6 Vragenuur

Vragen van het lid Hamer aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, bij afwezigheid van de minister, over het bericht dat twee derde van de zzp'ers niet is verzekerd tegen arbeidsongeschiktheid.

Mevrouw Hamer (PvdA):

Voorzitter. De minister, en in zijn afwezigheid te staatssecretaris, wisselt regelmatig met de Kamer van gedachten over de positie van zzp'ers. De overheid, in het bijzonder het ministerie van Financiën, heeft een onderzoek gedaan naar de financiële positie van zzp'ers. Wij waren daar zeer in geïnteresseerd. Het is inmiddels gepubliceerd op de website www.wijzeringeldzaken.nl. Dit onderzoek levert een paar heel verontrustende conclusies op.

Uit het onderzoek blijkt dat ongeveer 65% van de zzp'ers geen verzekering heeft afgesloten tegen arbeidsongeschiktheid. Bovendien blijkt dat 49% van de zzp'ers – dat is misschien veel erger – geen voorziening heeft voor de oude dag. Van de 51% die dat wel heeft, is dat vaak in zeer geringe mate. Wij hebben ook kunnen lezen dat het gemiddelde inkomen ergens tussen de € 1200 en € 2000 netto ligt. Dat is voor veel mensen heel veel geld, maar verhouding is dat niet het geval. Er wordt immers altijd gezegd dat zzp'ers onder de hogere inkomens vallen. Dit onderzoek legt dus iets anders bloot.

Ik heb enkele vragen aan de staatssecretaris. Wat is zijn oordeel over deze cijfers? Is hij het met mij eens dat het schokkend is dat er zo veel mensen niet verzekerd zijn tegen arbeidsongeschiktheid of onvoldoende oudedagsvoorziening hebben? Wij hebben het immers over ongeveer een half miljoen werkende mensen. Wat gaat de regering doen om ervoor te zorgen dat deze mensen zich wel kunnen verzekeren en wel een pensioen kunnen opbouwen? Wat vindt de staatssecretaris van de motivatie die de zzp'ers opgeven om zich niet te verzekeren, namelijk dat de kosten om dit te doen veel te hoog zijn? Hoe kijkt hij, met hernieuwde ogen nu dit onderzoek er is, aan tegen de voorstellen die de PvdA-fractie heeft gedaan om ervoor te zorgen dat zzp'ers in elk geval voldoende kunnen verdienen om deze kosten op te vangen?

Staatssecretaris De Krom:

Voorzitter. Dank aan mevrouw Hamer voor de gestelde vraag. Het zzp-schap is voor het overgrote deel, zoals mevrouw Hamer ook weet, een zelfstandige en bewuste keuze voor het ondernemerschap. Het overgrote deel van de mensen maakt die keuze heel bewust, namelijk 80 tot 90% ofwel negen op de tien. Daarbij hoort natuurlijk het nemen van allerlei risico's. Dat geldt ook voor het nemen van de eigen verantwoordelijkheid om zich te dekken tegen risico's als arbeidsongeschiktheid en het regelen van de eigen pensioenverzekering.

Mevrouw Hamer vroeg wat ik van de getallen vind. Wij hebben afgesproken om de voorlichting over het treffen van eigen voorzieningen te verbeteren. Daarmee zijn wij bezig. Dat doen we samen met de kamers van koophandel en ook FNV Zelfstandigen is daarmee bezig, dus dat loopt. Wij vinden het belangrijk dat mensen ook wat dat betreft een bewuste keuze maken.

Het blijkt dat 33% van de zelfstandigen zelf een voorziening heeft getroffen. 25% verwacht voldoende reserves te hebben in het geval dat het mis gaat en een aantal denkt terug te kunnen vallen op het inkomen van de partner.

Er zijn natuurlijk andere manieren om je daar zelf tegen te verzekeren: privaat, individueel of collectief. Je kunt gebruikmaken van de vangnetverzekering van verzekeraars. Zelfstandigen die starten vanuit een dienstverband, loondienst, of vanuit een werknemersverzekering kunnen de verplichte WIA-verzekering voortzetten. Dat wordt dan een verzekering in vrijwillige vorm.

Het is dus belangrijk dat we die voorlichting samen met andere partners goed oppakken. Mevrouw Hamer weet dat er op dit moment een onderzoek loopt naar de belemmeringen, de mogelijkheden en de onmogelijkheden van pensioen. Zodra dat onderzoek is afgerond, komt het rapport daarvan naar de Kamer.

