54 Herstel en wederopbouw Oekraïne

Aan de orde is het tweeminutendebat Herstel en wederopbouw Oekraïne (CD d.d. 07/07).

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat Herstel en wederopbouw Oekraïne. Vandaag vond ook het commissiedebat plaats. Nogmaals een hartelijk woord van welkom aan de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. We hebben drie sprekers van de zijde van de Kamer. De eerste staat reeds te trappelen van ongeduld. Dat is de heer Hammelburg van de fractie van D66.

De heer Hammelburg (D66):

Dank u wel, voorzitter. Onder uw voorzitterschap ben ik altijd vol geluk, natuurlijk! Ik dank de minister voor het debat dat we zojuist nog in de commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking hebben kunnen voeren, niet alleen over de noodhulp en wederopbouw van Oekraïne, maar ook over de acute herstelhulp die we als Nederland aan Oekraïne kunnen bieden. We weten dat bedrijven maar ook publieke diensten, zoals gemeenten, staan te popelen om wat te doen. Hetzelfde geldt voor ngo's. Ik wil iets meer comfort. Daarom heb ik een motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de informatie aan de Kamer over herstel en wederopbouw van Oekraïne geen helder onderscheid maakt tussen noodhulp, acute herstelhulp en de latere fase van wederopbouw;

overwegende dat de Oekraïense autoriteiten via vele kanalen de behoeften voor deze drie verschillende fases hebben uitgedrukt;

verzoekt de minister nog deze zomer uitvoering te geven aan de motie Hammelburg cum suis (36045, nr. 77);

verzoekt de minister samen met Oekraïense autoriteiten de specifieke behoefte voor acuut herstel van vitale infrastructuur en graanuitvoer in kaart te brengen, en de Kamer voor het einde van het reces te informeren wat deze behoeften zijn en waar Nederlandse publieke diensten en bedrijven in kunnen voorzien,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Hammelburg, Van der Graaf, Van der Plas, Van der Lee, Thijssen, Jasper van Dijk, Gündoğan, Sylvana Simons, Klink, Den Haan en Amhaouch.

Zij krijgt nr. 98 (36045).

De heer Hammelburg (D66):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dan de heer Van der Lee van GroenLinks.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Dank, voorzitter. Ook dank aan de minister voor het debat dat we hebben gehad. Ik kon het laatste stukje niet meemaken vanwege een wetgevingsoverleg over de toetreding van Zweden en Finland tot de NAVO. Ik had een vraag gesteld die nog niet was beantwoord, maar ik heb daar inmiddels een motie over geformuleerd. Die luidt als volgt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat vier multinationals, wetende ADM, Bunge, Cargill en Louis Dreyfus vrijwel uitsluitend verantwoordelijk zijn voor de wereldwijde handel in granen en dat er signalen bestaan dat deze bedrijven extra granen opslaan om de voedselprijzen op te drijven;

constaterende dat ook op Europese beurzen steeds meer speculatie plaatsvindt op commodity's als graan;

constaterende dat wetenschappelijke instituten zoals de universiteit van Bonn waarschuwen voor de rol van speculanten in het opdrijven van voedselprijzen en voor door de industrie gecreëerde schaarste;

verzoekt de regering om te onderzoeken welke maatregelen in EU-verband kunnen worden getroffen om de speculatie op commodity's, zoals granen, kan worden tegengegaan;

verzoekt de regering tevens te laten onderzoeken wat de rol van de grote vier multinationals is in de voedselprijzencrisis en of er geen sprake is van monopolievorming,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Lee en Thijssen.

Zij krijgt nr. 99 (36045).

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Dat was het.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik graag het woord aan de heer Thijssen.

De heer Thijssen (PvdA):

Dank, voorzitter. Dank aan de minister voor het debat dat we eerder vandaag hadden. We hebben het hier natuurlijk over een oorlog die onverwacht is ontstaan en die voor allerlei extra problemen en kosten zorgt. Daarom vindt mijn fractie het belangrijk dat we ervoor zorgen dat er extra middelen komen om dit op te lossen, want de andere crisissen in de wereld zijn er niet kleiner op geworden. Vandaar de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het herstel en de wederopbouw van Oekraïne internationale inspanning en financiering vergt en dat de kosten van de wederopbouw reeds worden geschat op 750 miljard en blijven oplopen;

constaterende dat andere noden in de wereld onverminderd hulp behoeven en sommige, zoals de mondiale voedselcrisis, zijn versterkt door de gevolgen van de oorlog in Oekraïne;

constaterende dat de ODA-middelen beperkt zijn;

verzoekt de regering om de financiële steun die wordt verstrekt voor de wederopbouw van Oekraïne voor het overgrote deel uit additionele middelen te financieren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Thijssen en Van der Lee.

