24 VAO administratieve lasten care

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 29 maart 2012 over administratieve lasten care.

De voorzitter:

Ik heet de staatssecretaris van VWS, mevrouw Veldhuijzen van Zanten-Hyllner, welkom.

Mevrouw Kooiman (SP):

Voorzitter. Ik sta hier momenteel, omdat mijn collega Leijten ziek thuis zit. Het onderwerp waarover we vandaag spreken, is heel belangrijk. De minutenregistratie, waarover mijn collega in het debat heeft gesproken, is namelijk nog steeds aan de orde van de dag, en dat terwijl mijn collega hierover eerder al een motie heeft ingediend. Als er 2,15 minuten moet worden geregistreerd voor de toiletgang van een bewoner, vinden we dat geen goede bedrijfsvoering. We hebben daarom een motie waarmee we de staatssecretaris hopelijk een steuntje in de rug kunnen geven om die eerdergenoemde motie wel goed uit te voeren.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Kamer de motie op stuk nr. 39 (31765) over het afschaffen van de minutenregistratie in de zorg heeft aangenomen;

constaterende dat de staatssecretaris stelt, de minutenregistratie onwenselijk te vinden, maar tegelijkertijd stelt dat die wel inzicht kan geven in de bedrijfsvoering;

van mening dat dit enerzijds een afwijzing is van de minutenregistratie, anderzijds een excuus voor het gebruik ervan;

verzoekt de regering, de minutenregistratie volop te bestrijden, mogelijk door de IGZ te verzoeken om het gebruik van minutenregistraties aan te grijpen voor een extra inspectiebezoek,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kooiman en Leijten. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 60 (31765).

Mevrouw Kooiman (SP):

We spreken hier heel vaak over 12.000 extra personeelsleden in de zorg. De werkgevers zijn momenteel op oorlogspad: ze willen bij de cao-onderhandelingen tornen aan de onregelmatigheidstoeslag. Daarover gaat onze volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat goede arbeidsvoorwaarden, arbeidstijden en zaken als onregelmatigheidstoeslag niet overbodig zijn om het werken in de zorg aantrekkelijk te maken en te houden;

constaterende dat de werkgevers in de VVT verregaande voorstellen doen om de arbeidstijden en de onregelmatigheidstoeslag verplicht te versoepelen dan wel af te schaffen;

tevens constaterende dat er werkgevers zijn die arbeidsvoorwaarden en arbeidstijden als administratieve last hebben opgegeven bij de inventarisatie van overbodige regels in de zorg;

verzoekt de regering, goed arbeidsmarktbeleid in de zorg, inclusief (goede) arbeidsvoorwaarden, arbeidstijden en de onregelmatigheidstoeslag, niet als overbodige regelgeving te zien en de werkgevers af te raden om arbeidstijden en onregelmatigheidstoeslag verregaand (verplicht) te versoepelen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kooiman en Leijten. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 61 (31765).

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik heb even overwogen om een motie in te dienen met het verzoek om de Beginselenwet Zorginstellingen in te trekken, maar dat is misschien een beetje te gek, nu het wetsvoorstel klaarligt voor behandeling. Ik onderstreep vandaag echter wel mijn zorg dat de administratievelastendruk voor instellingen wordt verhoogd als de beginselenwet van kracht wordt, maar daar komen wij over te spreken.

Ik heb twee andere moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Kamer in juni wordt geïnformeerd over de voortgang van de aanpak van administratieve lasten, waaronder het aantal quick wins die in de AZR te behalen zijn;

overwegende dat de AZR in de loop der jaren zo complex gemaakt is dat werknemers minimaal hbo-niveau nodig hebben om ermee te kunnen werken;

van mening dat het informatiebeleid ook geschikt gemaakt moet worden voor werknemers met een mbo-niveau;

verzoekt de regering, bij de voortgang van de aanpak van administratieve lasten ook het opleidingsniveau als criterium mee te nemen bij het eenvoudiger maken van het informatiebeleid,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Wiegman-van Meppelen Scheppink. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 62 (31765).

