8 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mee dat de Contactgroep Frankrijk tot haar voorzitter heeft gekozen het lid Elias en tot haar ondervoorzitter het lid Arib.

Ik stel voor, hedenmiddag ook te stemmen over de aangehouden motie-Van Veldhoven/Dik-Faber (29984, nr. 349) en de aangehouden moties-Albert de Vries (33400-XII, nrs. 64 en 65).

Op verzoek van het lid Van Tongeren stel ik voor, de motie op stuk 26956, nr. 149 opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde genoemde termijn van twee maanden voor deze motie opnieuw gaat lopen.

Ik stel voor toe te voegen aan de agenda:

  • -het VAO Ganzenbeleid, naar aanleiding van een algemeen overleg, gehouden op 20 juni, met als eerste spreker het lid Thieme van de Partij voor de Dieren;

  • -het VAO Windenergie op land, naar aanleiding van een algemeen overleg, gehouden op 20 juni, met als eerste spreker het lid De Graaf van de PVV;

  • -het VAO Zorgverzekeringswet, pakketmaatregelen en Ruwaard van Putten Ziekenhuis, naar aanleiding van een algemeen overleg, gehouden op 20 juni, met als eerste spreker het lid Leijten van de SP;

  • -het VAO Visserij, naar aanleiding van een algemeen overleg, gehouden op 20 juni, met als eerste spreker het lid Ouwehand van de Partij voor de Dieren;

  • -het VAO Dierproeven, naar aanleiding van een algemeen overleg, gehouden op 15 juni, met als eerste spreker het lid Ouwehand van de Partij voor de Dieren;

  • -het VSO Omzetting van de afdrachtvermindering onderwijs in een subsidieregeling met als eerste spreker het lid Van Meenen van D66.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van Bommel.

De heer Van Bommel (SP):

Voorzitter. Ik zou graag een debat met de minister van Buitenlandse Zaken willen over het VN-rapport waarin wordt geconcludeerd dat Palestijnse kinderen in Israëlische detentie worden gemarteld. Er is in het vragenuur door de minister van Defensie al een brief toegezegd over de mate waarin Israël voldoet aan de afspraken, gemaakt in het Kinderrechtenverdrag. Ik denk dat die brief met dat rapport goed kan dienen als basis voor een debat in de Tweede Kamer.

De voorzitter:

Een verzoek om steun voor het houden van een debat.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Steun voor het verzoek.

De heer Sjoerdsma (D66):

D66 steunt dat verzoek.

De heer Servaes (PvdA):

De zorg die hier wordt geuit deel ik zeer. Ik heb daarover zelfs net vragen gesteld en wij hebben daarover gesproken. Maar ik voel er toch minder voor om er nu een apart debat over te agenderen. Het lijkt me verstandig om dit te betrekken bij een debat dat we ongetwijfeld zullen voeren naar aanleiding van het verslag van de minister over zijn recente reis naar onder andere Israël en Palestina. Dat lijkt mij het geëigende moment.

De voorzitter:

Geen steun voor het verzoek dus.

De heer Verheijen (VVD):

Kortheidshalve sluit ik me aan bij de heer Servaes van de PvdA. Betrekken bij een ander debat lijkt mij zinvoller op dit moment.

De voorzitter:

Mijnheer Van Bommel, u hebt geen steun van een meerderheid voor het houden van een debat.

De heer Van Bommel (SP):

Er komt wel een aparte brief over dit onderwerp. De minister heeft ook toezeggingen gedaan dat Israël rechtstreeks wordt aangesproken op aspecten uit deze problematiek. Ik denk dat wij die brief dan maar moeten afwachten en vervolgens bekijken of wij die vervolgens alsnog kunnen agenderen voor een apart debat.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Verheijen.

De heer Verheijen (VVD):

Voorzitter. Afgelopen vrijdag is de kabinetsbrief verschenen over de subsidiariteitsexercitie, een mooi stuk werk van het kabinet. Ik wil graag een debat aanvragen met de minister van Buitenlandse Zaken en de premier over deze brief.

De voorzitter:

Een verzoek om steun voor het houden van een debat over de subsidiariteitsbrief van het kabinet.

De heer Pechtold (D66):

Dat lijkt mij zinvol. Wij hadden ook gevraagd of die gegevens er voor de zomer zouden zijn. Ik ben heel blij dat de heer Verheijen er als de kippen bij was om het debat aan te vragen, terwijl het kabinet hierover nog aan het vergaderen was. De spoed die hij in die aanvraag legde, wil ik graag ondersteunen.

De voorzitter:

Steun voor het verzoek dus.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Het is altijd bijzonder dat je de besluiten uit de ministerraad kunt afmeten aan de debatten die voor die tijd al zijn aangevraagd. Ook ik ben het eens met de heer Verheijen dat het van belang is om snel erover te spreken. Mijn voorstel zou zijn om het morgen te betrekken bij het debat over de Europese Raad, om er dan in ieder geval op hoofdlijnen over te kunnen spreken. Dan kan later in detail — want het is een hele lijst — nog verder worden gesproken.

