10 Contractonderhandelingen ggz-sector

Aan de orde is de behandeling van:

  • - het verslag van een schriftelijk overleg over contractonderhandelingen ggz-sector ( 25424, nr. 198 ).

De beraadslaging wordt geopend.

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Voorzitter. De onderhandelingen tussen de ggz-sector en de zorgverzekeraars zitten muurvast en staan op het punt te klappen. Aan het einde van de dag loopt de onderhandelingsdeadline af en er is nog steeds geen akkoord. De gevolgen daarvan zijn ernstig: lange wachtlijsten voor patiënten, personeel dat ontslagen wordt en het doorzetten van de ongebreidelde kostengroei. De minister moet wat ons betreft haar verantwoordelijkheid nemen en niet wegkijken, maar doorpakken. Daarom dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de contractonderhandelingen tussen de ggz-instellingen en de zorgverzekeraars dreigen te mislukken vanwege een conflict over het ter beschikking stellen van de middelen voor de loon- en prijsbijstelling;

van mening dat het vastlopen van de onderhandelingen uitermate onwenselijk is omdat daarmee het Bestuurlijk akkoord toekomst GGZ 2013–2014 zou mislukken, met als gevolg lange wachtlijsten voor patiënten, ontslag van personeel en het niet realiseren van de beoogde kostenbeheersing van 2,5% groei per jaar;

verzoekt de regering, haar verantwoordelijkheid te nemen en als initiatiefnemer van het bestuurlijk akkoord te bemiddelen in het conflict tussen de ggz-instellingen en de zorgverzekeraars,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Pia Dijkstra, Leijten, Krol en Voortman. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 199 (25424).

De heer Rutte (VVD):

Voorzitter. Ik kan het kort houden. Soms raak je verstrikt in een debat dat er naar je mening eigenlijk niet had moeten zijn. De minister gaat wel over de macronormen, maar gaat absoluut niet over de contractering van de ggz, zeker niet in de fase waarin deze zich nu bevindt. Daar wil ik het voor nu bij laten.

Mevrouw Leijten (SP):

Weet u van wie de volgende opmerking is? "De opmerking "daar ga ik niet over", mogen we nimmer horen uit de mond van een volksvertegenwoordiger of een bestuurder".

De heer Rutte (VVD):

Ik sta hier niet om quizvragen te beantwoorden.

Mevrouw Leijten (SP):

Dat is een van de uitspraken uit de nieuwe koers van de Partij van de Arbeid. We gaan er dus van uit dat we de minister vandaag wel degelijk om een boodschap kunnen sturen.

De heer Rutte (VVD):

De Partij van de Arbeid mag vinden wat zij wil. Ik sta hier te vertellen wat de VVD hierover vindt, namelijk dat de minister wel over de macronorm gaat maar absoluut niet over de microcontractering. Sterker nog, het is een slechte zaak. Verzekeraars moeten de ruimte hebben en de kans om scherp te contracteren in ons aller belang, opdat de kosten in de ggz niet verder uit de klauwen lopen.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Een dag nadat we de eerste winsten van een zorgverzekeraar zwart op wit hebben gezien, kregen wij het bericht dat de instellingen voor geestelijke gezondheidszorg in de onderhandelingen voor de contractering uitgerookt worden door diezelfde zorgverzekeraars. Jaar op jaar op jaar hebben zij winst gemaakt en op kunnen potten. Jaar op jaar op jaar zien we steeds striktere eisen voor de inkoop van zorg. Wij vinden dat de minister hierbij wel degelijk een rol een rol heeft. Wij sluiten ons dan ook van harte aan bij de stelling die de Wiardi Beckman Stichting twee weken geleden heeft gelanceerd: "De opmerking "daar ga ik niet over" mogen we nimmer horen uit de mond van een volksvertegenwoordiger of een bestuurder."