Zij krijgt nr. 100 (36045).

Dan de heer Klink van de VVD.

De heer Klink (VVD):

Voorzitter. Van mijn kant geen moties. We hebben zojuist, echt nog maar heel kort geleden, het debat gehad. Daarin heeft de minister twee toezeggingen gedaan. Zij stuurt een overzicht aan de Kamer gebaseerd op geverifieerde data van wat Nederland en de andere Europese Unie-landen multilateraal en bilateraal, financieel en niet-financieel hebben gestuurd aan Oekraïne voor hulp, herstel en wederopbouw. En de minister heeft de toezegging gedaan om de Landbouwraden in de Afrikaanse landen een rapport op te laten stellen over concreet handelingsperspectief vanuit Nederland om de voedselonzekerheid te reduceren. Beide brieven zal de minister naar de Kamer sturen en ontvangen we voor de behandeling van de beleidsnota Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking op 28 september. Ik kijk uiteraard met zeer veel belangstelling uit naar deze brieven.

De voorzitter:

Prima. Ik schors twee minuten. Dan gaan we luisteren naar de minister.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Ik geef graag het woord aan de minister. Ik hoop dat ze het kort en puntig kan doen. Als het "oordeel Kamer" is, behoeft dat verder geen toelichting. Ik hoop verder dat ze er als een speer doorheen gaat. Het woord is aan haar.

Minister Schreinemacher:

Dank u wel, voorzitter. Om te beginnen dank voor het debat van vandaag. Om maar meteen op de moties in te gaan, te weten de eerste motie, van de heer Hammelburg op stuk nr. 98. We hebben vandaag al eerder gewisseld dat ik wacht op de needs assessment van de Wereldbank die eind deze zomer is. Ik wil heel graag wachten op die needs assessment, want heel concreet is wat is gepresenteerd in Lugano door de Oekraïense overheid, daarin verwerkt door de Wereldbank. Ik kan daarvan een appreciatie geven en die binnen drie weken naar uw Kamer sturen, met daarin dus ook wat Nederland op basis van die needs assessment kan doen in Oekraïne. Dan wordt dat niet bilateraal met de Oekraïense autoriteiten maar op basis van de needs assessment die de Wereldbank heeft gedaan. Als ik de motie zo kan lezen, zou ik deze oordeel Kamer kunnen geven, ook om het bilateraal met alleen de Oekraïense autoriteiten te doen, juist om dubbelingen tegen te gaan. Dat zou mijn voorstel zijn voor die motie.

De voorzitter:

De heer Hammelburg, kort.

De heer Hammelburg (D66):

Als de minister zegt dat zij die needs assessment erbij wil betrekken en ondertussen ook nu al met de Oekraïense autoriteiten vooruit wil kijken naar wat de bilaterale behoefte is, en dat samen wil voegen, dan vind ik dat prima, maar alleen een needs assessment, zonder contact te hebben met de Oekraïense autoriteiten, vind ik echt te mager. Ik wil echt proactiviteit hierop.

Minister Schreinemacher:

Dan wordt er nog aan toegevoegd: een appreciatie op basis van de needs assessment. Oké, nou, dan is het oordeel Kamer.

Dan de tweede motie, de motie-Van der Lee/Thijssen op stuk nr. 99. Deze verzoekt de regering om in EU-verband de speculatie op commodities te onderzoeken. Dat eerste verzoek kan ik oordeel Kamer geven. Het tweede is om dat te laten onderzoeken. Het gaat hier natuurlijk om mededinging. Dat ligt wel in Europa. Als ik de motie zo mag lezen dat ik hiermee naar Brussel kan om de Europese Commissie aan te sporen om hiernaar onderzoek te doen, zeg ik: oordeel Kamer.

De voorzitter:

De heer Van der Lee knikt, dus bij dezen.

Minister Schreinemacher:

De derde motie Thijssen/Van der Lee, op stuk nr. 100, maakt deel uit van de najaarsbesluitvorming, dus daar gaan wij het in het kabinet over hebben. Ik zou zeggen: we hebben die generale regeling al, dus ook hier "oordeel Kamer".

De voorzitter:

Of is het ondersteuning beleid, zodat u die over kunt nemen. Nee? Dan is het gewoon oordeel Kamer. Tot zover. Dank aan de minister.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Vanavond gaan we stemmen over de moties. Ik schors een enkel ogenblik.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven