2 Vragenuur

Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 136 van het Reglement van Orde.

De voorzitter:

Ik heet de minister van Veiligheid en Justitie van harte welkom.

Vragen van het lid Van der Staaij aan de minister van Veiligheid en Justitie over het bericht "Trend: overval op ouderen".

De heer Van der Staaij (SGP):

Mevrouw de voorzitter. Heel veel mensen in het land zijn geschokt en aangedaan door een brute overval op een bejaarde man, vorige week, in zijn woning in Capelle aan den IJssel. Onlangs werd bekend dat deze man, 81 jaar oud, de gewelddadige confrontatie niet heeft overleefd. De impact hiervan is enorm, ook in die omgeving, vooral omdat dit in Capelle de derde brute overval op een bejaarde was in twee weken tijd. Mensen voelen zich onveilig in hun eigen woning. Dit raakt aan de meest basale taak van de overheid: het bieden van veiligheid aan haar burgers.

De ouderenbonden hebben gezegd dat hier geen sprake is van een op zichzelf staand incident, hoe verschrikkelijk ook, maar van een duidelijke trend in overvallen op ouderen. Dat is ook de reden waarom ik hierover graag met de minister wil spreken in dit vragenuur. Ik wil hem vragen of hij dat beeld herkent. Is er inderdaad sprake van een duidelijke trend in het plegen van overvallen op ouderen? De ouderenbonden hebben het over een verdubbeling tussen 2008 en 2010. Als dit zo is, wat is daarvan dan de achtergrond? Heeft die trend geleid tot verhoogde aandacht hiervoor van de politie? Wat is er al gebeurd en wat kan en moet er volgens de minister nog meer gebeuren om die trend zo snel mogelijk om te buigen en om met woorden en daden duidelijk "nee" te zeggen tegen dit soort lafhartige overvallen? Kan de minister inzichtelijk maken hoe vaak in de afgelopen jaren bij soortgelijke overvallen de daders daadwerkelijk zijn opgepakt en hiervoor een pittige straf opgelegd hebben gekregen? Kortom: herkent de minister de trend, wat is er tot nu toe aan gebeurd en wat kan er nog meer tegen gedaan worden?

Minister Opstelten:

Voorzitter. Ik dank de heer Van der Staaij voor zijn vragen. Er heeft zich inderdaad een vreselijke situatie in Capelle aan den IJssel voorgedaan. Het is ongelooflijk dat dit gebeurd is. Het is ook terecht dat hierover vragen zijn gesteld.

Er is inderdaad sprake van een trend. Ik kan de cijfers geven over de woningovervallen bij 55-plussers. In 2011 waren er 173 woningovervallen in de categorie 55-plus. Dat is wel een daling van 6% ten opzichte van 2010, toen er 184 woningovervallen waren. In de eerste twee maanden van 2012 zijn er echter 34 overvallen op senioren gepleegd, terwijl dat er in dezelfde periode in 2011 26 waren. Het is dus herkenbaar.

Het tweede punt is: is dit een focus en wat doet de politie hieraan? Het is een focus. We hanteren in het hele overvalbeleid de "high impact crime"-teams, die daar speciaal voor zijn en die focussen op de overvallen op ouderen. Er is met de Algemene Nederlandse Bond voor Ouderen, de ANBO, en het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid een zeer concrete aanpak geformuleerd, met in het hele land voorlichtingsbijeenkomsten en op de regionale zenders uitgezonden films. We hebben projecten met kierstandhouders; als men die wil, worden die geïnstalleerd. Er zijn ook toolkits voor het tegengaan van woningovervallen. Er is intensief overleg met de woningbouwcorporaties. Het aantal opgepakte daders van overvallen op ouderen kan ik niet heel concreet aangeven. De korpschef heeft gelukkig vandaag gezegd dat hij verwacht dat deze dader wordt gepakt. Ik heb ook snel een ambtsbericht gekregen van het Openbaar Ministerie. Dat zit erbovenop.

In het algemeen wordt de pakkans bij overvallen groter. Deze stijgt ten opzichte van de voorgaande jaren. Het oplossingspercentage is gestegen tot 30.

De heer Van der Staaij (SGP):

Ik dank de minister voor zijn antwoord. Het is goed dat de trend goed in beeld is en dat we een en ander niet onderschatten. De minister zei dat het helaas een trend is, ook in dit jaar, maar dat er nu op gefocust wordt. Geldt deze focus voor het hele land? Of lopen we het risico, volgens de principes van het waterbedeffect, dat men naar een ander gebied uitwijkt als er in een bepaald gebied een verhoogde aandacht is?

