5 Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, dinsdag aanstaande ook te stemmen over de moties die zijn ingediend bij het notaoverleg van 8 april jongstleden over het MIRT en over de brief van de vaste commissie voor Europese Zaken inzake de beëindiging van het parlementair behandelvoorbehoud bij de voorstellen uit het vierde EU-spoorpakket (33545, nr. 8).

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda het VAO Dierziekten en antibioticagebruik veehouderij naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 9 april, met als eerste spreker mevrouw Lodders van de VVD. Dit VAO moet nog deze week gehouden worden, inclusief stemmingen. Die stemmingen zullen morgen na de lunchpauze plaatsvinden.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Klaver.

De heer Klaver (GroenLinks):

Voorzitter. Ik heb een rappel voor onbeantwoorde schriftelijke vragen aan de minister van Financiën over het bericht dat de Europese Commissie Nederland buiten de transactietaks houdt. Die vragen zijn ingezonden op 1 maart.

De voorzitter:

Ik zal dit gedeelte van het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Merkies van de SP, met dank voor zijn geduld omdat hij dit vandaag pas aan de orde stelt.

De heer Merkies (SP):

Voorzitter. Ik wilde inderdaad eerst gisteren al iets op de agenda zetten naar aanleiding van mijn mondelinge vraag en een reactie van de heer Groot. Dat betreft een debat over belastingparadijzen. De heer Groot zei dat hij debatten over belastingontwijking niet wil blokkeren in de Kamer. Ik heb een beetje het idee dat de PvdA dat wel doet, maar als dat niet zo is, hoor ik dat graag. Er werd wel direct een door de heer Omtzigt aangevraagd debat geblokkeerd, maar de heer Groot vroeg welke debatten er dan waren aangevraagd. Een week geleden heeft de heer Klaver een debat aangevraagd naar aanleiding van een groot artikel in de Volkskrant. Dat debat wil ik nu weer agenderen. Waarom wil ik dat agenderen? Omdat …

De voorzitter:

Mijnheer Merkies, het is misschien beter als u het aan mij vertelt.

De heer Merkies (SP):

Inderdaad. Ik agendeer dit omdat dit niet aan de orde is in het SEO-onderzoek, het onderzoek in opdracht van Holland Financial Centre. Ik had een beetje begrepen dat dat het punt was, maar men mag mij corrigeren als …

De voorzitter:

Dit is geen debat. U wilt een debat aanvragen over belastingparadijzen.

De heer Merkies (SP):

Ik wil alleen nog zeggen waarom dit verzoek anders is dan dat andere verzoek. Het lijkt erop, maar dit gaat over Nederlandse bedrijven die in het buitenland belasting ontwijken. Dat is iets anders dan waar het SEO-onderzoek over gaat, want dat gaat over buitenlandse bedrijven die juist via Nederland belasting ontwijken.

De voorzitter:

Dank u wel voor deze toelichting. Een algemene opmerking: ik heb dit nu toegestaan, maar dit is nog niet het debat. Nu licht u een punt eventueel toe. Het debat met anderen in deze Kamer vindt op een ander moment plaats. Dat weet u ook eigenlijk wel. Daarom dacht ik: ik laat het nu maar voor één keer gebeuren. Ik hoop dat de heer Groot daarmee kan leven.

De heer Van Vliet (PVV):

Voorzitter. Wanneer ik 's morgens wakker word, zie ik het woord "belastingparadijzen" op mijn ramen. Wanneer ik hier kom, zie ik het woord "belastingontwijking". Ik kan geen krant meer openslaan of ik zie "belastingparadijzen" of "belastingontwijking". We moeten aan die soap een einde maken. Dus geen steun voor weer een debat hierover.

De voorzitter:

Mijnheer Groot, u was aangesproken. Natuurlijk geef ik u dus het woord.

De heer Groot (PvdA):

Voorzitter. Er zijn twee sporen, ten eerste het SEO-onderzoek. Daarbij bekijken we wat Nederland zelf kan doen. Het andere spoor is, in OESO-verband, de internationale aanpak van belastingontwijking. Beide debatten gaan we nog voeren. Ik zie geen nieuwe invalshoek. Dat zeg ik niet om een debat uit de weg te gaan, maar in navolging van de heer Van Vliet zeg ik dat we hier geen soap van moeten maken. Laten we deze debatten gewoon voeren op het moment dat zij aan de orde zijn. Dus geen steun voor het verzoek om een debat.