De voorzitter:

Dat betekent zowel dat u wilt dat het wordt toegevoegd aan de agenda van morgen als dat u het verzoek steunt tot het houden van een debat later in het jaar?

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Ik wil dat debat zeker niet tegenhouden, maar zelf even kijken wat er uit dat debat komt. Of het daarna een debat wordt of dat het op een andere manier gebeurt, kunnen we wat mij betreft later nog bespreken.

De voorzitter:

Op dit moment dus geen steun voor het verzoek.

De heer Segers (ChristenUnie):

Wel steun voor het verzoek, mede omdat wij zeer benieuwd zijn waarop het enthousiasme van de heer Verheijen nu precies gestoeld is. Dat is ons namelijk nog niet helemaal duidelijk.

De heer Van Bommel (SP):

Steun voor een apart debat. Ik roep ertoe op om het juist niet bij het debat van morgen over de agenda van de Europese Raad te voegen, omdat we daarin al voldoende belangrijke dingen te bespreken hebben. Het is een apart onderwerp, dat ook onderdeel vormt van het regeerakkoord en het beleid van de regering. We moeten er wat mij betreft dus apart over spreken en er wat ruimer de tijd voor nemen in plaats van het te voegen bij een Europese Raad.

De voorzitter:

Dat verzoek komt zo dadelijk nog aan de orde.

De heer Klaver (GroenLinks):

Steun voor het debat, maar ook steun voor het verzoek om het toe te voegen aan de Raad van morgen.

De heer Madlener (PVV):

Steun voor het verzoek. Een apart debat lijkt me zeer op zijn plaats. Het is een ingewikkeld en uitgebreid voorstel en daar moeten we goed over spreken in een apart debat.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Het is moedgevend dat de heer Verheijen dit debat aanvraagt, dus van harte steun. We gaan het debat scherp in.

De heer Servaes (PvdA):

Steun voor het debat in een aparte vorm. Ik voel er weinig voor om het morgen aan de agenda toe te voegen. We hebben dan belangrijke onderwerpen op de agenda staan, zoals de bankenunie en de bestrijding van de jeugdwerkloosheid. Dat lijkt me al meer dan voldoende en wellicht ook nog urgenter dan de bespreking van deze lijst.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Steun.

De voorzitter:

Mijnheer Verheijen, u hebt steun voor uw verzoek.

De heer Verheijen (VVD):

Ja, dank u wel. Ik geef een reactie, misschien ook wel alvast op het volgende punt. Het lijkt mij dat deze fundamentele beweging wel een apart debat verdient en niet morgen moet worden toegevoegd aan een debat met heel veel belangrijke onderwerpen. Er lijkt mij dus alle reden te zijn om er een apart debat van te maken. Ik loop daarmee alvast even vooruit op het punt van de heer Buma.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Dan is de vraag aan de voorzitter wanneer dat debat kan worden gepland, want ik vraag me af of dat überhaupt voor het reces nog lukt. Dan praten we dus ergens in september, bij alle begrotingen, over een lijst die nu naar buiten is gekomen. Dat wordt zo ontzettend laat.

De voorzitter:

Een gewoon debat, zonder een speciaal verzoek van de Kamer, zal voor de zomer zeker niet meer worden geagendeerd.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Nee, dat begrijp ik.

De voorzitter:

Als de Kamer dat in meerderheid wel wil, leg ik het in uw midden neer. Ik snap ook dat de Kamer eerder in debatten breed heeft uitgesproken dat zij hierover graag voor de zomer wil spreken. Dat heeft de heer Pechtold terecht gememoreerd.

De heer Pechtold (D66):

Daarom vond ik het idee van collega Buma zo constructief: morgen op hoofdlijnen. De VVD zelf heeft de afgelopen weken nogal gesproken over de lengte van ladders en over slipzolen van kappers. We hebben nu gezien dat het kabinet heel daadkrachtig is, want het wil Europa verbieden dat de olijfolie in dat navulbare flesje gaat; u weet het, voorzitter. Dat wil het kabinet allemaal bereiken in Europa. Daarover kunnen we na de zomer met de heer Verheijen praten. De grote vraag over de ambitie van het kabinet — we kijken ook naar Londen, naar premier Cameron — zou ik morgen willen bespreken. Hoofdlijnen morgen en na de zomer met de minister van Buitenlandse Zaken.

De voorzitter:

Dat is eigenlijk precies wat ik tegen de heer Verheijen wilde zeggen. Het staat iedereen überhaupt vrij om onderwerpen bij een debat te betrekken. U gaat over uw eigen inbreng. Volgens mij kunnen we beide doen. We voegen het toe en dan mag u zelf besluiten hoeveel van uw spreektijd u eraan wilt besteden. Het debat komt evengoed op de lijst. Na de zomer gaan we er dan meer in detail over spreken.

De heer Verheijen (VVD):

Mag ik een alternatieve suggestie doen?

De voorzitter:

Ja, natuurlijk.