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Collega Voortman van GroenLinks kan hier vandaag niet aanwezig zijn. Samen met haar dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de bekostiging van extramurale (AWBZ-)zorg gebaseerd is op de tijd die aan de cliënt thuis wordt besteed;

overwegende dat dit systeem een bureaucratisch en minutieuze tijdsregistratie vereist en deze minutencultuur in het veld veel ergernis oproept;

overwegende dat dit systeem van uurtje-factuurtje uitnodigt tot omzetmaximalisatie;

overwegende dat deze productiegestuurde bekostiging strijdig is met het doel om de cliënt te stimuleren zo veel mogelijk op eigen kracht te functioneren;

overwegende dat deze eenzijdige grondslag van bekostiging (tijdsduur) ook innovatie in de zorg belemmert dan wel zeer gekunstelde oplossingen vergt;

overwegende dat deze knelpunten op korte termijn kunnen worden weggenomen door aan de geïndiceerde zorgklasse (naar analogie van de intramurale zorgzwaartepakketten) een budget op weekbasis te koppelen waarmee in samenspel met de cliënt zorg op maat geleverd kan worden;

verzoekt de regering, het huidige systeem van bekostiging te onderzoeken en indien nodig aan te passen en de NZa daartoe via een uitvoeringstoets opdracht te geven,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Wiegman-van Meppelen Scheppink en Voortman. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 63 (31765).

Mevrouw Venrooy-van Ark (VVD):

Voorzitter. "Administratieve lasten" heten niet voor niets administratieve lasten. Regels zijn vaak gestolde gevestigde belangen. Dan verstoren ze vernieuwing. In het algemeen overleg spraken we over het contracteren van AWBZ-zorg. Daarom dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat zorgkantoren een gevarieerd en toereikend zorgaanbod moeten contracteren voor de AWBZ-verzekerden;

constaterende dat er geen sprake is van een contracteerplicht maar van een contracteerrecht;

overwegende dat er nauwelijks prikkels zijn om zorgkantoren te bewegen kleine en/of innovatieve zorgaanbieders toegang te bieden tot de contracteerruimte van de AWBZ;

verzoekt de regering, zo spoedig mogelijk in gesprek te gaan met de zorgkantoren over hoe zij een gevarieerd en innovatief zorgaanbod gaan inkopen voor 2013 en de Kamer hierover voor de zomer van 2012 te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Venrooy-van Ark en Dille. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 64 (31765).

Mevrouw Venrooy-van Ark (VVD):

Verder dank ik de staatssecretaris voor haar brief over het standaardiseren van de gegevensuitwisseling. Wij hadden hierom gevraagd en wij zijn blij dat de administratieve lasten hierdoor niet alleen minder worden in aantal, maar ook dat het 100 mln. aan kosten scheelt. Wij krijgen graag een terugkoppeling hiervan, bijvoorbeeld in de Programmabrief langdurige zorg of bij de behandeling van de begroting.

Wij kijken uit naar de resultaten van het experiment regelarme instellingen. We hopen dat dit nog maar het begin is van meer ruimte voor de zorg.

Mevrouw Dille (PVV):

Voorzitter. Toen ik meer dan 27 jaar geleden in de zorg ging werken, stond de cliënt centraal. Er waren bijna geen protocollen, geen computerlijstjes en geen aanvinklijstjes waarmee de kwaliteit van zorg gemeten werd. Toen ik de zorg verliet, was het hebben van computervaardigheden de eerste vereiste om in de zorg te kunnen werken. Het kan verkeren.

De PVV-fractie steunt de staatssecretaris in het experiment regelarme zorginstellingen. We zijn erg blij met haar toezegging dat geen van de deelnemende instellingen gekort zal worden door de deelname aan het experiment. Het is fantastisch dat de wensen en behoeften van de cliënten centraal komen te staan. Dat het hele veld enthousiast in beweging is om de doorgeschoten bureaucratie aan te pakken, bewijst des temeer de noodzaak van dit experiment.

Goede zorg bestaat uit zo veel meer dan het naleven van elk klein regeltje. De eerste resultaten beloven in elk geval veel goeds. Bij de Groningse zorgorganisatie De Hoven zitten de cliënten, mede door het experiment, lekkerder in hun vel. Dat is het uiteindelijke doel.

De voorzitter:

Tot slot geef ik het woord aan mevrouw Voortman, maar ik zie dat zij niet aanwezig is.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Mevrouw Voortman levert nu geen bijdrage. Ze heeft mij gevraagd haar motie in te dienen en dat is zojuist gebeurd.

Staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner:

Voorzitter. Ik begin met de vraag van mevrouw Leijten over een motie die zij vorig jaar heeft ingediend (31765, nr. 39). In deze motie heeft zij mij verzocht om de minutenregistratie intra- en extramuraal af te schaffen. Deze motie is door de Kamer aangenomen. Ik benadruk nogmaals – hoe meer mensen het horen, hoe beter – dat de minutenregistratie van ons niet hoeft. Het is niet zo dat ik wil dat dit instrument in de zorg wordt gebruikt. Van twee kanten, zowel van de kant van mevrouw Leijten als van mijn kant, zullen we dit zo vaak mogelijk over het voetlicht brengen. De minutenregistratie is een buitengewoon ongewenst fenomeen.

Mevrouw Leijten vraagt mij in haar motie op stuk nr. 60 of ik de IGZ, de Inspectie voor de Gezondheidszorg, wil vragen om het te signaleren als deze wel wordt toegepast en daarop sancties te ondernemen. Ik vind dat een sympathiek idee, maar de Inspectie voor de Gezondheidszorg gaat over de kwaliteit van zorg voor cliënten. Die is hiervoor dan ook niet het geëigende instrument. Ik ontraad daarom het aannemen van een motie met dit dictum. Het goede is wel dat wij het er weer eens over gehad hebben.

Mevrouw Kooiman (SP):

Voorzitter. De minutenregistratie gaat ten koste van goede zorg voor de cliënten. De IGZ grijpt ook in als het ziekteverzuim erg hoog is of als er financieel wanbeleid wordt gevoerd. Dat zijn evenmin zaken die cliënten direct aangaan. Zij beïnvloeden de gang van zaken rond cliënten echter wel. Dat geldt ook voor de minutenregistratie. Mevrouw Leijten heeft in de motie vriendelijke termen gebruikt. Daarin staat "mogelijk". Ik zie dan ook niet in waarom de staatssecretaris de motie niet omarmt.

Staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner:

Ik zet nu toch even iets recht. Als de inspectie op grond van het criterium kwaliteit voor cliënten constateert dat er iets aan de hand is, verdiept zij zich verder in de bedrijfsvoering van de organisatie om te kijken of een bestuur in controle is van de bedrijfsvoering en de cliëntenzorg. Er is echter absoluut geen directe relatie tussen de taken van de Inspectie voor de Gezondheidszorg en zaken als bedrijfsvoering. Het wordt pas actueel op het moment dat gekeken wordt of een organisatie op een fatsoenlijke manier aan het besturen is. Het directe verband dat mevrouw Kooiman nu legt, is er niet.

Mevrouw Kooiman (SP):

Dat is er wel bij het ziekteverzuim, dat ook een direct verband heeft met goede zorg voor de cliënten. Een goede bedrijfsvoering is gerelateerd aan voldoende tijd voor de cliënt. De minutenregistratie staat dat behoorlijk in de weg. Ik weet dat de staatssecretaris die minutenregistratie graag van de baan heeft en daarom doe ik suggesties voor de wijze waarop dat kan gebeuren. Ik heb graag wat meer in handen want anders is dat meldpunt van de staatssecretaris ook enkel gebakken lucht.

Staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner:

Het lijkt mij een goed idee om verder te puzzelen en niet de inspectie maar een andere autoriteit die rol te geven. Ik kan de inspectie niet hiervoor inzetten; ik zou dat anders zeker doen. Dat is echter niet juist volgens de rolverdeling. Ik vind het prima om het fenomeen "minutenregistratie" als ongewenst symptoom van bedrijfsvoering te beschouwen. Ik zie dan wel met mevrouw Leijten waar dat kan worden ondergebracht. Ik verzoek mevrouw Kooiman dan ook om de motie nog even aan te houden.

Mevrouw Kooiman (SP):

Ik sta hier natuurlijk niet alleen in. Mevrouw Leijten heeft hierop ook een visie. Kan de staatssecretaris ons voor de stemmingen hierover laten weten waaraan zij in dit verband denkt? Op basis daarvan kunnen wij bepalen of wij de motie willen aanhouden.

Staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner:

Dat is prima.

Met mijn reactie op de motie op stuk nr. 61 maak ik mevrouw Leijten niet blij. Zij vraagt mij in het kader van regelarme instellingen om mij in te laten met de gesprekken tussen werkgevers en werknemers. Dat is niet een terrein waarop ik mij dien te begeven. De cao is een product van werkgevers en werknemers en dat laat ik zo. Ik pas daarom voor deze uitnodiging en ik ontraad het aannemen van deze motie.

De derde niet-gestelde vraag, die ik hier ook niet zal beantwoorden, is afkomstig van mevrouw Wiegman en gaat over de zorgbeginselenwet. Wij zullen die bij de behandeling van de zorgbeginselenwet bespreken. Ik haal nogmaals aan dat de zorgbeginselenwet niets meer inhoudt dan het gebruiken van nu al gebruikte geregistreerde gegevens en dat die zo zuiver als de pas gevallen sneeuw moet zijn op het punt van extra administratieve lasten.

Mevrouw Wiegman heeft mij een vraag gesteld over de AZR. Ik zie geen directe relatie tussen registratie, opleidingsniveau en administratieve lasten. Ik vind het wel heel leuk om daarnaar extra te kijken. Ik neem dit dus graag bij mijn aanpak mee. Ik laat het oordeel over de motie over aan de Kamer.

De volgende motie is ingediend door mevrouw Wiegman voor mevrouw Voortman. Het betreft een aangehouden motie (32620, nr. 52, nu 31765, nr. 63). Ik vraag de indieners om de motie nogmaals aan te houden. Ik zou dit graag bespreken als wij het hebben over de financiering van de AWBZ en de derde brief over de hervorming van de langdurige zorg. De motie gaat namelijk over de weektarieven. Ik vraag mevrouw Voortman dus om deze motie aan te houden, zodat deze tijdens die bespreking op de juiste manier aandacht kan krijgen.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Ik zal dit uiteraard overleggen met mevrouw Voortman. Ruim voor de stemmingen zal ik laten weten of wij de motie aanhouden. Ik heb kennisgenomen van de reactie van de staatssecretaris.

Staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner:

Mevrouw Venrooy heeft gevraagd om een zo groot mogelijke ondersteuning voor het inkopen door zorgkantoren bij innovatieve, meestal kleinere aanbieders. Daarvan ben ik zeer zeker een voorstander. Dit betreft het hart van het beleid. Ik zie daarom de motie van mevrouw Venrooy op stuk nr. 64 als ondersteuning van beleid.

Mevrouw Venrooy heeft verder twee vragen gesteld. In de volgende brief over de hervormingen van de langdurige zorg, in juni, zal ik de Kamer verder informeren over de standaardisering van de zorginkoop.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Wij zullen volgende week dinsdag over de ingediende moties stemmen.

Naar boven