De heer Klaver (GroenLinks):

Het debat is mede namens mijn partij aangevraagd.

De heer Merkies (SP):

Excuus, dat moest ik er even bij zeggen.

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik vond het vorige week een goed idee en vind het deze week een nog beter idee. Ik zie al dat er geen meerderheid voor is, daarom wil ik het volgende verzoek toevoegen. Ik verzoek de staatssecretaris van Financiën om in zijn reactie op het SEO-rapport expliciet in te gaan op berichtgeving in de Volkskrant dat Nederlandse bedrijven ook via belastingparadijzen elders de belasting proberen te ontwijken.

Mevrouw Neppérus (VVD):

Geen steun, want we hebben gezegd dat we het SEO-onderzoek afwachten. Ik kan mij wel aansluiten bij het verzoek dat de heer Klaver net deed om daarop een iets uitgebreidere reactie te ontvangen dan de staatssecretaris wellicht eerst van plan was.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Steun voor het debat. Dat lijkt niet te gaan lukken, dus in dat geval steun voor de aanvullende suggestie van de heer Klaver.

De voorzitter:

Mijnheer Merkies, er is geen meerderheid voor een debat, maar wel voor een aanvullende brief.

De heer Merkies (SP):

Ja. Ik hoor inderdaad steun voor de aanvullingen die dat behelzen. Door het hier te bespreken, maken we er juist geen soap van.

De voorzitter:

Ik zal dit gedeelte van het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Dan geef ik het woord aan mevrouw Ouwehand van de Partij voor de Dieren.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Er loopt een debat over de risico's van landbouwgif voor bijen en andere belangrijke soorten in onze ecosystemen. Medewerkers van de Stichting Natuur & Milieu hebben in een zogenaamde leeskamer de studies van Bayer ingezien, waarop de toelating van imidacloprid is gebaseerd. Hun conclusie is: het bewijs dat dit middel veilig zou zijn voor bijen, is flinterdun. Zij roepen op om het middel van de markt te halen. Ik wil daar een debat over voeren met de staatssecretaris van Economische Zaken.

Mevrouw Jacobi (PvdA):

Dat zijn weer nieuwe zaken. Ik ben daar heel erg benieuwd naar. Het kan mogelijk helpen om eindelijk tot het besluit te komen, dat middel van de markt te halen. Ik wil graag een brief ontvangen van de staatssecretaris over haar positie in dezen, en op basis daarvan een debat. Dus eerst een brief.

De voorzitter:

Wel een brief, geen steun voor het debat.

Mevrouw Jacobi (PvdA):

Niet zonder meer.

De heer Klaver (GroenLinks):

Wel zonder meer steun voor een debat. Dat het voorafgegaan wordt door een brief, vind ik gezegend. Dit is al de zoveelste keer dat hier een debat over dit belangrijke onderwerp wordt aangevraagd en iedere keer wordt het vooruitgeschoven, omdat er weer een brief komt of nog een onderzoek. Ik vraag mij af, en dat is een oprechte vraag ook aan de coalitiepartijen, wanneer de tijd dan wel rijp is om hier met elkaar over te spreken in de Kamer, want het is een belangrijk onderwerp.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Eerst een brief is belangrijk. We willen daar ook graag een debat over voeren. Als het sneller kan in een algemeen overleg, mag dat ook. Wel steun.

De heer Van Gerven (SP):

Wat mij betreft, kan het debat gepland worden. We zien de brief tegemoet, dat doen wij altijd graag. Na de laatste omineuze berichten doe ik ook het verzoek of het kabinet per direct een moratorium op neonicotinoïden en imidacloprid wil instellen.

De heer Geurts (CDA):

Het CDA is net als de Partij voor de Dieren begaan met de bijen, maar wij vliegen de zaak op een andere manier aan. Wij zouden graag eerst een brief willen hebben en willen op basis daarvan bezien of een debat nodig is.

De heer Houwers (VVD):

Hetzelfde geluid van de VVD. Wij willen ook graag eerst een brief. Als we die brief hebben beoordeeld, bezien we in hoeverre het nuttig en nodig is, daar nog met elkaar over te spreken, in welke vorm dan ook.