Wij zijn het daarmee eens. We gaan er namelijk wel over, omdat het om publiek geld gaat, omdat het een voorziening is uit het basispakket en omdat er een convenant ligt waar zelfs het ministerie van heeft gezegd: dit is nodig en dit is reëel voor de toekomst. Als zorgverzekeraars hun inkoopmacht zo gigantisch misbruiken, dan is het nodig dat de Kamer wel stelling neemt. Daarom heb ik van harte de motie-Pia Dijkstra c.s. op stuk nr. 199 meeondertekend. Ik heb zelf ook een motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de contractonderhandelingen tussen zorgverzekeraars en ggz-instellingen dreigen vast te lopen;

constaterende dat de regering geen negatieve gevolgen verwacht voor de kwaliteit van de patiëntenzorg;

verzoekt de regering, erop toe te zien dat er geen wachtlijsten ontstaan en dat er geen ontslagen zullen vallen ten gevolge van de vastgelopen contractonderhandelingen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Leijten en Pia Dijkstra. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 200 (25424).

De heer Rutte (VVD):

Dat de SP geen groot voorstander is van een zorgstelsel met zorgverzekeraars, zoals we dat kennen, is algemeen bekend. Maar waarop baseert mevrouw Leijten haar uitspraak dat de zorgverzekeraars in dit geval hun inkoopmacht misbruiken? Met welke feiten kan zij dat aantonen lopende de onderhandelingen, terwijl er nog geen overall eindresultaat is?

Mevrouw Leijten (SP):

Het is nogal wat als er bijna sectorbreed aan de bel wordt getrokken omdat iets niet goed gaat. We hebben dat weleens gezien bij eenpitters in de geestelijke gezondheidszorg. Die vinden in deze zaal helaas ook niet zo veel weerklank. Maar nu zijn het de grote instellingen waarbij fors de duimschroeven worden aangedraaid. Gelet op de voorliggende cijfers, is er sprake van misbruik van inkoopmacht. Wat hebben we nou afgesproken? Ik ben helemaal niet zo'n voorstander van convenanten. Vorig jaar zei ik zelfs nog tegen mevrouw Dijkstra in een debat: we moeten nog maar zien of convenanten helpen. Maar een van de afspraken was dat de ruimte in het kader van de inkoopmacht en de positie van zorginstellingen duidelijk zijn. Zo beperken we de groei. Wat zorgverzekeraars nu eenzijdig doen, is die afspraken breken. Dat kunnen zij doen omdat ze inkoopmacht hebben. Ik noem dat misbruik.

De heer Rutte (VVD):

De ggz is tien jaar lang meer dan 10% per jaar gegroeid, terwijl niet meer mensen geestelijk in de war zijn geraakt. De kosten zijn toegenomen. Die kosten zijn van ons allemaal en raken ons ook allemaal. De houdbaarheid van de financiering van zorg is een zorg die ook mevrouw Leijten met ons zou moeten delen in dezen. We zijn nu bezig met een contractering rondom de ggz. We willen niet meer 10% groei maar maximaal 2,5%. Hercontractering is nog mogelijk. Ik vraag het mevrouw Leijten nogmaals: waarop baseert zij de stelling dat hier sprake is van misbruik?

Mevrouw Leijten (SP):

Wij zien dat zelfs de compensatie voor bijvoorbeeld inflatie niet wordt geboden bij sommige zorginstellingen. ZN heeft ons laten weten dat men strategisch heeft gekozen voor een nullijn, geen groei. Dat is tegen het convenant in. Dat kan omdat ZN de centen heeft. Er zijn echter ook geluiden dat er zelfs geen inflatiecorrectie plaatsvindt. Dan worden zorginstellingen op de minlijn gezet. Ik noem dat het misbruiken van je positie.

Inzake de groei van de geestelijke gezondheidszorg was het de SP die jarenlang heeft gewaarschuwd voor de introductie van de diagnose-behandelcombinaties en de introductie van de marktwerking in de geestelijke gezondheidszorg. Laten wij nu net zien dat vanaf dat moment de kostenexplosie is begonnen.

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

Voorzitter. De politiek is ervoor verantwoordelijk dat de zorg die nodig is, kwalitatief goede zorg, beschikbaar is. Er is nu een conflict in de ggz. Onze kernvraag was of dit de kwaliteit van de patiëntenzorg niet nadelig beïnvloedt. Die vraag heeft de minister naar tevredenheid behandeld. Zij heeft namelijk gezegd dat de kwaliteit van de patiëntenzorg niet in het geding is. GGZ Nederland heeft gegarandeerd dat de cliënten die zorg nodig hebben, de zorg krijgen die zij verdienen en waarop zij recht hebben. Dat is geregeld en dat is een heel belangrijke toezegging. Daarom zullen wij de motie niet steunen.