Minister Opstelten:

De focus geldt voor het hele land, maar een en ander vindt wel het meest plaats in de grote steden en de regio's daaromheen. Er is echter in het hele land een focus op overvallen op 55-plussers en ouderen.

De heer Van der Staaij (SGP):

Ik heb een vraag over de aanpak en het doorbreken van de trend. De minister zei al dat de ouderenbonden er ook bij betrokken zijn. Ik heb begrepen dat ze bezig zijn met een project voor preventie bij woningovervallen. Draagt het Rijk ook concreet bij aan dit project? Is er een intensieve samenwerking om alles op alles te zetten om deze trend te keren?

Minister Opstelten:

Op beide vragen, als het twee vragen zijn, is het antwoord ja. Het is ook zeer noodzakelijk.

De heer Van der Staaij (SGP):

De minister zei al dat het gaat om het herkennen, het volgen wat er gebeurt en het investeren in preventie en repressie. Het gaat om een daadwerkelijke bestraffing ervan. Wat staat op stapel? Is er voldoende capaciteit om de pakkans te vergroten? Zo kan er afschrikwekkend worden opgetreden tegen daders.

Minister Opstelten:

Het antwoord op de vragen is ja. De high impact crime-teams richten zich hierop. Bij de aanpak van overvallen wordt ingespeeld op deze trend. De prioriteit ligt bij de ouderen.

Mevrouw Agema (PVV):

Ouderenmishandeling is schering en inslag in ons land, of het nu in de instellingen, thuis, of op straat gebeurt. De berichten hierover zien we elke dag weer in de krant. Ik heb er een aantal bij gepakt.

De voorzitter:

In een halve minuut, mevrouw Agema?

Mevrouw Agema (PVV):

In een halve minuut. Het zijn er zo ongelofelijk veel. Ik heb de minister en de staatssecretaris van VWS al eens gevraagd om met een plan te komen. Ik vraag hem om er snel mee te komen en daarin ook te reageren op de vraag wat we doen met de crisisopvangplaatsen. Wanneer komen deze?

De voorzitter:

Dank u wel.

Mevrouw Agema (PVV):

Ik heb er nog een paar.

De voorzitter:

U hebt echt maar een halve minuut spreektijd.

Mevrouw Agema (PVV):

Hoe zit het met de bredere toepassing van de rechterlijke machtiging? Hoe zit het met de drie keer hogere straf in het geval van ouderenmishandeling?

Minister Opstelten:

Ik loop de punten na, te beginnen met de crisisopvang. Er is natuurlijk een enorme nazorg. We richten ons op preventie en opsporing. Het gaat om het aanpakken van de dader. Het gebeurt absoluut te veel, maar de trend is dat we resultaten laten zien.

We houden goed in beeld hoe hoog de strafmaat is. Ik moet de cijfers nog tot mij nemen. Verder zal ik deze punten opnemen met de staatssecretaris van VWS. We zullen bekijken of wij met een nader plan kunnen komen dat past binnen de hele ouderenzorg. Intensiveren is heel goed.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Wij zagen vanochtend via Slachtoffer in Beeld de cijfers van de slachtoffer-dadergesprekken. De CDA-fractie hecht eraan dat vooral hierop wordt gestuurd. We hebben gehoord dat 82% van de mensen die als dader een gesprek hebben met een slachtoffer, jongere is. Vooral bij deze doelgroep moet het verwoestende effect van hun daad in beeld komen. Kan de minister toezeggen dat er extra aandacht komt voor deze doelgroep, als er gesprekken worden gevoerd tussen slachtoffers en daders?

Minister Opstelten:

Het antwoord daarop is: ja, dat is zeer noodzakelijk. Het betreft de aanpak van de daders. De pakkans moet groter worden. Als de dader gevonden is, dan moet, afhankelijk van de wil van het slachtoffer, een gesprek plaatsvinden.

De heer Brinkman (Brinkman):

Voorzitter. Slachtoffers komen veelal uit de grote steden. Veel oudere gezinnen, mannen en vrouwen, 55-plussers, wonen echter in de plattelandsgebieden. Een aantal regio's heeft daaraan aandacht geschonken en wil in relatie tot de preventie deze mensen benaderen. Ik vraag de minister of dat landelijk beleid kan worden. Kan juist voor de mensen waarvan wij weten dat zij op het platteland wonen en die daarmee verhoogd risico lopen op bezoek van dit soort verschrikkelijke, nare criminelen, een landelijk preventieproject worden opgezet?

Minister Opstelten:

Voorzitter. Ik heb in reactie op het betoog van de heer Van der Staaij gezegd dat de samenwerking met de ouderenbonden niet alleen gericht is op de grote steden maar op het hele land. Ik zal nagaan of dat intensief genoeg gebeurt. Daar kan de Kamer van op aan.

Naar boven