De heer Verheijen (VVD):

Volgende week staat er een debat met ruime spreektijd ingepland: het terugkomdebat voor de eurotop. Nu weet ik niet alles wat er tijdens die eurotop zal gebeuren, maar wellicht zou het meer geëigend zijn om het daarbij te betrekken. Ik ben er klaar voor, anytime, om over dit onderwerp te discussiëren, maar er wordt meer recht aan gedaan als we het volgende week bij het debat betrekken. Dit is mijn suggestie aan de heer Buma, maar hij gaat natuurlijk over zijn eigen spreektekst.

De voorzitter:

Ik wil daar wel een procedurele opmerking over maken. Het debat dat voor volgende week dinsdag op de agenda staat, wordt gepland in het kader van een experiment waar de Kamer zelf om heeft gevraagd. Zij wilde niet alleen heel graag vooraf plenair vergaderen over de Europese top, maar ook achteraf. Als de leden er morgen over spreken en het morgen betrekken bij de agenda, kan ik mij goed voorstellen dat zij er ook dinsdag op terugkomen. De leden hebben echter zelf gevraagd om dit experiment. Die "terugkijkagenda" moest klein zijn. Daarbij zouden we alleen even kijken naar de puntjes waar het om ging. Daarom lijkt het mij persoonlijk raar om opeens stukken aan die agenda toe te voegen.

Het is natuurlijk de eigen keuze van de leden, maar ik zou zeggen: doe het dan allebei. Laten we het toevoegen aan de agenda van morgen, dan kunt u het ook altijd nog volgende week doen. Dan krijgt u ook nog uw derde kans, want u hebt ook steun voor het houden van een debat na het reces.

De heer Verheijen (VVD):

We zullen zien waar het ter sprake komt.

De voorzitter:

De spreektijd voor het debat dat u hebt aangevraagd, is vier minuten per fractie.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Ik denk dat ik het helemaal volg. Het is dus wel toegevoegd aan de agenda voor morgen? Natuurlijk gaat het dan niet de diepte in, maar dan is het er, voor de zuiverheid, wel bij gezet?

De voorzitter:

Op uw verzoek is het toegevoegd aan de agenda voor morgen. Ik zal het stenogram van dit deel van de vergadering doorgeleiden, zodat het kabinet voorbereid is op de vragen die u dan gaat stellen. Daar gaat het u immers om.

Mijnheer Buma, ik neem aan dat u nu niet meer apart iets hoeft te zeggen in de regeling en dat het hiermee geregeld is.

Het woord is aan de heer Van Gerven.

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter. Vorig jaar teisterden 35 camera's de spoedeisende hulp van het VUmc. Dat leidde tot een enorme rel. Er is uiteindelijk slechts één aflevering van het programma uitgezonden. Het Openbaar Ministerie heeft een onderzoek ingesteld om de schuldigen te vervolgen. Maar wie schetst onze verbazing: vorige week was de uitkomst dat er een schikking van €50.000 is getroffen met het VUmc en Eyeworks. De schuldigen komen op die manier toch wel heel makkelijk weg. De SP vindt dit onverkwikkelijk. Daarom stellen we voor om een debat te houden met de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het standpunt of het besluit van het OM.

De voorzitter:

Er wordt verzocht om steun voor het houden van een debat.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

De heer Van Gerven drukte het prachtig uit: "onverkwikkelijk". Wat een mooi woord is dat. Ook de Partij voor de Dieren vindt het een onverkwikkelijke zaak. Steun voor het verzoek.

Mevrouw Klever (PVV):

Steun voor het verzoek.

De heer Van Veen (VVD):

Geen steun voor het verzoek.

Mevrouw Wolbert (PvdA):

Geen steun voor het verzoek, maar wij willen wel graag een brief ontvangen.

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Geen steun voor het verzoek.

De voorzitter:

Mijnheer Van Gerven, u hebt geen steun van de meerderheid. Er is wel steun voor het houden van een dertigledendebat.

De heer Van Gerven (SP):

Er is dus wel steun voor het houden van een dertigledendebat. Dat wil ik dan alvast neerleggen. Ik heb begrepen dat er in ieder geval behoefte is aan een brief. Ik reken erop dat een Kamermeerderheid dat verzoek steunt. Ik vraag of er dan alvast snel een brief kan komen waarin de minister ingaat op het voorstel van het OM. Wat ons betreft moet ook bekeken worden of degenen die verantwoordelijk zijn voor het schikkingsvoorstel van €50.000 de boete niet kunnen betalen en of er niet toch een tuchtprocedure tegen de verantwoordelijke artsen kan worden gestart.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. Daarbij gaat het om de gevraagde brief.

Ik zal proberen het dertigledendebat zo snel mogelijk te plannen, met alle middelen die ik daarvoor heb. Ik stel vast dat drie minuten spreektijd per fractie zal worden ingeboekt.

Het woord is aan mevrouw Leijten.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Gisteren ging het Ruwaard van Putten Ziekenhuis failliet. Binnen een paar uur was er een overname, maar stonden 1.100 mensen op straat. Het volwaardige ziekenhuis is ontmanteld, voor inwoners van Voorne-Putten is het niet mogelijk om bij spoed in de avond, de nacht en het weekend op tijd in het ziekenhuis te zijn en de hele Botlekregio loopt gevaar, omdat er een ziekenhuis verdwijnt waarover de Veiligheidsregio heeft gezegd dat het een noodzakelijk ziekenhuis is. Nu stond er nog een dertigledendebat over het Ruwaard van Putten Ziekenhuis op de agenda. Ik zou u willen vragen om dat zo snel mogelijk te agenderen, omdat het gezien de actualiteit nodig is dat wij daar nu over spreken als wij hier nog iets mee willen doen. Het VAO dat is aangevraagd, zou daarin kunnen worden ingepast.

De voorzitter:

Ik heb zojuist al aan de Kamer gemeld dat het VAO er komt. Ik geef de Kamer in overweging om voor het VAO een derde termijn van het AO te houden. Dan kan een en ander in elkaar worden gevoegd. De ruimte op de plenaire agenda is niet eindeloos. Dit is een manier om deze kwestie op te lossen.

Mevrouw Wolbert (PvdA):

De situatie is nu echt gewijzigd. Ik snap de lijn die mevrouw Leijten inzet. De PvdA-fractie wil daaraan voorafgaand, wat voor debat het dan ook wordt, een brief hebben waarin de minister aangeeft wanneer de ingezette onderzoeken samenvallen en wanneer er uitsluitsel wordt gegeven. Mijn fractie wil in dezelfde brief tevens een uitspraak over de manier waarop de norm van 45 minuten rond de spoedeisende hulp en de spoedeisende geboortezorg wordt gehandhaafd.

De voorzitter:

Ik ga u een verduidelijkende vraag stellen, want u geeft aan dat u behoefte hebt om hier nog over te spreken voor het reces. Hebt u de behoefte om het dertigledendebat naar voren te halen, of kan het ook op een andere manier? U kunt er ook een gewoon debat van maken. Dat is aan u. Ik wil dat niet voor u invullen.

Mevrouw Wolbert (PvdA):

Ik vind het een beetje lastig om er als het ware een versnelde procedurevergadering van te maken. Ik moet hierover nadenken.

De voorzitter:

Laten wij het houden bij de conclusie dat ik heb gehoord dat u behoefte hebt om erover te praten.

Mevrouw Klever (PVV):

Er zijn grote zorgen over het wegvallen van de spoedeisende hulp in de avond, de nacht en het weekend. Wij willen hier graag zo snel mogelijk met de minister over debatteren, in de plenaire zaal. Steun dus voor het verzoek van mevrouw Leijten.

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Over dat aspect hebben wij het vorige week in het AO al gehad, maar er is nu een nieuwe situatie ontstaan vanwege het faillissement en de doorstart daarna. Ik zou heel graag het verzoek om de brief ondersteunen en op grond daarvan dan kijken hoe wij verdergaan. Misschien kunnen wij de kwestie ook nog bespreken in een extra procedurevergadering.

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Steun voor het verzoek van mevrouw Leijten, maar de brief is inderdaad noodzakelijk. Ik wil graag nog twee specifieke zaken in de brief beantwoord zien. De minister heeft al eerder geconcludeerd dat, als het ziekenhuis in de huidige vorm verdwijnt, 2.000 mensen geen voorziening tot cruciale zorg meer hebben. Ik zou graag op dat specifieke punt uitleg van de minister krijgen. We hebben al uitgebreid met elkaar gediscussieerd over de normen van het RIVM. Ik krijg daarop graag een toelichting van de minister, want zij heeft tijdens het debat steeds volgehouden dat die kwestie pas in de tweede fase aan de orde komt. Inmiddels zitten wij in de derde fase, in ieder geval een fase verder.

Mevrouw Leijten (SP):

We hebben in een eerder stadium geprobeerd om het debat over het Ruwaard van Putten aan de orde te krijgen in een AO, maar dat is maar mondjesmaat gelukt. Het moest worden samengevoegd met andere AO's en er kwamen nog meer AO's bij. Ik wil echt proberen om dit via de procedurevergadering te doen. Ik zal dat vandaag proberen, maar ik ben hier morgen gewoon terug als het niet lukt.

De voorzitter:

Dat lijkt mij een goede afspraak. Ik vind het in elk geval een heel constructieve afspraak. Dank daarvoor. Als het gaat om de brief zal ik het stenogram van dit deel van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Mevrouw Leijten (SP):

Ik heb nog een verzoek, voorzitter.

De voorzitter:

Ik zag het al.

Mevrouw Leijten (SP):

Bovenop de 300.000 mensen die hun zorgpremie niet kunnen betalen, zijn er in het afgelopen halfjaar 14.000 mensen bijgekomen die moeite hebben met de betaling van hun zorgpremie of die ook niet kunnen betalen, en in een regime zitten bij het College voor zorgverzekeringen, waardoor zij een ontzettend hoge boetepremie moeten betalen. We weten inmiddels dat er plannen op tafel liggen om het eigen risico weer te verhogen. Het lijkt mij goed dat wij hierover gaan spreken. Ik ben ook benieuwd wat het kabinet gaat doen aan het boeteregime van het CVZ.

