8 Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, vanmiddag ook te stemmen over de aangehouden moties-Jacobi (33400-XIII, nrs. 83 en nr. 84).

Ik deel de Kamer mee dat de commissie voor het onderzoek van de Geloofsbrieven tot haar voorzitter heeft gekozen het lid Neppérus.

Op verzoek van het lid Kooiman (SP) stel ik voor, de motie op stuk 28684, nr. 349 opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, genoemde termijn van twee maanden voor deze motie opnieuw gaat lopen.

Ik stel voor, toe de voegen aan de agenda het VAO Eurodac naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 31 januari 2013, met als eerste spreker de heer Schouw van D66.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Heerma van het CDA.

De heer Heerma (CDA):

Voorzitter. Toen aan het begin van deze eeuw werd gesproken over de fiscalisering van de omroepbijdrage, is vrij expliciet aangegeven dat er niet aan de knoppen gedraaid zou worden van de financiering van de publieke omroep. De recentste kabinetsplannen over de publieke omroep doen de discussie weer oplaaien. Afgelopen vrijdag heeft de directeur van Omroep MAX het voorstel gedaan om de omroepbijdrage te defiscaliseren. Ik wil daar graag een debat over voeren met de staatssecretaris van OCW. Dat debat moet dan gaan over zowel het defiscaliseren van de omroepbijdrage gaan als de suggestie die is gedaan om een vrijwillige omroepbijdrage in te voeren.

De voorzitter:

De heer Heerma verzoekt om steun voor een debat over de defiscalisering van de kijk- en luistergelden.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Ik heb op zich geen bezwaar tegen een debat, maar volgens mij is het wel wijs om eerst een brief te vragen, want er speelt heel veel bij de publieke omroep. Er moet een aantal vragen worden beantwoord. Hoe staat het met de bezuiniging van 100 miljoen? Hoe staat het met de verkenning die zou worden uitgevoerd? Wie gaat dat doen? Hoe staat het met de opheffing van het Mediafonds? Hoe gaat de publieke omroep die taken invullen? Eerst graag een brief daarover.

De voorzitter:

Betekent dat geen steun voor een debat?

De heer Jasper van Dijk (SP):

Daarna kunnen we heel goed een debat voeren.

De voorzitter:

Een debat, maar daaraan voorafgaand een brief.

De heer Beertema (PVV):

Steun voor beide.

De heer Verhoeven (D66):

Ook steun voor het debat. De brief met daarin de punten van de SP lijkt mij ook goed, maar ik heb er nog een punt aan toe te voegen. De TROS heeft aangegeven niet te willen fuseren. Dat lijkt mij ook iets waar de staatssecretaris op zou kunnen reageren in dezelfde brief. Het moet dus een brief zijn met de totale stand van zaken rond de mediasituatie. Daarna het debat van het CDA.

De heer Segers (ChristenUnie):

Een mooie creatieve gedachte van de heer Slagter, dus steun voor het debat en ook steun voor het verzoek om een brief.

De heer Huizing (VVD):

Ideeën die worden geopperd, zijn altijd goed en welkom, maar om over elk idee een apart debat te organiseren, vinden wij niet noodzakelijk. Ik geef wel steun aan de brief. Dan kunnen wij in de procedurevergadering bespreken wat wij er verder mee doen.

De voorzitter:

Geen steun voor een debat, maar wel voor een brief.

De heer Bisschop (SGP):

Steun voor de brief, zoals de heer Van Dijk voorstelde, en ook steun voor het debat. Het lijkt mij een vrij fundamentele zaak, dus de moeite waard om over te debatteren.

De heer Klein (50PLUS):

Wij steunen het verzoek om een brief. Ook steunen wij het verzoek om een debat, volgend op de brief.

De heer Van Dam (PvdA):

Volgens mij komt er op niet al te lange termijn een wet, tenminste als ik afga op alle discussies hierover en dan hebben we alle ruimte om het debat te voeren. Als het de bedoeling is om voorafgaand aan de wetsbehandeling ook nog een soort algemeen debat te voeren, dan ligt het voor de hand om naar aanleiding van de brief een AO te organiseren. Steun dus voor een brief, maar een debat in dit stadium lijkt mij prematuur.

