12 Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op verzoek van het lid Van Bemmel stel ik voor, zijn motie op stuk 33000-XIII, nr. 35 opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, genoemde termijn van twee maanden voor deze motie opnieuw gaat lopen.

Op verzoek van het lid Paulus Jansen stel ik voor, zijn moties op stuk 33000-XII, nr. 76, en op stuk 33000-XIII, nr. 62 opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, genoemde termijn van twee maanden voor deze moties opnieuw gaat lopen.

Op verzoek van het lid Ouwehand stel ik voor, haar motie op stuk 29683, nr. 85 opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, genoemde termijn van twee maanden voor deze motie opnieuw gaat lopen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mee dat de fractie van de Partij voor de Dieren mevrouw Ouwehand tot haar fractievoorzitter heeft gekozen.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda het verslag van het algemeen overleg Zorgverzekeringswet van 19 januari 2012, met als eerste spreker het lid Leijten van de SP.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Karabulut.

Mevrouw Karabulut (SP):

Voorzitter. Ik maak van deze gelegenheid gebruik om de nieuwe collega welkom te heten en om te zeggen dat ik mijn collega Spekman zal missen in onze strijd, bijvoorbeeld tegen de bezuinigingen op de sociale werkplaatsen. Daarvoor sta ik hier ook. Ik heb vorige week helaas weer een debat moeten aanvragen, naar aanleiding van aangekondigde ontslagen in Weert van 90 mensen in de sociale werkvoorziening. Ik wil de agenda van dit debat graag uitbreiden en er het bericht bij betrekken dat 200 mensen in Roermond in de sociale werkvoorziening ontslagen worden, als gevolg van het rijksbeleid.

Mevrouw Hamer (PvdA):

Mevrouw Karabulut heeft het debat vorige week mede namens de Partij van de Arbeid aangevraagd. Ik steun ook dit verzoek om uitbreiding van de agenda graag.

De voorzitter:

We zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet en het onderwerp toevoegen aan de agenda van het debat.

Het woord is aan de heer El Fassed.

De heer El Fassed (GroenLinks):

Voorzitter. Ook ik heb warme woorden voor mevrouw Hazekamp en de heer Spekman. Daarnaast vraag ik, mede namens de ChristenUnie, naar aanleiding van berichten over de op handen zijnde Nederlandse wapenleveranties aan Egypte en Indonesië, ondanks de twee duidelijke Kameruitspraken, een debat aan met de ministers van Buitenlandse Zaken en van Defensie.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Ik steun dit verzoek.

Mevrouw Schaart (VVD):

Wij steunen het verzoek om dit debat niet. Er zijn al meerdere debatten over wapenexport gevoerd. Het laatste zelfs nog in de week voor het reces. De positie van het kabinet is volstrekt helder en die van de Kamer ook. Daarom geen steun voor dit verzoek.

Mevrouw Eijsink (PvdA):

Er zijn twee moties aangenomen. De Partij van de Arbeid steunt dit verzoek, omdat de regering niet ingaat op de moties.

De heer Koppejan (CDA):

De CDA-fractie steunt dit verzoek niet.

De voorzitter:

U hebt geen meerderheid voor een debat.

De heer El Fassed (GroenLinks):

Dan wordt het een dertigledendebat.

De voorzitter:

Voor een dertigledendebat hebt u wel steun. Ik zal het op de lijst opnemen. De spreektijd bedraagt drie minuten per fractie.

Het woord is aan mevrouw Kooiman.

Mevrouw Kooiman (SP):

Voorzitter. Ik wil een debat aanvragen met de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Er wordt namelijk fors bezuinigd op het Kinder- en Jeugdtraumacentrum, waardoor 100 mishandelde kinderen niet de behandeling kunnen krijgen die zij nodig hebben, ondanks eerdere beloften van deze staatssecretaris. Belofte maakt schuld en daarom sta ik hier.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Ik steun het verzoek om een debat. Ik wil wel nog een brief hebben, voorafgaand aan het debat. Ik deel de overwegingen om dit debat aan te vragen. Ik wil weten hoe, linksom of rechtsom, geld beschikbaar komt om deze zorg te continueren.

De voorzitter:

Mij staat bij dat we nog op een brief wachten, maar misschien ben ik abuis.

Mevrouw Dille (PVV):

Inderdaad, dat klopt. Ik steun het verzoek om een brief, niet om het debat. We hebben er al twee keer over gepraat. Het ligt nu bij de zorgverzekeraars. Die hebben al aangegeven meer geld te geven. Een debat is op dit moment dus niet noodzakelijk.

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

Die brief is aangevraagd door mijn collega Arib. Daar wachten we op. Daarna willen we een debat.

