6 Aanpak jeugdwerkloosheid

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 9 april 2013 over Aanpak jeugdwerkloosheid.

De voorzitter:

Er zijn vier deelnemers aan dit debat, waarvan twee sprekers. Als eerste is het woord aan mevrouw Karabulut van de fractie van de SP.

Mevrouw Karabulut (SP):

Voorzitter. De jeugdwerkloosheid is een gigantisch groot probleem in Nederland, in alle Europese landen. In Nederland is inmiddels 15% van onze jeugd op zoek naar een baan. In andere landen, zoals Griekenland en Spanje, ligt de jeugdwerkloosheid inmiddels boven de 50%. Dat is niet goed omdat de jeugd onze toekomst is en deze jongeren perspectief nodig hebben in de vorm van werk en/of een opleiding en/of een stage. Het kabinet ziet de urgentie hiervan onvoldoende. Als het die urgentie wel zou zien, zou het immers om te beginnen een koerswijziging doorvoeren in het harde en heftige bezuinigingsbeleid waardoor heel veel banen verloren gaan.

De voorzitter:

Daar hebt u vast wel een motie over.

Mevrouw Karabulut (SP):

Het allerbelangrijkste is dat er banen komen. Die krijg je niet door alles weg te bezuinigen, integendeel. Er is ook een tekort aan stage- en leerwerkplekken voor jongeren. Daarom dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er een groeiend tekort is aan stageplaatsen voor leerlingen in het middelbaar beroepsonderwijs;

constaterende dat voor veel opleidingen in het middelbaar beroepsonderwijs het volgen van een stage noodzakelijk is om een diploma te halen;

overwegende dat de regering jongeren wil stimuleren om langer door te leren om zo de jeugdwerkloosheid terug te dringen;

verzoekt de regering om kleine werkgevers extra ondersteuning en een financiële tegemoetkoming te bieden als zij zich bijscholen tot erkend leerwerkmeester voor de beroepsbegeleidende leerweg en de beroepsopleidende leerweg niveau 1 en 2 en hiertoe met een voorstel te komen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Karabulut. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 442 (29544).

De heer Van Weyenberg (D66):

Voorzitter. 15% of 16% jeugdwerkloosheid is een schrikbarend hoog getal. Daardoor is dringende actie noodzakelijk. Het kabinet heeft 50 miljoen ter beschikking gesteld. Dat is een mooie stap, maar natuurlijk niet meer dan een eerste stap. Het is een druppel op een gloeiende plaat. Wat mijn fractie betreft, moet er in het kader van het sociaal akkoord structureel 100 miljoen van de van-werk-naar-werkgelden worden ingezet voor van-school-naar-werkactiviteiten, voor meer stages of een verlengde opleiding, zodat wij voorkomen dat jongeren werkloos thuiszitten en een verloren generatie ontstaat. Daarbij is het van buitengewoon belang dat ook sociale partners een bijdrage leveren en dat de minister sectorale plannen alleen cofinanciert als die ook echt iets doen aan de bestrijding van de jeugdwerkloosheid of als die er echt toe bijdragen dat sociale partners zorgen voor bijvoorbeeld meester-gezeltrajecten. Mijn fractie heeft hier eerder aandacht voor gevraagd. Er ligt een aangehouden motie van D66 over het bedrag van 100 miljoen. De tekst van die motie zal ik hier niet herhalen. De minister heeft mij hoopvol gestemd in het algemeen overleg. Hij heeft goed geluisterd, als ik hem correct citeer, en hij is zich bewust van het belang dat de Kamer eraan hecht. Ik wacht vol spanning en vertrouwen af, want dit probleem kunnen wij echt niet op zijn beloop laten.

Ik heb nog een wat preciezere motie om ook het ondernemerschap niet te vergeten als een manier voor jongeren om in deze crisis aan de slag te gaan.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de jeugdwerkloosheid op een zorgelijk hoog niveau ligt;

overwegende dat een carrière als zzp'er of ondernemer, juist nu de vacatures niet voor het oprapen liggen, een kans is voor jongeren;

constaterende dat er in de aanpak jeugdwerkloosheid nog geen aandacht wordt gegeven aan het stimuleren van zzp- of ondernemerschap;

verzoekt de regering om nadrukkelijk het zzp- of ondernemerschap bij starters onderdeel te laten zijn van de aanpak jeugdwerkloosheid en de taakopdracht van de ambassadeur jeugdwerkloosheid in deze lijn te verbreden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Weyenberg. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 443 (29544).

Minister Asscher:

Voorzitter. Ik dank de leden van de Kamer voor hun inbreng. Ik reageer eerst op de motie van mevrouw Karabulut. Ik heb in het AO toegezegd dat de minister van Onderwijs een subsidieregeling zal voorstellen als opvolger van de WVA. Daarin zal zij aandacht besteden aan het creëren van leerwerkplaatsen en stages bij de kleine ondernemers die mevrouw Karabulut in haar motie noemt. Dat betekent dat ik haar wil verzoeken om de motie op dit moment aan te houden, omdat deze stelt dat er een financiële tegemoetkoming moet komen als zij zich bijscholen. Ik wil haar vragen om het voorstel van mevrouw Bussemaker af te wachten en om, als dat naar haar smaak onvoldoende is, deze motie dan alsnog in te dienen. Ik zal de motie ontraden als mevrouw Karabulut de motie nu in stemming brengt, omdat ik wil afwachten hoe het voorstel van minister Bussemaker eruitziet.

Mevrouw Karabulut (SP):

Kan de minister een termijn aangeven waarbinnen de minister van Onderwijs met het voorstel komt?

Minister Asscher:

Zij heeft mij gezegd daar voor de zomer mee te komen. Ik zal dat nog even verifiëren en het schriftelijk aan de Kamer laten weten.

Mevrouw Karabulut (SP):

Prima, dan houd ik deze motie aan.

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Karabulut stel ik voor, haar motie (29544, nr. 422) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Minister Asscher:

Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 443 van de heer Van Weyenberg. Ik kan daaraan toevoegen dat de departementen van Economische Zaken, OCW en SZW de afgelopen jaren enkele activiteiten hebben ontwikkeld, juist om ondernemerschap in het onderwijs te stimuleren. Sinds 2008 is dat ook onderdeel van het Actieprogramma Onderwijs en Ondernemen. Zelf doe ik aan extra stimulering van het ondernemerschap door aan gemeenten middelen beschikbaar te stellen voor begeleiding en coaching, alsmede starterskredieten voor zowel bijstandsgerechtigden als voor jongeren. Ook stellen we geld beschikbaar om gevestigde ondernemers tijdelijk financieel te ondersteunen met een rentedragend krediet en wordt de pilot van Qredits met e-learning en coaching vanuit een uitkering gestimuleerd. Er is met andere woorden dan ook geen bezwaar tegen de motie. Wij beschouwen deze motie als ondersteuning van het beleid, waarbij ik nog wil opmerken dat de kortste weg uit de werkloosheid voor de meeste jongeren toch de loondienst is. Ik heb dat de heer Van Weyenberg echter ook niet horen bestrijden. Het oordeel is dus aan de Kamer.

De beraadslaging wordt gesloten.

Naar boven