De voorzitter:

Verzoek om steun voor het houden van een debat over het eigen risico en wanbetalers.

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Het ene na het andere verzoek om een debat over aparte onderwerpen komt over ons heen. Dat gaan we gewoon niet redden, dat is duidelijk. Het zijn allemaal onderwerpen die ook in de algemene overleggen aan de orde zijn. Van mij dan ook geen steun voor een debat.

Mevrouw Klever (PVV):

Steun voor een debat.

De heer Otwin van Dijk (PvdA):

Wij delen de zorg, maar als het goed is, komt er na de zomer een wetsvoorstel over de manier van omgaan met wanbetalers. Voor november komt er bovendien een evaluatie van wat de verhoging van het eigen risico heeft opgeleverd. Het lijkt mij het verstandigst om die twee onderwerpen bij elkaar te voegen en dan een grondig debat daarover te voeren. Dat verdient het onderwerp, maar niet nu, alleen op basis van dit bericht.

De voorzitter:

Op dit moment geen steun voor het houden van een debat.

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

In aansluiting op wat de PvdA zegt, wil ik wel graag van de minister weten wanneer dat wetsvoorstel over de wanbetalers komt. Er lopen namelijk twee zaken door elkaar heen in het verzoek van mevrouw Leijten. Gezien de ernst van de problematiek wil ik graag dat het wetsvoorstel zo snel mogelijk naar de Kamer komt. Dan kunnen wij ook een aantal aspecten daarvan zo snel mogelijk met elkaar uitdiscussiëren.

De voorzitter:

Ik begrijp dat u graag een brief wilt met een verduidelijking, maar op dit moment geen steun geeft aan het houden van een debat.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Daar kan GroenLinks zich bij aansluiten.

Mevrouw Leijten (SP):

De reden waarom ik een debat vroeg, is dat de minister al gereageerd heeft, namelijk door te zeggen: ik zie geen taak voor mijzelf, de zorgverzekeraars moeten dit maar beter doen. Zij heeft met geen woord gerept over het wetsvoorstel dat nu genoemd wordt. Dat was voor mij de reden om een debat aan te vragen. Tegen de heer Otwin van Dijk wil ik zeggen dat we hier toch al vaak grondig over gedebatteerd hebben. Daarbij heeft de minister telkens gezegd: als de situatie niet verbetert, als het aantal wanbetalers, mensen die hun zorgpremie niet meer kunnen betalen, niet daalt, dan zal ik het aanpassen. Dat zei ze niet in haar reactie bij de NOS. Ik stel vast dat er 30 leden zijn die daar in ieder geval wel over willen spreken en verzoek u, voorzitter, om dat debat op de lijst te zetten.

De voorzitter:

Ik zal het op de lijst zetten en ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering, inclusief de laatste opmerking, doorgeleiden naar het kabinet, zodat er een degelijke brief kan komen met een reactie van het kabinet op de punten die u hebt ingebracht. De spreektijd bij het debat dat ik in het najaar ga inplannen, zal drie minuten zijn.

Het woord is aan de heer Servaes van de Partij van de Arbeid.

De heer Servaes (PvdA):

Voorzitter. Gister verscheen een briefadvies van de Adviesraad Internationale Vraagstukken met de titel Naar een versterkte sociale dimensie van de Europese Unie. Om dat advies is op 26 april door de minister van Buitenlandse Zaken gevraagd, met de bedoeling dat het zou bijdragen aan de Nederlandse inbreng in de Europese Raad van eind deze week.

Het advies is glashelder. Het pleit voor een versterking van de sociale dimensie als een noodzakelijke aanvulling op de economische doelen die de EU nastreeft, en het stelt dat de interne markt niet kan functioneren zonder inbedding in een stelsel van geharmoniseerde regels, ook op sociaal terrein. Ik had het zelf kunnen schrijven.

Gezien de niet mis te verstane woorden van de adviesraad en gezien het feit dat wij hier morgen met het kabinet over de Nederlandse inzet bij de EU-top zullen spreken, zou ik met spoed een reactie van het kabinet op dit briefadvies willen ontvangen. Het debat is verplaatst naar morgenmiddag, dus wil ik de reactie op het advies graag morgen voor 12.00 uur hebben.

De voorzitter:

Ik zie geen bezwaar daartegen en zal het stenogram van dit gedeelte van het debat doorgeleiden naar het kabinet, inclusief uw verzoek.

Het woord is aan de heer Pechtold.

De heer Pechtold (D66):

Natuurlijk, voorzitter, maar ik neem aan dat het daarmee dan niet is afgedaan. Ook dit is immers een grote wens van de PvdA waar de VVD helemaal niets voor voelt. Ik wil daar graag morgen alvast de eerste gevoelens van de D66-fractie over uiten, maar de coalitie zal het met mij eens zijn dat we dat niet even kunnen afraffelen.