De voorzitter:

Mijnheer Heerma, u hebt geen steun voor een debat, maar wel steun voor een brief.

De heer Heerma (CDA):

Ik constateer wel dat 30 leden mijn verzoek hebben gesteund. Dan wordt het een dertigledendebat.

De voorzitter:

Dat klopt. Dan komt dat dertigledendebat als nr. 22 op de lijst, met drie minuten spreektijd per fractie.

Het stenogram zal ik doorgeleiden naar het kabinet, zodat de brief naar de Kamer komt.

Het woord is aan mevrouw Berndsen-Jansen van D66.

Mevrouw Berndsen-Jansen (D66):

Voorzitter. Er was zojuist een debat tussen de minister en de heer Van der Steur van de VVD over het rapport van Europol en de positie van Nederland als het gaat om de drugshandel. Ik denk dat dit rapport een debat verdient in de Kamer, want er staat het nodige in waar wij het over zouden moeten hebben. De minister heeft toegezegd dat hij naar aanleiding van het rapport van Europol met een brief zal komen. Ik vind dat uitstekend. Die hebben wij ook nodig bij het debat, maar ik vraag hierbij een debat aan in de plenaire zaal.

De voorzitter:

Mevrouw Berndsen verzoekt om een debat.

De heer Oskam (CDA):

Steun van het CDA.

De heer Marcouch (PvdA):

Een brief lijkt mij prima, maar ik pleit er verder voor om dit onderwerp te betrekken bij de geplande debatten over de georganiseerde misdaad.

De voorzitter:

Geen steun voor het debat.

De heer Segers (ChristenUnie):

Mijn fractie steunt het verzoek om een debat.

De heer Van der Steur (VVD):

Ik heb uitgebreid antwoord gekregen op de door mij gestelde vragen. Prettig als er een brief komt, maar ik heb nog geen behoefte aan een debat. Ik zal dat aan de hand van de brief met mijn fractie beoordelen.

Mevrouw Kooiman (SP):

De SP steunt het verzoek van D66. Laten wij dit debat niet laten ondersneeuwen in een debat waarin alles tegelijkertijd aan de orde komt. Ik vind het een goed idee om dit apart te bespreken.

De voorzitter:

Steun voor een debat dus.

De heer Bontes (PVV):

Steun voor het debat. Je moet geen spil in de internationale drugshandel willen zijn. Er komt ook nog een analyse van de minister. Wij kunnen die er mooi bij betrekken.

De heer Van der Staaij (SGP):

Steun voor een brief. Wij willen er ook graag over debatteren, maar dat hoeft niet per se in een plenair debat. Het mag ook in een AO, want anders zou het door de veelheid aan debatten wel eens lang kunnen duren voordat wij erover kunnen praten.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Zeker steun voor een brief, maar ook voor een debat. Ik heb het liefst een AO als dat op korte termijn gemakkelijker is te plannen.

De voorzitter:

Mevrouw Berndsen, u hebt geen steun voor een debat.

Mevrouw Berndsen-Jansen (D66):

Nee, maar wel voor een dertigledendebat. Dat vraag ik bij dezen aan. Dan zien wij in de procedurevergadering wel of wij er een AO van kunnen maken. Ik vind het buitengewoon spijtig dat de VVD en de PvdA dit niet willen steunen. Maar ja, je hebt ook wel wat weg te moffelen, denk ik dan maar.

De voorzitter:

Het komt op de lijst van dertigledendebatten. De spreektijd is drie minuten. Ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Agema van de PVV.