Mevrouw Hamer (PvdA):

Ik ben in ieder geval blij met het feit dat er informatie aan mensen wordt gegeven. De grote vraag is natuurlijk hoe vrijwillig het is. Veel mensen beginnen immers nadat ze ergens ontslagen zijn, of omdat die mensen wordt voorgehouden dat ze zzp'er moeten worden. Dat gebeurt bijvoorbeeld in de bouw. Dat zou namelijk belastingtechnisch voordeliger zijn. Over die vrijwilligheid zijn dus vele vragen te stellen. Daarop zullen wij in Kamerdebatten zeker nog terugkomen. De staatssecretaris geeft eigenlijk geen antwoord op mijn vraag. Mijn belangrijkste vraag is wat hij ervan vindt dat 65% van de zzp'ers niet verzekerd is tegen arbeidsongeschiktheid. Dat betekent dat, als ze ziek worden, ze uiteindelijk op de bijzondere bijstand moeten terugvallen. Dat brengt dus ook kosten met zich mee voor de overheid. Hetzelfde geldt natuurlijk voor de oudedagvoorziening. De staatssecretaris kan wel zeggen dat dat een vrijwillige keuze is, maar als mensen 67 jaar oud zijn en slechts een kleine AOW-uitkering hebben, als ze die op deze manier al opbouwen, zitten ze fiks in de problemen. Dat is dan niet alleen hun probleem maar het zal uiteindelijk een collectief probleem zijn. Ik wil dan ook graag dat de staatssecretaris antwoord geeft op de meest belangrijke vragen die ik stel.

Staatssecretaris De Krom:

Ik vind het in beginsel de eigen verantwoordelijkheid van zzp'ers om die voorzieningen te treffen. Dat hoort en past ook bij eigen ondernemerschap. Daar hoort het nemen van risico's bij en ook het nemen van eigen verantwoordelijkheid voor het geval dat het onverhoopt een keer mis gaat. Dat past dus bij dat model. Een aantal jaren geleden hadden we nog een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering. Dat was, zoals mevrouw Hamer weet, de WAZ. Die is toen afgeschaft, wat mevrouw Hamer ook weet. Dat is gebeurd omdat daaraan eigenlijk geen behoefte bestond en men de premie te hoog vond. Daaruit is geconcludeerd dat we dat in het vervolg maar niet meer moeten doen. Dat past immers niet bij het model. Afwenteling op de publieke collectieve sector past ook niet bij het model. Laat ik het maar zo zeggen.

Mevrouw Hamer (PvdA):

Ik blijf zeggen dat ik geen antwoord krijg op mijn vraag. "Eigen verantwoordelijkheid" klinkt natuurlijk wel mooi, maar wat betekent het voor de samenleving als zo'n groot deel van de mensen – we hebben het over een half miljoen mensen – straks geen goede oudedagvoorziening heeft? De staatssecretaris zegt daarbij volgens mij iets heel belangrijks. Hij zegt dat mensen die verzekering niet willen, omdat ze die niet kunnen betalen. Dat is precies het punt dat wij bij de begrotingsbehandeling met de staatssecretaris gewisseld hebben: heel veel mensen moeten in zzp-verband onder het minimumloon of onder het minimum uurtarief werken. Daaraan wilden wij graag iets doen. Daarvoor hebben we de staatssecretaris voorstellen gedaan en de minister heeft die weggewuifd. Ik vraag de staatssecretaris nogmaals om dat serieuzer te onderzoeken, omdat het ministerie van Financiën laat zien dat er wel degelijk een heel groot probleem is.

Staatssecretaris De Krom:

Mevrouw Hamer zegt dat het nog te bezien valt of de vrijwilligheid wel zo vrijwillig is. Uit onderzoeken weten wij dat negen op de tien mensen echt vrijwillig voor het zzp-schap kiezen. De inkomenspositie van de zzp'ers ligt niet erg ver beneden de gemiddelde positie van de mensen in de loondienst. Dat hangt natuurlijk ook heel erg af van de vraag of mensen voltijds of in deeltijd werken. Heel vaak kiest men om in deeltijd te werken. Het is dan logisch dat in die gevallen het inkomen lager ligt. Mevrouw Hamer had het in het bijzonder over mensen die werken met een OVO, dat is althans mijn vrije interpretatie. Zij weet dat wij in dat verband bezig zijn met zaken rond het garanderen van het wettelijk minimumloon.

Naar boven