De heer Dibi (GroenLinks):

Ik sluit mij aan bij mevrouw Bouwmeester.

Mevrouw Berndsen (D66):

Ook steun voor deze lijn.

Mevrouw Van der Burg (VVD):

In het debat in december is inderdaad een brief toegezegd. Die brief willen wij graag hebben, maar het verzoek om een debat steunen wij niet. Wij willen eerst de brief.

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Ik sluit mij aan bij de VVD.

De voorzitter:

Mevrouw Kooiman, u hebt steun om te wachten op de brief en om daarna te bezien of er eventueel een debat moet komen.

Mevrouw Kooiman (SP):

Ik zie dat ook. Ik tel mijn knopen en zet mijn verzoek om in een verzoek om een dertigledendebat. Ik zal in overleg met de commissie proberen om het debat snel te laten plaatsvinden, mogelijk in een algemeen overleg. Maar tot dat geregeld is, zet ik mijn verzoek om en vraag ik om een snelle reactie per brief.

De voorzitter:

Ik weet niet of ik goed tel, maar een aantal fracties wil toch eerst een brief? Mevrouw Bouwmeester vroeg toch eerst om een brief?

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

Mijn collega Arib heeft om die brief gevraagd. Als die brief er is, wil zij daarover praten in een algemeen overleg of in een dertigledendebat.

De voorzitter:

Dan wachten wij eerst op de brief en dan komt mevrouw Kooiman weer terug.

Het woord is aan de heer Klaver.

De heer Klaver (GroenLinks):

Voorzitter. Ik had een verzoek willen doen, maar trek dat in.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Gerbrands.

Mevrouw Gerbrands (PVV):

Voorzitter. Afgelopen vrijdag hebben wij het uitgewerkte doorstartmodel voor het elektronisch patiëntendossier gekregen. Mijn fractie is zich helemaal rot geschrokken. Wij willen graag zo snel mogelijk een debat met de minister van VWS. Het toezicht is niet goed geregeld. De patiënten en de cliënten zijn er nauwelijks bij betrokken. Het lijkt mij daarom zaak om er zo spoedig mogelijk over te spreken.

Mevrouw Leijten (SP):

Steun voor het debat. Ik heb schriftelijke vragen gesteld naar aanleiding van een analyse van iemand die zegt dat het ook juridisch niet haalbaar is om huisartsen te dwingen om zich aan te sluiten op het schakelpunt. Mocht het debat snel worden gehouden, dan hoop ik dat deze vragen eerst beantwoord zijn.

Mevrouw Smilde (CDA):

Wij willen graag eerst een brief en dan bekijken of er noodzaak is voor een debat.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Voorzitter. Ik steun het verzoek, maar ik stel voor om er een algemeen overleg van te maken, zodat we het debat snel kunnen voeren.

Mevrouw Dijkstra (D66):

Voorzitter. Eerst een brief en dan bekijken hoe we verder gaan. Wat mij betreft kan dat ook in een AO.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Voorzitter. Ik krijg graag eerst een brief. Daarna kunnen we bekijken waar we het beste het debat hierover kunnen voeren.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Steun voor het verzoek.

De voorzitter:

U hebt nog onvoldoende steun voor een debat, mevrouw Gerbrands. En misschien ben ik een beetje abuis, maar volgens mij slaan we de hele commissiefase over. Als er een plan komt, wordt dat toch eerst in commissieverband besproken? Of ben ik de draad kwijt in dit huis?

Mevrouw Gerbrands (PVV):

Dit is al een aantal keren in de commissie aan de orde geweest. De minister heeft duidelijk aangegeven dat zij geen bemoeienis meer heeft met het elektronisch patiëntendossier. Dit wordt zo gepresenteerd en dus is er noodzaak om er snel over te spreken.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram doorgeleiden. Dan krijgen we in ieder geval een brief, want daar hebt u voldoende steun voor. Daarna bekijken we of er voldoende steun is voor een debat.

Mevrouw Gerbrands (PVV):

Volgens mij heb ik wel steun voor een dertigledendebat, dus dan zet ik mijn verzoek graag om.

De voorzitter:

Daarvoor hebt u zeker steun. Ik neem het op de lijst op, met drie minuten spreektijd per fractie. Ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Gesthuizen.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Voorzitter. In het mondelinge vragenuur bleek dat staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie wel degelijk van plan is om iets te gaan doen aan de luchtkwaliteit in het detentiecentrum Zeist, waar vreemdelingen zitten opgesloten. Zij hebben last van de slechte luchtkwaliteit. De staatssecretaris heeft gezegd dat hij er in februari werk van gaat maken, maar de Kamer is niet geïnformeerd over hoe en wanneer hij dat precies gaat doen. Ik verzoek hem daarom, wellicht ook met het oog op een daarover nog spoedig te houden debat, om een brief waarin hij aangeeft hoe en wanneer precies. Dit verzoek doe ik mede namens de heer Voordewind van de ChristenUnie.