Mevrouw Agema (PVV):

Voorzitter. Ik wil u verzoeken om het debat dat voor morgenavond geagendeerd staat over woonlocatie Integra in Burgum, van de agenda af te voeren en op een later tijdstip in te plannen. De reden hiervoor is als volgt. Wij hebben een brief gekregen van de staatssecretaris waarin hij schrijft dat de sluiting niet het gevolg is van kabinetsbeleid. Vanmorgen hebben wij echter een brief gekregen van de stichting waarin staat dat dit deels wel het geval is. Ik zou graag een nieuwe brief van de staatssecretaris ontvangen, waarin hij ingaat op de brief van zorginstelling Philadelphia en op de wensen van de bewoners om wel of niet op deze locatie te blijven.

De voorzitter:

Ik ben een beetje in verwarring. Sorry dat ik even in overleg was. Dit gaat over een reeds gepland debat. U vraagt nu om een nadere brief naar aanleiding van een brief die u vanmorgen hebt ontvangen. Begrijp ik dat goed?

Mevrouw Agema (PVV):

Er lag al een brief van de staatssecretaris. De inhoud ervan komt niet overeen met de inhoud van de brief die vanmorgen van de zorginstelling is ontvangen. Ik zou daarom graag een aanvullende brief van de staatssecretaris ontvangen, waarin hij ingaat op de brief die wij vanmorgen ontvangen hebben en daarbij ook de inhoud van die brief betrekt. Men geeft immers aan dat het grotendeels wel gaat om verandering van kabinetsbeleid.

Mevrouw Leijten (SP):

Wij hadden het debat al voorbereid. Als de aanvrager wil dat het debat wordt uitgesteld, dan ga ik daar niet per se voor liggen. Wij kunnen natuurlijk ook gewoon in het debat om opheldering vragen. Ik ben een beetje in twijfel over de vraag hoe ik moet omgaan met het verzoek van mevrouw Agema.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Wij kunnen natuurlijk ook aan het kabinet vragen om al voor het debat een reactie te schrijven. Dan kunnen wij die meteen meenemen in het debat.

Mevrouw Bergkamp (D66):

Namens D66 steun voor het verzoek van de PVV.

Mevrouw Keijzer (CDA):

De CDA-fractie wil ook graag nadere informatie, zoals net voorgesteld door mevrouw Agema.

De voorzitter:

Mevrouw ... Sorry, mijnheer Van 't Wout.

De heer Van 't Wout (VVD):

Ik moet weer naar de kapper, geloof ik. Steun voor het verzoek van de PVV.

De voorzitter:

U mag wel, maar het hoeft niet van mij.

Ik heb goed geluisterd naar de aanvrager van het debat. Het gaat van de agenda voor deze week af. Daarvoor hebt u steun. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. Dan komen wij er in een later stadium op terug.

Het woord is aan mevrouw Van Nieuwenhuizen.

Mevrouw Van Nieuwenhuizen-Wijbenga (VVD):

Voorzitter. Sinds afgelopen vrijdag is SNS REAAL genationaliseerd. Namens de commissie financiën verzoek ik u om hierover nog voor deze week een debat in te plannen. Namens de voltallige commissie doe ik hierbij de suggestie om dit debat eventueel in te ruilen voor het debat over de commissie-De Wit dat voor morgen gepland staat.

De voorzitter:

Als ik een verzoek krijg namens de hele commissie om iets te plannen, dan zal ik daar rekening mee houden. Ik zal bekijken wanneer ik het debat plan. U ontvangt later een schema. De spreektijd is vier minuten per fractie.

De heer Klaver (GroenLinks):

U gaat heel snel. Afgelopen vrijdag is er, zoals de voorzitter van de commissie zei, een bank genationaliseerd. Vier minuten spreektijd is wellicht een beetje te beperkt om alles uiteen te kunnen zetten. Ik doe dan ook het verzoek om de spreektijd wat op te rekken.

De heer Nijboer (PvdA):

Ik sluit mij daarbij aan. Het is een fundamenteel debat en dat vergt wel iets meer tijd dan vier minuten.

De heer Harbers (VVD):

Technisch gezien sluit ik mij daar niet eens bij aan; de heer Klaver zei dat het "wellicht" een beetje te weinig was, maar het ís gewoon te weinig. De spreektijd moet wat mijn fractie betreft aanzienlijk ruimer zijn dan de toegemeten vier minuten.