Er is veel onduidelijkheid over cijfers. Wij willen graag weten hoe ervoor kan worden gezorgd dat volgende keer de cijfers op tijd beschikbaar zijn, zodat de hele discussie over de onderhandelingen die nog gaande zijn, kan worden voorkomen.

Mevrouw Leijten (SP):

Ik heb een zeer interessant stuk gelezen van de Wiardi Beckman Stichting. Daarin staat de opmerking "daar ga ik niet over". Dat mogen wij nimmer horen uit de mond van een volksvertegenwoordiger of een bestuurder van de PvdA. Wat vindt de geachte afgevaardigde van de PvdA ervan dat zij een minister steunt die de woorden "ik ga hier niet over" in de mond neemt?

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

Ik ben begonnen met uit te spreken dat wij erover gaan. Wij vinden dat wij erover gaan.

Mevrouw Leijten (SP):

In de motie wordt simpelweg aan de minister gevraagd om zich ermee te bemoeien. Wij geven de minister geen opdracht wat zij precies moet doen, maar zeggen dat zij iets moet doen. De aankondiging van mevrouw Bouwmeester dat de PvdA die motie niet steunt, is niet in lijn met het voornemen van de PvdA om te zeggen dat wij in principe overal over gaan. De minister zegt letterlijk "ik ga er niet over". Dat zal straks uit haar antwoord ook blijken. Daarom hebben wij hier nota bene van D66 een initiatief om een motie in te dienen. Het gaat alleen over de onderhandelingstafel. Dat is dan toch het minste wat de PvdA kan steunen?

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

Het is vragen naar de bekende weg, maar ik geef graag nogmaals antwoord. Waarover gaan wij? Waarvoor voel ik mij zo verantwoordelijk? Dat zijn de patiënten en cliënten in de ggz. Wij willen dat die goede en tijdige hulp krijgen, het liefst zo dicht mogelijk bij huis, als het nodig is in een instelling en eventueel opgeschaald naar boven. Dat is de essentie van waar wij voor staan: goede, toegankelijke, bereikbare en ook nog eens veilige patiëntenzorg. Dat wordt gegarandeerd door de minister, maar ook door GGZ. De zorg is daar, dus voor de patiënten is er geen probleem. Daarvoor staat de PvdA en daarover maak ik mij zorgen. Die patiënten zijn gered. Er is geen probleem. In de motie staat dat er wel een probleem is, maar als zelfs de patiënten, de medewerkers en de koepel van de ggz zeggen dat de patiënten de zorg krijgen waarop zij recht hebben en die zij nodig hebben, begrijp ik het probleem van de SP niet helemaal. Dan zoek je problemen. Dat kan, maar aan dat spelletje doe ik niet mee. Die patiënten krijgen de zorg die zij nodig hebben. Dat is de kern. Ik heb een technische vraag aan de minister gesteld.

De voorzitter:

Daarmee is er een einde gekomen aan de eerste termijn van de Kamer. Ik geef het woord aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport voor haar beantwoording en reactie op de moties.

Minister Schippers:

Voorzitter. Ik ben uiterst verbaasd dat ik vandaag juist door D66 naar de Kamer ben geroepen en ik kan u ook vertellen waarom. Ik heb gisteren goed naar mevrouw Dijkstra geluisterd. Zij heeft mij uitgelegd dat zo'n overheidsinterventie bij fusies helemaal niet nodig is, want wij hebben een zorgverzekeraar die scherp inkoopt: de beste zorg tegen een scherpe kwaliteit. Dat is ons systeem. Nu hebben wij verzekeraars met een zorgplicht, dus zij zullen er altijd voor moeten zorgen dat hun verzekerden voldoende zorg krijgen van goede kwaliteit. Zij voeren onderhandelingen met individuele instellingen. Die lopen nog. Die onderhandelingen hebben geen deadline. Per 1 maart moeten alleen gegevens worden aangeleverd voor het transitiemodel dat de NZa wil vaststellen, maar na 1 maart kan er ook gewoon gecontracteerd worden. De verzekeraars bekijken het en zeggen: er zijn overschrijdingen. Die zijn erg naar, want als er overschrijdingen zijn moet ik ze terug gaan halen, en dat leidt tot pakketverkleining of andere nare maatregelen.

