in opleiding en de tweede over zzp'ers in de zorg. De eerste:

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er een groeiend tekort aan huisartsen is, en dat dit tekort in sommige regio's aanzienlijk groter is dan in andere regio's;

van mening dat toekomstige huisartsen niet onnodig afgeschrikt moeten worden omdat er in de eigen regio geen huisartsopleiding is;

overwegende dat de praktijk laat zien dat huisartsen vaak in de buurt waar zij opgeleid zijn blijven werken;

constaterende dat het huidige systeem van alloceren van opleidingsplekken voor huisartsen niet flexibel is in het bijeen brengen van vraag en aanbod;

verzoekt de regering te bezien op welke wijze het systeem van alloceren van opleidingsplaatsen voor huisartsen verbeterd kan worden zodat ook in de grootste tekortregio's huisartsen opgeleid kunnen worden, hierop zo nodig ook zelf regie in te nemen, en de Kamer hierover voor de begrotingsbehandeling te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van den Berg en Van den Hil.

Zij krijgt nr. 474 (29282).

Mevrouw Van den Berg (CDA):

Dan de tweede, voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat een toenemend aantal zzp'ers in de zorg werkzaam is die evident schijnzelfstandig zijn en dat mede hierdoor de kosten voor zorgpersoneel enorm zijn gestegen door btw en hoge tarieven van (buitenlandse) bemiddelingsbureaus;

constaterende dat alleen gehandhaafd wordt bij evidente kwaadwilligheid waarvoor de bewijslast moeilijk is;

overwegende dat zorgaanbieders door samenwerking het werkgeverschap moderner invulling willen geven zodat er meer keuzemogelijkheden voor werknemers zijn maar dat zij tegen problemen in verband met de btw en de ACM aanlopen;

verzoekt de regering te bezien hoe zorgaanbieders ruimte hebben om het werkgeverschap moderner invulling te geven en hoe deze problemen het best aangepakt kunnen worden zodat zorgaanbieders minder genoodzaakt zijn zzp'ers in dienst te nemen, en de Kamer hierover voor de begrotingsbehandeling te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van den Berg, Palland, Bikker en Ellemeet.

Zij krijgt nr. 475 (29282).

Heel mooi. De heer Hijink van de SP.

De heer Hijink (SP):

Dank, voorzitter. Het is niet mijn gewoonte, maar ik heb drie moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering om de conceptwetgeving met betrekking tot medisch specialisten in loondienst op hoofdlijnen uiterlijk eind 2022 ter informatie aan de Kamer te sturen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Hijink.

Zij krijgt nr. 476 (29282).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het verlagen van de inzet van personeel tot een nog hogere werkdruk kan leiden voor zorgverleners in verpleeghuizen;

overwegende dat het kabinet het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg verder wil ontwikkelen;

van mening dat het onwenselijk is om deze doorontwikkeling vooraf in te perken door te eisen dat de personeelsinzet omlaag moet;

verzoekt de regering om het schrappen van de huidige personeelsnorm niet als uitgangspunt te nemen bij de doorontwikkeling van het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Hijink.

Zij krijgt nr. 477 (29282).

De heer Hijink (SP):

En de laatste.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat al geruime tijd gesproken wordt over het vormgeven van een fonds ter compensatie voor longcovidpatiënten;

constaterende dat het kabinet de gesprekken, zoals met de vakbonden, over de vaststelling van dit fonds wil verdagen tot na het zomerreces;

verzoekt de regering om binnen twee weken de gesprekken over het vormgeven van dit fonds te voeren, en de Kamer direct na afloop van deze gesprekken te informeren over de uitkomsten van deze gesprekken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Hijink, Kuiken en Ellemeet.

Zij krijgt nr. 478 (29282).

Heel goed. Dank u wel.

Mevrouw Den Haan van de Fractie Den Haan.

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):

Dank u wel, voorzitter. Ik heb één motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat in de Miljoenennota 2019 de toezegging is opgenomen om met het veld en Verenso in gesprek te gaan om na te gaan of in de studie geneeskunde een verplicht coschap bij een specialist ouderengeneeskunde opgenomen kan worden, maar dat deze toezegging niet heeft geleid tot een onderzoek;

overwegende dat de nieuwe Arbeidsmarktprognose 2022 wederom laat zien dat het verwachte personeelstekort de komende tien jaar onverminderd groot blijft en dat het tekort van specialisten ouderengeneeskunde relatief groot is;

overwegende dat in 2021 151 aio's zijn gestart aan de opleiding, terwijl er 260 opleidingsplaatsen waren;