De voorzitter:

U hebt allen dezelfde opvatting. Ik stel een spreektijd voor van zes minuten. Voor de Handelingen zeg ik nu dat ik aan het gemor in de Kamer kan horen dat ook dat wordt gezien als onvoldoende. Ik stel daarom een spreektijd van acht minuten voor. Verder ga ik niet. Acht minuten is een verdubbeling; ik ga niet verder onderhandelen. De spreektijden in dit debat zijn acht minuten per fractie, maar het mogen er ook minder zijn.

Het woord is aan de heer Schouw.

De heer Schouw (D66):

Dank u wel, mevrouw de voorzitter. We hebben vanmiddag gesproken over de werkdruk bij de rechterlijke macht en het feit dat daar brokken van komen. Mijn fractie – dat is de fractie van D66 – zou er erg aan hechten om daar een debat over te voeren, met een spreektijd van ongeveer vier of vijf minuten, maar dat maakt u maar uit. Dat debat zou in de eerste of tweede week van maart van dit jaar kunnen plaatsvinden.

De voorzitter:

Aan dat laatste verzoek wil ik alvast toevoegen dat als de heer Schouw dat wil, ik hem adviseer om in de commissie te onderhandelen over de lengte van de spreektijden, het tijdstip van het debat en over de mogelijkheid om een AO over dit onderwerp te houden. Er zitten namelijk twintig debatten in portefeuille. De meerderheid van de Kamer heeft over twintig debatten gezegd dat zij die graag plenair wil voeren. Ik kan echt niet garanderen dat dit debat in de eerste week van maart plaatsvindt. Het zal eerder veel later op de agenda komen te staan, vrees ik.

Mevrouw Helder (PVV):

Steun voor het debat. Het mag wat mij betreft ook 's nachts, dan kan het wel in maart en dan kunnen we eens een beetje opschieten. Wel krijgt mijn fractie graag een brief van de minister voorafgaand aan het debat, want hij ging tijdens het vragenuurtje overduidelijk de fout in. Dan kan hij dat in die brief rechtzetten.

De voorzitter:

Steun voor het debat dus.

De heer Recourt (PvdA):

Ook de PvdA steunt dit debat, maar slechts onder de voorwaarde dat alle zaken die daarvoor nog geregeld moeten worden – we hebben ze in het vragenuurtje besproken – dan echt klaar zijn, zodat we inhoudelijk kunnen debatteren.

De heer De Wit (SP):

Steun van de SP-fractie voor het debat.

De heer Van der Steur (VVD):

Steun voor het debat onder dezelfde voorwaarde als de heer Recourt noemde, namelijk dat het van belang is dat de minister de tijd krijgt om alle informatie die er is naar de Kamer te sturen. Het kan wat mij betreft ook in een AO worden besproken, als dat sneller is.

De heer Oskam (CDA):

Wat mij betreft zo snel mogelijk, dus een debat of een AO. De minister heeft gezegd dat hij in april met een brief komt, omdat de Raad voor de rechtspraak nog een tour maakt. Die tour is echter al voor de kerst begonnen en er zijn maar tien of elf rechtbanken, dus het kan een stuk sneller. Ik deel de suggestie van de heer Schouw dat het debat gewoon uiterlijk begin maart moet worden gehouden.

De voorzitter:

Mijnheer Schouw, u hebt steun voor een debat.

De heer Schouw (D66):

Nou, mevrouw de voorzitter, dan wens ik u veel succes met het inplannen van dat plenaire debat. Ik zal morgen ook nog met de collega's komen te spreken over een voorstel om een hoorzitting te houden ter voorbereiding op dat debat. Dat zal ik echter in commissieverband doen.

De voorzitter:

Dank u wel. De spreektijd is vier minuten per fractie. Het debat komt onderaan de lijst met eerder aangevraagde debatten. Ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Ik geef het woord aan mevrouw Bruins Slot van het CDA.