Ik had het mij kunnen voorstellen dat ik naar de Kamer zou worden geroepen als zou blijken dat de zorgverzekeraars 15%-plus zouden contracteren. Dat is niet aan de orde. Een dreigend terughalen bij anderen die daar niets aan kunnen doen, is dus niet aan de orde.

Ik had het mij kunnen voorstellen dat ik naar de Kamer zou worden geroepen als wij het systeem van mevrouw Leijten zouden hebben en wij te kleine budgetten zouden geven. Dat is niet aan de orde. Dat systeem hebben wij helemaal niet. Wij hebben een systeem waarin een macrokader is vastgesteld waarvan zorgverzekeraars zeggen: dit is het maximum dat je mag contracteren, dus probeer daaronder te blijven omdat er overschrijdingen van vorig jaar dreigen. Het is dan niet zo gek om daarmee rekening te houden. Als je dat niet doet, moet je het geld elders weghalen. Het is niet zo gek om rekening te houden met restitutiepolissen die laat declareren en waarvan wij allemaal weten dat die ook in die 2,5% vallen. Het is eigenlijk helemaal niet zo gek om te zeggen: als in de loop van het jaar blijkt dat het allemaal meevalt, hebben wij ruimte voor goede, extra aanvullende afspraken in de instellingen.

Kortom, er is geen deadline. Men kan nog een maand, nog twee maanden … Wij hebben zelfs gezien dat er in november nog contracten worden afgesloten. De verzekeraars proberen binnen de gestelde kaders te blijven. Dat zijn maximumkaders. Kan ik aan tafel zitten en een oordeel hebben over instellingen? Nee, want een instelling onderhandelt met een verzekeraar. De minister heeft helemaal niets aan die tafel te zoeken. Gisteren heb ik van mevrouw Dijkstra geleerd hoe ons systeem werkt. Het verbaast mij dus dat juist zij mij nu naar de Kamer roept.

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Ik roep de minister naar de Kamer omdat zij een van de ondertekenaars van het bestuurlijk akkoord is. Zij is een van de ondertekenaars van een convenant dat de indexering van lonen en prijzen in de ggz regelt. En dat dreigt op dit moment vast te lopen. Er is groot verschil van mening over de vraag wat waaronder moet worden gerekend. Ik vraag de minister om als ondertekenaar van het convenant even met de partijen aan tafel te gaan zitten om te bekijken of zij niet tot elkaar kunnen komen. Als de ggz die onderhandelingen niet tot een goed einde brengt, moeten maatregelen worden genomen om met het mindere geld uit te komen. De minister zegt dat er soms nog wel tot in november wordt gecontracteerd, maar dan zijn de wachtlijsten al ontstaan en dan zijn de mensen ontslagen. Het lijkt mij zeer onwenselijk dat zij dan weer een slag moeten maken om dat terug te draaien. Ik kan mij niet voorstellen dat de minister dat wil.

Minister Schippers:

De zorgverzekeraar heeft een zorgplicht en heeft gewoon voldoende te contracteren. Hij maakt uit bij welke instelling hij dat doet en welke instelling hij laat groeien en welke niet. Daar ga ik niet over. Loon- en prijsbijstellingen verwerk je in de budgetten. Als je maximumtarieven hebt, is het tarief de uitkomst van een onderhandeling. Dan kun je niet zeggen dat je recht hebt op het maximumtarief. Je onderhandelt namelijk over de prijs waartegen je een bepaalde zorg levert. Ik zie mevrouw Leijten bij de interruptiemicrofoon staan. Zij zegt dat de dbc's de oorzaak zijn van de prijs- en groeiexplosie. Zij weet toch ook wel dat wij pas sinds 1 januari van dit jaar met dbc's rekenen? Het was een schaduwsysteem. Daar werd helemaal niet op afgerekend. Er werd gewoon afgerekend op budgetten. De dbc's hadden daar helemaal niks mee te maken. Dus, jammer: het ligt ook al niet aan de marktwerking. We hebben echter wel een systeem waarbinnen de minister met de sectoren de macrokaders heeft afgesproken. Die macrokaders zijn 2,5%. Als men daaroverheen gaat, hebben we met z'n allen een probleem. Dan moeten we namelijk bezuinigen en dat houdt in dat er op een pakket van 1,5 miljard, nog meer pakketbezuinigingen komen. Ik vind het heel goed dat zorgverzekeraars proberen om binnen die marge te blijven en toch goede zorg in te kopen. Zij zijn verplicht om voldoende zorg in te kopen. De NZa houdt daar toezicht op. Steeds wordt 1 maart als een deadline genoemd, maar dat is helemaal niet het geval. Ik begrijp eerlijk gezegd het probleem niet.