De voorzitter:

Mevrouw Ouwehand, u hebt geen steun van de meerderheid.

Mevrouw Jacobi (PvdA):

Mag ik toch nog even een verzoekje doen? Ik wil vragen of we die brief binnen een week kunnen krijgen. Dat zou ik wel erg prettig vinden.

De voorzitter:

Oké.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Even snel tellend, heb ik volgens mij wel genoeg steun voor een dertigledendebat. We kunnen altijd in de commissie nog kijken of ik dat omzet in een spoed-AO. Ik snap het verzoek om een brief, maar ik heb op 19 maart ook al om een brief gevraagd en die is nog niet binnen. Ik vind dat die brief er moet komen. Een aantal collega's heeft suggesties gedaan voor wat daar in moet staan, namelijk een oproep om inderdaad de neonicotinoïden en imidacloprid van de markt te halen. Dat sluit aan bij de brief die al gevraagd was voor nationale maatregelen. Ik zou graag zien dat de staatssecretaris ingaat op de conclusies van Natuur & Milieu en op de conclusies van het Britse Lagerhuis, dat een onderzoek heeft gedaan dat vrijdag is gepubliceerd. Ook het Britse Lagerhuis zegt dat die middelen van de markt moeten. Vanzelfsprekend vraag ik de staatssecretaris – ik heb dat gisteren in de procedurevergadering al gezegd – in te gaan op de openbaarheidskwestie, de reden dat Bayer die stukken niet openbaar wil maken. Die brief moet er echt volgende week zijn.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van het debat doorgeleiden naar het kabinet. Ik zal daarbij vermelden dat die brief volgende week woensdag uiterlijk om 12.00 uur binnen moet zijn. Dan hebt u nog ruimte om, als dat niet is gebeurd, zich weer te melden in de regeling van werkzaamheden. Misschien doet u dat ook als die brief er wel is en er aanleiding is om opnieuw een debat aan te vragen. Dat hoor ik dan wel. U hebt wel steun voor een dertigledendebat. Dat komt onderaan de lijst, met spreektijden van drie minuten per fractie.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan mevrouw van Tongeren.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Voorzitter. De fractie van GroenLinks was erg verontrust over het rapport van de Inspectie Leefomgeving en Transport, waarin te lezen was dat nog steeds meer dan een derde van de gevaarlijkste bedrijven in Nederland de veiligheid niet op orde heeft. Wij willen daarover op korte termijn een debat, het liefst een gewoon debat, voeren met de staatssecretaris.

De voorzitter:

Het verzoek is steun voor een debat.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Dit is een onderwerp waar wij ons ook ernstige zorgen over maken. Daarom steun voor dit debat.

Mevrouw Wolbert (PvdA):

De PvdA-fractie steunt het verzoek om een debat. Wij ontvangen daaraan voorafgaand graag een brief met een reactie op het rapport.

De heer Geurts (CDA):

Steun voor het verzoek om een debat.

De heer Krol (50PLUS):

Steun voor het verzoek.

De heer Van Gerven (SP):

Steun voor het verzoek om een debat.

De heer Remco Dijkstra (VVD):

De VVD-fractie vindt de resultaten van het onderzoek teleurstellend en steunt het verzoek om een debat van harte. Er is echt wel iets om de staatssecretaris over te bevragen.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Steun voor het verzoek.

De voorzitter:

Mevrouw Van Tongeren, u hebt ruime steun voor het houden van een debat. Ik zal het inplannen. Er is een brief gevraagd, dus ik zal dit gedeelte van stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Er zat al een brief bij het rapport. Ik weet niet welke verdere toelichting nodig is. Misschien moet men even melden wat daarin moet. Het rapport is aangeboden met een brief erbij.

Mevrouw Wolbert (PvdA):

Dat klopt. Als een verdere detaillering het debat gaat vertragen, stel ik voor om die vragen voor het debat te bewaren en het debat zo snel mogelijk te plannen.

De voorzitter:

Ik zou willen dat dit de reden was die de planning van het debat in de weg stond. Ik ga heel erg mijn best doen, maar er staan al wat debatten gepland. Ik stel een spreektijd voor van vier minuten per fractie.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ik stel voor om die spreektijden ietsjes uit te breiden. Er is een enorm brede steun voor dit debat. Het is een bijzonder belangrijk onderwerp dat wij hapsnap in allerlei dertigledendebatten hebben besproken, drie keer vorige week. Het is belangrijk om het in één keer goed te doen. Mijn voorstel is een spreektijd van zes minuten per fractie.