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Voorzitter. Uit onderzoek van Europol blijkt dat matchfixing een wijdverspreid probleem is en dat ook Nederlanders daarbij betrokken zijn. Dit is sportcriminaliteit en dat vereist een harde aanpak. Mede namens de fractie van de PvdA wil ik een debat aanvragen met de minister van Veiligheid en Justitie en de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de aanpak van matchfixing en de acties die kunnen worden ondernomen.

De voorzitter:

Het verzoek is om steun voor een debat over matchfixing.

Mevrouw Leijten.

Mevrouw Leijten (SP):

De vaste commissie voor VWS is al lang bezig met dit onderwerp. Het wordt tijd dat de regering dat ook gaat doen. Als een debat daarvoor helpt, geef ik daar alle steun voor.

De voorzitter:

Steun voor een debat.

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Ook D66 steunt het verzoek om een debat.

De heer Huizing (VVD):

Hoe mooi deze zaal ook is en hoe leuk het ook is om hier te praten, wat mij betreft kan het ook in een AO. We gaan er echter niet voor liggen als het een debat wordt.

De voorzitter:

Geeft u steun aan een debat of geeft u geen steun aan een debat?

De heer Huizing (VVD):

Gezien de verhoudingen gaat het toch gebeuren, dus wij zullen het steunen.

De voorzitter:

Steun voor een debat.

Mevrouw Klever (PVV):

De PVV-fractie steunt het verzoek om een debat.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ook steun van GroenLinks.

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Het klopt: in mei 2012 was de Kamer al wakker over matchfixing, toen de regering nog lag te slapen. Het is tijd dat we de regering uit haar winterslaap halen.

De voorzitter:

U hebt steun voor een debat. Het komt onderaan de lijst. De spreektijd is vier minuten per fractie.

Het woord is aan de heer Madlener.

De heer Madlener (PVV):

Voorzitter. Duizenden ambtenaren in Brussel hebben een hoger salaris dan onze eigen minister-president. Het is werkelijk schandalig. Nederland moet bezuinigen en de koopkracht wordt door dit kabinet keihard aangepakt, maar in Brussel vieren ze feest met Nederlands geld: expatvergoedingen, speciale lage belastingtarieven, belastingvrije auto's, riante pensioenregelingen en ga zo maar door. Het is werkelijk van de ratten besnuffeld. Ik wil hierover een debat en een brief, en wel op de kortst mogelijke termijn als dat kan.

De voorzitter:

Er is een verzoek aan de leden om een dertigledendebat.

De heer Verheijen (VVD):

Ik voel dezelfde verontwaardiging als de heer Madlener, maar heb geen behoefte aan een apart dertigledendebat. Het kan heel goed morgen worden meegenomen in het debat over de Europese top. Ik nodig de heer Madlener uit om dan weer die teksten uit te slaan.

De heer Servaes (PvdA):

We kunnen allemaal meehuilen met de wolven, maar laten we er vooral morgen in het debat over spreken. Dat lijkt me een goed idee.

De heer Omtzigt (CDA):

Ik had hetzelfde aangemeld. Ik wil graag een brief, omdat in de Nederlandse antwoorden staat dat er 3.000 ambtenaren meer verdienen, terwijl volgens Die Welt van zondag 11.117 Brusselse ambtenaren meer verdienen dan de minister-president in Nederland. Ik krijg graag voor morgen opheldering van de regering. Hoeveel zijn het er precies, berekend inclusief alle toeslagen en exclusief de belastingen? Dan mag de Nederlandse belasting ook worden afgetrokken van het salaris van de Nederlandse mp. Wat kan de Nederlandse regering eraan doen? Wat zijn de laatste voorstellen van de heer Van Rompuy? Dat alles graag in een brief aan de Kamer, voor morgen 10.00 uur, alstublieft.

De heer Segers (ChristenUnie):

Daaraan wil ik graag steun verlenen. Het is van belang om dat bij het debat van morgen te betrekken. Steun dus voor het verzoek van de heer Omtzigt.