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Ik heb net aan de minister gevraagd of zij niet vindt dat je grote problemen krijgt als de contractering zo lang duurt. Dat willen wij toch voorkomen? Ik ben het overigens geheel met de minister eens dat de onderhandelingen over de contracten natuurlijk een kwestie zijn van zorgaanbieders en zorgverzekeraars. Het blijkt echter dat er een convenant is waar veel verschil van mening over is. Ik vraag alleen maar aan de minister om eens even te gaan praten met die partijen omdat zij medeondertekenaar is. Dat is alles.

Minister Schippers:

Met enige regelmaat hebben wij voortgangsoverleg over de convenanten. GGZ Nederland heb ik nog anderhalve week geleden gesproken. We hebben voortdurend contact met deze partijen. Wat wij niet moeten doen, is ons laten gebruiken voor individuele fricties in contractonderhandelingen. Dan sta ik immers vandaag voor Rivierduinen en morgen voor de IJsselmeerziekenhuizen. Ik kan nog een hele hoop instellingen noemen die regelmatig bij mij aankloppen omdat zij steun zoeken voor hun visie op contractonderhandelingen. Daar moeten wij ons niet voor laten gebruiken.

Mevrouw Leijten (SP):

De minister vond het vorig jaar zo ontzettend belangrijk om de kostengroei van de geestelijke gezondheidszorg in de hand te houden – blijkbaar kon zij dat niet met de budgetten – dat zij een convenant heeft afgesloten. Doordat zij dit convenant heeft afgesloten, heeft zij ook een verantwoordelijkheid. Wij wijzen haar op die verantwoordelijkheid door het verzoek om te gaan bemiddelen. Het is zo manifest, dat zelfs Zorgverzekeraars Nederland het nodig vindt om ons een brief te sturen om uit te leggen dat zij bij de contractering kiezen voor een nullijn. Wij horen ook van instellingen dat er zelfs een minlijn wordt gehanteerd. Ik vraag mij dan echt af wat ertegen is dat deze minister, die ook verantwoordelijk is voor de geestelijke gezondheidszorg, er een telefoontje aan waagt en partijen uitnodigt aan tafel. Als zij de partijen er met haar charmes toe kan bewegen om met elkaar verder te gaan, dan hebben we alleen maar winnaars. Ik snap niet waarom de minister zo'n offensieve houding aanneemt tegenover het simpele verzoek om nu eens tussen deze partijen te gaan bemiddelen.

Minister Schippers:

Ik ben niet van budgetten naar dbc's overgegaan omdat ik dacht dat dit goed was voor de kosten. Ik ben van budgetten naar dbc's overgegaan omdat ik denk dat je daarmee veel meer zorg op maat, veel meer zorg dicht bij huis en veel betere zorg kunt leveren. Om die reden ben ik daartoe overgegaan.

