6 Vragenuur

Vragen van het lid De Rouwe aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu over het bericht "Voor het eerst weer stijging van aantal verkeersdoden".

De heer De Rouwe (CDA):

Voorzitter. Laat ik positief beginnen; de afgelopen maanden is er in Nederland geen vliegtuig neergestort met tientallen doden en gewonden tot gevolg. Als zoiets wel gebeurt, is daar heel veel aandacht voor. De afgelopen maanden zijn er echter wel tientallen doden en gewonden in het verkeer gevallen. Voor die slachtoffers is vaak minder aandacht. Alleen al daarom ben ik u dankbaar, mevrouw de voorzitter, dat we hier vandaag aandacht aan kunnen en mogen besteden.

De aanleiding tot mijn vraag is ernstig. De website verkeerspro.nl, die meestal heel goed is geïnformeerd, meldde dat zoals het er nu naar uitziet, het aantal verkeersdoden voor het eerst in jaren zal stijgen in vergelijking met het voorgaande jaar. Dit is een indicatie op basis van de cijfers tot september 2011. Ik wil graag weten van het kabinet of deze voorspelling klopt. Tevens wil ik weten welke ambitie het kabinet heeft om het aantal doden en gewonden in het Nederlandse verkeer fors terug te dringen. Het aantal doden is de afgelopen jaren gelukkig gedaald, maar het aantal ernstig gewonden stijgt, onder andere onder fietsers. Ik kijk deze fietsminnende staatssecretaris aan … Het zou een enorm groot probleem voor ons allen zijn als de goede lijn die eerder is ingezet een andere kant op buigt. Wat is de ambitie van het kabinet op dit punt?

In de 30 seconden die mij nog resten, wil ik graag een aantal suggesties doen. De allereerste is minder vrijblijvendheid op het punt van verkeersveiligheid bij de vele betrokken partners. Ik denk aan provincies en gemeenten. Is het kabinet bereid om met hen bindende afspraken te maken? We kunnen het in dit land immers gelukkig samen doen. Ook wil de CDA-fractie pleiten voor een gerichtere aanpak, niet alleen bij risicogroepen, zoals ouderen op de fiets, die vaak wat extra hulp nodig hebben, maar ook van de andere kant van het verhaal, namelijk mensen die het keer op keer vertikken om zich aan de regels te houden. Ook voor deze veelplegers moet een gerichte aanpak zijn.

Staatssecretaris Atsma:

Voorzitter. Ik dank de heer De Rouwe voor zijn vragen. Het beeld dat vorige week is geschetst in een aantal publicaties, dat het aantal verkeersslachtoffers voor het eerst sinds jaren is toegenomen, is gebaseerd op een analyse van de eerste negen maanden van 2011. Ik kan bevestigen dat ook ons beeld is dat er een lichte toename is van het aantal verkeersslachtoffers. Dat is buitengewoon spijtig, de heer De Rouwe zei het al. Het kabinet hoopt niet dat daarmee de trend van de afgelopen tien jaar structureel negatief zal worden doorbroken. De officiële cijfers zijn nog niet bekend, maar voor zover wij nu zicht hebben op de cijfers, is het aantal verkeersdoden inderdaad licht toegenomen. Dat is buitengewoon spijtig.

De heer De Rouwe vraagt naar de ambitie van het kabinet op dit punt. Laat ik daar volstrekt helder over zijn. De afgelopen tien jaar zijn we teruggegaan van meer dan 1100 verkeersslachtoffers per jaar naar ruim 600. Onze ambitie blijft om het aantal verkeersslachtoffers in het jaar 2020 te maximeren op zo'n 500 per jaar. Met deze ambitie voldoen wij aan hetgeen eerder met de Kamer is afgesproken. Daar is ons beleid op geënt en gericht. Dit betekent dat de maatregelen die worden getroffen, zonder voorbehoud moeten worden doorgezet. Dit geldt zowel voor de preventieve maatregelen, waartoe de heer De Rouwe in het recente verleden een aantal initiatieven heeft genomen, als het aanpakken van veelplegers en recidivisten. Ook daarover is met de Kamer reeds gesproken.

Er is ook gevraagd in hoeverre andere wegbeheerders als provincies en gemeenten direct aanspreekbaar zijn op de cijfers. Het aantal verkeersdoden dat op rijkswegen valt, is circa 12% van het totale aantal. Dan vergt het dus inderdaad een inspanning van met name andere overheden dan de rijksoverheid. Zij moeten alles uit de kast halen om het aantal slachtoffers te beperken.