De heer Servaes (PvdA):

Zeker. Het lijkt mij belangrijk om dat morgen bij het debat te betrekken, maar deze agenda zal voor mijn partij nog langer leidend zijn.

De voorzitter:

Dank u wel.

Het woord is aan mevrouw Van Tongeren van GroenLinks.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Voorzitter. Wij hebben nog op de lijst een dertigledendebat staan over schaliegas, maar er is weer enorm veel ophef over dat schaliegas. Aan de ene kant heb je de minister die graag 100 of 200 miljoen per jaar zou willen ophalen voor de staatskas. Aan de andere kant heb je een heleboel verontruste burgers die veel onduidelijk vinden. Om breed draagvlak in de maatschappij te krijgen, was er een klankbordgroep geformeerd. Van die klankbordgroep is voor zover ik geïnformeerd ben, nog één iemand over. De provincie Limburg is er uitgestapt, evenals de provincies Noord-Brabant en Zeeland. Ook de bewonersgroepen en de milieubeweging zijn er uitgestapt. Eigenlijk is daar dus niets van over. Het lijkt mij nu echt nodig om in plaats van dat dertigledendebat een plenair debat te houden. Ik hoor daarover graag het oordeel van de collega's.

De voorzitter:

Er wordt steun verzocht voor het omzetten van een dertigledendebat in een meerderheidsdebat over de winning van schaliegas.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

De Kamer heeft al verschillende kritische vragen gesteld over dat onderzoek. Nu bijna niemand meer deel wil uitmaken van dat plan, hoop ik dat dit een mooi voorland is voor de plannen voor het boren naar schaliegas, namelijk: we gaan dat gewoon niet doen. Ik steun daarom van harte het verzoek om een debat.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ik heb geconstateerd dat na Milieudefensie de provincies Noord-Brabant, Zeeland en Limburg uit het overleg zijn gestapt, evenals de gemeenten Noordoostpolder en Boxtel, waardoor er inderdaad nog maar één vertegenwoordiger in de klankbordgroep zit. Ik ben het van harte eens met het voorstel van de fractie van GroenLinks. Dit kan volgens mij een stimulans zijn om het moratorium op het boren naar schaliegas met één jaar te verlengen.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Er is alle reden om de minister te vragen om een brief met uitleg hoe het nu staat met de klankbordgroep. Daarover moeten we ook zeker een debat voeren. Mijn fractie heeft al eerder een verzoek daartoe gesteund en vindt het prima om van dat dertigledendebat een meerderheidsdebat te maken. Ik hoop dat dat lukt. Dat debat moet wel gevoerd worden als het rapport beschikbaar is, want anders wordt het zo'n tussendebatje waarmee we eigenlijk niet veel verder komen.

De heer Jan Vos (PvdA):

De fractie van de PvdA steunt het voorstel van de fractie van D66 zoals dat zojuist is verwoord door mijn collega.

De voorzitter:

U geeft dus steun aan het verzoek om een debat, maar pas zodra dat rapport beschikbaar is.

De heer Jan Vos (PvdA):

Met dien verstande dat wij graag een brief ontvangen van de regering over deze specifieke kwestie, die niet geheel adequaat verwoord is door mevrouw van Tongeren van GroenLinks.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Wij sluiten ons aan bij de opmerking van de D66-fractie.

De heer Krol (50PLUS):

Ook ik kan mij daarbij aansluiten.

De heer Leegte (VVD):

Een brief lijkt mij heel nuttig. Ik steun niet het verzoek om een meerderheidsdebat.

De heer Paulus Jansen (SP):

Dit geldt ook voor de SP-fractie.

Mevrouw Klever (PVV):

Wij zien graag eerst dat rapport. Dat moet zo snel mogelijk naar de Kamer worden gestuurd. Pas daarna willen wij daarover een debat voeren.

De voorzitter:

Mevrouw Van Tongeren, u krijgt steun van een meerderheid van de Kamer voor het houden van een debat. Dat kan echter pas ingepland worden, volgens de meerderheid, als het rapport er is, vergezeld van een reactie van het kabinet op dat rapport. Zo heb ik dat gehoord.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Nee. Er is gezegd dat er een reactie van het kabinet moet komen op wat er met de klankbordgroep gebeurd is en dat het rapport er moet zijn.

De voorzitter:

Dank u wel. Het was voor mij niet helemaal helder. Ik zit niet zo goed in de materie. Het dertigledendebat wordt afgevoerd van de lijst. In plaats daarvan komt er op de lijst een debat over de winning van schaliegas. Aan de agenda van dat debat wordt ook het rapport toegevoegd. Het kabinet wordt verzocht om een brief en op dat punt zal ik het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. De spreektijden in het debat zijn vier minuten per fractie.

Het woord is aan mevrouw Karabulut van de SP.