De voorzitter:

Als er geen bezwaar tegen is, wou ik het stenogram maar gewoon doorgeleiden naar het kabinet.

De heer Dibi (GroenLinks):

Uiteraard is er steun, maar ik wou iets toevoegen aan de brief. In de brief zou ik ook graag antwoord willen hebben op de zwangere vrouw en wat het kabinet daarmee gaat doen.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Antwoord op de zwangere vrouw?

De voorzitter:

Het moet zijn: "wat het kabinet met haar gaat doen".

De heer Samsom (PvdA):

Steun voor de aanvraag van een brief.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden.

Het woord is aan mevrouw Bouwmeester.

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

Mevrouw de voorzitter. Ik heb op 28 december vragen gesteld over het overlijden van een gedetineerde in een psychiatrisch penitentiair centrum. Die vragen wil ik graag beantwoord hebben voor het debat van morgenmiddag. Die gaan namelijk over hoe wij omgaan met psychisch verwarde gedetineerden.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Slob.

De heer Slob (ChristenUnie):

Voorzitter. De fractie van de ChristenUnie maakt zich grote zorgen over de sterk oplopende werkloosheid, waar ons land op dit moment mee te maken heeft. Als wij niets doen, zal binnen korte tijd het aantal van 500.000 werklozen zijn bereikt. Dan komen duizenden mensen extra buiten het arbeidsproces te staan. Mijn fractie wil graag met de minister-president, die in 2010 het Nederlandse volk nog 400.000 nieuwe banen beloofde, een debat voeren over wat wij op korte termijn kunnen doen om dit proces op een goede manier te beïnvloeden. Daar vraag ik u toestemming voor.

Mevrouw Hamer (PvdA):

De fractie van de Partij van de Arbeid steunt dit verzoek van harte.

De heer Pechtold (D66):

Dit lijkt mij steun waard. Zeker omdat de minister-president zelf vaak over werkloosheidscijfers praat, lijkt het mij ook iets voor een debat met de minister-president.

De heer Ulenbelt (SP):

Steun van de SP-fractie.

De heer Klaver (GroenLinks):

Ook volledige steun van de GroenLinksfractie.

De heer Azmani (VVD):

Als ik naar de berichtgeving van het CBS van afgelopen donderdag kijk, constateer ik dat de werkloosheid de afgelopen twee maanden stabiel gebleven is. Dat laat onverlet dat 2012 een moeilijk jaar zal worden, maar wij hebben in het begrotingsdebat al gedebatteerd over de ontwikkeling van de werkloosheidscijfers in de toekomst. Wij hebben komende donderdag ook nog een AO arbeidsmarktbeleid. Ik verzoek om dit signaal van de ChristenUnie daarbij in te brengen en niet hier een debat te voeren met de minister-president, maar met de daarvoor aangewezen minister, namelijk de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

De voorzitter:

U steunt het verzoek dus niet.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

De Partij voor de Dieren steunt het verzoek van de ChristenUnie om hierover een debat te voeren met de minister-president.

De heer Van Hijum (CDA):

Bij de begrotingsbehandeling, nog maar kortgeleden, hebben wij uitgebreid gesproken over zaken als deeltijd-WW, flexibele contracten en dergelijke. Deze week hebben wij een algemeen overleg Arbeidsmarktbeleid, waarin wij de punten die de heer Slob noemt, ook goed kunnen bespreken.

De heer Van den Besselaar (PVV):

Ik ben het eens met mijn voorganger. Wij hebben over anderhalve dag een AO arbeidsmarktbeleid. Daar kunnen wij het mooi aan de orde stellen.

De heer Slob (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik verbaas mij wat over de reactie van de coalitiepartijen en de gedoogpartner van dit minderheidskabinet. Zij bagatelliseren de ernst van de situatie en verwijzen terug naar een debat dat in september is gevoerd. Onze minister-president heeft vorige week het Nederlandse volk ervoor gewaarschuwd dat er iets ernstigs aan gaat komen en dat wij rekening moeten houden met grote werkloosheid. Dit is het belangrijkste onderwerp van de komende maanden. Ik wil graag in deze zaal met de minister-president, de primus inter pares van het kabinet, spreken. Als deze partijen er niet aan mee willen werken om daar een volwaardig debat van te maken, dan moet het maar een dertigledendebat worden. Ik vraag aan u, voorzitter, om dat, als het maar even kan, zo snel mogelijk op de agenda te plaatsen.