De voorzitter:

Ik was net even vergeten te concluderen, mijnheer Omtzigt, dat u geen steun voor het debat gaf maar wel om een brief verzocht. Dat heb ik toch goed gehoord? Dat is het geval.

De heer Van Bommel (SP):

Wel steun voor het debat, omdat deze materie helemaal niets te maken heeft met wat er morgen op de agenda van de plenaire vergadering staat, namelijk de Europese Raad, de conclusies et cetera, maar wel met iets wat je zou kunnen rekenen tot de structurele absurditeiten die er in Europa plaatshebben. Ik ben het best eens met een verzoek om een brief met nadere informatie, omdat die nog niet in de beantwoording van de vragen van collega Omtzigt zat, maar ik wil er graag een apart debat over omdat dit ook raakt aan de positie van Nederlandse ambtenaren, wat niet als zodanig op de agenda van de Europese Raad staat.

De heer Klaver (GroenLinks):

Dat iets niet op de agenda staat, heeft ons er nog nooit van weerhouden om erover te spreken. Wat mij betreft kan het dus morgen bij het debat worden betrokken. Ik geef graag steun aan het verzoek om een brief.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Steun voor een brief maar ook voor een debat. Het lijkt me goed om er eens apart, diepgaand over te spreken, want dit is echt een probleem.

De voorzitter:

Mijnheer Madlener, u hebt steun voor een dertigledendebat. Ik zal het onder aan de lijst plaatsen.

De heer Madlener (PVV):

En voor wat betreft de brief: graag inclusief alles wat is genoemd als zijnde een soort secundaire arbeidsvoorwaarde. Graag morgen voor 10.00 uur, zodat we kunnen bekijken of we er morgen ook al iets mee kunnen doen.

De voorzitter:

Ik zal dit gedeelte van het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Paulus Jansen van de SP.

De heer Paulus Jansen (SP):

Voorzitter. Vorige week donderdagmiddag verzocht ik om uitstel van het debat over de huurverhoging op grond van huishoudinkomens. Het betreft de wet die een maximale huurstijging van 9,5% per jaar mogelijk maakt. U was zo vriendelijk om ons een week extra te geven voor een zorgvuldige behandeling. Helaas werd dat 's avonds teruggedraaid door de woordvoerders van de twee coalitiepartijen. Ik heb inmiddels ambtelijke bijstand gevraagd voor veertien amendementen en op twee daarvan heb ik inmiddels een reactie gehad. Dat betekent dat wij het debat dat vanavond om 20.45 uur is ingepland volstrekt niet serieus kunnen voorbereiden qua amendering. Ik verzoek nogmaals het debat uit te stellen.

De voorzitter:

Het verzoek is om uitstel van het debat.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

De heer Jansen moet natuurlijk een goede reactie krijgen op zijn amendementen. Daarnaast is ook de opbrengst van dit wetsvoorstel er niet in opgenomen. In het vorige voorstel was het wel opgenomen. Het is nog volstrekt onhelder wat de effecten zijn voor de Nederlandse schatkist, dus die informatie willen wij ook graag hebben.

De heer Fritsma (PVV):

Voorzitter. Steun voor het verzoek. Deze verschrikkelijke wet heeft financiële gevolgen voor heel veel huurders. De coalitiepartijen proberen het er in een paar dagen doorheen te rommelen, maar dat kan natuurlijk niet. De Kamer moet er de tijd voor krijgen, dus steun voor het verzoek.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Toen wij dit vorige week wisselden, heb ik al opgemerkt dat dit zou gebeuren en dat de Kamer onvoldoende tijd heeft om de behandeling van deze wet goed voor te bereiden, dus alle steun voor het verzoek van de heer Jansen. Ik zie dat de coalitiepartijen nog niet uit de bankjes komen, maar het lijkt mij wel dat ook zij hierover een uitspraak moeten doen.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Ik kan mij aansluiten bij alle woorden die mijn voorgangers al hebben gesproken. Deze wet vereist een zorgvuldige behandeling, maar daarvan is nu in onze beleving geen sprake.