Mevrouw Karabulut (SP):

Voorzitter. Terwijl door de heftige bezuinigingspolitiek van dit kabinet steeds meer mensen werkloos worden en hun inkomen kwijtraken, komt staatssecretaris Klijnsma, ook wel "IJzeren Jetta" genoemd, met een plan om het mensen die de pech hebben om afhankelijk te worden van het laatste vangnet van de bijstand, haast onmogelijk te maken om bijstand te krijgen. Zij deelde dat doodleuk mede in een briefje van gisteren aan de Kamer. Dat is schandalig, zeker voor een staatssecretaris van Sociale Zaken. Wij moeten dat plan tegenhouden. Ik reken daarbij op de steun van de Partij van de Arbeid, die van het "eerlijk delen" en "het eerlijke verhaal". Ik verzoek om een debat hierover.

De voorzitter:

Mevrouw Karabulut verzoekt om steun voor een debat.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

In dat briefje kondigt de staatssecretaris ook al meteen een wetswijziging aan. Die wetswijziging hoeft er wat ons betreft niet te komen. Steun dus van GroenLinks voor dit verzoek.

De heer Kerstens (PvdA):

Wij hebben vanochtend een nieuw briefje van de staatssecretaris gekregen. Daarin kondigt zij een vervolgonderzoek aan naar de ervaringen in het land met die zoektermijn in de bijstand. De Partij van de Arbeid heeft eerder om dat onderzoek gevraagd. In hetzelfde briefje kondigt de staatssecretaris ook aan dat de resultaten van het onderzoek in het najaar met de Kamer gedeeld zullen worden. Dat is net het moment waarop wij met elkaar en met de staatssecretaris in debat gaan over de wijzigingen van de Bijstandswet. Zo hebben wij dat met elkaar afgesproken. Wij zullen dan ook over deze wijziging spreken, als het kabinet die wil doorzetten. Dat zullen wij dan doen op basis van de resultaten van het onderzoek. Dat lijkt mij hartstikke handig. Geen steun dus voor een debat nu.

De heer Potters (VVD):

Steun voor de lijn van de heer Kerstens. Geen steun voor een debat.

De heer De Graaf (PVV):

Voor nu geen steun voor een debat.

De heer Van Weyenberg (D66):

Als het kabinet de regels wil veranderen, kan het een wetsvoorstel naar de Kamer sturen. Dat wachten wij af. Geen steun voor het debat.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Wij willen er op zich wel graag over spreken, maar ik vrees dat het niet meer gaat lukken om dit plenair te doen. Misschien kunnen wij nog bekijken wat wij in de commissie kunnen doen.

De voorzitter:

Geen steun dus voor het houden van een debat.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Geen steun voor een plenair debat, maar wel voor een debat met de commissie.

De heer Van Hijum (CDA):

Ook wij steunen het niet. Ik sluit mij aan bij de praktische suggestie van mevrouw Schouten.

De voorzitter:

Mevrouw Karabulut, u hebt geen steun van een meerderheid voor een debat.

Mevrouw Karabulut (SP):

Dat moet ik helaas ook concluderen. Het verbaast mij telkens weer dat op dit moment heel veel partijen in de Kamer de zzp'ers en de flexwerkers die hun handje moeten ophouden bij de gemeente als laatste vangnet, op deze manier gewoon in de steek laten. Het verbaast me dat met name de Partij van de Arbeid en de heer Kerstens, als oud-vakbondsman, lekker met de VVD meepraten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van Hijum van het CDA.

De heer Van Hijum (CDA):

Voorzitter. Vanmorgen hebben wij via de Volkskrant kennis kunnen nemen van het pleidooi van de heer Samsom om spaargeld in de economie te steken. Dat is een soort echo van een eerdere oproep van de premier. Wij zouden mensen moeten verleiden om het geld te laten rollen, zo zei hij. Tegelijkertijd onthulde het Algemeen Dagblad dat het kabinet van plan is om 500 miljoen extra belasting te heffen op spaarvermogens. Dat is wel een heel bijzondere manier van verleiden: geef uit of wij pakken het af. Wij willen graag een debat met de minister van Financiën over de vraag of dit de manier is om de economie aan te jagen. Ook willen wij graag een brief van het kabinet in de aanloop daarnaartoe met een antwoord op de vraag of deze maatregel serieus wordt overwogen.

De voorzitter:

Dat is dus een verzoek om steun voor het houden van een debat met de minister van Financiën.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Ook met het oog op de agenda stel ik voor om dat punt morgen te betrekken bij het debat over de bezuinigingen. Mogelijk kunnen wij daarbij dan wat extra spreektijd krijgen. Ik geef wel steun voor de brief. Graag wil ik ook een reactie van het kabinet op de oproep van de Nederlandsche Bank om juist meer te sparen en af te lossen op het huis in plaats van maar meer te gaan uitgeven.

De heer Pechtold (D66):

Steun voor de brief en steun voor het voorstel van de ChristenUnie om het morgen met een minuut extra spreektijd bij het debat te betrekken.