De heer Van Hijum (CDA):

Ik heb één feitelijke correctie. Het ging om een debat dat wij drie, vier weken geleden hebben gevoerd: in december. De heer Slob verwees naar de algemene beschouwingen, maar daar had ik het nadrukkelijk niet over.

De voorzitter:

Waarvan akte.

Wij gaan het op de lijst zetten.

De heer Roemer (SP):

Mevrouw de voorzitter, ik hoop dat ik nog even het woord mag.

De voorzitter:

Nee. Ik heb dit punt al afgesloten. U mag echt niet. Het spijt mij. Dan had u eerder moeten komen. De heer Ulenbelt heeft namens de SP gesproken. Ik ben heel streng.

Het woord is aan de heer Van Klaveren.

De heer Van Klaveren (PVV):

Voorzitter. De PVV-fractie heeft vorige week gevraagd om het debat over weggepeste homostellen te laten plaatsvinden nadat er gesprekken zijn geweest tussen de minister en burgemeesters. Wij willen graag een brief ontvangen, waarin wordt aangegeven wanneer die gesprekken gaan plaatsvinden – dat gebeurt wat ons betreft zo snel mogelijk, liefst volgende week – wat er precies besproken zal worden en met welke burgemeesters.

Mevrouw Hennis-Plasschaert (VVD):

Steun van de VVD-fractie. Voor de timing is het handig om te weten waar we nu eigenlijk aan toe zijn.

De heer Çörüz (CDA):

Steun voor het verzoek.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram doorgeleiden.

Het woord is aan de heer Koopmans.

De heer Koopmans (CDA):

Voorzitter. In een land dat het economisch moeilijk heeft, is het volgens de CDA-fractie van belang om ook te praten over sectoren die het goed doen. De agrarische export, zo is vorige week bekendgemaakt, stijgt van 66 mld. naar 73 mld. De CDA-fractie wil graag met de staatssecretaris van EL&I een dertigledendebat voeren over de manier waarop we dit succesverhaal in de komende jaren verder kunnen uitbouwen.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Wij begrijpen dit verzoek van de CDA-fractie natuurlijk goed, maar wij krijgen graag een brief. Dan kunnen we daarna bekijken op welke manier we dit onderwerp verder kunnen behandelen.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Ik ben aan het zoeken naar redenen waarom ik zou moeten instemmen met het verzoek om een dertigledendebat van de heer Koopmans, gezien de redenen waarom zojuist een debat over de oplopende werkloosheid is afgewezen. Ik steun dit debat niet, maar ik vind het prima om een brief te krijgen. Dan kunnen we in een commissievergadering bekijken hoe we die gaan behandelen.

De heer Grashoff (GroenLinks):

Ik denk dat wij onze tijd hier beter kunnen besteden dan met het organiseren van een hoeradebat voor de CDA-fractie. Een brief is prima, maar het debat hoeft van ons helemaal niet.

Mevrouw Jacobi (PvdA):

Een brief is prima, maar dan zouden wij graag daarna een breed economiedebat willen voeren met de minister-president erbij, zoals de heer Slob al heeft voorgesteld.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Dankzij dat Nederlandse exportoverschot zitten we tot over onze oren in de stront. Een debat hoeft voor de Partij voor de Dieren niet, maar als er dan toch een brief komt, willen wij graag dat het kabinet daarin ingaat op wat analisten zeggen, namelijk dat juist de agressieve exportstrategie van Nederland en Duitsland bijdraagt aan de economische crisis in heel Europa. Dat element zouden wij ook graag willen bespreken.

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD):

Laat ik allereerst zeggen dat het "hoera" dan wel toekomt aan het bedrijfsleven, dat hiervoor heeft gezorgd. Op zich vindt de VVD-fractie het goed om ook eens positief te spreken in de Kamer, maar ik wil ook eerst een brief, waarna we kunnen bekijken met wie we het debat zullen gaan voeren en of het eventueel een algemeen overleg kan worden.

De voorzitter:

U beslist dus na ommekomst van de brief.

De heer Koopmans (CDA):

Je kunt twee dingen doen: je kunt praten over problemen en je kunt praten over successen en hoe je die kunt uitbouwen. Ik ben blij dat er toch een brief komt van het kabinet. Dat lijkt mij heel verstandig. Wij zullen vervolgens elke mogelijkheid te baat nemen om ervoor te zorgen dat dit extra banen oplevert in Nederland.

De voorzitter:

We zullen het stenogram doorgeleiden.

Het woord is aan mevrouw Dikkers.