overwegende dat studenten geneeskunde tijdens hun studie niet via coschappen in aanraking komen met de ouderengeneeskunde en dus niet kunnen onderzoeken of ze hier enthousiast van worden;

verzoekt de regering om samen met de minister van OCW zich in te zetten om aandacht te vragen voor coschappen ouderengeneeskunde in de studie geneeskunde, zodat geneeskundestudenten kunnen kennismaken met dit vakgebied en er meer specialisten ouderengeneeskunde worden opgeleid en hierover voor 1 oktober 2022 in gesprek te gaan met de directies van de geneeskundeopleidingen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Den Haan, Van den Hil, Van der Staaij, Van den Berg en Ellemeet.

Zij krijgt nr. 479 (29282).

Ik wil niet een heel debat openen.

Mevrouw Van den Berg (CDA):

Nee. Ik zou de motie graag willen medeondertekenen, voorzitter.

Mevrouw Ellemeet (GroenLinks):

Ik ook.

De voorzitter:

Dan voegen we de twee namen even toe.

Mevrouw Tielen van de fractie van de VVD.

Mevrouw Tielen (VVD):

Ik heb er drie, dus ik ga snel van start.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat avond-, nacht-, en weekenddiensten bijdragen aan de hoge werkdruk waar huisartsen mee kampen;

constaterende dat het gemiddeld aantal ANW-diensten per normpraktijk gemiddeld 230 uur per jaar is terwijl waarnemende huisartsen slechts 40 uur per jaar aan ANW-diensten hoeven te draaien om hun accreditatie te behouden;

overwegende dat er hierdoor een ongelijk speelveld ontstaat waardoor zelfstandig ondernemerschap onder huisartsen wordt geremd en er daarom voornamelijk in plattelandsgebieden een tekort dreigt aan praktijkhoudende huisartsen;

verzoekt de regering te onderzoeken of het mogelijk is om de accreditatie-eis voor huisartsen met betrekking tot het aantal ANW-diensten meer in evenwicht te brengen met het aantal ANW-diensten per normpraktijk om zo de werkdruk eerlijker te verdelen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Tielen, Van den Hil en Van den Berg.

Zij krijgt nr. 480 (29282).

Mevrouw Tielen (VVD):

Mijn tweede motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er creatieve oplossingen nodig zijn om de nijpende personeelstekorten in de zorg aan te pakken;

overwegende dat effectief gebruik van medicijnen kan bijdragen aan het verlagen van de werkdruk voor zorgpersoneel;

verzoekt de regering in gesprek te gaan met relevante veldpartijen over hoe effectiever gebruik van geneesmiddelen bij kan dragen aan zowel het verhogen van de kwaliteit van zorg alsook aan het oplossen van de personeelstekorten in de zorg, en dit ook expliciet te verankeren in de arbeidsmarktagenda,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Tielen en Van den Hil.

Zij krijgt nr. 481 (29282).

Mevrouw Tielen (VVD):

Mijn derde motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat geweld en mishandeling van hulpverleners in Nederland toeneemt;

van mening dat agressie jegens hulpverleners nooit mag worden getolereerd:

constaterende dat ambulancepersoneel niet is vertegenwoordigd in de nationale Taskforce Onze hulpverleners veilig, terwijl deze beroepsgroep regelmatig te maken heeft met geweldsincidenten;

overwegende dat de expertise en ervaring van ambulancepersoneel bij de taskforce moet worden betrokken om agressie jegens hulpverleners in Nederland terug te dringen;

verzoekt de regering een vertegenwoordiger van ambulancepersoneel een structurele rol te geven in de Taskforce Onze hulpverleners veilig,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Tielen, Van den Hil en Van den Berg.

Zij krijgt nr. 482 (29282).

Heel goed, dank u wel. Mevrouw Paulusma van D66.

Mevrouw Paulusma (D66):

Voorzitter, dank u wel. Ik ga geen moties indienen, maar ik heb nog wel een vraag voor de minister. We hebben gisteren uitgebreid gesproken over de arbeidsmarkt in de zorg, een onderwerp dat velen aan het hart gaat. En we hebben toen ook gesproken over de afspraken die we gemaakt hebben in het coalitieakkoord, en de afspraken die er liggen als we een aantal dingen met elkaar hebben uitgezocht. Ik vroeg gisteren ook om een duidelijke toezegging om de Kamer te informeren over het proces dat we met elkaar in zouden kunnen gaan. Ik zou graag van de minister daar een duidelijker ja op willen hebben dan we gisteren met elkaar konden krijgen.