De voorzitter:

Dames en heren, ik snap uw behoefte aan meer spreektijd. Ik stel vijf minuten voor. Volgende week is er een debat over het sociaal akkoord. Daarvoor zijn de fracties akkoord gegaan met zes minuten spreektijd. Dat is een heel groot sociaal onderwerp. Ik denk dat wij nu met vijf minuten ergens in het midden uitkomen.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ik kijk even rond en zie mijn collega's knikken. Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

U kunt het in vijf minuten, dat weet ik zeker.

Het woord is aan de heer Geurts.

De heer Geurts (CDA):

Voorzitter. De CDA-fractie verzoekt uitstel van het VAO Spoor. Het verzoek is om dat naar volgende week te verplaatsen. De reden is dat wij nog wachten op informatie die het CDA graag wil betrekken bij dit VAO. Vanmorgen heeft mijn collega De Rouwe dit al aangekondigd in de procedurevergadering.

De heer De Graaf (PVV):

Een zeer plausibel voorstel, dus steun.

Mevrouw De Boer (VVD):

Het rondetafelgesprek over de concessie van de NS is op mijn initiatief georganiseerd. Dit is eigenlijk een ander onderwerp. Ik vind het niet erg om het VAO een week uit te stellen, maar principieel zou ik het onjuist vinden als morgenmiddag naar aanleiding van een aantal bevindingen uit dat rondetafelgesprek moties worden ingediend in het VAO over onderwerpen waar wij niet eerst discussie over hebben kunnen voeren. Voorafgaand aan een VAO heeft vaak een AO plaatsgevonden waarin wij met elkaar hebben kunnen debatteren. Ik vind het eigenlijk procedureel een beetje raar. Ik ben er niet principieel tegen, maar ik hecht eraan dat er geen moties worden ingediend in dat VAO over bevindingen waarover wij nog niet het debat hebben gevoerd.

De heer Geurts (CDA):

Mijn collega De Rouwe had mij er al voor gewaarschuwd dat deze vraag zou kunnen komen. Dit gaat absoluut niet over morgen. Het gaat over informatie waar de CDA-fractie op zit te wachten inzake het AO Spoor. Het heeft dus geen betrekking op wat mevrouw De Boer net heeft gezegd.

De voorzitter:

U wacht op een toegezegde brief?

De heer Geurts (CDA):

Wij wachten op informatie. Ik heb alle technische details niet beschikbaar, voorzitter.

Mevrouw Karabulut (SP):

Ik heb geen bezwaar.

De heer Hoogland (PvdA):

Het klinkt wat mysterieus, maar geen bezwaar.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Ook geen bezwaar.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Wij worden steeds nieuwsgieriger, dus laten we erop wachten.

De voorzitter:

U hebt brede steun voor het verzoek, mijnheer Geurts.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Excuses, voorzitter.

Kan de CDA-fractie de informatie waar zij op wacht, delen met de collega's, als het geen brief is?

De heer Geurts (CDA):

Ik zal dit verzoek doorgeleiden naar mijn collega.

De voorzitter:

Wat is het toch fijn dat we e-mail hebben tegenwoordig. Dank u wel. Het VAO wordt van de agenda afgehaald en volgende week opnieuw gepland.

Het woord is aan mevrouw Leijten.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Ik stelde drie weken geleden Kamervragen, onder andere over hoe het zit met de intensiveringsgelden waarmee extra personeel aangenomen moet worden. Morgenavond is hierover een interpellatie van mevrouw Agema gepland. Ik zou het erg op prijs stellen als die Kamervragen dan beantwoord zijn, want dan kan ik bekijken of ik ze kan betrekken bij het debat.

De voorzitter:

Ik zal dit gedeelte van het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Daarmee is er een einde gekomen aan de regeling van werkzaamheden.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Voorzitter: Bosma

De voorzitter:

Een hartelijk woord van welkom aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. We hebben een speciaal middagprogramma voor hem samengesteld, bestaande uit een groot aantal VAO's en dan ook nog rond de klok van 15.30 uur de wijzigingswet kinderopvang. Maak je borst maar nat, zeggen we dan.

Naar boven