Mevrouw Dikkers (PvdA):

Voorzitter. Gisteren was er een uitzending van Radar over hulpgeld uit de armenkas, van ontwikkelingssamenwerking, dat wordt gebruikt om steenrijke agrarische ondernemers nog rijker te maken. Wij zijn daar erg van geschrokken en willen graag een dertigledendebat met staatssecretaris Knapen over het bedrijfsleveninstrumentarium. Ook willen wij vóór het AO van morgen over de megastallen een brief van staatssecretaris Bleker, waarin staat hoeveel Nederlands geld, ook van EL&I, er gemoeid is met het stimuleren van het soort projecten dat we hebben gezien in de uitzending van Radar.

De heer Van Bommel (SP):

De SP-fractie ergert zich al langer aan deze omgekeerde vorm van ontwikkelingshulp die terecht komt bij Nederlandse bedrijven. Wij steunen het verzoek om een debat dan ook van harte.

Mevrouw Ferrier (CDA):

De CDA-fractie wil allereerst een brief, ook van staatssecretaris Knapen. Ik heb vandaag vragen aan hem gesteld en ik zou graag zien dat hij de beantwoording van die vragen in die brief meeneemt.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Wij steunen zowel het verzoek om een brief als het verzoek om zo snel mogelijk een debat in te plannen.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ook wij steunen dit verzoek. We zouden de brief over het subsidiëren van megastallen vandaag nog willen ontvangen om te bekijken of het morgen in het vervolg-AO betrokken kan worden. Ik kan me er echter alles bij voorstellen dat we een breder debat willen voeren. Als wij hetgeen er vandaag komt, morgen kunnen afhandelen, is dat prima, maar voor een breder debat met staatssecretaris Knapen geef ik alle steun.

De heer El Fassed (GroenLinks):

Ik was in de veronderstelling dat dit debat mede namens de GroenLinksfractie werd aangevraagd. Desalniettemin heb ik nog een opmerking. Bij de brief wil ik graag een reactie van de staatssecretaris op alle aangenomen moties naar aanleiding van het AO landbouw in ontwikkelingslanden.

De voorzitter:

U hebt dit verzoek ook gedaan namens GroenLinks en de Partij voor de Dieren, mevrouw Dikkers?

Mevrouw Dikkers (PvdA):

Inderdaad.

Mevrouw Hachchi (D66):

Wij steunen het verzoek om een brief. Ik denk dat het wel belangrijk is om die brief af te wachten om te bepalen wat voor debat we willen voeren. Dat kan een dertigledendebat zijn, maar ook een breder debat. Daar hoor ik enkele collega's op wijzen namelijk. Ik zou dus eerst de brief willen afwachten en dan willen beslissen wat voor debat we zullen voeren.

Mevrouw De Caluwé (VVD):

De VVD-fractie heeft ook een aantal vragen gesteld, want we hebben zeker vragen naar aanleiding van de uitzending van gisteren over mogelijk misbruik van dit soort gelden. Wij willen graag een brief van het kabinet afwachten om daarna te bepalen wat voor debat het geschiktst is.

De heer Driessen (PVV):

Wij steunen het verzoek.

De voorzitter:

Dan is er voldoende steun voor een debat. We zullen het stenogram doorgeleiden en het debat plannen. Er zal een spreektijd van drie minuten per fractie gelden.

Het woord is aan de heer Van den Besselaar.

De heer Van den Besselaar (PVV):

Voorzitter. Ik had graag mondelinge vragen gesteld aan de minister van SZW over de onrust binnen pensioenland, maar die zijn helaas niet gehonoreerd. Mijn SP-collega heeft vorige week een debat met de minister aangevraagd. Ik zou willen verzoeken om dat debat met de grootst mogelijke spoed te houden. We hebben vorige week afgesproken dat er een brief van de minister zou komen. Die is er nog niet, terwijl de informatie allang beschikbaar is. Ik zou die brief graag voor morgen 12.00 uur van de minister van SZW willen ontvangen. Als er dan deze week misschien nog een debat uitvalt, kunnen we dit debat houden.

Mevrouw Lodders (VVD):

Ik begrijp de oproep van de heer Van den Besselaar, maar we hebben al enige tijd geleden gevraagd het debat over de verhoging van de AOW-leeftijd te voeren. Het debat dat nu wordt aangevraagd, mag niet ten koste gaan van dat debat. Wij zouden bovendien graag eerst een brief van het kabinet ontvangen om daarna te besluiten hoe we verder gaan.

De heer Klaver (GroenLinks):

Wij steunen het verzoek om de brief voor morgen 12.00 uur te ontvangen en om daarna direct een debat in te plannen.