De heer De Rouwe (CDA):

Voorzitter. Ik dank de staatssecretaris voor de gegeven antwoorden. Deze zijn echter zeer zorgwekkend. De staatssecretaris bevestigt namelijk de ernstige observatie dat het aantal slachtoffers stijgt, terwijl we juist zouden willen dat het daalt. Dat brengt mij tot de vraag: is het kabinet bereid om meer te doen nu binnen Europa en nu ook hier in Nederland blijkt dat het aantal doden en gewonden stijgt, waarbij de ambitie veel serieuzer genomen moet worden? Is het kabinet bereid om de Kamer gauw te informeren over de cijfers en achtergronden, maar om ook een schep daarbovenop te doen? Is het kabinet bereid om ervoor te zorgen dat wij de ambities halen, die nu een andere kant dreigen uit te gaan?

Ik was net bij het punt gebleven van een gerichtere aanpak. Het gaat niet alleen om risicogroepen maar ook om een gerichtere aanpak. Ik noem bijvoorbeeld het pleidooi van het CDA om minder te controleren op snelwegen, waar veel minder doden en gewonden vallen, en juist veel meer gericht te controleren op de 60 kilometerwegen en 80 kilometerwegen, maar ook op de woonwijken waar verhoudingsgewijs veel meer slachtoffers zijn en waar mensen zich veel eerder onveilig voelen. Ik houd een pleidooi voor Europa, want juist in Europa kunnen wij gezamenlijk de slag slaan, bijvoorbeeld met bronbeleid: hoe richten wij onze auto's in, welke eisen stellen wij daaraan? Ik vraag het kabinet om juist die ambitie te tonen als het gaat om Europa, om Europa in te gaan en te bekijken of wij gezamenlijk Europa veiliger kunnen maken.

De staatssecretaris refereert aan de absurde doelstelling van maximaal 500 verkeersdoden in 2020. De CDA-fractie wil een ander pleidooi houden: laten wij van de nul een punt maken; laten wij hier de ambitie uitspreken van nul verkeersdoden. Ik vraag het kabinet om dat over te nemen, en te bekijken of dat de ambitie mag zijn waarop wij elkaar mogen aanspreken. Het zal nooit helemaal lukken, maar 500 doden als ambitie is wat ons betreft de verkeerde weg. Maak van de nul een punt.

Staatssecretaris Atsma:

Dat laatste ben ik helemaal met de heer De Rouwe eens. Het kan nooit de ambitie zijn om 500 slachtoffers te realiseren. Sterker nog, dat is ook niet de ambitie. De ambitie is om het aantal slachtoffers in het verkeer heel fors terug te brengen. Die ambitie werd enkele jaren geleden met de Kamer geformuleerd. Daar houden wij aan vast. We zitten gelukkig op koers.

De heer De Rouwe heeft terecht op de verantwoordelijkheid van de Europese Unie gewezen. Het aantal slachtoffers is in Nederland helaas nog altijd iets boven de 30, maar gelukkig is het hier vele malen beter dan in de meeste omringende landen. Overigens is de trend zichtbaar dat het aantal slachtoffers ook in andere landen toeneemt. We hebben de cijfers van België en Duitsland inmiddels gezien. Helaas zien wij ook daar een toename.

Hoe komt het? Dat is de meest relevante vraag. Hoe komt het dat het aantal slachtoffers in het verkeer toeneemt? Met name de doelgroepen ouderen en fietsers zijn wat ons betreft een punt van extra aandacht. De Europese Commissie heeft daar de groep motorrijders aan toegevoegd. Ook die groep moeten we zeker meenemen, maar met name de ouderen en de oudere fietser zullen de komende tijd prioritair aandacht moeten krijgen.

De heer Bashir (SP):

Ook de SP vindt elke verkeersdode er één teveel. Is er een verband tussen de invoering van 130 km/u, waar het CDA uiteindelijk toch nog voor was, en de stijging van de verkeersdoden? Mijn volgende vraag is daaraan gekoppeld. Op meerdere snelwegen worden straks namelijk de snelheden verhoogd. Zien wij straks een verdere stijging van het aantal verkeersdoden? Dat zou heel erg jammer zijn gezien de doelstelling die wij allemaal willen halen, namelijk nul verkeersdoden.

Staatssecretaris Atsma:

Dat laatste deel ik met de heer Bashir. Dat moeten wij absoluut niet willen. Daarom blijft de inzet onverkort om het aantal slachtoffers en verkeersdoden verder terug te brengen met tal van maatregelen, inclusief bronbeleid, wat de heer De Rouwe in een vorige vraag terecht aan de orde stelde.

