6 Verbreding draagvlak cao-afspraken

Aan de orde is het VAO Verbreding draagvlak cao-afspraken (AO d.d. 21/11).

De voorzitter:

Wij hebben een quorum. Een hartelijk woord van welkom aan de minister. De eerste spreker van de zijde van de Kamer is de heer Van Weyenberg.

De heer Van Weyenberg (D66):

Voorzitter. Ik heb twee moties naar aanleiding van het algemeen overleg. De eerste luidt als volgt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat sommige cao's bedrijven in een sector generiek verbieden om met zzp'ers te werken;

constaterende dat zzp'ers niet betrokken zijn bij de onderhandelingen over een cao;

van mening dat veruit de meeste zzp'ers op een rechtmatige manier hun boterham verdienen, maar dat schijnzelfstandigheid bestreden moet worden;

van mening dat cao's oneerlijke concurrentie moeten tegengaan, maar geen groepen bij voorbaat zouden moeten uitsluiten op basis van de arbeidsrelatie;

roept de regering op om zich er hard voor te maken dat zzp'ers niet meer generiek in cao's worden uitgesloten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Weyenberg en Van Nieuwenhuizen-Wijbenga. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 493 (29544).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat niet-vakbondsleden in sommige cao's en sociale plannen worden benadeeld doordat uitsluitend vakbondsleden recht hebben op bijvoorbeeld een extra vrije dag of extra geld voor scholing;

constaterende dat een cao of sociaal plan ook geldt voor niet-vakbondsleden;

overwegende dat het bevoordelen van vakbondsleden slecht is voor het draagvlak voor cao's en sociale plannen en niet past bij het principe van gelijk loon voor gelijk werk;

spreekt uit dat het benadelen van niet-vakbondsleden in cao's of sociale plannen niet wenselijk is;

verzoekt de regering, hierover in gesprek te gaan met sociale partners,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Weyenberg en Van Nieuwenhuizen-Wijbenga. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 494 (29544).

Dan geef ik het woord aan mevrouw Van Nieuwenhuizen-Wijbenga. Zij is tevens de laatste spreker van de zijde van de Kamer. Daarna gaan wij luisteren naar de minister.

Mevrouw Van Nieuwenhuizen-Wijbenga (VVD):

Voorzitter. Ik kan heel kort zijn, want zoals u al hebt gehoord, ben ik medeondertekenaar van de twee moties die de heer Van Weyenberg net heeft ingediend.

Ik wil alleen nog maar onderstrepen dat wij vinden dat er geen discriminatie op de arbeidsmarkt moet zijn van welke groep dan ook of op grond van welke arbeidsrelatie dan ook. Het kan in cao's dus niet aan de orde zijn dat bepaalde groepen, zoals zzp'ers, uitgesloten kunnen worden.

Wat de tweede motie betreft, wil ik nog even memoreren dat er een brochure is van de Stichting van de Arbeid, De cao: Wat en hoe? Daarin staat de volgende passage: "Overigens is de werkgever die betrokken is bij de cao verplicht de arbeidsvoorwaarden van die cao ook toe te passen op werknemers in zijn onderneming die geen lid zijn van de betrokken vakorganisatie(s)". Aangezien wij de laatste tijd weer in kranten lezen dat er vakbondsvoormannen zijn die zelfs het idee opperen om niet-vakbondsleden bij een reorganisatie maar als eerste te ontslaan, vind ik het weer heel nodig om de minister erop aan te spreken dat dit soort praktijken niet voor moeten kunnen komen. Daarom heb ik met volle overtuiging deze moties mee ingediend.

De voorzitter:

Dank u wel. Tot zover de termijn van de Kamer. Ik zie dat de minister reeds in staat is te antwoorden. Het woord is aan hem.

Minister Asscher:

Voorzitter. Over de zzp'ers hebben wij in een algemeen overleg uitgebreid gesproken. Ik waardeer ook het feit dat in de overwegingen zowel de strijd tegen schijnconstructies als het belang van vrij kunnen meedingen naar opdrachten wordt benadrukt. Ik zie het als een aansporing om dat onderwerp verder met sociale partners op te pakken en beschouw die motie dan ook als ondersteuning van beleid.

De voorzitter:

Dus u laat het oordeel daarover aan de Kamer.

Minister Asscher:

Dus oordeel Kamer; zo is het voorzitter.

De tweede motie ziet op de inhoud van private afspraken tussen cao-partijen. In het AO heb ik aangegeven op geen enkele manier steun te willen bieden aan bizarre uitspraken over ontslagvolgorde. Dat zou ook in strijd zijn met de wet. Ik wil ook benadrukken dat wij afspraken tussen partijen die in overeenstemming zijn met de wet maar die neerkomen op een voordeel van de een ten koste van de ander, niet algemeen verbindend zullen verklaren. Verder is het goed als de overheid buiten de contractbesprekingen tussen private partijen blijft. Dus met alle sympathie die ik voor de motie voel vanwege de overwegingen zoals met name mevrouw Van Nieuwenhuizen ze noemde, zou ik haar op dit moment willen ontraden.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Tot zover dit VAO. Aanstaande dinsdag stemmen wij over beide moties. Dank aan de minister voor zijn aanwezigheid. Ik ga zo meteen schorsen tot 13.30 uur. Na de schorsing hebben wij eerst de regeling van werkzaamheden en daarna gaan wij praten over de missie naar Mali.

De vergadering wordt van 11.36 uur tot 13.30 uur geschorst.

Voorzitter: Van Miltenburg

Naar boven