De heer Klein (50PLUS):

Vorige week hebben wij het inderdaad besloten, maar dat betekent dat wij afgelopen maandag, dus gisteren, het Bureau Wetgeving om de amendementen hadden moeten vragen. Dat is niet realistisch of wij moeten vanavond weer proberen allerlei amendementen te formuleren met alle problemen van dien, dus steun voor het voorstel van de heer Jansen.

De heer Bisschop (SGP):

Ik sluit mij aan bij de woorden die gesproken zijn. Steun voor het verzoek van de heer Jansen.

De heer Knops (CDA):

Ook wij hebben vorige keer gemotiveerd aangegeven waarom er wat ons betreft meer tijd nodig zou zijn. Wij hebben ook het eerdere verzoek gesteund en ik zal ook dit verzoek steunen. Tegelijkertijd realiseer ik mij dat de heer Jansen nu eerdere verzoeken herhaalt. Ik ga ervan uit dat de coalitie ook haar lijn zal vasthouden. Dat wordt buitengewoon ingewikkeld.

De heer Verhoeven (D66):

D66 heeft afgelopen donderdag aangegeven dit verzoek niet te steunen. Wij willen het debat vanavond voeren en de wet behandelen. Als er een aantal onvolkomenheden zijn, zullen wij daar vanavond zeker achterkomen, desnoods in een derde termijn. Nu is er echter geen steun voor het verzoek.

De heer Monasch (PvdA):

De behandeling van deze wet is al maanden geleden gestart. Het kabinet heeft ook al eerder in een nota naar aanleiding van het verslag uitvoerig aangegeven wat er allemaal staat te gebeuren. Dit is het laatste stukje. De behandeling is nu eenmaal noodzakelijk voor de termijnen richting de Eerste Kamer. Zoals vorige week ook is aangegeven, is er geen steun voor het verzoek.

Mevrouw Visser (VVD):

Ik herhaal het standpunt van vorige week van de VVD-fractie: geen steun voor het verzoek. Zoals de heer Monasch al heeft aangegeven, is het vorig jaar uitgebreid besproken. Wat ons betreft, kan het wetsvoorstel vanavond worden behandeld.

De voorzitter:

Mijnheer Jansen, u hebt geen steun om het debat van de agenda te halen.

De heer Paulus Jansen (SP):

Dat zie ik, voorzitter. Ik stel voor dat u het stenogram direct doorstuurt naar de leden van de Eerste Kamer, zodat zij er hun voordeel mee kunnen doen.

De voorzitter:

Wij sturen meestal dingen pas door naar de Eerste Kamer als wij erover gestemd hebben, want misschien hoeven wij helemaal niets door te sturen.

Het woord is aan mevrouw Leijten van de SP.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. In het najaar hebben de accountants van dit land aangegeven dat het onmogelijk is om jaarrekeningen van ziekenhuizen goed te keuren. Dat komt omdat allerlei dbc/DOT's, budgetfinanciering en computersystemen controle onmogelijk maken. Daarop is voor zover wij weten geen reactie gekomen van de minister. Er lijkt ons alle reden te zijn om hier dan maar het debat te voeren over de onduidelijkheid over de financiering van de ziekenhuizen.

De voorzitter:

Het verzoek is om steun voor een debat.

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

De SP snijdt hier een zeer terecht punt aan. Wij zouden graag eerst een brief zien van de minister zodat wij de feiten hebben en daarna graag een debat.

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Ook D66 wil het liefst eerst een brief. Daarin zou wat mij betreft ook aandacht moeten worden besteed aan de vraag hoe groot het risico nu is dat banken hun geld terugeisen, welke gevolgen dat heeft voor de zorgverzekeraars, welke rol de minister speelt om dit tot een goed einde te brengen en hoe wij voorkomen dat het in 2013 weer zo gebeurt.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Voorzitter. Deze vragen kunnen ook in het debat worden beantwoord, dus GroenLinks steunt het verzoek.

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Steun voor een brief met de toevoeging van D66.

Mevrouw Klever (PVV):

Steun voor het verzoek van mevrouw Leijten.