Dan ga ik in op het verzoek om te bemiddelen. Wij hebben periodiek overleg met zowel GGZ Nederland als met ZN. We zitten samen aan tafel, we zitten apart aan tafel. Ik bel over van alles en nog wat met iedereen. Mijn conclusie is dat iedereen nog aan het onderhandelen is. Partijen, individuele instellingen, zijn met individuele zorgverzekeraars aan het onderhandelen. Het zou onverstandig zijn als de minister daartussen gaat zitten. Ik weet dat zorgverzekeraars contracten hebben afgesloten. Sommige hebben contracten afgesloten waarbij de winst wordt gedeeld, of waarbij het geld dat wordt overgehouden doordat efficiënter wordt gewerkt, wordt gedeeld door het weer te investeren in kwaliteit van zorgcontracten. Dat is mevrouw Leijten waarschijnlijk ook bekend. We weten ook dat aan alle kanten contracten worden afgesloten en dat ze niet allemaal goed lopen. Als twee partijen aan tafel zitten en het loopt niet goed, dan is het toch zeer onverstandig dat de minister daartussen gaat zitten? Daar kan ik wel een dagtaak van maken. Dat lijkt mij onverstandig en dat vind ik ook niet mijn verantwoordelijkheid. Om mevrouw Leijten te citeren: daar ga ik niet over. Waar ik over ga, is het macrokader. Waar ik over ga, zijn de kwaliteitsafspraken die we met elkaar hebben gemaakt. Daar gaat ook ZN over. Dat is mijn contractpartij. En daar gaat GGZ Nederland over, dat is ook een contractpartij. De individuele instellingen die binnen die kaders aan het onderhandelen zijn, moeten er vooral voor zorgen dat zij goede resultaten behalen.

Mevrouw Leijten (SP):

Ik concludeer dan maar dat de minister dus wel een convenant wil afsluiten, maar op het moment dat er een conflict ontstaat, de zijde kiest van de machtigste partij. Zij bemiddelt niet en daarmee is zij eigenlijk een woordvoerder van de zorgverzekeraars geworden. Dat spijt mijn partij zeer.

Minister Schippers:

Zo ken ik mevrouw Leijten weer, maar uiteindelijk zullen we het eerst maar eens moeten zien. Ik zou het als minister ontzettend leuk vinden als ik aan het eind van het jaar een keer denk: we houden geld over. Dat is me nog nooit overkomen, als Kamerlid overigens ook nooit, maar dat zou ontzettend leuk zijn, want dan zouden we eens kunnen kijken hoe we de zorgkosten in de hand kunnen krijgen. Dat is ook wel een streven, zodat de premie een beetje betaalbaar blijft voor mensen.

De eerste motie, op stuk nr. 199, is van mevrouw Dijkstra cum suis. Deze verzoekt mij om mijn verantwoordelijkheid te nemen. Dat doe ik dag in, dag uit; door afspraken te maken, zodat wij in Nederland goede zorg hebben voor een betaalbare prijs. Ik spreek ggz-instellingen en verzekeraars, al dan niet samen. Mijn ministerie doet dat met enige regelmaat. Ik wil deze motie sterk ontraden. Als er individuele onderhandelingen zijn, dan is het zeer onverstandig om je daar ontijdig in te mengen.

De tweede motie, op stuk nr. 200, is van mevrouw Leijten en mevrouw Dijkstra. Deze verzoekt de regering om een werkgarantie van de overheid bij instellingen te geven, ook heel bijzonder. Dat is iets wat ik echt nooit zou doen. Als een instelling niet goed functioneert, vind ik dat de patiënten naar een instelling moeten gaan die wel goed functioneert. Dan zal zo'n instelling minder patiënten krijgen, waardoor deze, hoop ik, beter haar best gaat doen en betere kwaliteit gaat leveren, zodat het tij weer kan gaan keren. Dat is echt niet wat ik zal gaan doen.

Verzekeraars hebben een zorgplicht en de NZa ziet daarop toe. Het kan niet zo zijn dat verzekeraars niet contracteren of de rekening niet betalen. Zij hebben verzekerden, zij hebben de plicht om daarvoor te zorgen en wij hebben een toezichthouder die daarop toeziet. Er zijn voldoende middelen in het macrokader dat wij met elkaar hebben afgesproken. Minder dan voorheen, maar we moeten allemaal de broekriem aantrekken, ook deze sector. Dus vind ik het niet aannemelijk dat er wachtlijsten komen. Mocht het hier en daar knellen of meevallen, wat ik echt heel erg prettig zou vinden, dan kan er gedurende het jaar nog van alles gebeuren in de onderhandelingen. Het is niet zo dat op 1 maart de hamer valt. Ook deze motie wil ik dus sterk ontraden.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Daarmee is een einde gekomen aan de beraadslaging. Ik schors de vergadering voor vijftien minuten. Om tien voor zes gaan wij stemmen over de ingediende moties.

De vergadering wordt van 17.35 uur tot 17.53 uur geschorst.

Naar boven