6 Regeling van werkzaamheden (stemmingen)

De voorzitter:

Voordat we gaan stemmen, geef ik de heer Harbers namens de VVD het woord. 

De heer Harbers (VVD):

Voorzitter. Namens de VVD-fractie verzoek ik bij punt 3 op de stemmingslijst over de Europese top van 29 april om uitstel van de stemming over de motie op stuk nr. 1219 over het Nederlandse vestigingsklimaat. Wij willen graag eerst een nadere appreciatie van het kabinet wat de gevolgen kunnen zijn. We hebben daarover nog een aantal vragen, zoals: wat is er bekend over de belangstelling van Britse bedrijven voor Nederland; wat zijn de kansen voor Nederland om die bedrijven binnen te halen; wat kan dit Nederland opleveren in termen van banen en belastingopbrengsten; zijn er knelpunten in wet- en regelgeving die hierbij in de weg staan? Kortom, eigenlijk is de vraag hoe het kabinet het Nederlandse belang hierin taxeert. Kan het kabinet daarbij meenemen of er risico's zijn wanneer bedrijven niet kiezen voor vestiging in Nederland maar elders? Dan is namelijk het risico dat ook andere bedrijven uit Nederland hen volgen in de slipstream. Dat zijn voor ons echt essentiële vragen. Het antwoord daarop hebben wij nodig om hierover te zijner tijd een oordeel te kunnen vellen. Daarom zouden wij voorafgaand aan de stemming een brief willen hebben van de ministers van Economische Zaken en van Financiën en daarom pleit ik nu voor uitstel van de stemming over die motie. 

De voorzitter:

En deze vragen konden niet tijdens het debat worden gesteld? 

De heer Harbers (VVD):

Nee. 

De voorzitter:

Mevrouw Van den Hul, de indiener van de motie. 

Mevrouw Van den Hul (PvdA):

Voorzitter. Dat was inderdaad een van mijn vragen. Waarom zijn deze vragen niet in het debat van gisteren aan de orde gekomen? Ik vrees dat we de tijd niet hebben om zo lang te wachten op een brief met een appreciatie en nader onderzoek. Het is namelijk nu aan de orde. Er staan nu bedrijven te trappelen om zich hier te vestigen. De kwestie is actueel en daarom ben ik van mening dat we de stemming niet kunnen uitstellen. 

De voorzitter:

Geen steun dus. 

De heer Omtzigt (CDA):

Steun voor het verzoek, ook omdat de minister-president zelf geen oordeel over de motie gegeven heeft. Het is op zichzelf wenselijk om dat oordeel even te hebben. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Ik spreek mede namens D66, geloof ik, maar dat weet ik niet helemaal zeker. Ik mocht eerst. Steun voor het verzoek, want het lijkt mij redelijk om eerst die informatie te hebben voordat er een oordeel gegeven wordt. 

De heer Verhoeven (D66):

In dit geval heeft de heer Dijkgraaf mede namens D66 gesproken. Het lijken mij relevante vragen van de heer Harbers. Wij sluiten ons daarbij aan. 

De heer Kuzu (DENK):

Wij gaan mee met de indiener van de motie. Geen steun voor het verzoek. 

Mevrouw Leijten (SP):

Geen steun voor het verzoek. De minister-president heeft gisteren bij de appreciatie van de motie gezegd dat deze aan de Kamer is, want het is een uitspraak van de Kamer. 

De heer Van Raan (PvdD):

Geen steun voor het verzoek. 

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Van GroenLinks had het niet per se gehoeven, maar wij vinden altijd: als een fractie uitstel wil, dan steunen wij dat. 

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Het oordeel van het kabinet was gisteren duidelijk, dus wij geven geen steun. 

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Wij vinden het een belangrijke motie. Wij vinden ook dat er snel duidelijkheid moet komen. Als de beantwoording van deze vragen snel naar de Kamer zou kunnen komen, kunnen we er misschien meteen na het reces over stemmen. Dan wil ik wel graag horen dat die brief inderdaad meteen na het reces naar de Kamer komt. Dan kunnen we er die week over stemmen. Dan steun voor het verzoek. 

De voorzitter:

Mijnheer Harbers, u hebt steun van een meerderheid om de stemming over deze motie uit te stellen. Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. Dan gaan we nu stemmen. 

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Ik had nog wel een vraag gesteld aan de heer Harbers en daar heb ik nog geen antwoord op gehad, namelijk of hij daarin meegaat. 

De voorzitter:

Mijnheer Harbers, weet u nog wat de vraag was? 

De heer Harbers (VVD):

Ja, de vraag was of die brief snel kan komen, maar ik vraag om een brief van het kabinet, dus daar ga ik niet over. Ik pleit alleen voor uitstel van de stemming vandaag. 

De voorzitter:

Het kabinet leest ook het stenogram van deze vergadering. 

Dan gaan we nu stemmen. Mijnheer Markuszower, waar gaat u naartoe? De heer Wilders heeft het niet gezien. Gauw terug! 

(Hilariteit) 

Naar boven