De heer Klaver (GroenLinks):

Volgens mij moeten wij dit inderdaad snel bespreken. Dat kan morgen tijdens het debat.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Het kabinet heeft Nederland kapotgemaakt en wil nu nog verder gaan. Steun dus voor het debat. Dat moet heel snel plaatsvinden.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Steun voor alle voorstellen tot nu toe, inclusief de amenderingen. Ik krijg in de brief graag ook een reactie van het kabinet op het voorstel van de commissie-Van Dijkhuizen om de belasting juist te verlagen, omdat dat toekomstbestendig zou zijn.

De voorzitter:

Als u steun uitspreekt voor alle voorstellen, wilt u zowel dat het betrokken wordt bij het debat morgen als dat er een apart debat wordt gehouden.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Ik ken de heer Van Hijum zo dat hij ermee instemt, als iedereen zegt dat wij het morgen als belangrijk punt moeten behandelen. Ik was er eigenlijk al van uitgegaan dat zijn voorstel geamendeerd zou worden in die richting.

De heer Nijboer (PvdA):

Morgen kan dit soort zaken betrokken worden bij het debat over de 3%. Dat lijkt mij prima. Het staat iedereen vrij om een brief te vragen, daar gaan wij verder niet voorliggen. Het kan morgen betrokken worden bij het debat.

Mevrouw Neppérus (VVD):

Geen steun voor een apart debat, wel steun voor het voorstel om het morgen te betrekken bij het debat over bezuinigingen. De VVD heeft geen behoefte aan een aparte brief. Toen wij de krant vanochtend lazen, dachten wij eigenlijk: wat een apekool!

De heer Van Hijum (CDA):

Nou, dat is ook duidelijk, de verhoudingen zijn goed in de coalitie!

De voorzitter:

Mijnheer Van Hijum, vele leden hebben uitgesproken dat ze het graag morgen willen betrekken bij het debat, zeker als daarvoor wat extra spreektijd wordt ingeruimd. Voor het debat stond een spreektijd van vier minuten en ik stel voor dat wij daarvan vijf minuten maken. Dan betrekken wij dit punt bij de agenda.

De heer Van Hijum (CDA):

En er komt een brief met de punten …

De voorzitter:

Uiteraard wordt het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleid naar het kabinet met het verzoek om voor morgen 10.00 uur een brief te sturen.

De heer Van Hijum (CDA):

Dat lijkt mij prima, voorzitter. Dank u wel.

De voorzitter:

De spreektijd voor het debat van morgen wordt dus vastgesteld op vijf minuten per fractie.

Een aantal verzoeken van leden heeft betrekking op de stemmingslijst. Het woord is aan mevrouw Yücel van de Partij van de Arbeid.

Mevrouw Yücel (PvdA):

Voorzitter. Ik wil bij de stemmingen onder punt 15 mijn motie op stuk nr. 181 (30420) aanhouden.

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Yücel stel ik voor, haar motie (30420, nr. 181) aan te houden. 

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Sjoerdsma.

De heer Sjoerdsma (D66):

Ik wil bij de stemmingen onder punt 25 mijn motie op stuk nr. 152 (29237) aanhouden.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Sjoerdsma stel ik voor, zijn motie (29237, nr. 152) aan te houden. 

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Gesthuizen.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Voorzitter, allereerst excuus voor het niet tijdig doorgeven. Anders had een en ander nog verwerkt kunnen worden in de stemmingslijst. Ik heb een verzoek met betrekking tot de stemmingen bij punt 23 en bij punt 24 in verband met de wijziging van de Postwet. Mijn motie op stuk nr. 14 onder punt 24 wil ik graag in stemming brengen voordat wij gaan stemmen over de wijziging van de Postwet onder punt 23. Dan weet u wel wat u eventueel dient te zeggen bij punt 23.

De voorzitter:

Dit is ingewikkeld. Normaal behandelen wij moties na het wetsvoorstel, vandaar dat de stemmingen over de moties bij punt 24 zijn ondergebracht en de stemmingen over het wetsvoorstel bij punt 23. U verzoekt nu om eerst te stemmen over uw motie op stuk nr. 14 (33501). Daarna wilt u nog iets zeggen, of niet, afhankelijk van de uitslag. Normaal zouden wij dat verwerken op de stemmingslijst, maar aangezien dit niet meer kon, vraag ik u om na de stemming over de motie op stuk nr. 14 even naar voren te komen zodat u het alsnog zelf kunt zeggen.

Het woord is aan de heer Jan Vos.

De heer Jan Vos (PvdA):

Voorzitter. Ik wil graag bij de stemmingen onder punt 19 mijn motie op stuk nr. 14 (33193) aanhouden.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Jan Vos stel ik voor, zijn motie (33193, nr. 14) aan te houden. 

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Jasper van Dijk.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Voorzitter. Graag wil ik mijn motie op stuk nr. 23 (33625) aanhouden.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Jasper van Dijk stel ik voor, zijn motie (33625, nr. 23) aan te houden. 

Daartoe wordt besloten.

Naar boven