De voorzitter:

Mevrouw Bouwmeester, ik moet u toch vragen om u duidelijker uit te spreken of u nu steun geeft aan het debat of dat u eerst een brief wilt.

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

Wij willen graag eerst een brief zodat we de feiten hebben, en dan graag snel een debat.

De voorzitter:

Dus u geeft steun aan het verzoek om een debat te plannen.

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

Nadat we de brief hebben ontvangen.

De voorzitter:

Ja, dat van die brief heb ik begrepen. Het gaat mij erom of er bij een meerderheid van de Kamer steun is om een debat te plannen.

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

Wij steunen de SP, in de zin dat ook wij er een debat over willen hebben.

De voorzitter:

U steunt het verzoek om een debat, alleen wilt u voor die tijd een brief.

Mevrouw Leijten, u hebt steun voor het debat. Het wordt toegevoegd aan de lijst. De spreektijd per fractie is vier minuten.

Het woord is aan mevrouw Smits.

Mevrouw Smits (SP):

Voorzitter. Aanstaande donderdagavond staat de behandeling van de wijzigingswet educatie en beroepsonderwijs gepland. Deze wet gaat de financiering van het mbo ingrijpend veranderen. De vorige week hebben we een nieuwe visie van de minister gekregen op hoe deze financiering eruit moet gaan zien. Afgelopen maandag pas hebben we een nota van wijziging gekregen die vorige week was beloofd. Mijn fractie heeft meer tijd nodig om de voorstellen te bestuderen. Daarom verzoek ik om uitstel van het debat.

De voorzitter:

Het verzoek is om uitstel van het debat.

De heer Beertema (PVV):

Steun voor dat verzoek.

De heer Van Meenen (D66):

Steun voor het verzoek.

Mevrouw Straus (VVD):

Wat ons betreft kan het debat gewoon doorgaan.

De voorzitter:

Geen steun voor het verzoek.

Mevrouw Jadnanansing (PvdA):

Wat ons betreft kan het debat gewoon doorgaan.

De heer Rog (CDA):

Steun voor het verzoek. Als het debat wel doorgaat, zouden we het willen beperken tot de eerste termijn, zodat we in ieder geval op hoofdlijnen wat ideeën kunnen schetsen vanuit de Kamer en de andere fracties de gelegenheid hebben om zich wat beter voor te bereiden.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Steun voor het verzoek.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Steun voor het verzoek. Ik zie het probleem niet. En als het kabinet zelf zijn belofte niet is nagekomen om de vorige week de stukken te sturen, lijkt het mij helemaal dat we elkaar voldoende voorbereidingstijd moeten gunnen.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Ik sluit mij aan bij de opmerking van de heer Rog.

De voorzitter:

Mevrouw Smits, u hebt geen steun voor verzoek om uitstel.

Mevrouw Smits (SP):

Ik hoor het.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Omtzigt.

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. Ik heb mijn verzoek toegevoegd aan het verzoek van de heer Madlener om een brief te krijgen. Nogmaals, ter verduidelijking, ik wil echt zien hoeveel EU-ambtenaren netto meer verdienen dan onze minister-president en wat hij daaraan kan doen. Nu ik toch het woord heb: juist morgen is het belangrijk, omdat morgen de begroting voor zeven jaar van de EU wordt vastgesteld.

De voorzitter:

Dat besluit is al genomen, mijnheer Omtzigt, dus u wordt op uw wenken bediend.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik deel mede dat we onze aangehouden motie over een algeheel rookverbod in de horeca (33400-XVI, nr. 78) volgende week zullen indienen.

De voorzitter:

Ik neem aan dat u bedoelt dat die de volgende week in stemming komt. De motie zal worden toegevoegd aan de stemmingslijst.

Het woord is aan de heer Segers.

De heer Segers (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik wil mijn motie 29628, nr. 360 intrekken vanwege een toezegging van de minister.

De voorzitter:

Aangezien de motie-Segers (29628, nr. 360) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van behandeling meer uit.

Naar boven