Dank u wel.

De voorzitter:

Ja, dank u wel. Ik schors even drie minuten, en dan gaan we luisteren naar de minister. Mevrouw Ellemeet?

Mevrouw Ellemeet (GroenLinks):

Ik heb net gevraagd of ik onder de zzp-motie van mevrouw Van den Berg mag. Dat is wat haar betreft oké, dus ik doe het even via deze ronde.

De voorzitter:

Maar dat was toch al gebeurd? Ja, gebeurd. Dank u wel.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

We proberen de vaart erin te houden, want mevrouw Agema moet het vliegtuig nog halen. Het woord is aan de minister.

Minister Helder:

Dank u wel, voorzitter. De motie op stuk nr. 474: oordeel Kamer.

De motie op stuk nr. 475: oordeel Kamer.

De motie op stuk nr. 476: ontraden.

De motie op stuk nr. 477: ontraden.

Bij de motie op stuk nr. 478 wil ik nog wel opmerken dat wij graag met de vakbonden het gesprek aangaan, omdat wij het ook belangrijk vinden. Voor aanstaande woensdag staat er een gesprek met zowel VWS als met SZW, ambtelijk. Maar de motie op stuk nr. 478 wordt ontraden.

De voorzitter:

Mevrouw Tielen, één seconde.

Mevrouw Tielen (VVD):

De Kamerleden hebben nog geen kopietjes. Ik vind het heel fijn dat we de vaart erin houden, maar ik vind het ook fijn als we straks zorgvuldig kunnen stemmen.

De voorzitter:

Dan zal ik het personeel even opjutten.

Minister Helder:

Dit is wel memorabel, voorzitter!

De voorzitter:

De laatste dag is altijd memorabel. Het loopt altijd wel ergens uit de hand.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

We hebben allemaal de liederenbundel gekregen. O, toch niet? Dan wachten we nog even.

Nu is iedereen wel voorzien. Misschien wil de minister nog even overnieuw beginnen, maar wel graag met dezelfde snelheid als net!

Minister Helder:

Met dezelfde snelheid!

De motie op stuk nr. 474: oordeel Kamer.

De motie op stuk nr. 475: oordeel Kamer.

De motie op stuk nr. 476: ontraden.

De motie op stuk nr. 477: ontraden.

Bij de motie op stuk nr. 478 wil ik even aantekenen dat er woensdag een gesprek plaatsvindt tussen de vakbonden, het ministerie van Sociale Zaken en VWS. Wij vinden het ook belangrijk, maar deze motie ga ik ontraden.

De motie op stuk nr. 479: oordeel Kamer.

De motie op stuk nr. 480: oordeel Kamer.

De motie op stuk nr. 481: oordeel Kamer.

De motie op stuk nr. 482: oordeel Kamer.

Dan heb ik alleen nog een vraag van mevrouw Paulusma. Zij vraagt mij de stappen in kaart te brengen. Dat zeg ik toe.

De voorzitter:

De heer Hijink heeft nog even één vraag.

De heer Hijink (SP):

Eén vraag. Volgens onze informatie is een gesprek over het compensatiefonds voor longcovidpatiënten, dat voor vandaag gepland stond, op verzoek van het ministerie verplaatst naar na de zomer. De minister zegt nu dat er volgende week een gesprek gaat plaatsvinden. Ik ben dan benieuwd of dat hetzelfde gesprek is als het gesprek dat voor vandaag gepland stond. Ik snap ook niet dat als de minister zegt dat er een gesprek komt, waarom zij dan niet, zoals de motie vraagt, de Kamer kan informeren over de uitkomsten van die gesprekken. Dat is toch niet te veel gevraagd?

Minister Helder:

Er stond voor vandaag geen gesprek over een longcovidfonds gepland. Ik had gezegd dat ik binnen drie weken terug zou komen op de voortgang. Er lopen een flink aantal gesprekken over de mogelijkheden: hoe en met welke maatregelen kunnen we mensen tegemoetkomen? Eerder is hier ook al een motie over geweest. We hebben afgesproken om daar na de zomer op terug te komen, want dan heb ik daar pas uitsluitsel over. We hadden toegezegd om een soort voortgangsgesprek te hebben. Dat was wel de bedoeling. Dat gesprek gaat woensdag plaatsvinden.

De voorzitter:

Dank aan de minister.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Vanavond laat stemmen wij over deze moties. We wensen de minister een prettige vakantie. We danken haar voor haar aanwezigheid. Ik schors een enkel ogenblik, en dan gaan we praten over de politie.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven