5 Vragenuur

Vragen van het lid Jasper van Dijk aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de sluiting van het speciaal voortgezet onderwijs het Lumeijn in Zwolle.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Voorzitter. De bezuinigingen op het speciaal onderwijs zijn begonnen. In Zwolle moet een speciale school sluiten. Het gaat om het Lumeijn, die per 1 augustus 2013 wordt opgedoekt. 200 leerlingen moeten naar een andere school. De situatie van het personeel is onzeker. Dit is het gevolg van het beleid van deze regering. Er wordt 300 mln. bezuinigd op leerlingen met een beperking. Scholen worden gedwongen om harde keuzen te maken. Personeel wordt op straat gezet. Leerlingen komen op andere scholen in grote klassen terecht. De minister noemt dit passend onderwijs, ik noem het knellend onderwijs. Het gaat ook nog eens tegen de wens van de Tweede Kamer in, want zij heeft al eerder een motie aangenomen waarin de regering wordt verzocht de sluiting van speciale scholen te voorkomen.

Hoe oordeelt de minister over de sluiting van deze school? Deelt zij de mening dat dit tegen de wens van de Kamer ingaat, omdat er geen speciale scholen zouden worden gesloten? Wat gaat zij ondernemen om de sluiting van deze school tegen te houden?

Minister Van Bijsterveldt-Vliegenthart:

Voorzitter. Ik dank de heer Van Dijk voor zijn vragen, maar er zitten een aantal onjuistheden in. Het lijkt mij goed om die eerst te benoemen. De bezuinigingen op het passend onderwijs zijn nog niet begonnen. Er wordt geen speciale school gesloten, want het Lumeijn is een orthopedagogisch-didactisch centrum. De kinderen die er zitten, staan gewoon ingeschreven in het regulier onderwijs. Het gaat om extra ondersteuning. Deze kwestie is geen gevolg van het beleid van de regering, want het heeft niets te maken met de bezuiniging op passend onderwijs. Dit betreft de verevening waarover de Kamer al een aantal jaren geleden heeft besloten. Er is geen argumentatie dat er bijvoorbeeld rondom Eindhoven meer kinderen met autisme zouden zijn dan in de Schilderswijk. Wij gaan het daarom eerlijker verdelen. Ook de Schilderswijk verdient het om het geld te krijgen wat men daar nodig heeft. Leerlingen komen in grote klassen, zegt de heer Van Dijk verder. Ik vind dat iets te gechargeerd, want de klassen worden iets groter in het speciaal onderwijs, maar ze blijven aanzienlijk kleiner dan in het regulier onderwijs. Dat over de onjuistheden in de vragen van de heer Van Dijk. Ik heb die nu rechtgezet.

Dan nog iets over het Lumeijn zelf. Dit is een orthopedagogisch-didactisch centrum, een bovenschoolse voorziening. Ik begrijp dat de school verwijst naar de verevening die er aankomt. Men heeft het ook over een bezuiniging, maar de facto gaat het om de verevening richting Zwolle, vanuit de gedachte dat we ervoor moeten zorgen dat elke regio het geld krijgt dat die regio verdient. Indertijd heeft de ECPO onderzocht of het realistisch is, en wetenschappelijk onderbouwd kon worden, dat elders substantieel meer kinderen zijn met een zorgvraag dan in andere regio's. Uiteindelijk is vastgesteld dat daar geen wetenschappelijke onderbouwing voor is te geven. Toen heeft de Kamer afgesproken om tot de verevening te komen. Daar heeft dit mee te maken.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Ik sta perplex. De minister probeert dit nu af te schuiven op allerlei technische argumenten, maar het gaat hier gewoon om een speciale school. Dit was vroeger een vso/lom-school. Die is opgeheven en toen is het dit centrum geworden, maar het gaat gewoon om een school met 200 leerlingen die dicht moet, omdat er snoeihard wordt bezuinigd op het speciaal onderwijs; 300 mln. maar liefst. Dat zijn de argumenten van de schoolbesturen die hierbij betrokken zijn. Dat weet de minister best. Het gaat om 4 mln. in Zwolle. De scholen stellen: als wij zoveel geld moeten inleveren, dan doeken wij deze school op en dan zorgen wij ervoor dat de leerlingen ergens anders terechtkomen. Het gevolg is dus dat de leerlingen naar andere scholen moeten, verder weg en in grotere klassen. De minister moet dat niet ontkennen. Dit is gewoon een feit. Het meest pijnlijke is dat de bezuiniging helemaal niet nodig is, want de regering investeert bijna een vergelijkbaar bedrag in prestatiebeloning waar niemand op zit te wachten, ook het CDA niet. Ik refereer aan de heer Biskop. Het is een schande dat dit gebeurt. De minister zou dat moeten tegenhouden.

Minister Van Bijsterveldt-Vliegenthart:

Ik begrijp heel goed dat de heer Van Dijk tijdens het vragenuur nog één keer zijn bezwaren richting de bezuiniging op het passend onderwijs formuleert. Dat respecteer ik, maar ik houd mij verder graag aan de feiten. Het Lumeijn is geen school voor speciaal onderwijs en wordt dus niet getroffen door de bezuinigingen die andere scholen voor speciaal onderwijs wel raken. Het is een pedagogisch centrum dat op dit moment wordt bekostigd door het voortgezet regulier onderwijs in Zwolle. De instelling krijgt op termijn te maken met verevening. Mijns inziens is zij daarop wel heel vroeg aan het anticiperen. Wij hebben hier met elkaar afgesproken dat de definitieve vorm en inhoud van de verevening via een AMvB tot stand komen. De verevening begint in het schooljaar 2015/2016 met 10%. In het schooljaar 2016/2017 gaan we verder met 25%. Het is niet nodig dat deze voorziening al per 1 augustus 2013 afgebouwd wordt. Ik zal de informatie over de verevening nog eens goed op een rij laten zetten ten behoeve van de regio Zwolle, zodat men daar weet wanneer zij met welke financiële ontwikkelingen te maken krijgen.

De heer Jasper van Dijk (SP):

De minister kan zich verschuilen achter allerlei regeltjes en achter verevening et cetera. Het is gewoon een feit dat alle schoolbesturen door de bezuiniging aan tafel zijn gaan zitten en zijn gaan bekijken hoe zij moeten omgaan met die enorme bezuiniging. Dat is geen nummertje maken, dat is een feit. Scholen kampen daar nu mee. De minister erkende dat de scholen anticiperen, maar ze vond dat ze dat wat vroeg doen. Nee, ze kijken gewoon naar de keiharde realiteit, namelijk dat zij veel minder budget krijgen. Daardoor moeten ze nu keuzes maken.

Ik wijs iedereen op de website van de SP. Daarop staat nu een petitie tegen deze bezuinigingen. De beraadslaging hierover in de Eerste Kamer moet nog plaatsvinden. Ik ga er echter van uit dat ze daar worden tegengehouden, zeker als iedereen die petitie tekent. Ik nodig de minister daartoe ook uit.

Minister Van Bijsterveldt-Vliegenthart:

De heer Van Dijk deed bijna een stemomroep.

Het Lumeijn is een orthopedagogisch-didactisch centrum en wordt niet geraakt door de bezuinigingen die wel voor het speciaal onderwijs gelden.

De heer Van der Ham (D66):

De minister draait er een beetje omheen. Heel veel instellingen voor speciaal onderwijs maken zich grote zorgen over de komende bezuinigingen. Daarop vooruitlopend nemen zij allerlei maatregelen. Ik heb twee vragen.

In de Kamer heeft de minister een voorstel gedaan om eens met de instellingen voor speciaal onderwijs in de regio te spreken, omdat daar een optelsom van problemen speelt. De Kamer heeft dit voorstel gesteund. Hoe staat het met de uitvoering daarvan?

Op dit moment wordt in het Catshuis onderhandeld over heel veel geld. Ik roep de minister op om haar geluid te laten horen in het Catshuis en om ervoor te zorgen dat die enorme bezuinigingen op de meest kwetsbare leerlingen voor een groot deel worden teruggedraaid. Wil de minister zich daar hard voor maken?

Minister Van Bijsterveldt-Vliegenthart:

Ik kan kort zijn over het laatste. Wij hebben daar al uitgebreid over gesproken tijdens het debat. De heer Van der Ham heeft toen telkens een vraag gesteld, waarop ik antwoordde dat ik over het Catshuis geen mededelingen kan doen.

De heer Van der Ham roept mij ook op om te gaan praten in de regio. Twee weken geleden is een motie met die strekking inderdaad aangenomen. Vanuit het ministerie gaat men naar de krimpregio's, om daar te praten over hoe men omgaat met de bezuinigingen die men de komende tijd op zich afkrijgt. Dit is conform de motie van D66.

De heer Klaver (GroenLinks):

Bij de behandeling van het wetsvoorstel voor passend onderwijs hebben de minister en de coalitiefracties vele malen gezegd dat er geen plekken verloren zullen gaan in het speciaal onderwijs. Nu zien we toch dat een school dreigt te sluiten. Als deze school sluit en er plekken verloren gaan, kan de minister mij dan laten zien waar deze plekken erbij komen, zodat wij het huidige aantal plekken in het speciaal onderwijs behouden?

Minister Van Bijsterveldt-Vliegenthart:

Het ministerie blijft in de komende jaren financieren wat er op dit moment aan speciaal onderwijs is. De middelen gaan straks naar de samenwerkingsverbanden. Deze zullen straks zelf een afweging moeten maken. Dat ga ik niet voor ze doen. Zij moeten betalen en bepalen. Wel willen we waar mogelijk kinderen meer ruimte bieden in het regulier onderwijs.

In antwoord op de vraag van de heer Klaver over het sluiten van de school herhaal ik dat het Lumeijn geen school is.

Naar boven