De heer Ulenbelt (SP):

Ik kan niet anders zeggen dan dat ik het debat dat ik zelf heb aangevraagd snel zou willen voeren. Ik ben het met de heer Van den Besselaar eens: laten we het van de week nog doen. Er zitten veel mensen in spanning. Die spanning moeten we oplossen.

De voorzitter:

Het is mijn voornemen om zowel het AOW-debat als het debat over de pensioenen volgende week te plannen. Als de leden daarmee kunnen leven, hebben we een probleem opgelost. Ik zal het stenogram doorgeleiden.

De heer Van den Besselaar (PVV):

Wellicht valt er deze week nog een debat uit. Mijn verzoek is om dit debat daar dan voor in de plaats te stellen.

De voorzitter:

Dan moet iedereen er wel zijn. Dat is vaak nogal ingewikkeld.

De heer Ulenbelt (SP):

We gaan toch niet het korten van de pensioenen en de AOW-leeftijd in één debat bespreken, neem ik aan?

De voorzitter:

Nee, het zijn twee debatten.

Het woord is aan de heer Çelik.

De heer Çelik (PvdA):

Vanmiddag is in het vragenuur gesproken over het Arcus College in Heerlen. Die casus wil ik aangrijpen om een debat te voeren over de schoolhuisvesting over de gehele breedte van het onderwijs, van het primair onderwijs tot het middelbaar beroepsonderwijs. Ik doel dan op de balans tussen een schoolgebouw en de onderwijskwaliteit, de inrichtingseisen, de bestaande kaders en de gewenste kaders. Ik zou daar graag met de Kamer over willen praten.

De heer Van der Ham (D66):

Ik ben het helemaal eens met de heer Çelik dat we het hier snel over moeten hebben, maar volgens mij staat er binnenkort al een algemeen overleg over gepland. Dat kan de plenaire agenda wel gebruiken.

De voorzitter:

Bedoelt u het debat over de staat van het hbo?

De heer Van der Ham (D66):

Nee, want dit gaat over het primair en het secundair onderwijs. Volgens mij gaat het over meer dan alleen maar de huisvesting. Dit is iets wat we in de commissie moeten doen.

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik weet niet precies om welk debat het in de commissie zou gaan, maar als er een algemeen overleg gepland staat, wil ik het graag in de commissie bespreken. Anders steun voor dit verzoek. Ik zou het in dat debat niet alleen over de kwaliteit van de huisvesting willen hebben, maar ook over de verhouding tussen de middelen die geïnvesteerd worden in de huisvesting en de beschikbare middelen voor de kwaliteit van het onderwijs.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Geen bezwaar tegen een debat, maar dat mag ook in de commissie worden gevoerd.

De heer Biskop (CDA):

Geen bezwaar tegen het debat. Ik zou het wel op prijs stellen om vooraf een brief te ontvangen van de minister over de zaken die de heer Çelik noemt, zoals regelgeving rondom de huisvesting.

De heer Elias (VVD):

Ik sluit mij volledig aan bij het verzoek van het CDA.

Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie):

Ik steun het verzoek van het CDA.

De voorzitter:

U hebt een meerderheid, mijnheer Çelik. We gaan het debat plannen. De spreektijd bedraagt vier minuten per fractie.

Het woord is aan mevrouw Helder.

Mevrouw Helder (PVV):

Voorzitter. Afgelopen weekend hebben er wederom maar liefst vier ernstige geweldsincidenten jegens agenten plaatsgevonden. Ondanks de aangekondigde harde aanpak daarvan gaat het geweld gewoon door. Dat moet stoppen, dus graag een debat met de minister van Veiligheid en Justitie waarin in ieder geval ook aan de orde moet komen waarom er nog steeds taakstraffen worden opgelegd voor dit soort ernstige geweldsdelicten.

Mevrouw Berndsen (D66):

Gelet op het aantal debatten vrees ik dat het vrij lang zal duren voordat het debat kan plaatsvinden. Ik stel daarom voor om er een AO van te maken. Dat kan sneller plaatsvinden.

Mevrouw Hennis-Plasschaert (VVD):

Ik ben het eens met de strekking van de woorden van mevrouw Helder, want een veilige publieke taak is voor ons allemaal van belang, maar we hebben onlangs zo veel debatten over dit onderwerp gevoerd dat ook ik voor een AO zou willen pleiten.

Mevrouw Kooiman (SP):

Steun van de SP-fractie, maar ik geef ook de overweging mee om een AO te houden, zodat het debat sneller gepland kan worden.

De heer Marcouch (PvdA):

Steun voor een AO.

De heer Çörüz (CDA):

De CDA-fractie sluit zich daarbij aan.

Mevrouw Helder (PVV):

Als het snel kan, is het prima als we een AO houden. Dank voor de steun.

De voorzitter:

Dat gaat de commissie zelf bekijken en beoordelen.

Het woord is aan mevrouw Ouwehand.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. De Partij voor de Dieren wil graag een dertigledendebat met de minister van Buitenlandse Zaken over de walvisjacht. Hoewel de walvisjacht verboden is, vindt deze op dit moment plaats in de Zuidpoolregio. Nederland heeft vooraf een verklaring uit gedaan dat degene die de veiligheid op zee in gevaar brengt, kan worden vervolgd. Daar is nu alweer sprake van. We willen dus een brief waarin de minister van Buitenlandse Zaken aangeeft hoe hij met incidenten omgaat. In het debat willen wij ook de zaak-Erwin Vermeulen en de beantwoorde Kamervragen daarover aan de orde stellen.

De heer Van Dekken (PvdA):

De PvdA steunt dit verzoek om een debat.

De heer Houwers (VVD):

De VVD steunt dit debat niet.

De heer Grashoff (GroenLinks):

Steun voor dit debat.

De heer Van Gerven (SP):

Ik begrijp dat het gaat om de kwestie-Vermeulen maar ook om de walvisjacht in zijn algemeenheid. Beide onderwerpen zou ik willen agenderen. Ik wil toch de suggestie meegeven om dat in een AO te vervatten, omdat snelheid geboden is. Steun voor een debat, maar als het kan in een AO.

De heer Kortenoeven (PVV):

Steun voor een brief.

De heer Ormel (CDA):

Ook steun voor een brief.

De voorzitter:

Steun voor een brief, maar nog niet voor een debat. U hebt wel de steun van 30 leden, mevrouw Ouwehand. Ik zal het stenogram doorgeleiden. Het debat komt op de lijst.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Ik denk dat ik de suggestie van de SP-fractie om er een AO van te maken serieus ga overwegen. Het is namelijk zaak dat we er spoedig over spreken.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Agema.

Mevrouw Agema (PVV):

Voorzitter. Volgens de Barometer Zorg van Calibris loopt het aantal leerlingen dat voor een mbo-opleiding in de zorg kiest terug. Dat vinden wij zorgelijk. Daarom vraag ik een dertigledendebat aan.

Mevrouw Leijten (SP):

Kunnen daarbij dan twee dingen worden betrokken? Ik denk aan een reactie van de staatssecretaris op de rapporten De ouderenzorg aan het woord en De gehandicaptenzorg aan het woord van de SP en het bericht van vandaag dat ouderen die werken in de zorg, 55-plussers, graag willen blijven werken, maar dat de omstandigheden daarvoor niet altijd even goed zijn. Als deze twee zaken kunnen worden betrokken bij het debat, steunen wij het verzoek van harte.

Mevrouw Straus (VVD):

Mede namens het CDA vraag ik om een brief. De Barometer Zorg gaat verder dan alleen het punt dat mevrouw Agema aandraagt. Ik wil graag eerst een brief, maar ook voor een debat daarna spreken wij onze steun uit.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

GroenLinks steunt het verzoek van mevrouw Leijten om het debat te verbreden.

Mevrouw Dijkstra (D66):

Dat geldt ook voor D66. Wij willen graag een breder debat over de arbeidsmarkt.

Mevrouw Wolbert (PvdA):

Dat geldt ook voor de PvdA. Ook wij willen graag een breder debat.

De voorzitter:

Mevrouw Agema, u hebt voldoende steun voor een debat.

Mevrouw Agema (PVV):

Er is verzocht om een breder debat. Dat verzoek steun ik, maar dan vraag ik liever een gewoon debat dan een dertigledendebat aan, zodat al die onderwerpen aan bod kunnen komen.

De voorzitter:

Daarvoor hebt u voldoende steun. Wij zullen een debat plannen met een spreektijd van vier minuten per fractie.

Het woord is aan de heer Braakhuis.

De heer Braakhuis (GroenLinks):

Voorzitter. Vanochtend moesten wij via NU.nl vernemen dat het CPB zijn ramingen voor 2012–2013 een maand later naar buiten brengt omdat het kabinet de informatie aangevuld wil zien met een vooruitblik naar 2014–2015. Ik begrijp best dat het kabinet wat meer tijd nodig heeft om te overleggen binnen coalitie- en gedoogverband over de vraag hoe het omgaat met bezuinigingen dan wel hervormingen, maar voor ons is het nu wel tijd om klare wijn te schenken. De crisis wacht niet op dit kabinet, noch op het CPB. Ik vraag een debat aan om van de minister te horen of hij de cijfers voor 2012–2013 eerder kan vrijgeven, zodat wij verder kunnen met het maken van plannen voor de toekomst.