Er is geen causaal verband met de verhoging van de maximumsnelheid van 120 km/u naar 130 km/u. Ik heb al gezegd dat 12% van het aantal slachtoffers valt op rijkswegen. Het gros van het aantal slachtoffers valt op secundaire wegen. Dat betekent dat je juist daar extra aandacht aan zult moeten besteden. Dat is een gezamenlijke verantwoordelijkheid, waarbij ik in elk geval de oproep zo ervaar dat het ook goed is om met provincies en gemeenten in gesprek te gaan over wat er aanvullend kan worden gedaan. We moeten ons echter vooral richten op de significante toename bij met name de groep ouderen en fietsers. Dat gaf ik al eerder aan.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik wil van de staatssecretaris weten of hij de opmerking uit deze Kamer dat het het rechtvaardigheidsgevoel van automobilisten zou aantasten als zij een lege weg zien en zij er niet hard mogen rijden, niet ondermijnend vindt voor de verkeersveiligheid. Op bijvoorbeeld de 60 kilometerwegen en de 80 kilometerwegen, waarop inderdaad veel ongelukken gebeuren en die vaak in het buitengebied liggen, in een omgeving waarin wordt gejaagd, is het van het grootste belang om goed te controleren op de snelheden, zodat er geen onnodige aanrijdingen plaatsvinden met opgejaagd wild.

Staatssecretaris Atsma:

Controles zijn overal verstandig en goed. Overigens lijkt met name in de bebouwde kom het aantal slachtoffers toe te nemen. Wat mevrouw Ouwehand zegt, wordt dus niet helemaal onderschreven, maar controles zijn in principe altijd goed, en je moet die vooral inzetten waar de risico's het grootst zijn.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

We kennen allemaal wel iemand die slachtoffer is geworden van het verkeer, en elke dode en elk ongeluk is er een te veel. Kloppen de cijfers die we nu hebben over verkeersveiligheid echter wel? In een artikel in Het Parool van deze week stond nog dat uit een goede meting is gebleken dat het aantal slachtoffers drieënhalf keer zo hoog is als de officiële cijfers tot nu toe lieten zien.

Staatssecretaris Atsma:

Ik ga ervan uit dat de cijfers die wij hanteren, kloppen. Die zijn op zorgvuldige wijze samengesteld. Vandaar ook dat tot nu toe de cijfers over 2011 niet bekend zijn. Die hoop ik binnen twee weken aan de Kamer te kunnen melden. Omdat het buitengewoon belangrijk is om de juiste cijfers te laten zien, ben ik met mevrouw Kuiken van mening dat hierbij de grootst mogelijke zorgvuldigheid vereist is. Zeker de cijfers die in de eerste weken na de jaarwisseling worden gepresenteerd, zijn vaak niet volledig en juist, en het moet dus wel kloppen. Vandaar dat wij ons baseren op met name de gegevens van het CBS.

De heer Aptroot (VVD):

Kan de staatssecretaris ervoor zorgen dat wij zo snel mogelijk de daadwerkelijke cijfers krijgen? We hebben nu één indicatie: 2% meer slachtoffers tot en met september. Wij willen echt weten hoe het in het hele jaar was en met name op welke wegen, want het zou wel eens kunnen zijn dat het niet de snelwegen betrof. Kunnen wij dus zo snel mogelijk een goede specificatie krijgen? Het jaar is al langer dan drie maanden voorbij. Ik ben wel blij dat het CDA tegenwoordig ook bepleit wat de VVD al langer bepleit, namelijk minder controleren op de snelwegen en meer in de bebouwde kom, want daar vallen de grote aantallen slachtoffers.

Staatssecretaris Atsma:

Ik zal ervoor zorgen dat de Kamer de cijfers zo snel mogelijk krijgt. De minister is voornemens om de Kamer die cijfers binnen twee of drie weken te doen toekomen. Als ze bekend zijn, krijgt de Kamer ze per ommegaande. Uiteraard hoort daar ook een passende analyse bij van de vraag waar de overvallen gebeuren en wat de mogelijke relatie is met secundaire wegen, provinciale wegen, tertiaire wegen en vooral ook rijkswegen. Ik heb al gezegd dat 12% van het aantal dodelijke ongevallen zich op rijkswegen voltrekt.

Voor zover er nog meer informatie nodig is, zal ik er uiteraard voor zorgen dat die via de minister in de richting van de Kamer komt.

Naar boven