De heer Harbers (VVD):

Ik vind het een heel merkwaardig verzoek. Het verzoek aan het CPB was op verzoek van de Tweede Kamer uitgebreid. Als ik het mij goed herinner, was het de heer Koolmees die in december heeft gevraagd om een doorrekening naar 2015. Volgens mij heeft de heer Braakhuis zich daarbij aangesloten. Vervolgens heeft het kabinet dat verzoek aan het CPB gedaan en heeft het CPB gezegd: wij gaan die doorrekening maken, maar daarvoor hebben wij een paar weken extra nodig. Ik denk dat de Kamer zich daar dan bij neer moet leggen. In dat licht steun ik de aanvraag voor het debat niet.

De heer Plasterk (PvdA):

Ik kan mij goed voorstellen dat het kabinet op deze manier nog een maand langer denkt te kunnen blijven zitten. Het nieuws bevreemdde mij overigens wel enigszins. Wij kunnen het kabinet in eerste instantie vragen om een brief, waarin het toelicht wat het nieuwe feit is en waarom dit deze vertraging oplevert. Op basis daarvan kunnen wij dan kijken of het aanleiding tot nader overleg geeft.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Ik krijg de indruk dat het gevoel van urgentie nog niet heel groot is bij het kabinet. Laten wij dan maar bekijken of er een tussenstand kan worden gegeven met de cijfers die nu bekend zijn. Wij kunnen eventueel een knip maken met het gedeelte voor 2015. Op die manier zouden wij wel eerder beschikken over de gegevens voor dit jaar en komend jaar.

Mevrouw Blanksma-van den Heuvel (CDA):

Wij steunen dit verzoek niet omdat uitvoering wordt gegeven aan hetgeen door het parlement is gevraagd. Voor het leveren van extra informatie heeft het CPB meer tijd nodig. Wij gaan voor kwaliteit en niet voor snelheid.

De heer Koolmees (D66):

Ik steun het verzoek van de heer Plasterk om een brief, zodat wij zo snel mogelijk informatie krijgen over hetgeen wel bekend is, zodat wij snel ons huiswerk kunnen gaan doen.

De voorzitter:

Mijnheer Braakhuis, u hebt niet voldoende steun voor een debat, maar wel voor een brief met meer informatie. Als de brief niet voldoet, kunt u altijd terugkomen.

De heer Braakhuis (GroenLinks):

Het lijkt mij goed dat wij in ieder geval van het kabinet te horen krijgen, conform hetgeen de heer Koolmees en de heer Plasterk hebben aangegeven, wat de vooruitzichten voor 2012–2013 zijn, zodat wij verder kunnen. Het kabinet heeft in deze crisis blijkbaar meer tijd dan wij.

De voorzitter:

Dat was ook het verzoek van mevrouw Schouten. Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Hamer.

Mevrouw Hamer (PvdA):

Voorzitter. Ik wil graag melden dat wij net in de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid er overeenstemming over hebben bereikt dat het lang geleden aangevraagde spoeddebat over de kinderopvang nu beter kan worden omgezet in een algemeen overleg, te houden in februari, omdat wij dan over nieuwe gegevens beschikken.

De voorzitter:

Ik snap het, maar ik zou graag willen dat u dit soort reacties geeft als het conceptschema donderdags en vrijdags rondgaat. Ik snap dat u dat dan blijkbaar nog niet weet, maar dit is zo jammer voor de planning.

Mevrouw Hamer (PvdA):

Wij gaan dit hier niet uitspitten. Onze conclusie was dat er een communicatieprobleem was tussen de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Griffie.

De voorzitter:

Wij proberen het gat van morgen nog te vullen. Ik hoop dus dat alle andere leden en ook de bewindslieden paraat zijn voor het voeren van een debat.

Mijnheer Samsom heeft ook nog een punt, begrijp ik.

De heer Samsom (PvdA):

Voorzitter. Ik ga u helpen met de planning en wel ruim op tijd, hoop ik. Op het schema staat de Warmtewet. Namens de SP en GroenLinks verzoek ik u om de behandeling niet te plannen voordat wij de door de minister van Binnenlandse Zaken toegezegde regeling over de aansluitplicht binnen hebben.

De voorzitter:

Dat wetsvoorstel staat op de langetermijnagenda.

De heer Samsom (PvdA):

Dat klopt, maar dan kunt daar nu al rekening mee houden.

De voorzitter:

Geweldig. Dat scheelt weer. Dank voor de mededeling, mijnheer Samsom.

Hiermee zijn wij aan het eind van de regeling van werkzaamheden gekomen. Wij gaan nu stemmen.

Naar boven